[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over drie brieven van de minister van Infrastructuur en Milieu inzake Zee- en Binnenvaart

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2012D28179, datum: 2012-06-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2012Z09388:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal	2



	Vergaderjaar 2011-2012





	Zee- en Binnenvaart









	Nr. 	VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

	Vastgesteld op 28 juni 2012





Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben enkele
fracties de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen over
drie brieven van de minister van Infrastructuur en Milieu inzake Zee- en
Binnenvaart (Kamerstukken 30490 nr. 23, 33000-A nr. 66 en 30175 nr. 149.

De vragen en opmerkingen zijn op 28 juni 2012 aan de minister van
Infrastructuur en Milieu voorgelegd. Bij brief van ... zijn deze door
haar beantwoord.





De voorzitter van de commissie

J.F. Snijder-Hazelhoff





De adjunct griffier van de commissie

D.M.H. Crijns





I 	Vragen en opmerkingen vanuit de fracties





Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
de door het kabinet gestuurde stukken. Deze leden hebben bij de stukken
nog een aantal vragen en opmerkingen.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen
van de stukken en hebben hierover een aantal vragen.

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
de stukken, maar hebben thans geen behoefte aan het stellen van vragen
of het maken van opmerkingen. 

De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van de stukken en
hebben hierover nog een aantal vragen en opmerkingen. 

De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van de verschillende
stukken en hebben nog een aantal vragen.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
de stukken, maar hebben thans geen behoefte aan het stellen van vragen
of het maken van opmerkingen. 

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennis
genomen van de stukken, maar hebben thans geen behoefte aan het stellen
van vragen of het maken van opmerkingen. 

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennis genomen van de
stukken en willen daarover een aantal vragen stellen. 

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
de stukken, maar hebben thans geen behoefte aan het stellen van vragen
of het maken van opmerkingen. 

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben met
belangstelling kennis genomen van de stukken, maar hebben thans geen
behoefte aan het stellen van vragen of het maken van opmerkingen.

Algemeen

De leden van de VVD-fractie constateren dat de binnenvaartsector goed
innoveert als het gaat om milieumaatregelen. De uitstoot van CO2 is drie
tot zes keer  lager dan bij transport over de weg. De zwaveluitstoot is
goed beperkt. Alleen als het gaat om fijnstof/ NOx wordt de sector
ingelopen door wegverkeer. Dit omdat schepen een veel langere levensduur
kennen dan vrachtwagens. Nieuwe schepen stoten 90% minder fijnstof uit
dan wegverkeer, maar de oude(re) schepen blijven hierbij ver achter.
Vandaar dat oude schepen vergroend dienen te worden. In 2010 is de
VERS-regeling, die hiervoor bestond, beëindigd. 

Er is al enige tijd een initiatief gaande, de ‘Innovatieschuur’,
waarin naar manieren wordt gezocht om alle onderzoek en kennis over
vergroening te bundelen en te stimuleren. Er is al een kwartiermaker
aangesteld. De leden van de VVD-fractie vragen de minister welke rol zij
ziet voor de overheid met betrekking tot dit initiatief. 

Een tweede mogelijkheid om de sector te vergroenen ligt in het
bevorderen van transparantie in de sector zodat voor klanten duidelijk
wordt welke vervoerders “groen” zijn. Nu leveren groene
investeringen niets op voor de vervoerder, omdat er een
verlader/bevrachter tussen hen en de klant zit, die simpelweg voor de
goedkoopste optie gaat. Door de introductie van een label zou duidelijk
kunnen worden gemaakt duidelijk welke schepen groen zijn. Ook zouden
vraag en aanbod direct op elkaar afgestemd kunnen worden, zonder
tussenkomst van een bevrachter, zodat gekozen kan worden voor een groene
vervoerder. De leden van de VVD-fractie vragen welke mogelijkheden de
minister ziet om de transparantie over groene schepen te vergroten –
bijvoorbeeld door middel van labels of een directe koppeling van vraag
en aanbod – en daarmee de sector verder te vergroenen. Kan de minister
daarop ingaan? 

