[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda JBZ-Raad 25-26 oktober 2012

Bijlage

Nummer: 2012D38560, datum: 2012-10-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 25 en 26 oktober 2012 (2012D38559)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde agenda van de bijeenkomst van het

Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken,

25-26 oktober 2012 te Luxemburg

I. Immigratie en Asiel

Raad - wetgevende besprekingen

Gemeenschappelijk Europees Asielsysteem

- Stand van zaken 

Tijdens de Raad zullen de lidstaten worden geïnformeerd over de
voortgang van de realisatie van het gemeenschappelijk Europees
asielstelsel (GEAS), dat volgens planning eind van dit kalenderjaar
afgerond zou moeten zijn. Naar verwachting zal het Voorzitterschap
tijdens de Raad met name ingaan op de onderhandelingen over de
Opvangrichtlijn, de Procedurerichtlijn, de Dublin-verordening en de
Eurodac-verordening.

Over het voorstel voor de Opvangrichtlijn is een akkoord bereikt tijdens
de informele triloog tussen Raad, Europees Parlement (EP) en Commissie.
Veel voor Nederland belangrijke punten zijn naar tevredenheid in de
tekst opgenomen, zoals een snelle rechterlijke toets in geval van
administratieve inbewaringstelling (i.p.v. binnen 72 uur), zeer
restrictief beleid ten aanzien van minderjarigen in bewaring en geen
preventieve toets voor kwetsbare groepen bij inbewaringstelling, maar
wel regelmatige controle van de gezondheidstoestand en bijbehorende
medische zorg. Conform de motie Schouw/Ten Broeke informeer ik u erover
dat tijdens de Raad de tekst als A-punt zal voorliggen voor een politiek
akkoord. Indien het EP ook plenair akkoord gaat met de voorgestelde
tekst kan het stuk vervolgens als A-punt voor finaal akkoord aan de
Raad worden voorgelegd. 

Ook ten aanzien van de Procedurerichtlijn is de informele triloog
gestart. Het Cypriotische Voorzitterschap heeft aangekondigd een aantal
technische discussies met het EP en de Commissie te organiseren, met het
oog op de informele triloog in de maanden september, oktober en november
2012. De herschikking van deze richtlijn lijkt bij de huidige stand van
zaken belangrijke gevolgen te hebben voor zowel uitvoering als wetgeving
in Nederland. Belangrijke punten voor Nederland zijn op aanvaardbare
wijze in het Raadsstandpunt verwerkt. Het betreft met name de
opschortende werking in beroep, de status van de grensprocedure, de
schorsende werking van vervolgaanvragen en het moment van aanvang van de
Dublin-procedure.

Intensieve onderhandelingen vormden de basis van de informele triloog
over de Dublin-verordening. Overeenstemming tussen Raad, EP en Commissie
ligt in het verschiet, nu  het EP (in commissievergadering) heeft
aangegeven akkoord te zijn met het laatste Raadsvoorstel. Nederland is
tevreden dat de lidstaat die de grootste rol heeft gespeeld bij het
inreizen van een asielzoeker in de EU, verantwoordelijk blijft voor
afhandeling van het asielverzoek. Ook maakt het door Nederland
bekritiseerde opschortingsmechanisme geen onderdeel meer uit van het
voorstel. Echter, Nederland heeft zich uitgesproken tegen het
onderhandelingsresultaat vanwege zorgen over mogelijke onduidelijkheid
bij de uitvoering van het detentieartikel. Ook is Nederland gekant tegen
het compromis voor de kwestie of de lidstaat van verblijf dan wel de
lidstaat waar het eerste asielverzoek is ingediend verantwoordelijk is
voor het asielverzoek van een alleenstaande minderjarige vreemdeling.
Door de lidstaten en het EP wordt nog gesproken over de gevallen waarin
er sprake moet zijn van comitologie dan wel delegatie.

Op 30 mei 2012 heeft de Commissie een aanvullend wijzigingsvoorstel
ingediend waarmee de door de lidstaten gewenste mogelijkheid wordt
geregeld om bij strafrechtelijke onderzoeken naar ernstige strafbare
feiten en onder strikte voorwaarden de Eurodac-database te mogen
raadplegen. Het Cypriotische Voorzitterschap heeft aangekondigd zich ook
voor de onderhandelingen over de Eurodac-verordening in te willen
zetten, om deze af te ronden voor het einde van het lopende
kalenderjaar. In Coreper van 10 oktober hebben de lidstaten aan het
voorzitterschap mandaat verleend om de informele triloog te starten met
het EP.

