[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de VN Conferentie over Duurzame Ontwikkeling van 20-22 juni 2012 in Rio de Janeiro

Bijlage

Nummer: 2012D29834, datum: 2012-07-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Het verslag van de VN Conferentie over Duurzame Ontwikkeling van 20-22 juni 2012 in Rio de Janeiro (2012D29833)

Preview document (šŸ”— origineel)


UN Conference for Sustainable Development (Rio+20)

Rio de Janeiro, 20-22 juni 2012

Samenvatting

Van 20 tot 22 juni vond in Rio de Janeiro de Rio+20 top over mondiale
duurzaamheid plaats. De Koninkrijksdelegatie, geleid door de
staatssecretaris van het ministerie van Buitenlandse Zaken, met deelname
van de staatssecretaris van het ministerie Infrastructuur en Milieu,
alsook premiers van Aruba en St Maarten en een ambtelijke delegatie
vanuit CuraƧao en het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie, heeft als uitgangspunt genomen de Rijksinstructie van het
Koninkrijk der Nederlanden en de EU Raadsconclusies van 2 en 9 maart
2012. Het resultaat van de top staat beschreven in het slotdocument dat
op 22 juni 2012 met consensus werd aangenomen, The Future We Want.

De toekomst begint met de beslissingen die we vandaag nemen. Er is dan
ook flink onderhandeld over het slotdocument in de dagen voorafgaand aan
de top over de twee hoofdthemaā€™s: groene economie en het
institutionele raamwerk voor duurzame ontwikkeling. Het was niet de
bedoeling verdragen met doelen en indicatoren af te sluiten, maar wel
was de EU-inzet om een concrete agenda met deadlines voor duurzame
ontwikkeling en de economie als geheel overeen te komen. Dat laatste is
deels gelukt, want voor het eerst is groene economie erkend als
hoofddoelstelling. Het bedrijfsleven is erkend als een essentiƫle
partner in de verduurzaming. Het resultaat is minder dan gehoopt, maar
beter dan verwacht.

Er ligt nu een ambitie die de VN lidstaten moeten vormgeven. Zowel
overheden als bedrijven worden aangemoedigd over te gaan tot
ā€˜sustainability accountingā€™. Ook werd een ambitieus 10-jaren
programma voor het verduurzamen van consumptie en productiepatronen
aangenomen. Voor het institutionele raamwerk is afgesproken dat het VN
milieuprogramma wordt versterkt, en dat onder de auspiciƫn van de
Algemene Vergadering wordt uitgewerkt hoe de Commissie voor Duurzame
Ontwikkeling kan worden omgezet in een High Level Political Forum. Op
het terrein van water, voedselzekerheid en duurzame landbouw, duurzaam
gebruik van natuurlijke hulpbronnen, oceanen, afval en duurzaam
transport zijn de VN lidstaten goede teksten overeengekomen. De VN
besloot mondiaal geldende duurzame ontwikkelingsdoelen te gaan
ontwikkelen, in nauwe samenhang met het bestaande post 2015
ontwikkelingsraamwerk. Reproductieve rechten van vrouwen werden helaas
niet erkend als een essentieel element van duurzame ontwikkeling. 

De conferentie heeft naast een slotdocument veel concrete initiatieven
opgeleverd, opgenomen in een register met vrijwillige toezeggingen. In
totaal werd voor 513 miljard dollar aan toezeggingen geregistreerd die
zich richten op een duurzame toekomst door bedrijven en overheden.
Totaal werden 692 toezeggingen geregistreerd voor projecten die het
gebruik van fossiele brandstoffen verminderen, hernieuwbare energie
stimuleren, schoon water conserveren en armoede bestrijden, waarvan meer
dan 200 afkomstig van het bedrijfsleven. In dit kader tekende premier
Eman van Aruba een overeenkomst met de Carbon War Room van Britse
zakenman Sir Richard Branson om in 2020 CO2 neutraal te worden. 

Staatssecretaris Knapen nam deel aan meerdere paneldiscussies en marge
van de top, waarbij de rol van het bedrijfsleven het centrale thema van
zijn interventies was. Zo werd deelgenomen aan het High Level Rio+20
Partnership Forum onder leiding van de speciale gezant van de VN voor
voedselzekerheid David Nabarro, en gaf de Staatssecretaris een terugblik
op de mondiale consultaties over bedrijfsleven en duurzaamheid (Den
Haag, 11-12 april 2012) in het forum van de World Business Council on
Sustainable Development onder leiding van Peter Bakker. Ook nam hij deel
aan een discussie over de synergie tussen armoedebestrijding en
milieubescherming, en een ronde tafelgesprek met de Chinese premier Wen
Jiabao, georganiseerd door de China Council for International
Cooperation on Environment and Development. De rol van maatschappelijke
actoren kwam ook nadrukkelijk naar voren in het side event over
multi-stakeholder processen op het gebied van duurzame soja ketens, dat
georganiseerd werd door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie. In aanwezigheid van de Koninkrijksdelegatie werd tezamen
met het Nationaal Platform Rio+20 een ontbijt voor aanwezige
Nederlanders georganiseerd met een interactieve eerste reflectie op de
resultaten van de Rio+20 top.

Naast de officiƫle regeringsdelegaties namen naar schatting 45.000
mensen deel aan de PeopleĀ“s Summit en werd tijdens de Sustainable
Development Dialogues van 16 tot 19 juni uitgebreid aandacht besteed aan
de rol van het bedrijfsleven en het maatschappelijk veld. Een nieuwe
generatie van CEOs in het bedrijfsleven ziet in sociale en milieu
gerelateerde investeringen een nieuwe ā€˜businessā€™ met lange termijn
zekerheid, waar dat voorheen het domein ven NGOs was. Private sector,
wetenschappers en NGOs wisselden van gedachten over hoe welke visies,
strategieƫn en aanpakken beschikbaar zijn om groene groei en duurzame
ontwikkeling te realiseren. Opgeroepen werd tot mondiaal beleid om de
transformatie naar een groene economie op te schalen. Bedrijven, NGOs,
wetenschap en overheden hebben elkaar daarbij nodig. Staatssecretaris
Atsma lanceerde in Rio enkele publiek-private partnerschappen, rond
duurzaam transport, biobrandstoffen in de luchtvaart en afvalverwerking,
en werden de prijzen uitgereikt aan de drie winnaars van de Delta
Alliance Young Professionals Award. 

