[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen inzake AO MIRT

Lijst van vragen

Nummer: 2012D28365, datum: 2012-06-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z18246:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Lijst van vragen – MIRT

Kamerstuknummer	:	33000-A-3

Vragen aan	:	Regering

Commissie	:	Infrastructuur en Milieu



Nr	Vraag

1	Klopt het dat u de vóór 1 september 2012 toegezegde integrale
verkeersstudie over de Nieuwe Westelijke Oeververbinding inclusief de
brede Zuidvleugel, de Oranjetunnel en de A54, ook voorziet van
informatie over de kosten en de verkeersintensiteiten van de A14,
waarmee nadrukkelijk niet de N14 wordt bedoeld?

2	Klopt het dat u conform uw toezegging nu ook in de vergelijking tussen
de Oranjetunnel en de Blankenburgtunnel alle additionele kosten van de
benodigde ombouw van de genoemde knooppunten Kethelplein, Ypenburg,
Prins Clausplein en de verbreding van de A13 richting Den Haag meeneemt
bij de door u geplande projecten Blankenburgtunnel en de A13/A16?

3	Bent u bereid de tijd die er nu is door het controversieel verklaren
van de Nieuwe Westelijke Oeververbinding te benutten om de boorvariant
nog eens goed te bestuderen samen met de initiatiefnemers van deze
variant en tunneldeskundigen?

4	Bent u voornemens om op korte termijn een integrale studie te doen
naar de beste verkeersoplossingen voor de gehele Zuidvelugel, waarbij de
projecten in MIRT Haaglanden, Rotterdam Vooruit en Rijnland integraal
worden gewaardeerd op onderlinge verkeerseffecten maar waarbij ook
eerder geopperde verbindingen, zoals de Nieuwe Westelijke
Oeververbinding + A54 en de A14 worden betrokken, uitgaande van het
huidige wegennet?

5	Bevat het besluit over de Rijnlandroute ook de hierover tijdens de
Statenvergadering van de provincie Zuid Holland d.d. 27 juni 2012
aangenomen moties, waarin het Rijk een rol speelt?

6	Mogen beschermde diersoorten verstoord worden en mogen broed- en
verblijfplaatsen aangetast en vernietigd worden door de aanleg van het
tracé Zoeken naar Balans terwijl er andere bevredigende
verkeersoplossingen bestaan? 

7	Kunt u specifiek in tijd, ruimte en per diersoort die wordt verstoord
en/of waarvan broed- of verblijfplaatsen verloren gaan door de aanleg
van tracé Zoeken naar Balans, uiteenzetten hoe de verstoring en/of het
verlies gecompenseerd en/of gemitigeerd wordt?

8	Waarom zijn de maatschappelijke baten van de natuur langs het tracé
Zoeken naar Balans voor recreatie, toerisme, leefomgeving en
milieufunctie als ook de baten als gevolg van uitgespaarde ziektekosten
en loonderving niet uitgerekend en meegewogen in de tracékeuze?

9	Is het recente TEEB-rapport van KPMG “Groen, gezond en productief”
betrokken bij het berekenen van de baten van groen en natuur en de
maatschappelijk kosten als gevolg van natuurverlies en zijn deze
berekeningen meegenomen in de afweging tussen tracés?

10	Hoe verhoudt de vernietiging van een belangrijk weidevogelgebied,
waar 66 gruttoparen jaarlijkse broeden, voor de aanleg van tracé Zoeken
naar Balans zich tot het feit dat de grutto onder de bescherming van de
Flora- en Faunawet valt, de soort door de werkzaamheden verstoord zal
worden en broedplaatsen zullen worden vernietigd, de
milieueffectrapportage aangeeft dat mitigerende maatregelen lastig te
realiseren zullen zijn, een ontheffing alleen verleend kan worden indien
de activiteit geen afbreuk doet aan de gunstige staat van instandhouding
van de soort op regionaal populatieniveau, de gruttopopulatie in
Nederland met circa 50% is afgenomen ten opzichte van 1990, de
achteruitgang van de soort nog steeds doorgaat met jaarlijks zo’n 5%
en de overheid tot nu toe geen geschikte maatregelen heeft kunnen
treffen om deze achteruitgang te stoppen?

11	Is er nog een toetsmoment waarop wordt bezien of de
verantwoordelijkheden voor het in stand houden van de gunstige staat van
de natuur met de voorgenomen Rijnlandroute worden nagekomen?

