Inbreng verslag schriftelijk overleg over drie brieven van de minister van Infrastructuur en Milieu inzake Zee- en Binnenvaart
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2012D28179, datum: 2012-06-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Snijder-Hazelhoff, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2012Z09388:
- Indiener: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, minister van Infrastructuur en Milieu
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-05-16 13:55: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-05-30 10:00: Procedurevergadering Infrastructuur en Milieu (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-06-28 12:00: Zee- en Binnenvaart (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2014-03-25 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011-2012 Zee- en Binnenvaart Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld op 28 juni 2012 Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben enkele fracties de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen over drie brieven van de minister van Infrastructuur en Milieu inzake Zee- en Binnenvaart (Kamerstukken 30490 nr. 23, 33000-A nr. 66 en 30175 nr. 149. De vragen en opmerkingen zijn op 28 juni 2012 aan de minister van Infrastructuur en Milieu voorgelegd. Bij brief van ... zijn deze door haar beantwoord. De voorzitter van de commissie J.F. Snijder-Hazelhoff De adjunct griffier van de commissie D.M.H. Crijns I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Inleiding De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de door het kabinet gestuurde stukken. Deze leden hebben bij de stukken nog een aantal vragen en opmerkingen. De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de stukken en hebben hierover een aantal vragen. De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de stukken, maar hebben thans geen behoefte aan het stellen van vragen of het maken van opmerkingen. De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van de stukken en hebben hierover nog een aantal vragen en opmerkingen. De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van de verschillende stukken en hebben nog een aantal vragen. De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de stukken, maar hebben thans geen behoefte aan het stellen van vragen of het maken van opmerkingen. De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de stukken, maar hebben thans geen behoefte aan het stellen van vragen of het maken van opmerkingen. De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennis genomen van de stukken en willen daarover een aantal vragen stellen. De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de stukken, maar hebben thans geen behoefte aan het stellen van vragen of het maken van opmerkingen. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben met belangstelling kennis genomen van de stukken, maar hebben thans geen behoefte aan het stellen van vragen of het maken van opmerkingen. Algemeen De leden van de VVD-fractie constateren dat de binnenvaartsector goed innoveert als het gaat om milieumaatregelen. De uitstoot van CO2 is drie tot zes keer lager dan bij transport over de weg. De zwaveluitstoot is goed beperkt. Alleen als het gaat om fijnstof/ NOx wordt de sector ingelopen door wegverkeer. Dit omdat schepen een veel langere levensduur kennen dan vrachtwagens. Nieuwe schepen stoten 90% minder fijnstof uit dan wegverkeer, maar de oude(re) schepen blijven hierbij ver achter. Vandaar dat oude schepen vergroend dienen te worden. In 2010 is de VERS-regeling, die hiervoor bestond, beëindigd. Er is al enige tijd een initiatief gaande, de ‘Innovatieschuur’, waarin naar manieren wordt gezocht om alle onderzoek en kennis over vergroening te bundelen en te stimuleren. Er is al een kwartiermaker aangesteld. De leden van de VVD-fractie vragen de minister welke rol zij ziet voor de overheid met betrekking tot dit initiatief. Een tweede mogelijkheid om de sector te vergroenen ligt in het bevorderen van transparantie in de sector zodat voor klanten duidelijk wordt welke vervoerders “groen” zijn. Nu leveren groene investeringen niets op voor de vervoerder, omdat er een verlader/bevrachter tussen hen en de klant zit, die