Inleiding

Van 20 tot en met 22 juni vond de UN Conference on Sustainable
Development plaats in Rio de Janeiro, Braziliƫ. Deze top, Rio+20
genaamd, is een vervolg op de eerste conferentie in Rio de Janeiro over
duurzame ontwikkeling (UNCED, 1992) waar Agenda 21 uit voortkwam, en de
World Summit on Sustainable Development (WSSD, 2002) in Johannesburg. De
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken was de delegatieleider voor deze
VN conferentie. Staatssecretaris Atsma maakte deel uit van de delegatie.
Vanuit Aruba en Sint Maarten namen de Premiers deel aan de
Koninkrijksdelegatie, CuraƧao werd vertegenwoordigd door een ambtelijke
delegatie. Namens het maatschappelijk middenveld namen deel de
voorzitter van het Nationaal Platform Rio+20, twee
jongerenvertegenwoordigers en een vrouwenvertegenwoordiger. De
Nederlandse inzet voor Rio+20 werd afgestemd binnen de Europese Unie. 

De kosten voor de deelname aan de conferentie van de Nederlandse
delegatie bedroegen bij benadering 217.000 Euro. Hierbij zijn
meegerekend de reis- en verblijfskosten van de Nederlandse delegatie
afkomstig van de Ministeries van Buitenlandse Zaken, Infrastructuur en
Milieu en Economische zaken, Landbouw en Innovatie, alsook lokaal
transport en het huren van een delegatieruimte in het
conferentiecentrum. Er zijn diverse maatregelen genomen om de kosten
zoveel mogelijk te beperken. Zo is de delegatie zo klein mogelijk
gehouden, en met 26 deelnemers totaal kleiner dan bijvoorbeeld de
aangemelde delegaties uit Denemarken (96), Zweden (85), VK (59), Italiƫ
(51), Belgiƫ (48) of Portugal (30). Voorafgaand aan de top werd een
officiƫle voorbereidende conferentie (Prepcom) gehouden. Van de
Koninkrijksdelegatie woonden 12 personen alleen het High Level Segment
(20-22 juni 2012) bij. EĆ©n medewerker is begin juni naar Rio de Janeiro
afgereisd teneinde het Consultaat-Generaal logistiek te ondersteunen bij
de top en de aanwezigheid van de vier  bewindspersonen in de
Koninkrijksdelegatie.  De jongeren- en vrouwenvertegenwoordigers hebben
zelf de reis- en verblijfskosten van deelname betaald, evenals het
Caribisch deel van het Koninkrijk. De delegatie heeft in het goedkoopste
hotel overnacht dat door het Nederlandse Consulaat en de Braziliaanse
autoriteiten nog veilig werd beschouwd. 

Doel van de conferentie

Volgens het besluit van de Algemene Vergadering van de VN (resolutie
A/RES/64/236) had de top als doel de voortgang op het gebied van
duurzame ontwikkeling in kaart brengen, te evalueren wat er de afgelopen
20 jaar wel en niet is bereikt, en voorstellen voor verbetering te doen
en nieuwe en opkomende ontwikkelingen bespreken. Er waren twee
agendapunten overeen gekomen: groene economie in de context van duurzame
ontwikkeling en armoedebestrijding, en het institutioneel raamwerk voor
duurzame ontwikkeling. 

Bij duurzame ontwikkeling is essentieel dat een evenwicht bestaat tussen
de sociale, economische en ecologische belangen. De uitdagingen voor
mondiale duurzaamheid zijn enorm. Volgens de vijfde editie van het
rapport Global Environmental Outlook (GEO-5), waaraan 600 wetenschappers
een bijdrage hebben geleverd, is de wijze waarop de wereldgemeenschap nu
met de aarde omspringt op termijn onhoudbaar door toenemende schaarste
aan grondstoffen, verlies aan biodiversiteit, waterschaarste en
klimaatverandering. In het GEO-5 rapport, dat daags voor de top uitkwam,
worden de effecten van ruim 500 internationaal overeengekomen
milieudoelstellingen berekend. Het rapport komt tot de sombere conclusie
dat slechts op 4 terreinen een merkbare verbetering is opgetreden: op
het gebied van de bescherming van de ozonlaag, het gebruik van loodvrije
benzine, de verbeterde toegang tot veilig drinkwater, en het onderzoek
om vervuiling in de oceanen te verminderen. Op alle andere terreinen is
een neerwaartse spiraal zichtbaar. 

De druk op natuurlijke hulpbronnen als land, zoetwater, bossen en zee
zal exponentieel toenemen als de wereldbevolking groeit van de huidige 7
miljard naar 9 miljard mensen in 2050. Een groeiende middenklasse in
ontwikkelingslanden en steeds meer mensen die een westers
consumptiepatroon nastreven, in combinatie met vergrijzing in het
westen, onderstreept de noodzaak van reflectie op ons besturingsmodel,
en methoden om landen en andere actoren in actie te laten komen. 

Plenaire sessie

Aan de plenaire sessie (20-22 juni 2012) werd door ruim 100
staatshoofden en regeringsleiders deelgenomen. Abdelkader Bensalah,
president van Algerije, voerde het woord namens de G77 en China. Hij
stelde dat de noodzaak om duurzame groei te realiseren nu groter is dan
ooit. Het mensenrecht van een gezond milieu ligt aan de basis van de
drie pilaren van duurzame ontwikkeling. Het principe van Common but
Differentiated Responsibilities (CBDR) moet het uitgangspunt zijn voor
internationale actie, hetgeen betekent dat ontwikkelde landen een
historisch grotere verantwoordelijkheid hebben t.o.v.
ontwikkelingslanden om de milieu- en armoedeproblematieken aan te
pakken. De groene economie moet diverse belangrijke zaken meenemen zoals
het principe van nationale soevereiniteit, het opheffen van
handelsbarriĆØres, technologieoverdracht en het verstrekken van
voldoende steun aan ontwikkelingslanden. ā€œThe global financial crisis
could not be used as an excuse to delay implementation of
commitmentsā€.

De voorzitter van de Europese Commissie Jose Manuel Barosso benadrukt de
sterke motivatie van de EU voor de realisatie van duurzame ontwikkeling.
Hij verwelkomt de focus van de conferentie op de groene economie die ons
in staat stelt inclusieve en ecologisch verantwoorde groei te krijgen.
ā€œWe need an economy that respects the boundaries of our planetā€.
Hiertoe heeft de EU zich gefocust op duurzame energie en water, duurzame
landgebruik en ecosystemen, oceanen en resource efficiency. Barosso is
content dat er duurzame ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development
Goals-SDGs) worden uitgewerkt voor een integrale post 2015 ontwikkelings
strategie waarin de drie pilaren evenredig worden meegenomen. Barosso
meldt dat de EU de grootste wereldwijde donor zal blijven met een nadruk
op de Rio prioriteiten, hij zegt 400 miljoen Euro toe aan het
Sustainable Energy for All initiatief van de Secretaris-Generaal van de
VN. Barosso stelt dat ODA alleen niet voldoende zal zijn; innovatieve
financiering is van groot belang. 