12	Wanneer en op welke manier toetst het Rijk wat de effecten van de
plannen zijn op beschermde inheemse dieren?

13	a. Is het u bekend dat 39% van het OV-budget in Holland Rijnland niet
ten goede komt aan de dienstverlening aan de OV-reiziger, maar wordt
aangewend voor de aanleg van vijf ongelijkvloerse spoorkruisingen?

b. Beschikt u over een veiligheidsanalyse op basis waarvan de
noodzakelijkheid en de doelmatigheid van de aanleg van de beoogde
spoorviaducten wordt getoetst?

c. Bent u bereid in overleg met de provincie Zuid-Holland kritisch te
kijken naar een zo optimaal mogelijke inzet van het beschikbare budget
voor openbaar vervoer in Holland Rijnland?

d. Bent u bereid de provincie in staat te stellen een groter deel van
het budget aan te wenden voor bijvoorbeeld de daadwerkelijke realisatie
van een groter deel van het HOV-netwerk indien de veiligheid en
verkeersafwikkeling dat rechtvaardigen?

14	Bent u bereid om meevallers bij de aanpak van ligplaatsvoorzieningen
voor de binnenvaart te gebruiken voor het naar voren halen van de
realisatie van later geplande ligplaatsvoorzieningen?

15	Op welke manier wordt het achterstallig onderhoud meegenomen in de
voorkeursbeslissing Twentekanalen?

16	Kunt u specificeren welke kosten voor rekening komen van Nederland
als de nieuwe zeesluis bij Terneuzen wordt aangelegd? Kun u daarbij ook
een inschatting geven van de kosten die gepaard gaan met de uitbreiding
van het kanaal zelf en de benodigde aanpassing van de kunstwerken? Klopt
het dat de maatschappelijke kosten-batenanalyse van het Centraal
Planbureau uit 2009 over de grote zeesluis alleen positief is in het
hoge economische groeiscenario en kunt u daarbij aangeven in welke orde
van grootte qua goederenoverslag er dan wordt gesproken? Komt die raming
in uw ogen overeen met de huidige ramingen van de betrokken overheden?
En klopt het dat bij de andere twee groeisecario's de grote zeesluis
aanmerkelijk negatiever scoorde dan de andere twee sluisopties?

17	Kunt u aangeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan eventuele
voorfinanciering van de stadsregio/ provincie/ gemeente bij de aanleg
van de nieuwe zeesluis bij IJmuiden? Klopt het dat het Havenbdrijf
Amsterdam ambities heeft op het vlak van containeroverslag, ondanks het
debacle met ATC? Is bij u op enigerlei wijze iets bekend over de
gevolgen voor de benutting van de Eerste en Tweede Maasvlakte, mocht
Amsterdam ook containeroverslag gaan aanbieden? Zo ja, zou u de Kamer
daarover kunnen informeren?

18	Kunt u de verschillen verklaren tussen de ramingen voor de
middenvariant en voor de noordvariant voor de tweede Sluiskolk Eefde? 

19	Bent u bereid in overleg te gaan met de regio over reactivering van
het zogenoemde Duits lijntje voor goederenvervoer (Boxtel – Wesel),
aangezien er interesse is uit de markt en reactivering slechts circa €
8 mln. kost?

20	Bent u bereid in gesprek te blijven met de initiatiefnemers uit het
bedrijfsleven over het spoor Utrecht-Breda bij de verdere uitwerking van
het tracé voor de verbreding van de A27, zodat ook bij de versoberde
plannen zoveel als mogelijk rekening wordt gehouden met een eventueel
toekomstige spoorlijn en deze niet onnodig duur wordt gemaakt?

21	Wanneer is het onderzoek van ProRail en DB Netz naar de verschillende
varianten voor de infrastructuur tussen Heerlen en Aken gereed?

22	Uit welk onderzoek is gebleken dat de VEZA-boog (goederenlijn Zeeland
– Antwerpen) nog niet noodzakelijk is?

23	Kunt u de Kamer op de hoogte houden van de ontwikkelingen met
betrekking tot de treinverbinding Breda-Antwerpen?

24	Bent u bereid een second opinion te laten uitvoeren door bijvoorbeeld
TU Delft op uw beweringen dat station Schiedam Kethel alleen
realiseerbaar is met een investering van circa € 165 mln., omdat
hiervoor grootschalige spoorverdubbeling nodig is, en daarbij te laten
onderzoeken of opening van dit station wel haalbaar is indien gebruik
wordt gemaakt van een beperkte spoorverdubbeling ter hoogte van het
nieuwe station en verder van de extra sporen die beschikbaar komen
tussen Schiedam en Rotterdam na de ombouw van de Hoekse Lijn, van
moderne treinbesturing zoals ERTMS, ERTMS-componenten, snelheidsadvies,
kort volgen, etc.?