Raad – niet-wetgevende besprekingen

Ontwerpbesluit van de Raad betreffende het kader voor de volledige
toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis in de Republiek
Bulgarije en in Roemenië

- Stand van Zaken

Tijdens de Raad zal het Cypriotisch Voorzitterschap een korte schets
geven van de laatste stand van zaken omtrent de toetreding van Roemenië
en Bulgarije tot de Schengenzone. 

Op 18 juli 2012 heeft de Europese Commissie de CVM-rapporten
gepresenteerd die de vooruitgang van Roemenië en Bulgarije van de
afgelopen vijf jaar – sinds toetreding van Roemenië en Bulgarije tot
de Europese Unie – behandelen. Uw Kamer is ingelicht over de
appreciatie van het kabinet inzake de conclusies van dit rapport. 

Nederland, gesteund door andere lidstaten, heeft gepleit voor uitstel
van besluitvorming over toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de
Schengenzone tot na het verschijnen van het door de Commissie
aangekondigde volgende CVM-rapport over Roemenië, eind 2012. 

Syrië

- Stand van zaken over het instellen van een regionaal
beschermingsprogramma in reactie op de crisis in Syrië 

Tijdens de Raad zullen het Voorzitterschap en de Commissie een
presentatie geven over de stand van zaken in Syrië en omringende
landen, en meer specifiek over het instellen van een regionaal
beschermingsprogramma (RPP), waar tijdens de informele Raad van 23 en 24
juli jl. overeenstemming over bestond.

Uit cijfers van de UNHCR blijkt dat er momenteel ongeveer 300.000
Syrische vluchtelingen in de omringende landen Libanon, Jordanië, Irak
en Turkije worden opgevangen. De UNHCR verwacht dat het aantal
vluchtelingen in de regio dat ondersteuning behoeft tegen het einde van
het jaar 2012 zal zijn toegenomen tot circa 700.000. Met de winter in
aantocht en de niet onbeperkte opvang- en absorptiecapaciteit van de
regio, zijn er derhalve redenen tot zorg.

Nederland vindt het dan ook van belang om ondersteuning in de regio te
blijven bieden. In aanvulling op de bestaande jaarlijkse ongeoormerkte
bijdragen aan de UNHCR, het Wereldvoedselprogramma en het
VN-Noodhulpfonds CERF heeft Nederland in 2012 totaal ruim 11 miljoen
euro beschikbaar gesteld ter leniging van de nood van slachtoffers van
de Syrische crisis. Dit betreft ongeveer 7 miljoen aan
UNHCR-programma’s ten behoeve van de opvang en bescherming van
Syrische vluchtelingen in de regio. Daarnaast heeft Nederland 2 miljoen
euro toegekend aan het Wereldvoedselprogramma, 1,3 miljoen euro via het
Nederlandse Rode Kruis beschikbaar gesteld en 1 miljoen euro voor
medische hulp aan hulpbehoevenden binnen Syrië.

Nederland zal tijdens de Raad opnieuw het belang onderstrepen van het
werk van de UNHCR en andere internationale organisaties in het bieden
van hulp aan Syrische vluchtelingen in de regio. Tevens zal Nederland de
Commissie en het Voorzitterschap aansporen vaart te blijven maken bij
het instellen van het regionaal beschermingsprogramma.

Gemengd Comité

Nationaal actieplan van Griekenland inzake hervorming van het
asielstelsel en migratiebeheer

- Informatie van Griekenland, de Commissie, Frontex en EASO.

Tijdens de JBZ-Raad zal worden gesproken over de voortgang van de
Griekse hervormingsinspanningen op het terrein van diens grensbewaking,
asielsysteem en het migratiemanagement. Naar verwachting zal de Griekse
minister een presentatie geven over de stand van zaken van de uitvoering
van het Grieks nationaal actieplan ter hervorming van het asielsysteem
en migratiemanagement. Het Europees ondersteuningsbureau voor asielzaken
(EASO) zal voorts informatie verschaffen over de implementatie van het
Operationeel Plan dat door EASO en Griekenland in april 2011 is
overeengekomen en waarin staat beschreven welke acties worden ondernomen
door Griekenland in samenwerking met de andere EU lidstaten (en
gecoördineerd door EASO). Dit Operationeel Plan dient ter ondersteuning
van het Grieks nationaal actieplan. Naar verwachting zal Frontex
daarnaast een presentatie verzorgen over de instroom van illegale
migranten aan de Turks-Griekse grens en de inspanningen om deze stromen
tegen te gaan. De Europese Commissie zal terugblikken op het bezoek van
Eurocommissaris Malmström aan Athene op 8 en 9 oktober jl. Verwacht
wordt dat mede naar aanleiding daarvan de Griekse minister een herziene
versie van het Griekse nationaal actieplan zal aankondigen. 