Staatssecretaris Knapen wijst in de plenaire interventie namens het
Koninkrijk op het belang om klimaatverandering tegen te gaan ā€“ zowel
een laaggelegen delta als Nederland als de Caribische eilanden zijn
kwetsbaar voor de verhoging van de zeespiegel. Mondiale problemen vergen
mondiale afspraken en oplossingen. Voor duurzame ontwikkeling is het van
essentieel belang een evenwicht te bereiken tussen economie, sociale en
armoededoelen, en ecologie. Bij de vergroening van de economie speelt de
private sector een cruciale rol. Nederland sprak ook expliciet steun uit
voor de SDGs, en onderstreept het belang van reproductieve rechten van
vrouwen. 

Nagenoeg alle landen, met uitzondering van de ALBA-landen, stellen dat
een groene economie economische groei combineert met het duurzaam
management van waardevolle en eindige natuurlijke hulpbronnen. De
private sector wordt daarbij geregeld genoemd als een aanjager van de
vergroening. Vele landen benadrukken vanuit dat perspectief het belang
van de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDGs). Vele ontwikkelingslanden
benadrukken dat de SDGs het behalen van de Millennium Ontwikkelings
Doelen (MDGs) niet mogen frustreren, en dat de financiering van SDGs
niet ten koste van de MDGs mag gaan. Zij zien dat als een uitholling van
het commitment rond ontwikkelingssamenwerking via ODA. Westerse landen,
w.o. ook Nederland, benadrukken vooral het belang van complementariteit
tussen de SDGs en het post 2015 ontwikkelingsraamwerk. Frankrijk,
Duitsland maar ook meerdere Afrikaanse landen noemen de versterking van
UNEP als een belangrijk resultaat van Rio+20: een versterkt mandaat,
voorspelbare financiering en betere coƶrdinatie en synergie zijn nodig.
De Franse President Hollande betreurt het echter dat Rio+20 er niet in
is geslaagd een gespecialiseerde organisatie voor het milieu op te
richten. Hij noemt dit de beste institutionele oplossing is voor de
governance problemen. Secretary of State Clinton stelt dat de uitkomst
een duidelijke vooruitgang in duurzame ontwikkeling betekent, en zegde 6
miljoen dollar toe voor een versterkt UNEP. Ook Braziliƫ en China
zeggen elk 6 miljoen dollar toe. 

Frankrijk en Duitsland benadrukken de noodzaak voor duurzame
ontwikkeling van water, energie en voedselzekerheid en de vitale rol die
oceanen spelen in ons dagelijks leven. Vooral Australiƫ ziet, evenals
vele eilandstaten, oceanen als een nieuwe SDG. Ook energie wordt door
velen genoemd ā€“ toegang tot betrouwbare energie voor landbouw en
industriƫle productie is een aanjager van economische groei. Toegang
tot energie is een essentieel ingrediƫnt van strategieƫn voor
armoedereductie, waarbij hernieuwbare energie de voorkeur geniet.
Duitsland noemt expliciet de Energiewende als voorbeeld van de Duitse
bijdrage (alle Duitse kernreactoren stil in 2022, 80% duurzame energie
in 2050 en 95% minder emissies).

Vele ontwikkelingslanden w.o. ook India benadrukken dat nationale
soevereiniteit voorop dient te staan bij duurzame ontwikkeling ā€“ niet
internationaal opgelegde normen. Het belang van CBDR daarbij is
cruciaal, wat overigens niet uitsluit dat alle landen proactief een
bijdrage moeten leveren, maar hierbij wel additionele financiƫle
ondersteuning moeten krijgen. Om een begin te maken moet de wereld
minder hulpbronnen gebruiken: de consumptie patronen van de
geĆÆndustrialiseerde wereld zijn onhoudbaar. India stelt dat: ā€œWe must
summon the imagination to balance the cost that we will incur in the
present with the benefits that will accrue to future generationsā€.

De Israƫlische Minister van Milieubescherming, Gilad Erdan, stelt dat
de wereld niet op het huidige pad door kan gaan. Duurzame ontwikkeling
moet integraal in al het economisch en ontwikkelingsbeleid worden
meegenomen. Israƫl haalt plenair de huidige relatie met (en opstelling
van) de Palestijnse gebieden aan als een voorbeeld van niet duurzame
ontwikkeling, zonder stabiliteit en vertrouwen is duurzame ontwikkeling
niet mogelijk. 

Secretary of State Clinton achtte het positief dat seksuele en
reproductieve gezondheid en familieplanning in het slotdocument zijn
opgenomen, maar meende dat seksuele en reproductieve rechten
gegarandeerd moeten worden. Zij kondigt aan dat de VS zich hard zal
maken om deze rechten in de SDGs opgenomen te krijgen. Ook de meeste
Scandinavische landen noemen expliciet het cruciale belang van
reproductieve rechten van vrouwen. 

President Dilma Rousseff (tevens president van de Rio+20 conferentie)
noemt de uitkomst van de conferentie een compromis met de breedst
mogelijke consensus. Rio+20 herstelt en bevestigt het vertrouwen in de
VN als hƩt platform voor multilaterale onderhandelingen voor mondiale
uitdagingen. President Rousseff noemt als positieve uitkomsten de SDGs,
het VN High Level forum als centrale coƶrdinatie orgaan voor duurzame
ontwikkeling, de versterking van UNEP en de vooruitgang op het gebied
van grote steden beleid en vrouwen rechten. Braziliƫ moet haar steentje
bijdragen en Rousseff zegt 6 miljoen dollar toe voor UNEP en 10 miljoen
dollar voor het bestrijden van de effecten van klimaatverandering in
Afrika en Small Island Developing States (SIDS).

Nadat plenair het slotdocument is aangenomen op 22 juni 2012, krijgt
Algerije namens de G77 en China als eerste het woord. In een kort
statement stelt Algerije dat ondanks dat enkele van de voorstellen van
de groep niet waren meegenomen, de balans in het uitkomstdocument toch
duidelijk de weg heeft vrijgemaakt voor nieuwe afspraken, met name voor
implementatie. De G77 en China stellen dat het document bevestigt dat
multilaterale diplomatie het beste platform is voor het bereiken van
ā€œthe future that everyone wantsā€. Ecuador en Bolivia distantiĆ«ren
zich van het concept van de Groene Economie, terwijl Noorwegen, IJsland
en de VS, oproepen de reproductieve rechten van vrouwen te respecteren
en te beschermen. 