25	a. Kunt u uitleggen waarom de Maliebaan vanuit de richting Arnhem
niet open zou kunnen blijven voor incidenteel goederenvervoer
(bijvoorbeeld bij versperring bij Utrecht Centraal) door de Maliebaan
uit het hoofdrailnet te halen en te laten vallen onder de Wet lokaal
spoor, zoals u ook van plan bent met de Hoekse Lijn? 

b. Deelt u de mening dat dergelijk incidenteel vervoer veilig mogelijk
is met een gelijkvloerse kruising van de Uithoftram, door toepassing van
eenvoudige beveiliging en voorrang voor de Uithoftram?

c. Deelt u de mening dat een voordeel van behoud van deze aansluiting
ook is dat eventueel werkmaterieel voor de tram eenvoudig kan worden
aangevoerd over het spoor als middels een wissel bij de Maliebaan ook
een koppeling wordt gelegd tussen het Maliebaanspoor en het tramspoor?

d. Bent u bereid u tot het uiterste in te spannen en te zoeken naar een
dergelijke pragmatische oplossing om de Maliebaan voor deze beperkte
functie open te houden, zodat goederenvervoer ook bij een grote
verstoring van het knooppunt Utrecht toch doorgang kan vinden?

26	a. Kunt u aangeven waarom het rekening houden met een eventuele
toekomstige wens voor 200 km/uur op het traject Utrecht-Arnhem niet
maatschappelijk verantwoord is?

b. Deelt u de mening dat de tijdwinst van 200 km/uur ten opzichte van
160 km/uur op het spoor groter is dan de tijdwinst van 120 km/uur naar
130 km/uur op de weg en dat 1 minuut tijdwinst op het spoor al bepalend
kan zijn voor het halen van een aansluiting en daardoor veel meer
reistijdwinst kan betekenen?

c. Deelt u de mening dat het kabinetsstandpunt uit 2001 met betrekking
tot de HSL Oost niet meer actueel is, alleen al gezien het feit dat
intussen 11 jaren zijn  verstreken en invoering van ERTMS nu in zicht
is, waarmee snelheden tot 200 km/uur mogelijk worden gemaakt?

d. Kunt u alsnog een (ruwe) indicatie geven van de meerkosten om in
ieder geval het alignment van het stationsviaduct Driebergen aan te
passen, zodat een toekomstige verhoging van de maximumsnelheid naar 200
km/uur niet onmogelijk of onnodig duur wordt gemaakt? Als u deze cijfers
niet heeft, waarom bent u dan zo stellig in uw conclusies?

e. Deelt u de mening dat de kosteneffectiviteit van 200 km/uur op het
hele traject waaraan u refereerde in eerdere Kamervragen op dit moment
niet relevant is omdat:

- 200 km/uur op het traject op dit moment niet aan de orde is, maar de
keuzes op de locatie Driebergen-Zeist wel zeer bepalend zijn voor de
vraag of 200 km/uur in de toekomst op het traject ĂŒberhaupt mogelijk
blijft;

- het op trajectniveau gaat om lange termijn investeringen waarbij te
verwachten is dat meerdere maatregelen, los van de discussie over de
snelheidsverhoging, de komende jaren toch wel zullen worden genomen,
zoals ongelijkvloers maken van spoorwegovergangen, waardoor in de
toekomst invoer van 200 km/uur mogelijk wel kosteneffectief is;

- de meeste investeringen voor 200 km/uur op het traject, zoals
ongelijkvloers maken van spoorwegovergangen, ook al nodig zijn voor de
invoering van 160 km/uur?

27	Bent u bereid om in het nog te voeren gesprek met de noordelijke
provincies over eventuele andere besteding van de RSP-gelden
(Regiospecifiek Pakket) en inzet van extra Rijksgeld bij specifieke
projecten die mede worden gefinancierd vanuit het RSP, zoals voorgesteld
tijdens het debat door de CDA-fractie (die concreet aquaduct Bolsward
noemden), ook de volgende knelpunten en kansen voor de noordelijke
provincies mee te nemen:

- verhoging baanvaksnelheid op delen van de trajecten Zwolle-Groningen
en Zwolle-Leeuwarden naar 200 km/uur inclusief invoering van ERTMS;

- oplossing knelpunt Zwolle-Herfte met 3e en 4e spoor;

- alternatieven voor spoorlijn Groningen-Drachten-Heerenveen zoals een
directe spoorverbinding Drachten-Heerenveen-Zwolle?

