[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies van de Raad van State

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2013

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2012D34695, datum: 2012-09-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2012Z15797:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W05.12.0318/I	's-Gravenhage, 10 september 2012

Bij Kabinetsmissive van 4 september 2012, no.12.001997, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, bij de Afdeling
advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het
voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaat van het
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar
2013, met memorie van toelichting.

Het voorstel strekt tot vaststelling van de begrotingsstaat van het
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2013.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking
van het wetsvoorstel, maar maakt daarover de volgende opmerking.

Het voorgestelde artikel 3 bepaalt dat, in afwijking van artikel 5,
vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 (hierna: Cw2001), voor het
jaar 2013 een meerjarige begrotingsreserve ten laste van het
niet-beleidsartikel Apparaatskosten (artikel 95) wordt aangehouden. In
de toelichting wordt terecht opgemerkt dat artikel 5, vierde lid, van de
Cw2001 voorschrijft dat een meerjarige begrotingsreserve kan worden
aangehouden ten laste van een beleidsartikel. De begrotingsreserve
inzake garantiestelling restschuld speelt een rol voor het universitair
onderwijs, het hoger beroepsonderwijs, het middelbaar onderwijs, het
voortgezet onderwijs en het primair onderwijs. Uit het oogpunt van
administratieve doelmatigheid is het, zo stelt de toelichting, niet
gewenst dat er vijf aparte begrotingsreserves worden aangehouden ten
laste van de betrokken beleidsartikelen (1, 3, 4, 6 en 7). Om die reden
wordt door middel van dit wetsartikel bepaald dat de begrotingsreserve
gekoppeld kan worden aan het niet-beleidsartikel Apparaatskosten
(artikel 95).

De Raad van State heeft er in het verleden reeds meermalen op gewezen
dat de inhoud van de begrotingswetten beperkt dient te blijven tot de
begroting van de ontvangsten en de uitgaven van het Rijk. Het bijzondere
karakter van de begrotingswetten komt ook tot uitdrukking in de
bijzondere en van de normale wetgevingsprocedure afwijkende
procedureregels. Indien afwijking van hetgeen is geregeld in de
Comptabiliteitswet noodzakelijk is, dient dit te worden bepaald bij
gewone wet. Het gegeven dat, zoals in de toelichting wordt opgemerkt, in
het kader van de voorgenomen herziening van de Comptabiliteitswet een
algemene wettelijke voorziening zal worden getroffen, maakt dit niet
anders. 

De Afdeling merkt vervolgens op dat het vijfde lid van artikel 5 Cw2001
bepaalt dat de toelichting bij een beleidsartikel ten laste waarvan een
begrotingsreserve wordt aangehouden, de motieven voor het aanhouden
ervan vermeldt en inzicht biedt in de omvang van de reserve, alsmede zo
mogelijk in de toevoeging en of onttrekking aan de reserve die in het
begrotingsjaar worden verwacht. Een dergelijke toelichting ontbreekt.
Daar komt bij dat in de toelichting de suggestie wordt gewekt dat er
thans voor de komende jaren geen toevoegingen of onttrekkingen worden
verwacht. Dit roept de vraag op waarom een meerjarige begrotingsreserve
in dit geval wenselijk en noodzakelijk is.  

Gelet op het voorgaande adviseert de Afdeling het wetsvoorstel aan te
passen in die zin dat artikel 3 komt te vervallen. Indien de noodzaak
van een meerjarige begrotingsreserve voor één of meer beleidsartikelen
komt vast te staan dient de memorie van toelichting per beleidsartikel
inzicht te verschaffen in de motieven voor het aanhouden van de reserve,
in de omvang ervan, alsmede zo mogelijk in de in het begrotingsjaar
verwachte toevoeging en of onttrekking aan de reserve.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State,

	Zie onder andere het advies over de begroting van het Ministerie van
Financiën voor 2008 (Kamerstukken II 2007/08, 31 200 IXB, nr 3). 

	Memorie van toelichting, tabel 95.1 en het samenvattend overzicht naar
artikelonderdelen. 

  PAGE  2 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........