De inspanningen van de Griekse autoriteiten om de bewaking van de
landgrenzen in de Evros-regio op orde te krijgen, lijkt zijn vruchten te
hebben afgeworpen. Vanaf begin september is het aantal opgepakte
illegale immigranten aan de Turks-Griekse landgrens drastisch omlaag
gegaan van op het hoogtepunt wekelijks 2000 naar enkele tientallen per
week. Tegelijkertijd is echter een stijging van het aantal illegale
immigranten waarneembaar dat vanuit Turkije via zee de Griekse eilanden
aan de Turkse kust, maar ook het vaste land van Italië Griekenland
probeert te bereiken. De toename is hier echter niet zo groot als de
afname aan de landgrenzen en men verwacht ook niet dat deze stroom
dergelijke vormen zal aannemen. De instroom via de zeegrenzen ligt nu
rond de 260 personen per week, volgens gegevens van Frontex. Zowel
Frontex als de Griekse autoriteiten zijn gestart met het treffen van
maatregelen om de grensbewaking in de Egeïsche en de Ionische zee te
intensiveren. Frontex wil in dat kader Operatie Poseidon Zee en Operatie
Aeneas versterken en verlengen. Ook heeft Griekenland op de eilanden
Samos, Chios en Lesvos detentiecentra heropend. 

In de zomermaanden is door de Griekse autoriteiten gewerkt aan het
uitvoeren van het nationaal actieplan ter verbetering van het
asielsysteem. Groot knelpunt was het aantrekken van personeel voor de
nieuwe asieldienst en de nieuwe opvangdienst. Beide diensten zijn nog
niet operationeel door een gebrek aan personeel. Griekenland mocht tot
voor kort geen nieuw personeel werven vanwege de door de trojka (IMF,
ECB, Europese Commissie) gestelde bezuinigingseisen. Pas recent heeft de
trojka een uitzondering gemaakt voor 200 personen voor de asiel- en
opvangdienst. De Griekse autoriteiten hebben nu aangegeven dat begin
2013 de diensten operationeel zullen zijn. Dit is een belangrijke stap
in de implementatie van het Grieks nationaal actieplan.

Een andere belangrijke ontwikkeling is het voorstel van de Commissie om
voor lidstaten die gebruik maken van de financiële steunmaatregelen
(Griekenland, Portugal, Ierland, Hongarije, Roemenië en Letland)
tijdelijk het EU-cofinancieringspercentage te verhogen voor de lopende
solidariteitsfondsen van de EU op het terrein van asiel en migratie. Nu
is het zo dat de Griekse autoriteiten niet goed in staat zijn gebruik te
maken van de solidariteitsfondsen (vluchtelingenfonds,
buitengrenzenfonds, terugkeerfonds en integratiefonds) die hen ter
beschikking staan, omdat zij het verplichte nationale
cofinancieringsdeel van 20% niet kunnen opbrengen. De Commissie stelt nu
voor dat deze lidstaten zelf nog maar 5% van een benodigd bedrag hoeven
te betalen om in aanmerking te komen voor financiering van projecten
vanuit de solidariteitsfondsen. Het maximumbedrag dat uit deze fondsen
beschikbaar is, wordt overigens niet verhoogd. Er wordt dus niet meer
geld beschikbaar gemaakt voor deze landen, het wordt deze landen slechts
tijdelijk eenvoudiger gemaakt om deze fondsen aan te wenden voor
projecten in het kader van asiel, migratie en grensbewaking. De snelheid
waarmee de Europese fondsen tot uitbetaling komen, neemt hierdoor wel
toe. Hier is in de Europese jaarbegroting voor 2012 en (de Raadspositie
voor een begroting) 2013 geen rekening mee gehouden. Nederland kan het
voorstel van de Commissie steunen, mits extra betalingen die hieruit
voortvloeien kunnen worden opgevangen door herschikking en mits de
afspraken zijn gelimiteerd in de tijd (geen terugwerkende kracht en geen
precedentwerking naar het volgende Meerjarig Financieel Kader). 

