[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33406 Adv RvSt inzake de Wet elektronische registratie notariële akten

Wijziging van de Registratiewet 1970 en enige andere wetten in verband met de invoering van de elektronische registratie van notariële akten en de gedeeltelijke afschaffing van de registratie van onderhandse akten (Wet elektronische registratie notariële akten)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2012D34381, datum: 2012-09-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z15962:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


RAAD

No.W06.12.0352/III 's-Gravenhage, 10 september 2012

Bij Kabinetsmissive van 5 september 2012, no.12.002014, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van de Registratiewet 1970 en enige andere wetten in verband met de invoering van de elektronische registratie van notariële akten en de gedeeltelijke afschaffing van de registratie van onderhandse akten (Wet elektronische registratie notariële akten), met memorie van toelichting.

Het voorstel vormt een onderdeel van het fiscale pakket voor het jaar 2013, samen met de wetsvoorstellen Belastingplan 2013, Wet herziening fiscale behandeling eigen woning, Wet verhuurderheffing, Wet herziening fiscale behandeling woon-werkverkeer en Overige fiscale maatregelen 2013. Het voorstel strekt ertoe de registratie van notariële akten voortaan langs elektronische weg te laten geschieden, waardoor de akten niet langer heen en weer hoeven te worden gestuurd tussen de notaris en de Belastingdienst. Voorgesteld wordt deze elektronische registratie te laten uitvoeren door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Verder wordt de registratie van onderhandse akten beperkt tot die akten waarvoor registratie een wettelijk vormvereiste is. De registratie van deze akten blijft een taak van de Belastingdienst.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt een aantal opmerkingen met betrekking tot de gefaseerde invoering en de aanwijzing van onderhandse akten. Zij is van oordeel dat in verband daarmee enige aanpassing van het voorstel wenselijk is.

1. Gefaseerde invoering

Het is de bedoeling dat het notariaat geleidelijk overgaat van de huidige papieren registratie naar de voorgestelde elektronische registratie van notariële akten. Daartoe kan een notaris gedurende een overgangsperiode nog het papieren stelsel blijven gebruiken. Uiteindelijk komt bij koninklijk besluit een einde aan dit overgangsrecht en geldt voor iedere notaris uitsluitend nog het nieuwe stelsel.1

De Afdeling merkt op dat in de artikelsgewijze toelichting imperatief wordt gesteld dat via een beschikking van de inspecteur van de Belastingdienst per notaris een datum wordt vastgesteld waarop hij overgaat naar het nieuwe stelsel.2 Het voorstel is op dit punt echter facultatief en gaat ervan uit dat de inspecteur een beschikking 'kan' vaststellen.3 Daarmee stemmen de tekst van het voorstel en de toelichting niet met elkaar overeen. Ook is het niet duidelijk waar het al dan niet verlenen van een beschikking van afhankelijk is en vanaf welk moment beschikkingen verleend gaan worden (in paragraaf 3 van de memorie van toelichting4 is slechts sprake van een gefaseerde invoering 'eind' 2013).

De Afdeling adviseert in de memorie van toelichting op het vorenstaande in te gaan en de voorziene geleidelijke overgang uitgebreider toe te lichten.

2. Aanwijzing onderhandse akten

Het voorstel voorziet erin de registratie van onderhandse akten door de Belastingdienst alleen te handhaven voor die akten waarvoor registratie een wettelijk vormvereiste is.5 Daartoe zullen bij ministeriële regeling onderhandse akten worden aangewezen.6

De Afdeling merkt op dat niet duidelijk is waarom aanwijzing bij ministeriële regeling noodzakelijk is. Volstaan zou ook kunnen worden met het in de tekst van het voorstel tot uitdrukking brengen dat het gaat om 'akten waarvoor registratie een wettelijk vormvereiste is' (aangevuld met een verduidelijking in de toelichting om welke akten het daarbij gaat).

De Afdeling adviseert op het vorenstaande in te gaan en zo nodig het voorstel aan te passen.

3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State,

Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W06.12.0352/III met redactionele kanttekeningen die de Afdeling in overweging geeft.

  • In het in artikel I, onderdeel G, voorgestelde artikel 7a, eerste en tweede lid, van de Registratiewet 1970 de verwijzingen naar artikel 7 van de Registratiewet 1970 met elkaar in overeenstemming brengen.

  • In de in artikel I, onderdeel J, tweede lid, opgenomen vervangende tekst 'artikel 1, onderdeel b,' vervangen door: artikel 1, tweede lid, onderdeel b,.


  1. Artikel V, eerste lid.↩︎

  2. Vierde volzin van de toelichting op artikel V, tweede lid.↩︎

  3. Artikel V, tweede lid.↩︎

  4. Vijfde volzin.↩︎

  5. Paragraaf 1 van de memorie van toelichting.↩︎

  6. Zie het in artikel I, onderdeel A, opgenomen artikel 1, tweede lid, onderdeel b (nieuw), van de Registratiewet 1970.↩︎