simpelweg voor de goedkoopste optie gaat. Door de introductie van een label zou duidelijk kunnen worden gemaakt duidelijk welke schepen groen zijn. Ook zouden vraag en aanbod direct op elkaar afgestemd kunnen worden, zonder tussenkomst van een bevrachter, zodat gekozen kan worden voor een groene vervoerder. De leden van de VVD-fractie vragen welke mogelijkheden de minister ziet om de transparantie over groene schepen te vergroten – bijvoorbeeld door middel van labels of een directe koppeling van vraag en aanbod – en daarmee de sector verder te vergroenen. Kan de minister daarop ingaan? De leden van de CDA-fractie zien in de binnenvaart een duurzaam en aantrekkelijk alternatief, naast vervoer per weg of per spoor. Op dit moment wordt ruim 30% van het binnenlands transport verzorgd door de binnenvaart. De binnenvaart is dus een grote speler in de vervoersmarkt en ook een aantrekkelijke vervoerder, omdat door innovatie van scheepsmotoren deze vorm van vervoer steeds duurzamer wordt. Ook is binnenvaart vervoer een goedkope vorm van vervoer. Met belangstelling hebben genoemde leden daarom kennisgenomen van de plannen van de minister om te investeren in het waterwegennet en de daarbij behorende infrastructuur. De aanleg van de tweede sluiskolk bij Eefde wordt verwelkomd. Deze voorziening dringt de wachttijden terug, hetgeen zich weer terug vertaalt in economische voordelen. Voordelen voor zowel schippers en ondernemers in de binnenvaart, als voor de ontvangers van lading en opdrachtgevers voor het transport. De tweede sluiskolk bij Eefde vermindert daarnaast de kwetsbaarheid van de verbinding. Geen overbodige luxe zoals bleek in januari jongstleden, toen de bestaande sluisdeur naar beneden stortte en scheepvaart enige weken onmogelijk was. Genoemde leden willen naar aanleiding van dit voorval weten wat de totale schade is geweest, die de overheid hierbij geleden heeft? De minister heeft geregeld dat gedupeerde schippers een voorschot kunnen krijgen op geleden schade. Hoe groot is dit voorschot? Hoe verhoudt zich dit bedrag tot de geleden schade? De minister geeft aan dat de procedure voor verkrijging van het voorschot laagdrempelig is. Kan de minister op dit punt wat meer in detail treden? De leden van de CDA-fractie lezen dat de minister eind 2012 een voorkeursbeslissing wil nemen voor opwaardering van de Twentekanalen. Nu is bij de kanalen sprake van achterstallig onderhoud. Kan de minister aangeven hoe het achterstallig onderhoud heeft kunnen ontstaan? Tot welke kosten leidt dit? De leden willen graag weten van de minister of het achterstallig onderhoud kan leiden tot vertraging van de opwaardering. De aan het woord zijnde leden kunnen zich ook vinden in de aanpak van het knelpunt lekkanaal. Het gaat hier om de aanleg van de derde kolk voor de Beatrixsluis, in combinatie met verbreding van het kanaal. Deze aanpassing loopt in de pas met de schaalvergroting van de binnenvaartschepen zelf en is daarmee toekomstbestendig. De leden van de CDA-fractie stemmen hiermee in maar vragen in hoeverre andere vaarwegen aangepast zijn op de vergroting van binnenvaartschepen. Is het denkbaar dat het probleem van het lekkanaal zich elders ook gaat voordoen? Graag een reactie hierop van de minister. Het akkoord met België over de bouw van een nieuwe grote zeesluis bij Terneuzen is naar het oordeel van de leden van de CDA-fractie eveneens een belangrijke stap voorwaarts. In de afspraken over de financiering is een verdeelsleutel opgenomen. Kan de minister op hoofdlijnen aangeven hoe die verdeelsleutel tot stand is gekomen en wat hiervoor als basis dient? De leden van de SP-fractie zijn positief over de voorkeursbeslissingen voor de Prinses Beatrixsluizen en sluis Eefde, en zijn het eens met de minister dat een optimaal netwerk van vaarwegen de concurrentie kracht van de binnenvaart in Nederland zal versterken. Voornoemde leden maken zich wel zorgen over de staat van andere sluizen in Nederland. Op termijn zullen er meer knelpunten op de vaarwegen ontstaan door achterstallig onderhoud aan sluizen, bijvoorbeeld de Kreekraksluis, Sluis Delden en Volkeraksluis. Deelt de minister de mening dat meerdere sluizen op korte termijn moeten worden aangepakt, en zo ja, hoe denkt de minister hier op