De leden van de CDA-fractie zien in de binnenvaart een duurzaam en
aantrekkelijk alternatief, naast vervoer per weg of per spoor. Op dit
moment wordt ruim 30% van het binnenlands transport verzorgd door de
binnenvaart. De binnenvaart is dus een grote speler in de vervoersmarkt
en ook een aantrekkelijke vervoerder, omdat door innovatie van
scheepsmotoren deze vorm van vervoer steeds duurzamer wordt. Ook is
binnenvaart vervoer een goedkope vorm van vervoer. Met belangstelling
hebben genoemde leden daarom kennisgenomen van de plannen van de
minister om te investeren in het waterwegennet en de daarbij behorende
infrastructuur. De aanleg van de tweede sluiskolk bij Eefde wordt
verwelkomd. Deze voorziening dringt de wachttijden terug, hetgeen zich
weer terug vertaalt in economische voordelen. Voordelen voor zowel
schippers en ondernemers in de binnenvaart, als voor de ontvangers van
lading en opdrachtgevers voor het transport. De tweede sluiskolk bij
Eefde vermindert daarnaast de kwetsbaarheid van de verbinding. Geen
overbodige luxe zoals bleek in januari jongstleden, toen de bestaande
sluisdeur naar beneden stortte en scheepvaart enige weken onmogelijk
was. Genoemde leden willen naar aanleiding van dit voorval weten wat de
totale schade is geweest, die de overheid hierbij geleden heeft? De
minister heeft geregeld dat gedupeerde schippers een voorschot kunnen
krijgen op geleden schade. Hoe groot is dit voorschot? Hoe verhoudt zich
dit bedrag tot de geleden schade? De minister geeft aan dat de procedure
voor verkrijging van het voorschot laagdrempelig is. Kan de minister op
dit punt wat meer in detail treden?

De leden van de CDA-fractie lezen dat de minister eind 2012 een
voorkeursbeslissing wil nemen voor opwaardering van de Twentekanalen. Nu
is bij de kanalen sprake van achterstallig onderhoud. Kan de minister
aangeven hoe het achterstallig onderhoud heeft kunnen ontstaan? Tot
welke kosten leidt dit? De leden willen graag weten van de minister of
het achterstallig onderhoud kan leiden tot vertraging van de
opwaardering. 

De aan het woord zijnde leden kunnen zich ook vinden in de aanpak van
het knelpunt lekkanaal. Het gaat hier om de aanleg van de derde kolk
voor de Beatrixsluis, in combinatie met verbreding van het kanaal. Deze
aanpassing loopt in de pas met de schaalvergroting van de
binnenvaartschepen zelf en is daarmee toekomstbestendig. De leden van de
CDA-fractie stemmen hiermee in maar vragen in hoeverre andere vaarwegen
aangepast zijn op de vergroting van binnenvaartschepen. Is het denkbaar
dat het probleem van het lekkanaal zich elders ook gaat voordoen? Graag
een reactie hierop van de minister.

Het akkoord met België over de bouw van een nieuwe grote zeesluis bij
Terneuzen is naar het oordeel van de leden van de CDA-fractie eveneens
een belangrijke stap voorwaarts. In de afspraken over de financiering is
een verdeelsleutel opgenomen. Kan de minister op hoofdlijnen aangeven
hoe die verdeelsleutel tot stand is gekomen en wat hiervoor als basis
dient? 

De leden van de SP-fractie zijn positief over de voorkeursbeslissingen
voor de Prinses Beatrixsluizen en sluis Eefde, en zijn het eens met de
minister dat een optimaal netwerk van vaarwegen de concurrentie kracht
van de binnenvaart in Nederland zal versterken. Voornoemde leden maken
zich wel zorgen over de staat van andere sluizen in Nederland. Op
termijn zullen er meer knelpunten op de vaarwegen ontstaan door
achterstallig onderhoud aan sluizen, bijvoorbeeld de Kreekraksluis,
Sluis Delden en Volkeraksluis. Deelt de minister de mening dat meerdere
sluizen op korte termijn moeten worden aangepakt, en zo ja, hoe denkt de
minister hier op in te gaan zetten?

Het achterstallige onderhoud van de vaarwegen in Friesland en Groningen
wordt deels aangepakt door deze onder het beheer van het rijk te laten
vallen. De provincies houden de zijtakken van het Van Harinxmakanaal en
het Wijnschoterdiep/Rensel in eigendom, omdat het rijk deze heeft
afgekocht. De leden van de SP-fractie vinden het van belang dat de
minister aangeeft bij de provincies dat deze zijtakken goed onderhouden
moeten worden door de provincie. Ook de haarvaten van het vaarwegennet
zijn van groot belang. Zijn hier afspraken overgemaakt en kan de
minister dit toelichten?