Analyse van het krachtenveld Rio+20 

Twintig jaar na de eerste milieutop was het niet de bedoeling dat er een
nieuw verdrag zou worden afgesloten met doelen en indicatoren waar alle
landen zich aan moeten houden. Wel hoopte de EU dat een concrete
actie-agenda kon worden overeengekomen voor duurzame ontwikkeling, met
onder meer concrete doelen t.a.v. het behoud van bossen en oceanen, het
vergroten van het aandeel hernieuwbare energie, tegengaan van
bodemerosie en vergroten van voedselzekerheid, het tegengaan van CO2
uitstoot, armoedebestrijding, en geĆÆntegreerd waterbeheer.

Hoewel op enkele themaĀ“s inderdaad zulke besluiten zijn genomen, bleek
een geĆÆntegreerd en daadkrachtig actieplan voor de vergroening van de
mondiale economie al voor de Rio+20 top onhaalbaar. Het concept van de
groene economie is van meet af aan controversieel geweest bij de
ontwikkelingslanden, verenigd in de G77 plus China. Zij vreesden dat de
Groene Economie zou leiden tot Ā“groen protectionismeĀ“. Opvallend was
echter dat ook enkele westerse landen liefst geen concrete afspraken
over vergroening van de economie wilden overeenkomen, omdat dit mede het
westerse consumptiepatroon betreft. 

Hetgeen tevens als een rem op de onderhandelingen werkte waren de
discussies over Means of Implementation (MoI). Met MoI wordt
financiering, technologie-overdracht, capaciteitsopbouw in
ontwikkelingslanden en handel bedoeld. Westerse landen reageerden vanaf
het begin afhoudend op het voorstel om vanaf 2012 jaarlijks 30 miljard
nieuwe en additionele financiering toe te zeggen, oplopend naar 100
miljard per jaar in 2017. Voor ontwikkelingslanden gold dat zij zonder
extra middelen de transitie naar een duurzame en inclusieve economie
niet zouden kunnen betalen. Uiteindelijk is afgesproken dat er via een
intergouvernementeel proces een rapport opgesteld zal worden dat opties
uit zal werken voor een effectieve duurzame ontwikkeling
financieringsstrategie voor de mobilisering en het effectief gebruik van
middelen voor duurzame ontwikkeling. Daarbij gaat het om een combinatie
van financieringsbronnen: nationale middelen, internationale publieke
financiering, private sector en innovatieve financiering.
Ontwikkelingslanden wilden technologie-overdracht onder preferentiƫle
voorwaarden, maar westerse landen konden geen toezeggingen doen
aangezien hierbij de Intellectuele Eigendomsrechten (IPRs) in het geding
waren. 

De verschillende visies op het gebied van MoI bemoeilijkten de
onderhandelingen op het gebied van Groene Economie. Europa is
traditioneel de aanjager van duurzame ontwikkeling, en de meest
ambitieuze partij in de onderhandelingen. De EU (en de meeste andere
westerse landen) was aanvankelijk echter geen voorstander van de Rio+20
top vanwege de lage verwachtingen en de kosten. De ambitieuze agenda die
de EU in een zeer laat stadium van de onderhandelingen presenteerde
versterkte het wantrouwen van G-77 jegens de groene economie, dat door
hen wordt gezien als westerse eco-protectionisme. Het gepercipieerde
onvermogen van Europa om de eurocrisis aan te pakken kwam de
geloofwaardigheid van de EU niet ten goede.

Even leek het of ook de meest kwetsbare landen onder de
ontwikkelingslanden, vooral Afrika en de kleine eilandstaten, met de EU
mee zouden gaan ā€“ maar de traditionele groepsband binnen de
ontwikkelingslanden, met de BRIC-landen hierbinnen als steeds
dominantere spelers, won het. De EU had onvoldoende geloofwaardigheid om
een leidende rol te spelen. 

De ambities van de EU maakte haar tot een kwetsbare partner in het
onderhandelingsproces. De EU (en Nederland) heeft een deel van haar
ambities derhalve niet kunnen realiseren. Het sluiten van compromissen
is deel van het multilateralisme. Zoals de Braziliaanse
hoofdonderhandelaar het uitdrukte: ā€œThe essence of multilateralism is
that all of us will end up somewhat unhappyā€. Toch is even goed helder
dat het uitkomstdocument zonder de Europese ambitie en inzet minder
concreet en aansprekend zou zijn.

Een appreciatie van het slotdocument

In het slotdocument dat op 22 juni werd aangenomen zijn meerdere voor
Nederland belangrijke doelstellingen opgenomen. Over het algemeen is de
uitkomst weliswaar minder dan gehoopt, maar beter dan verwacht. 

De Groene Economie wordt als concept omarmd, voor het eerst, in
VN-kader. Gezien de grote weerstand van een aantal ontwikkelingslanden
is het al winst dat dit onderdeel in de tekst is opgenomen. Vergroening
van de economie wordt erkend als een belangrijk middel om duurzame
ontwikkeling te bereiken, waarbij beheer van natuurlijke hulpbronnen en
resource efficiency van belang zijn. Het is aan landen zelf om dat in te
vullen of als een meer gezamenlijke aanpak te ontwikkelen. Het
integreren van milieu- en sociale factoren in besluitvorming wordt
onderschreven. 

De VN stelt een werkprogramma op voor het meten van vooruitgang aan de
hand van indicatoren in aanvulling op het Bruto Nationaal Product (BNP).
Het BNP alleen is te beperkt als indicator voor ontwikkeling, aangezien
vanuit het perspectief van welvaart en duurzaamheid de externe kosten op
mens en milieu moeten worden meegenomen in de stand van de economie. Er
wordt hierbij voortgebouwd op bestaande initiatieven, zoals het werk van
de VN (UN Stat), de OESO, Eurostat, het Centraal Bureau voor de
Statistiek en het Planbureau voor de Leefomgeving. 

Het bedrijfsleven wordt aangemoedigd met Corporate Sustainability
Reporting te starten. De oproep naar ā€œ global best practicesā€ is
vervallen, omdat G77 huiverig is voor mondiale modellen die ook voor hun
verplichtend zouden kunnen zijn. Wel staat de oproep om met stakeholders
en VN systeem modellen te ontwikkelen voor best practices. Voor
Nederland is dit goed nieuws ā€“ Nederland loopt voorop op het gebied
van maatschappelijk verantwoord ondernemen, zoals blijkt uit de hoge
noteringen van diverse vooraanstaande internationale
duurzaamheidsindices zoals de Dow Jones Sustainability Index. Enkele
Nederlandse koplopers op het gebied van duurzaam ondernemen werken samen
in de Dutch Sustainable Growth Coalition (DSGC). De DSGC was zeer actief
in Rio.

