[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” zoekmachine] [wat is dit?]

Advies Raad van State

Bijlage

Nummer: 2012D38454, datum: 2012-10-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het Statuut van de Organisatie der Verenigde Naties voor Industriƫle Ontwikkeling (2012D38451)

Preview document (šŸ”— origineel)


No.W02.12.0191/II/K	's-Gravenhage, 5 juli 2012

Bij Kabinetsmissive van 7 juni 2012, no.12.001281, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, bij de
Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter
overweging aanhangig gemaakt het voornemen tot opzegging van het op 8
april 1979 te Wenen tot stand gekomen Statuut van de Organisatie der
Verenigde Naties voor Industriƫle Ontwikkeling, met toelichtende nota.

De Organisatie der Verenigde Naties voor Industriƫle Ontwikkeling heeft
tot doel het bevorderen en bespoedigen van industriƫle ontwikkeling in
ontwikkelingslanden, met het oog op de vestiging van een nieuwe
internationale economische orde en de bevordering van industriƫle
ontwikkeling en samenwerking zowel op mondiaal, regionaal en nationaal
als sectoraal niveau. Het statuut wordt opgezegd om aan te sluiten bij
de nieuwe beleidsprioriteiten voor ontwikkelingssamenwerking van de
regering.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt daarbij de
volgende kanttekeningen.

1. 	Motivering van de opzegging

In de toelichtende nota wordt een toelichting gegeven bij het voornemen
tot opzegging van het Statuut, en daarmee beƫindiging van het
lidmaatschap van UNIDO. Gezien de praktijk tot nu toe pleegt over het
algemeen slechts tot opzegging van eerder geratificeerde verdragen te
worden overgegaan, indien de met het verdrag beoogde doelstellingen niet
langer relevant zijn, die doelstellingen inmiddels op een andere wijze
genoegzaam worden behartigd, het desbetreffende verdrag niet langer
geƫigend is deze doelstellingen effectief te behartigen, of Nederland
de doelstellingen niet langer onderschrijft of de behartiging ervan
onvoldoende belangrijk acht.

In de toelichting wordt aangegeven dat UNIDO "inmiddels redelijk
effectief" functioneert. De daar genoemde aandachtsgebieden van UNIDO
hebben naar het oordeel van de Afdeling advisering van het Koninkrijk
niet aan relevantie ingeboet. Als reden waarom UNIDO reeds jaren een
posterioriteit voor Nederland is, wordt genoemd de beperkte
beleidsinhoudelijke aansluiting bij het Nederlandse beleid alsook de
beperkte effectiviteit van de organisatie, met name in het verleden.
Anderzijds wordt gesteld dat de activiteiten van UNIDO op onderdelen
aansluiten bij de door "deze" regering gekozen werkwijze binnen
ontwikkelingssamen-werking, maar wordt door Nederland met andere
organisaties en instellingen samengewerkt.

Naar het oordeel van de Afdeling wordt daarmee niet een sluitende
motivering gegeven voor een zo ingrijpende stap als het beƫindigen van
het lidmaatschap van een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde
Naties. Daarbij wijst de Afdeling er op dat beƫindiging niet alleen
consequenties heeft voor Nederland, maar ook voor UNIDO. Het mondiale
karakter van de organisatie brokkelt daarmee verder af en UNIDO zal het
in het vervolg moeten stellen zonder de inhoudelijke inbreng van
Nederlandse zijde (al wordt die in de toelichting ook thans reeds
minimaal genoemd) en zal de jaarlijkse contributie van ā‚¬ 2 miljoen
moeten ontberen, hetgeen haar effectiviteit zal aantasten. Uit het
overzicht van staten die partij zijn bij het Statuut en van staten die
tot opzegging zijn overgegaan, blijkt dat het merendeel van de lidstaten
van de Europese Unie thans nog lid is.

De Afdeling adviseert om, mede aan de hand van de hiervoor genoemde
redenen voor opzegging van een verdrag, duidelijker te motiveren waarom
in dit geval opzegging voor de hand ligt en daarbij ook aandacht te
besteden aan de consequenties daarvan voor UNIDO.

2. 	Sint Maarten

In de toelichtende nota wordt vermeld dat de regering van Sint Maarten
de wenselijkheid tot medegelding van de opzegging voor haar land nog in
beraad heeft. Daarbij wordt niet aangegeven, welk belang Sint Maarten
bij voortzetting van het lidmaatschap van UNIDO zou kunnen hebben, dat
niet voor de andere landen van het Koninkrijk geldt. Ook wordt niet
ingegaan op de consequentie die voortzetting van het lidmaatschap voor
Sint Maarten heeft voor de te betalen jaarlijkse contributie en of deze
voor rekening van Sint Maarten komt dan wel de contributiebetaling door
Nederland gedeeltelijk moet worden voortgezet.

De Afdeling adviseert op deze aspecten van de positie van Sint Maarten
in te gaan.

3. 	Stilzwijgende goedkeuring

Voorgesteld wordt het voornemen tot opzegging over te leggen aan de
Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal ter stilzwijgende
goedkeuring. Gezien de aard en consequenties van het voornemen, is het
naar het oordeel van de Afdeling evenwel waarschijnlijk te achten dat de
Staten-Generaal over het voornemen overleg zullen willen voeren. Zij
adviseert derhalve het voornemen bij voorstel van Rijkswet ter
uitdrukkelijke goedkeuring voor te leggen. 



De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geeft in
overweging, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken, een
voorstel van rijkswet tot goedkeuring van het voornemen tot opzegging te
zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en aan de Staten van
Aruba, aan die van CuraƧao en aan die van Sint Maarten.

De vice-president van de 

Raad van State van het Koninkrijk,

 Zie voor de criteria van uitdrukkelijke goedkeuring Kamerstukken II
1988/89, 21 214 (R 1375), nr. 3, blz. 6-7.

2

3

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........