in te gaan zetten? Het achterstallige onderhoud van de vaarwegen in Friesland en Groningen wordt deels aangepakt door deze onder het beheer van het rijk te laten vallen. De provincies houden de zijtakken van het Van Harinxmakanaal en het Wijnschoterdiep/Rensel in eigendom, omdat het rijk deze heeft afgekocht. De leden van de SP-fractie vinden het van belang dat de minister aangeeft bij de provincies dat deze zijtakken goed onderhouden moeten worden door de provincie. Ook de haarvaten van het vaarwegennet zijn van groot belang. Zijn hier afspraken overgemaakt en kan de minister dit toelichten? De leden van de SP-fractie constateren dat niet alleen de vaarwegen in Friesland en Groningen last hebben van achterstallig onderhoud. Voornoemde de leden vragen hoe andere vaarwegen worden aangepakt. Bijvoorbeeld de Brabantse en Limburgse kanalen, waar 3,8 miljoen ton lading over wordt vervoerd, overwegend door kleine schepen. Om deze kanalen in de toekomst goed te kunnen blijven benutten en te voorkomen dat een omgekeerde modalshift richting wegvervoer plaatsvindt, is het van groot belang vitale onderdelen van deze kanalen goed te blijven onderhouden en bij vervanging aan te passen aan actuele scheepsdimensies. Nu al is sprake van achterstallig onderhoud en problemen met de diepgang. De leden van de SP-fractie vragen ook hier aandacht voor. Kan de minister hier nader op ingaan? Verder willen de leden van de SP-fractie nogmaals aandacht vragen voor de CCR-regels (Centrale Commissie voor de Rijnvaart), die het voorbestaan van veel kleine binnenvaartschepen in gevaar brengt, omdat deze aan onmogelijke eisen zouden moeten gaan voldoen. De minister heeft naar aanleiding van vragen van de SP-fractie toegezegd om er aan te werken deze achterlijke eisen van tafel te krijgen. Heeft de minister al iets bereikt om deze eisen van tafel te krijgen? Is de minister het met de leden van de SP-fractie eens, dat de meeste van de CRR-regels niets te maken hebben met veiligheid, maar meer met doorgeslagen bureaucratie? In 2001 is er in opdacht van de Duitse minister van verkeer een onderzoek gedaan naar de gevolgen van overgangsbepalingen voor binnenvaartschepen (Forschungsbericht FE-Nummer: 30.318/2000). De uitkomst was toen dat de veiligheidstechnische voorschriften voor bestaande schepen voldoende zijn. Vanwaar dan tien jaar later deze absurde regels vanuit het ROSR (Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn)? Terwijl juist de binnenvaart over het algemeen een zeer veilige manier van transport is. Kan de minister hier nader op ingaan en verder nog toelichten welke middelen ze heeft om de ondergang van de kleine binnenvaart door deze regels te voorkomen? De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat in het MIRT € 125 mln. staat opgenomen voor de aanpak van de sluis bij Eefde én de verruiming van de Twentekanalen. Na aftrek van het bedrag voor Eefde (€ 70 mln.) blijft er nog genoeg over voor de verruiming van de Twentekanalen, maar er is hier ook nog veel achterstallig onderhoud. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of het klopt dat de minister onderhoud en verruiming nu samen neemt, en dat de minister stelt dat er niet voldoende geld beschikbaar is voor de verruiming. Kan de minister hier een reactie op geven? Voornoemde leden vragen hoe groot de onderhoudsachterstanden zijn in miljoenen euro en hoeveel de verruiming van de kanalen kost - zonder het aanpakken van deze achterstanden - en hoeveel het kost als onderhoud en verruiming integraal worden aangepakt. Ook vragen deze leden of de minister kan aangeven hoe het achterstallig onderhoud heeft kunnen ontstaan en hoe wordt voorkomen dat het wegwerken van het achterstallig onderhoud leidt tot vertraging van de gewenste verruiming van de Twentekanalen. Nieuwe loodsgeldtariefstructuur. Kabinetsstandpunt en aanbieding van het advies van de gevolgmachtigd vertegenwoordigers van de zeescheepvaart De leden van de VVD-fractie constateren dat de minister het advies van de sector over een nieuwe structuur overneemt. De sector heeft de kwestie zelf voortvarend aangepakt en er bestaat dan ook sectorbrede steun voor de nieuwe structuur. Voornoemde leden hebben hierover slechts één vraag. Nu de minister het sectorvoorstel