De leden van de SP-fractie constateren dat niet alleen de vaarwegen in
Friesland en Groningen last hebben van achterstallig onderhoud.
Voornoemde de leden vragen hoe andere vaarwegen worden aangepakt.
Bijvoorbeeld de Brabantse en Limburgse kanalen, waar 3,8 miljoen ton
lading over wordt vervoerd, overwegend door kleine schepen. Om deze
kanalen in de toekomst goed te kunnen blijven benutten en te voorkomen
dat een omgekeerde modalshift richting wegvervoer plaatsvindt, is het
van groot belang vitale onderdelen van deze kanalen goed te blijven
onderhouden en bij vervanging aan te passen aan actuele
scheepsdimensies. Nu al is sprake van achterstallig onderhoud en
problemen met de diepgang. De leden van de SP-fractie vragen ook hier
aandacht voor. Kan de minister hier nader op ingaan?

Verder willen de leden van de SP-fractie nogmaals aandacht vragen voor
de CCR-regels (Centrale Commissie voor de Rijnvaart), die het
voorbestaan van veel kleine binnenvaartschepen in gevaar brengt, omdat
deze aan onmogelijke eisen zouden moeten gaan voldoen. De minister heeft
naar aanleiding van vragen van de SP-fractie toegezegd om er aan te
werken deze achterlijke eisen van tafel te krijgen. Heeft de minister al
iets bereikt om deze eisen van tafel te krijgen? Is de minister het met
de leden van de SP-fractie eens, dat de meeste van de CRR-regels niets
te maken hebben met veiligheid, maar meer met doorgeslagen bureaucratie?
In 2001 is er in opdacht van de Duitse minister van verkeer een
onderzoek gedaan naar de gevolgen van overgangsbepalingen voor
binnenvaartschepen (Forschungsbericht FE-Nummer: 30.318/2000). De
uitkomst was toen dat de veiligheidstechnische voorschriften voor
bestaande schepen voldoende zijn. Vanwaar dan tien jaar later deze
absurde regels vanuit het ROSR (Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn)?
Terwijl juist de binnenvaart over het algemeen een zeer veilige manier
van transport is. Kan de minister hier nader op ingaan en verder nog
toelichten welke middelen ze heeft om de ondergang van de kleine
binnenvaart door deze regels te voorkomen?

 

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat in het MIRT € 125
mln. staat opgenomen voor de aanpak van de sluis bij Eefde én de
verruiming van de Twentekanalen. Na aftrek van het bedrag voor Eefde
(€ 70 mln.) blijft er nog genoeg over voor de verruiming van de
Twentekanalen, maar er is hier ook nog veel achterstallig onderhoud. De
leden van de ChristenUnie-fractie vragen of het klopt dat de minister
onderhoud en verruiming nu samen neemt, en dat de minister stelt dat er
niet voldoende geld beschikbaar is voor de verruiming. Kan de minister
hier een reactie op geven?

Voornoemde leden vragen hoe groot de onderhoudsachterstanden zijn in
miljoenen euro en hoeveel de verruiming van de kanalen kost - zonder het
aanpakken van deze achterstanden - en hoeveel het kost als onderhoud en
verruiming integraal worden aangepakt. Ook vragen deze leden of de
minister kan aangeven hoe het achterstallig onderhoud heeft kunnen
ontstaan en hoe wordt voorkomen dat het wegwerken van het achterstallig
onderhoud leidt tot vertraging van de gewenste verruiming van de
Twentekanalen. 

Nieuwe loodsgeldtariefstructuur. Kabinetsstandpunt en aanbieding van het
advies van de gevolgmachtigd vertegenwoordigers van de zeescheepvaart

De leden van de VVD-fractie constateren dat de minister het advies van
de sector over een nieuwe structuur overneemt. De sector heeft de
kwestie zelf voortvarend aangepakt en er bestaat dan ook sectorbrede
steun voor de nieuwe structuur. Voornoemde leden hebben hierover slechts
één vraag. Nu de minister het sectorvoorstel over de nieuwe
loodsgeldtariefstructuur overneemt, stemt de minister hiermee dan tevens
in met het voorstel om short sea schepen en de binnen/buitenvaart vrij
te stellen van loodsplicht onder het nieuwe regime?



