[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Concept Nederlandse reactie op ontwerp mededeling van de Commissie betreffende staatssteun voor films en ander audiovisuele werken

Bijlage

Nummer: 2012D30668, datum: 2012-07-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Nederlandse reactie op ontwerp Mededeling Europese Commissie over staatssteun voor films (2012D30667)

Preview document (🔗 origineel)


Concept Nederlandse reactie op ontwerp mededeling van de Commissie
betreffende staatssteun voor films en ander audiovisuele werken

Algemeen

Zoals wij in onze reactie op de discussienotitie van de Europese
Commissie uit 2011 over de staatssteun aan films al hebben opgemerkt,
waardeert Nederland het streven van de  Commissie om de ontwikkelingen
op het gebied van de productie, distributie en verspreiding van films en
andere audiovisuele werken op de voet te volgen en te onderzoeken of, en
zo ja op welke wijze, de beoordelingscriteria voor staatssteun – zoals
vervat in de ‘Mededeling inzake de filmsector’ uit 2001 - aan
herziening toe zijn. 

Wij delen onverminderd de grondslagen voor ondersteuning films en andere
audiovisuele werken in Europa en wij delen het belang dat de Commissie
toekent aan de bijdrage die films kunnen leveren aan het cultureel en
creatief vermogen van Europa en de identiteitsvorming binnen Europa.

Nederland heeft daarbij begrip voor het feit dat de Commissie moet waken
voor de risico’s die verbonden zijn aan staatssteunmaatregelen, die
het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig beĂŻnvloeden of die
producenten van audiovisuele werken een oneigenlijk concurrentievoordeel
laten behalen ten opzichte van producenten die dergelijke staatssteun
niet ontvangen.

Toepassingsbereik van de mededeling

Nederland heeft begrip voor het standpunt van de Commissie de
staatssteunregels voor audiovisuele werken (vooralsnog) niet van
toepassing te verklaren op ‘games’. 

Nederland deelt ook de opvatting van de Commissie dat het niet
noodzakelijk is specifieke regels vast te stellen ten aanzien van de
exploitatie- of investeringssteun voor bioscopen.

Tegelijkertijd wordt de filmsector gedwongen een antwoord te vinden op
de snelle ontwikkelingen op het gebied van digitalisering en de wijze
waarop audiovisuele ‘content’ wordt geconsumeerd. Het ligt dan ook
voor de hand – juist met de erkenning van het feit dat steun zich niet
alleen moet beperken tot de productie van films en andere audiovisuele
werken – dat een herziening van de huidige Mededeling zich ook
specifiek buigt over de ontwikkelingen op het gebied van de
digitalisering van productie, distributie en verspreiding van
filmmateriaal. 

Territoriale bestedingseisen

Nederland heeft – zoals in het verleden ook is aangegeven – geen
bezwaar tegen   territorialiteitsvereisten zolang er niet expliciet
sprake is van concurrentievervalsing. 

Wij plaatsen vraagtekens bij het voorstel van de Commissie om de
maximale territoriale besteding te beperken tot 100% van het steunbedrag
in plaats van de huidige eis van maximaal 80% van het productiebedrag.
Het voorstel van de Commissie dreigt afbreuk te 

doen aan de betekenis en slagkracht van diverse nationale en regionale
ondersteuningsmechanismen waar Europese coproducties een beroep op
kunnen doen.

In onze visie is er vooral behoefte aan een helder juridisch kader –
met name ten aanzien van de goedkeuring van regelgeving van individuele
lidstaten – om te waarborgen dat er sprake is van een open speelveld
(‘level playing field’) tussen de lidstaten. 

Concurrentie bij het aantrekken van grote buitenlandse filmproducties

Nederland plaatst vraagtekens bij het voorstel om de staatssteun aan
films die niet voldoen aan de definitie van een Europees werk te
beperken langs een regressieve schaal. Wij vragen ons af of daarmee geen
afbreuk wordt gedaan aan de concurrentiepositie van de Europese film,
het uitgangspunt om de internationale positie van de Europese film te
versterken en Europese private investeringen in de film en audiovisuele
sector te bevorderen.

Circulatie van Europese films en het aanbod voor het publiek verbeteren

Nederland is verheugd dat de Commissie in haar voorstellen de
aanbevelingen van onder meer Nederland heeft overgenomen om het maximale
percentage van staatssteun voor coproducties te verhogen van 50% naar
60%. Verder kan Nederland instemmen met het voorstel van de Commissie om
in de voorwaarden voor ondersteuning van een filmproductie het deponeren
van een filmkopie bij een aangewezen erfgoedinstelling als aanbeveling
en niet als eis op te laten nemen.  

  

Beoordelingscriteria & maximale staatssteun 

In de vigerende Mededeling betreffende de staatssteun voor films en
andere audiovisuele werken wordt de ruimte gelaten aan lidstaten om –
op grond van het subsidiariteitsbeginsel - af te wijken van een maximale
staatssteunintensiteit van 50% indien een lidstaat dit noodzakelijk
acht, vooral als er sprake is van commercieel moeilijke films en ‘low
budget’ films.

Nederland gaat er van uit dat ook na herziening van de Mededeling er
ruimte blijft voor lidstaten om af te wijken van een maximale
staatssteunintensiteit van 50%. 

Het uitgangspunt moet blijven dat staatssteun aan de filmsector plaats
vindt op basis de cultuurderogatie van artikel 107, lid 3, onder d. 

Nederlands Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

14 juni 2012

 PAGE    

 PAGE   1