over de nieuwe loodsgeldtariefstructuur overneemt, stemt de minister hiermee dan tevens in met het voorstel om short sea schepen en de binnen/buitenvaart vrij te stellen van loodsplicht onder het nieuwe regime? De leden van de PvdA fractie hebben kennis genomen van de brief over de loodsplicht nieuwe stijl. Voornoemde leden rest één belangrijke vraag. Staat de minister nog steeds achter haar uitspraak dat de binnen/buitenvaart en de short sea schepen een belangrijk onderdeel uitmaken van de Nederlandse maritieme sector en dat daar in de plannen voor een Loodsplicht Nieuwe Stijl recht aan moet worden gedaan? Kan de minister een toelichting geven over hoe, en in welke mate, zij haar uitspraak denkt terug te vinden in het uitgewerkte voorstel, dat na het reces naar de Kamer zal worden gestuurd? De leden van de SP-fractie staan positief tegenover Loodsplicht Nieuwe Stijl. Kan de minister alleen nog ingaan op de mogelijke nadelige uitwerking van de Loodsplicht Nieuwe Stijl voor de short sea schepen? De leden van de ChristenUnie-fractie herinneren zich dat de minister heeft toegezegd dat alle belanghebbenden gehoord zouden worden over de Loodsplicht Nieuwe Stijl en dat er eind dit jaar een definitief kader zou liggen voor een nieuwe systematiek. Klopt het, zo vragen voornoemde leden, dat er tot op heden geen stappen zijn gezet om de sector te betrekken bij de uitwerking van een nieuw voorstel en dat de sector op verzoek van de minister, onder grote tijdsdruk, een gezamenlijk advies heeft uitgebracht over de loodsgeldtariefstructuur? Kan de minister ervoor zorgen dat de Loodsplicht Nieuwe Stijl nu snel wordt opgepakt, zodat de afgesproken datum wordt gehaald, dat de sector bij de ontwikkeling ervan wordt betrokken en dat de sector voldoende tijd krijgt op het definitieve voorstel te reageren? Evaluatie van de subsidie ten behoeve van de zoetwaterveren De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de evaluatie subsidie zoetwater veren. Zij zijn verheugd dat de rijkssubsidie aanjager is geweest van een investeringsprogramma op basis van co-financiering. Ook constateren deze leden met tevredenheid dat de subsidie conform haar doelstelling is aangewend. Tegelijkertijd zijn genoemde leden bezorgd omdat de provincies in de situatie, die aanleiding was rijkssubsidie aan te vragen, geen aanleiding hebben gezien om een structurele oplossing te vinden. Gunstige uitzondering is de provincie Gelderland, die ten behoeve van de exploitatie van zoetwater veren een fonds heeft opgericht en daarmee een structurele oplossing heeft gecreëerd. Kan de minister aangeven hoe zij tegenover nieuwe aanvragen staat die, zoals uit de evaluatie blijkt, verwacht mogen worden? Gaat de minister die aanvragen afwachten of treedt zij naar aanleiding van de evaluatie in gesprek met het IPO? De aan het woord zijnde leden zijn overigens geen voorstander van een nieuw subsidieprogramma. Effectprognose 2011 luchtkwaliteit Maasvlakte 2 De leden van de PvdA fractie zijn tevreden over de resultaten van de eerste effectrapportage luchtkwaliteit Maasvlakte 2. In tegenstelling tot de inzet van de minister vinden de leden echter dat eventuele ruimte in de plafonds niet per definitie gebruikt moet worden om maatregelen ter bevordering van de luchtkwaliteit terug te draaien. Er moet ook sterk overwogen worden die ruimte te gebruiken voor gezondheidswinst. Daarnaast geeft een dergelijke opstelling niet het gewenste signaal tot blijvende investeringen in het verbeteren van de luchtkwaliteit. Graag een reactie van de minister hierop. De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de effectprognose luchtkwaliteit Maasvlakte 2. Zij hebben zorgen over het feit dat ook in deze prognose knelpunten naar voren komen, die in eerdere prognoses eveneens te zien waren. Omdat het maatregelenpakket nog net voldoet om de knelpunten weg te nemen, neemt de minister nog geen aanvullende maatregelen. De minister geeft aan daarmee te willen wachten tot de prognose van 2012 bekend is. Deze beslissing lijkt de leden van de CDA-fractie niet logisch als de minister geen reden heeft om aan te nemen dat er “vanzelf” verbetering is te verwachten. Graag een reactie hierop van de minister. II Reactie van de minister PAGE PAGE 5