De leden van de PvdA fractie hebben kennis genomen van de brief over de
loodsplicht nieuwe stijl. Voornoemde leden rest één belangrijke vraag.
Staat de minister nog steeds achter haar uitspraak dat de
binnen/buitenvaart en de short sea schepen een belangrijk onderdeel
uitmaken van de Nederlandse maritieme sector en dat daar in de plannen
voor een Loodsplicht Nieuwe Stijl recht aan moet worden gedaan? Kan de
minister een toelichting geven over hoe, en in welke mate, zij haar
uitspraak denkt terug te vinden in het uitgewerkte voorstel, dat na het
reces naar de Kamer zal worden gestuurd?

De leden van de SP-fractie staan positief tegenover Loodsplicht Nieuwe
Stijl. Kan de minister alleen nog ingaan op de mogelijke nadelige
uitwerking van de Loodsplicht Nieuwe Stijl voor de short sea schepen?

De leden van de ChristenUnie-fractie herinneren zich dat de minister
heeft toegezegd dat alle belanghebbenden gehoord zouden worden over de
Loodsplicht Nieuwe Stijl en dat er eind dit jaar een definitief kader
zou liggen voor een nieuwe systematiek. Klopt het, zo vragen voornoemde
leden, dat er tot op heden geen stappen zijn gezet om de sector te
betrekken bij de uitwerking van een nieuw voorstel en dat de sector op
verzoek van de minister, onder grote tijdsdruk, een gezamenlijk advies
heeft uitgebracht over de loodsgeldtariefstructuur? Kan de minister
ervoor zorgen dat de Loodsplicht Nieuwe Stijl nu snel wordt opgepakt,
zodat de afgesproken datum wordt gehaald, dat de sector bij de
ontwikkeling ervan wordt betrokken en dat de sector voldoende tijd
krijgt op het definitieve voorstel te reageren?

Evaluatie van de subsidie ten behoeve van de zoetwaterveren

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de evaluatie
subsidie zoetwater veren. Zij zijn verheugd dat de rijkssubsidie
aanjager is geweest van een investeringsprogramma op basis van
co-financiering. Ook constateren deze leden met tevredenheid dat de
subsidie conform haar doelstelling is aangewend. Tegelijkertijd zijn
genoemde leden bezorgd omdat de provincies in de situatie, die
aanleiding was rijkssubsidie aan te vragen, geen aanleiding hebben
gezien om een structurele oplossing te vinden. Gunstige uitzondering is
de provincie Gelderland, die ten behoeve van de exploitatie van
zoetwater veren een fonds heeft opgericht en daarmee een structurele
oplossing heeft gecreëerd. Kan de minister aangeven hoe zij tegenover
nieuwe aanvragen staat die, zoals uit de evaluatie blijkt, verwacht
mogen worden? Gaat de minister die aanvragen afwachten of treedt zij
naar aanleiding van de evaluatie in gesprek met het IPO? De aan het
woord zijnde leden zijn overigens geen voorstander van een nieuw
subsidieprogramma.

Effectprognose 2011 luchtkwaliteit Maasvlakte 2

De leden van de PvdA fractie zijn tevreden over de resultaten van de
eerste effectrapportage luchtkwaliteit Maasvlakte 2. In tegenstelling
tot de inzet van de minister vinden de leden echter dat eventuele ruimte
in de plafonds niet per definitie gebruikt moet worden om maatregelen
ter bevordering van de luchtkwaliteit terug te draaien. Er moet ook
sterk overwogen worden die ruimte te gebruiken voor gezondheidswinst.
Daarnaast geeft een dergelijke opstelling niet het gewenste signaal tot
blijvende investeringen in het verbeteren van de luchtkwaliteit. Graag
een reactie van de minister hierop.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de effectprognose
luchtkwaliteit Maasvlakte 2. Zij hebben zorgen over het feit dat ook in
deze prognose knelpunten naar voren komen, die in eerdere prognoses
eveneens te zien waren. Omdat het maatregelenpakket nog net voldoet om
de knelpunten weg te nemen, neemt de minister nog geen aanvullende
maatregelen. De minister geeft aan daarmee te willen wachten tot de
prognose van 2012 bekend is. Deze beslissing lijkt de leden van de
CDA-fractie niet logisch als de minister geen reden heeft om aan te
nemen dat er “vanzelf” verbetering is te verwachten. Graag een
reactie hierop van de minister.







II 	Reactie van de minister









 PAGE    

 PAGE   5