De VN lidstaten hebben de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDGā€™s) omarmd,
zij het dat er geen overeenstemming kon worden bereikt over de SDG
themaā€™s. Om de SDGs te ontwikkelen wordt dit najaar een
intergouvernementeel proces gestart dat over Ć©Ć©n jaar een rapport moet
leveren aan de Algemene Vergadering van de VN. Nederland zal zich
kandideren voor de expertgroep die dit proces leidt. Belangrijk voor
Nederland is dat de SDGs nauw worden gecoƶrdineerd en coherent zijn met
het proces van de post 2015 ontwikkelingsagenda. Dit is vastgelegd in
het slotdocument. Nederland hecht er aan dat in 2013 de ontwikkeling van
het post 2015 raamwerk en de SDG samenvallen. De werkgroep wordt
ondersteund door een technisch secretariaat.

Er wordt periodiek een wereldwijde rapportage opgesteld over natuurlijke
hulpbronnen, de toenemende schaarste, de invloed hiervan op de
welvaartsontwikkeling en mogelijke ā€˜competing claimsā€™ tussen
gebruikersgroepen op mondiaal, regionaal, en nationaal niveau is van
belang om de intergouvernementele besprekingen te voeden. 

De Commissie voor Duurzame Ontwikkeling (CSD) gaat over in een High
Level Political Forum (HLPF). Deze moet de nodige energie, daadkracht
resultaat- en uitvoeringsgerichtheid leveren die de CSD ontbeerde. De
modaliteiten van het HLPF worden in de Algemene Vergadering van de VN
uitgewerkt, Het is de bedoeling dat het HLPF tijdens de 68e Algemene
Vergadering van de VN voor het eerst bijeen komt.

Het 10 jaarprogramma voor duurzaam consumeren en produceren is
aangenomen. Fundamentele veranderingen in consumptie- en productiegedrag
zijn noodzakelijk. Tevens bevat de tekst een duidelijke verwijzing naar
niet-duurzame consumptiepatronen. 

Het VN milieuprogramma (UNEP) wordt versterkt. De huidige Governing
Council met 58 leden, waaronder Nederland, wordt vervangen door een Raad
met universeel lidmaatschap. De verdere uitwerking van de modus operandi
geschied in een intergouvernementele werkgroep. Ook wordt de VN
opgeroepen UNEP mede te financieren uit het reguliere budget. 

Het belang van maatschappelijke actoren, inclusief de private sector en
wetenschappelijke instellingen, wordt meermalen expliciet erkend. Het
belang van publiek-private partnerschappen wordt daarbij specifiek
benadrukt. 

 Goed resultaat is bereikt in een aantal thematische paragrafen op voor
Nederland belangrijke themaā€™s: het recht op schoon drinkwater en
sanitaire voorzieningen; het beschermen van de oceanen en de mariene
biodiversiteit middels een beslissing om een uitvoerend arrangement
onder de UN Zeerechtverdrag (UNCLOS) op te gaan stellen; het
terugdringen van afval op zee; het belang om landdegradatie terug te
dringen; afvalmanagement gebaseerd op het uitgangspunt van Reduce,
Reuse, Recycle zodat afval ook een hulpbron wordt. 

Op enkele terreinen hebben de EU en Nederland compromissen moeten
sluiten. Belangrijkste is, zoals eerder aangegeven, dat de groene
economie sectie geen concrete doelen en indicatoren bevat, al zijn
enkele daarvan opgenomen wel in deel V (Actions) van de slotverklaring
bij oceanen. 

Nederland had ook gehoopt dat de Commissie voor Duurzame Ontwikkeling
(CSD), die in de afgelopen jaren weinig effectief is gebleken, kon
worden vervangen door een Raad voor Duurzame Ontwikkeling. Tijdens
Rio+20 werd besloten een High Level Political Forum onder ECOSOC op te
zetten. De modaliteiten daarvan moeten nog worden uitgewerkt in een
open, transparant intergouvernementeel proces onder de Algemene
Vergadering. Dat zal een behoorlijk klus zijn, waarbij Nederland blijft
inzetten op de uitgangspunten zoals verwoord in de brief aan Tweede
Kamer d.d. 11 mei 2012 ( 30196 nr. 174). Er komt vooralsnog geen Hoge
Commissaris voor Duurzaamheid of van Toekomstige Generaties. Wel wordt
de Secretaris-Generaal van de VN opgeroepen om een rapport in te dienen
over de behoeften van toekomstige generatiesā€“ een impliciete vraag aan
de SGVN om zich uit te spreken over het nut van een Hoge Commissaris
voor Duurzaamheid. 

Tot slot wordt er een intergouvernementeel proces onder de Algemene
Vergadering van de VN geopend om financieringsbehoefte te onderzoeken,
met als doel een rapport met opties voor een Sustainable Development
Financing Strategy op te leveren. Dit kan resulteren in lange
intergouvernementele onderhandelingen, vooral gezien de uitdrukkelijke
wens van G-77 tot nieuwe en additionele financiering. Goede teksten over
het belang van vrouwen/gender en seksuele en reproductieve
gezondheidszorg zijn opgenomen in het slotdocument. Helaas wordt het
belang van de reproductieve rechten van vrouwen niet genoemd. Nederland
heeft zich binnen de EU sterk gemaakt voor dit thema, maar door gebrek
aan interne overeenstemming binnen de EU was het niet mogelijk voor de
EU actief in dit dossier op te treden, terwijl enkele
ontwikkelingslanden en de Heilige Stoel zich actief uitspraken tegen
opname van deze rechten in het slotdocument. 

Rapportage op enkele thematische onderwerpen

Oceanen en zeeƫn

Op het gebied van oceanen en zeeƫn is een aantal belangrijk afspraken
gemaakt. Zo is een helder politiek signaal afgegeven dat landen
uiterlijk aan het eind van de 69e vergadering van de Algemene
Vergadering van de VN een besluit gaan nemen over de ontwikkeling van
een internationaal instrument onder UNCLOS (Het VN Zeerechtverdrag) voor
de bescherming van mariene biodiversiteit in de internationale wateren.
Verder is afgesproken om de inspanningen op te voeren om daadwerkelijk
voor 2015 visserijbestanden te herstellen tot een niveau van maximale
duurzame vangst (Ā“maximum sustainable yieldĀ“). Waar dit gezien de
situatie van de bestanden onmogelijk is om dit vĆ³Ć³r 2015 te bereiken,
dient dit zo snel mogelijk te worden gerealiseerd uitgaande van de
biologische karakteristieken van de soort. Hiertoe worden op
wetenschappelijk advies gebaseerde beheersplannen opgezet met
visserijreducties en waar nodig stopzetting van visserij. Verder is
afgesproken actie te ondernemen om ervoor te zorgen dat in 2025
(plastic) afval in zee aanmerkelijk is teruggedrongen. Ocean
fertilisation wordt genoemd als risicofactor.