28	a. Klopt het dat ProRail een 4e spoor bij Elst de beste oplossing
vindt voor de oplossing van dit spoorknelpunt, maar dat de regio heeft
gekozen voor een soberder variant met 3 sporen?

b. Wat zijn de meerkosten van een 4e spoor bij Elst ten opzichte van de
variant met 3 sporen?

c. Welke financiële afspraken zijn er gemaakt met de regio?

d. Blijft het 4e spoor ook als deze nu niet wordt gerealiseerd in de
toekomst fysiek mogelijk door middel van een ruimtelijke reservering?

e. Wordt bij de variant met 3 sporen het station zo ingericht dat bij
realisatie van een 4e spoor weer niet onnodig zaken moeten worden
gesloopt?

f. Kunt u de rapportage van ProRail van de onderzochte varianten naar de
Kamer sturen voor het VAO MIRT?

29	Kunt u aangeven waarom het ongunstig uitpakken van de combivariant
voor Boerenhoek zwaarder weegt dan voorkeursvariant voor Groessen?

30	Kunt u de nadelen, die u tijdens het algemeen overleg MIRT noemde met
betrekking tot de combivariant 2 van de A15 in vergelijking met de
voorkeursvariant, verder duiden en aangeven in welke mate er in uw ogen
meer nadelen zijn bij een zuidelijke ligging van het tracé, dan bij een
noordelijke ligging van het tracé. Klopt het dat alle drie de gemeentes
eensgezind zijn in hun voorkeur voor combivariant 2 als trajectkeuze?

31	Bent u bereid dit najaar te komen met Ă©Ă©n integraal overzicht van
de top 50 knelpunten op zowel weg, water als spoor wat een samenvoeging
is van de file top 50 en de door de Kamer per motie gevraagde
spoorknelpuntenindex en deze voortaan jaarlijks met het MIRT naar de
Kamer te sturen?

32	a. Waarom bundelt u in de puntenscorelijst van mogelijke
MIRT-projecten elementen als concurrerend, bereikbaar, leefbaar en
veilig onder de gezamenlijke noemer "visie"? Deelt u de mening dat deze
criteria conflicterend kunnen zijn?

b. Bent u bereid de puntenscorelijst te verbeteren door deze scores te
splitsen en tevens scores toe te voegen voor robuustheid en kosten en
per project een (ruwe) kostenindicatie toe te voegen?

c. Kunt u verklaren waarom OV-projecten in uw puntenscorelijst zo laag
scoren terwijl er wel degelijk grote knelpunten zijn?

33	Kunt u het door haar aangeleverde prioriteringsoverzicht aanvullen,
zodat inzichtelijk wordt welk project zich in welke fase van
aanbesteding, planfase, verkenning of realisatie bevindt, welk budget
ervoor staat gereserveerd en voor welk bedrag reeds onomkeerbare
contracten zijn afgesloten met het bedrijfsleven of waarbij bindende
financiële afspraken zijn gemaakt met lokale of regionale overheden?
Indien dit niet op korte termijn mogelijk is, kunt u deze informatie dan
eind juli 2012 aan de Kamer doen toekomen?

34	Wanneer worden de geluidsplafonds bij knooppunt Hoevelaken
vastgesteld?

35	Betekent uw toezegging over afslag Hoevelaken dat deze afslag in
ieder geval niet wordt gesloten voordat de Kamer heeft kunnen spreken
over het resultaat van de planstudie Knooppunt Hoevelaken?

36	Wanneer gaat precies de schop de grond in voor het traject N35 Zwolle
– Wijthmen? Wanneer is de verkenning N35 Wijthmen – Nijverdal
precies afgerond en hoe ziet dan het vervolg eruit? Hoeveel euro bent u
bereid extra bij te leggen voor het traject N35 Nijverdal – Wierden en
wanneer kan de Kamer hier een oplossing voor verwachten? 

37	Kunt u toelichten aan welke projectuitgangspunten geen recht wordt
gedaan indien wordt besloten tot de aanleg van een ondergrondse passage
van de N18 bij de spoordijk ter hoogte van Haaksbergen? Kunt u tevens
schetsen welke aanbestedingsmeevaller redelijkerwijs, en mede gebaseerd
op de huidige marktomstandigheden, te verwachten zijn of reeds
gerealiseerd zijn bij dit project?



  FILENAME  GRT_RGR_IM_33000-A-3 		  PAGE  5 /  NUMPAGES  5