Bossen en biodiversiteit

Het EU doel om de ontbossing in 2030 stop te zetten werd helaas niet
bereikt. De bossenparagraaf is uiteindelijk weinig ambitieus. Ook een
toezegging om illegale houtkap en handel in illegaal hout aan te pakken
kon niet worden opgenomen door sterke tegenstand van
ontwikkelingslanden. Slechts de oproep om de handel in legaal gekapte
houtproducten te bevorderen werd uiteindelijk opgenomen. Wel is het
belang van klimaatinitiatieven om de uitstoot van broeikasgassen door
ontbossing tegen te gaan erkend, overigens - op aandrang van
ontwikkelingslanden- zonder specifieke referentie aan REDD+ als markt
gerelateerd instrument. De inspanningen op het gebied van duurzaam
bosbeheer en bosbeleid worden versterkt. Het belang van biodiversiteit
en bescherming van ecosysteemdiensten is eveneens bevestigd. Betalen
voor ecosysteemdiensten bleek een controversieel concept. Waar westerse
landen dit zien als een methode om milieu-externaliteiten in de prijs
mee te nemen, vrezen ontwikkelingslanden dat dit zal leiden tot
vermarkting van ecosystemen aan de hoogst biedende marktpartij. Over de
toegang tot en het delen van de opbrengsten van genetische bronnen wordt
in het slotdocument verwezen naar het Nagoya Protocol, met de oproep
deze zo spoedig mogelijk te ratificeren en in werking te laten treden.

Voedselzekerheid, voedingswaarde en duurzame landbouw

Hoewel de uitdagingen op het vlak van voedselzekerheid groot zijn,
bieden de paragrafen over landbouw en voedselzekerheid weinig nieuws ten
opzichte van bestaande afspraken die in internationaal kader al in gang
gezet zijn. Er zijn geen nieuwe aanvullende afspraken gemaakt. Gewezen
wordt op het recht op voedsel, het belang van landbouw voor economische
ontwikkeling, de bevordering van duurzame landbouw en
productiviteitsverhoging, duurzame veehouderijsystemen, de noodzaak tot
nieuwe investeringen in de landbouw, het terugdringen van verliezen in
de voedselketen en uitbreiding van onderzoek en training. De aanpak van
prijsvolatiliteit is belangrijk ā€“ hierbij is transparantie van markten
cruciaal. Het belang van het Committee on World Food Security wordt
genoemd evenals aansporing aan landen om de vrijwillige richtlijnen op
bezit van land, visserij en bossen te implementeren. De principes voor
verantwoorde agrarische investeringen (PRAI) worden aangehaald.

Water en energie

In de paragrafen over water is veilig drinkwater en sanitaire
voorzieningen als mensenrecht opnieuw erkend. Na eerdere aanname in de
Algemene Vergadering van de VN van een resolutie met deze strekking via
meerderheidsstemming, is dit recht nu ook in de Rio uitkomst opgenomen.
Binnen de EU heeft ook het VK, dat tot nu toe dit recht niet had erkend,
zich nu hierachter geschaard. Verder wordt o.a. het belang van
ecosystemen voor de watervoorziening en waterkwaliteit benadrukt.
Vraagstukken betreffende geĆÆntegreerd waterbeheer vergen vaak
grensoverschrijdende samenwerking op stroomgebiedsniveau. Helaas kon dit
door verzet van enkele landen, met name uit het Midden Oosten, niet
worden genoemd in het slotdocument. Wel wordt dit indirect opgenomen
door  de verwijzing naar het belang van integraal waterbeheer ā€œat all
levelsā€. 

Het belang van duurzame en moderne energie, alsook toegang tot energie
voor de 1,4 miljard mensen die het nu zonder die toegang moeten stellen,
wordt benadrukt. Gestreefd wordt naar toename van hernieuwbare en
laag-emissie technologieƫn als onderdeel van de energiemix en het
vergroten de energie-efficiƫntie. Herbevestigd wordt om subsidies op
fossiele brandstoffen af te schaffen, hoewel dit is beperkt tot
ā€œschadelijkeā€ en ā€œinefficiĆ«nteā€ brandstofsubsidies op sterke
aandrang van ontwikkelingslanden die daarmee de arme bevolking wil
ondersteunen met toegang tot brandstof. De poging van o.a. EU om heldere
afspraken te maken voor afbouw van subsidies aan fossiele brandstoffen
strandde.

Klimaatverandering 

Zoals verwacht was het zeer moeilijk hierover consensus te bereiken.
Lastig is dat de afspraken van Durban enigszins uit verband worden
geciteerd in de tekst, waardoor de nadruk meer komt te liggen op de
benodigde financiering, dan op de benodigde acties om met alle landen
tot nieuwe juridische bindende klimaatafspraken te komen in het kader
van Durban Platform Voor de EU is van belang dat het voortbouwen op de
afspraken van COP-17 in Durban, met alle elementen die daarbij horen,
expliciet is genoemd. Nederland is daarnaast blij met de steun om
wereldwijd de snelgroeiende productie en consumptie van
fluorkoolwaterstoffen (HFKs), zeer sterke broeikasgassen, geleidelijk
uit te faseren.

Duurzaam transport en steden 

Het belang van goede toegang tot transport wordt bevestigd. In deze
onderdelen worden duurzame transportsystemen bevorderd, inclusief
aandacht voor veiligheid, en voor infrastructuur voor voetgangers en
fietsers. Ook aandacht voor openbaar en energie-efficiƫnt transport. In
deze paragrafen ook aandacht voor een goede ruimtelijke ordening, de
verbinding tussen stedelijke en landelijke gebieden, een goede
leefomgeving en goede afvalverwerking volgens het 3R principe: reduce,
reuse, recycle. Ook wordt gewezen op het belang van de implementatie van
de UN Habitat agenda.

Gender, jongeren en reproductieve en seksuele rechten en gezondheidszorg


De tekst over gender en reproductieve en seksuele gezondheidszorg is
goed te noemen, maar helaas kon het belang van de reproductieve en
seksuele rechten van vrouwen niet worden opgenomen in de tekst. Ondanks
de actieve lobby van vrouwenvertegenwoordigers en ā€“organisaties bleven
enkele Latijns Amerikaanse landen, gesteund door de Heilige Stoel, hier
bezwaar tegen maken. De Ombudsman voor Toekomstige Generaties,
voorgesteld in het High Level Panel voor deze top, wordt evenmin genoemd
in het slotdocument. De Nederlandse jongerenvertegenwoordigers, die
namens de mondiale jeugd spraken in een panel met Secretaris-Generaal
Ban Ki-Moon en Ted Turner, zeiden het zo: ā€œWhy is it that nowadays,
rather than sacrificing yourselves for your childrenĀ“s future, you
sacrifice your childrensā€™ future for yourselves. We must make sure we
live within the planetary boundaries ā€“ and we can only do this
together, as CEOs and as civil servants, as youth and as elders, as NGOs
and as researchers, as constituents and consumers: we must build Ā“The
Future we WantĀ“ togetherā€.

Concrete acties en activiteiten tijdens Rio+20 

Vanaf het begin stond vast dat Rio+20 zou gaan over uitvoering en
concrete actie. In de onderhandelingen was duidelijk dat dit
buitengewoon moeilijk zou zijn. Toch heeft de conferentie veel concrete
initiatieven opgeleverd, opgenomen in een register met vrijwillige
toezeggingen. In totaal werd circa 513 miljard dollar aan toezeggingen
geregistreerd die zich richten op een duurzame toekomst door bedrijven
en overheden. Bij benadering werden 692 toezeggingen geregistreerd voor
projecten die het gebruik van fossiel brandstoffen verminderen,
hernieuwbare energie stimuleren, schoon water conserveren en armoede
bestrijden. Van deze inspanningsverplichtingen zijn er ruim 200
afkomstig van het bedrijfsleven.

De toezeggingen gingen verder dan financiƫle inspanningen: van het
planten van 100 miljoen bomen tot het opleiden van 5000 vrouwelijke
ondernemers in Afrika in ā€˜groeneā€™ bedrijfsvoering en het recyclen
van 800.000 ton polyvinyl chloride (PVC) per jaar. Veel aandacht ging
uit naar het SGVN initiatief Sustainable Energy for All, dat 323 miljoen
dollar aan steun kreeg. Ruim Ć©Ć©n miljard mensen zullen hierdoor
toegang krijgen tot (hernieuwbare) energie. 

Ook duurzaam transport kreeg belangrijke steun. Acht multilaterale
ontwikkelingsbanken hebben 175 miljard dollar aangekondigd om in het
komend decennium te werken aan duurzaam transport om bij te dragen aan
het oplossen van de fileproblematiek, verkeersongevallen, en het
beperken van CO2 emissies en andere negatieve milieueffecten. 

De Secretaris-Generaal van de VN lanceerde tevens een Zero Hunger
Challenge, gesteund door FAO, WFP, UNICEF, en IFAD. Doel van het
programma is toegang te garanderen tot adequaat voedsel gedurende het
hele jaar voor iedereen. Het programma wil dit bereiken door
verbeteringen in de voedselproductie van kleine boeren (vooral vrouwen)
in combinatie met het reduceren van verlies van voedselproductie en
voorkomen dat voedsel wordt weggegooid. Het programma is geĆÆnspireerd
door onder meer Braziliƫ, wiens Fome Zero programme effectief is
geweest. Het VK kondigde een bijdrage van 150 miljoen pond aan voor de
Zero Hunger Challenge. 

De eilandstaat Maldiven kondigde aan de 1.192 eilanden in 2017 op te
nemen als beschermd gebied, en wordt daarmee wereldwijd het grootste
mariene gebied ter bescherming van de biodiversiteit. De Maldiven is
zeer kwetsbaar voor klimaatverandering. 

Aruba tekende met de Carbon War Room van Sir Richard Branson een
overeenkomst om in 2020 CO2 neutraal te worden, en omarmde een breed
duurzaam ontwikkelingsconcept voor de toekomst van het eiland waarbij
ook sociale aspecten worden meegenomen.

Een belangrijk verschil met 1992 is de rol van het bedrijfsleven. Het
bedrijfsleven is de nieuwe speler in het proces naar duurzame
ontwikkeling. De internationale bedrijfsleven koepels World Business
Council for Sustainable Development, UN Global Compact en de
International Chamber of Commerce (in Rio samenwerkend onder de
gemeenschappelijk vlag van Business Action for Sustainable Development),
 spelen daarbij een belangrijke visionaire rol. Met deze koepels
organiseerde Nederland op 11-12 april jl. de VN 
bedrijfslevenconsultatie ten behoeve van de input van het mondiale
bedrijfsleven in het Rio+20 proces.. Gedurende het Corporate
Sustainability Forum: Innovation and Collaboration for the Future (15-18
juni 2012) in Rio werden 200 toezeggingen in het register met
vrijwillige toezeggingen opgenomen. In die zin is een grote stap vooruit
gezet. Vooral multinationals zijn actief bezig duurzaamheid te
integreren in de bedrijfsvoering - zij zijn er van overtuigd dat dit
economisch rationeel is en een cruciaal onderdeel vormt voor de lange
termijn strategie voor de bedrijven. 

Het belang van Natural Capital Accounting werd zowel in de
intergouvernementele onderhandelingen als in de discussies van
maatschappelijk middenveld meermalen erkend. Verenigd Koninkrijk,
Nederland en Noorwegen hebben steun uitgesproken voor de recent
opgestelde standaarden en richtlijnen over het administreren van
natuurlijk kapitaal. Nederland voert zelf reeds milieurekeningen (in
aanvulling op de nationale rekeningen) reeds uit. Het ministerie van
Buitenlandse Zaken kondigde aan 2 miljoen euro te investeren in een
Wereldbankprogramma dat het voor ontwikkelingslanden ook mogelijk maakt
om vorm van geĆÆntegreerde nationale rekeningen op te stellen. 

Ook sprak staatssecretaris Knapen en marge van de top met het World
Resources Institute (WRI), een befaamde onafhankelijke denktank en
onderzoekinstituut op het terrein van management van natuurlijke
hulpbronnen. Het WRI bevestigde evenals de Wereldbank dat competing
claims in het gebruik van natuurlijke hulpbronnen als water en land de
komende decennia met een groeiende wereldbevolking zal toenemen.
Staatssecretaris Knapen nam als panellid deel aan een door de WRI
georganiseerde discussie over de synergie tussen armoedebestrijding en
milieubescherming. Ook nam staatssecretaris Knapen deel aan meerdere
paneldiscussies waarbij de rol van het bedrijfsleven het centrale thema
van zijn interventie was. Zo werd deelgenomen aan het High Level Rio+20
Partnership Forum onder leiding van de speciale gezant van de VN voor
voedselzekerheid David Nabarro, en gaf de Staatssecretaris een terugblik
op de mondiale consultaties over bedrijfsleven en duurzaamheid (Den
Haag, 11-12 april 2012) in het forum van de World Business Council on
Sustainable Development onder leiding van Peter Bakker. In het ronde
tafelgesprek met de Chinese premier Wen Jiabao, georganiseerd door de
China Council for International Cooperation on Environment and
Development, noemde Staatssecretaris Knapen vooral het belang van
deelname van maatschappelijk actoren zoals bedrijven en NGOs voor
duurzame ontwikkeling. De rol van maatschappelijke actoren kwam ook
nadrukkelijk naar voren in het side event over multi-stakeholder
processen op het gebied van duurzame soja ketens, dat georganiseerd werd
door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. 

Als delegatieleider bracht Staatssecretaris Knapen verder een bezoek aan
het Peopleā€™s Summit, de bijeenkomst met 30.000 vertegenwoordigers van
het internationale maatschappelijk middenveld, en organiseerde hij
tezamen met het Nationaal Platform Rio+20 een ontbijt op de residentie
van Consul-Generaal Rio, de heer Comenencia, voor de Nederlandse
deelnemers aan de diverse Rio+20 gerelateerde evenementen, in
aanwezigheid van de deelnemende bewindspersonen. Tijdens dit werkontbijt
werd een interactieve eerste reflectie gehouden op de resultaten van de
Rio+20 top.

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft in de aanloop naar de
Rio+20 conferentie in het najaar 2011 enkele concrete publiek-private
partnerschappen (PPPs) afgesloten:

Dutch Cycling Embassy  

Braziliƫ heeft Nederland gevraagd om met Nederlandse kennis een
doorrekening te maken van de plannen die er zijn om het fietsen in Rio
de Janeiro te stimuleren. Het onderzoek dat door Nederland is gedaan
toont aan dat dit beleid de CO2 uitstoot en de congestie in de stad
sterk vermindert.

SkyNRG 

Met steun van IenM heeft SKY NRG met KLM en WNF het Biojet Corporate
Programme gelanceerd. Hiermee stelt KLM bedrijven in staat om een deel
van hun vluchten op duurzame biobrandstof te laten vliegen. Ahold,
Heineken, Accenture, DSM, Philips, Nike en Schiphol Group hebben zich
aan het BioFuel programma verbonden. 

From waste to energy 

Nederlandse technologie helpt Braziliƫ bij het duurzamer verwerken van
de enorme afvalbergen waarmee het land tevens minder CO2 uitstoot.
Braziliƫ had om de Nederlandse kennis gevraagd omdat het land na
augustus 2014 al het waardevolle afval wil inzamelen en recyclen. Verder
heeft de staatssecretaris een overeenkomst gesloten met het Nederlandse
bedrijf World Wide Recycling. Dit bedrijf zal in 2014 een
biomassafabriek neer kan zetten in de Braziliaanse deelstaat Maranhao.
In deze fabriek kunnen organische residustromen verwerkt worden tot
biobrandstof die gebruikt kunnen worden bij het opwekken van energie.

Delta Alliance International

Op de duurzaamheidstop hebben Staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en
Milieu) en de voorzitter van het Internationaal Bestuur van Delta
Alliance, Tineke Huizinga op 21 juni de prijzen uitgereikt aan de drie
winnaars van de Delta Alliance Young Professionals Award. De bijdrage
van internationale jonge onderzoekers en ontwerpers aan het oplossen van
vraagstukken in de watersector is daarmee tijdens dit event
onderstreept. 

Conclusie

ā€œThe speeches are over. Now the work beginsā€, stelde
Secretaris-Generaal Ban Ki-moon tijdens de slotceremonie. Het zou een
vergissing zijn de top te kwalificeren als een mislukking. Alleen al het
feit dat ruim 100 regeringsleiders en staatshoofden afreisden naar Rio
de Janeiro toont aan dat duurzame ontwikkeling een onderwerp is dat de
gemoederen bezig houdt. Volgens de VN namen naast de 45.000 deelnemers
aan diverse evenementen in Rio de Janeiro nog eens 50 miljoen mensen
wereldwijd deel aan de conferentie via de sociale media. 

Rio+20 was zodoende een centrum van dialoog en discussie over politieke,
sociale, technologische en commerciƫle ideeƫn rond duurzaamheid.
Hoewel de onderhandelingen moeizaam waren, bruiste Rio van de energie
rond duurzaamheid - en werd eens te meer duidelijk dat het
maatschappelijk middenveld en bedrijfsleven wereldwijd de omslag naar
duurzaamheid reeds maakt. Verandering is in belangrijke mate ook de
resultante van sterkere instituties, betere publieksinformatie, het
uitwisselen van informatie en best practices, en events die aandacht
vragen voor een ander toekomstperspectief. Daarin is deze top goed
geslaagd. 

Report of the United Nations Conference on Environment and Development*,
Rio de Janeiro, 3-14 June 1992: A/CONF.151/26 (Vol. I):  HYPERLINK
"http://bit.ly/2NDswU" http://bit.ly/2NDswU 

 Agenda 21:  HYPERLINK "http://bit.ly/XMBHF" http://bit.ly/XMBHF 

Report of the World Summit on Sustainable Development Johannesburg,
South Africa, 26 August- 4 September 2002: A/CONF.199/20*:  HYPERLINK
"http://bit.ly/Hqg1lJ" http://bit.ly/Hqg1lJ  en het plan voor
implementatie:  HYPERLINK "http://bit.ly/b2Hrz6" http://bit.ly/b2Hrz6 

 Zie hier de website van het Nationaal Platform Rio+20:  HYPERLINK
"http://www.nprio2012.nl/" http://www.nprio2012.nl/ 

 Toegezegd in het AO van 31 mei 2012 over de Nederlandse inzet Rio+20,
kamerstuk 30196 nr. 174.

 VN ResolutieA/RES/64/236: HYPERLINK
"http://www.uncsd2012.org/files/OD/ARES64236E.pdf"
http://www.uncsd2012.org/files/OD/ARES64236E.pdf 

 Informatie is te vinden op de website:  HYPERLINK
"http://www.rio2012-businessconsultation.nl"
www.rio2012-businessconsultation.nl  en het slotdocument op
https://www.evite-sendmail.nl/rio/rio2012/web/documents/Summary_of_Discu
ssions_d11_The_Hague_Consultation_CLEAN_FIN_BASD.pdf

Pagina   PAGE  1  van   NUMPAGES   13