Nederland zal in de Raad Griekenland aansporen om de recente positieve
ontwikkelingen door te zetten en de herziene versie van het nationale
actieplan te voorzien van benchmarks en tijdsplanning. Er is nog
bijzonder veel werk te verzetten voordat Griekenland de zaken weer
volledig op orde heeft en de Grieken zijn in eerste instantie zelf
verantwoordelijk om dit voor elkaar te krijgen. Ter ondersteuning kan
Griekenland rekenen op financiële assistentie uit de
solidariteitsfondsen van de EU en de ondersteuning vanuit de
agentschappen, zoals Frontex en EASO. Nederland draagt via deze kanalen
bij aan verschillende projecten ter ondersteuning van de Griekse
hervormingsinspanningen, met name in de vorm van expertise en mankracht.
Ook steunt Nederland de inspanningen van de internationale organisaties,
zoals het IOM en UNHCR, in Griekenland.

Illegale immigratie 

- Toelichting door de Commissie en Frontex 

De Commissie en Frontex zullen naar verwachting een toelichting geven op
de laatste trends in illegale migratiestromen, en er zal worden ingegaan
op de maatregelen die onder andere Frontex neemt om de illegale
immigratie te beperken en beter in kaart te brengen. Nederland zal deze
presentatie aanhoren.

Derde Commissierapport over post-visumliberalisatie in de Westelijke
Balkan

- Presentatie door de Commissie

Tijdens de Raad zal, op verzoek van enkele lidstaten, waaronder
Nederland, het Commissierapport over post-visumliberalisatie in de
Westelijke Balken worden besproken dat 28 augustus jl. is gepresenteerd.
Dit rapport gaat over de monitoring van de visumvrijstelling voor
onderdanen uit landen van de Westelijke Balkan, welke een biometrisch
paspoort hebben ingevoerd. Tot deze landen behoren Albanië,
Bosnië-Herzegovina, Montenegro, Servië en de Voormalige Joegoslavische
Republiek Macedonië. Mede op verzoek van Nederland is in 2010 besloten
om de visumvrijstelling voor deze landen te blijven monitoren. 

In het rapport worden per land elementen benoemd die verbeterd kunnen
worden. Nederland acht het van belang dat landen die visumvrij zijn
gesteld aan de voorwaarden voor visumliberalisatie blijven voldoen en
zich inzetten om eventuele ongewenste gevolgen van visumliberalisatie te
voorkomen dan wel te herstellen. Het blijven monitoren van de
ontwikkelingen en hervormingen in deze landen is daarom essentieel. 

Deze monitoring stelt de Commissie, maar ook de lidstaten, in staat om
eventuele problemen die een raakvlak hebben met visumliberalisatie te
signaleren en de landen in de Westelijke Balkan aan te sporen actie te
ondernemen. In dat kader is het tevens van belang dat de wijziging van
Verordening 539/2001, waar de zgn. noodremprocedure een deel van
uitmaakt, zo spoedig mogelijk wordt afgerond. De noodremprocedure houdt
in dat de visumvrijstelling voor derde landen opgeschort kan worden
indien er bijvoorbeeld sprake is van bijzondere situaties als hoge
instroom van illegalen of asielzoekers uit deze landen. Over de
noodremprocedure is reeds politieke overeenstemming bereikt in de Raad.
Momenteel lopen de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees
Parlement over deze verordening nog. Nederland acht het belangrijk dat
deze onderhandelingen zo spoedig mogelijk worden afgerond. 

Lunchbespreking: evaluatie van de intra-EU relocatie activiteiten vanuit
Malta 

Tijdens de lunch zal gesproken worden over het rapport dat het EASO eind
juli 2012 heeft geschreven over de evaluatie van de intra-EU relocatie
activiteiten vanuit Malta ("EASO fact finding report on intra-EU
relocation activities from Malta"). Nederland heeft op grond van een
bilaterale afspraak tussen Nederland en Malta eenmalig geparticipeerd
in intra-EU relocatie in het kader van de Libië crisis. Nederland heeft
uiteindelijk 20 personen uitgenodigd om naar Nederland te komen
(getoetst op het Nederlandse toelatingsbeleid). Deze personen vielen
onder het quotum van 2012 voor uitgenodigde vluchtelingen. De
samenwerking met Malta is goed verlopen. 

Op 4 juni zijn de uit Malta uitgenodigde vluchtelingen Nederland
ingereisd. In de tussentijd hebben de vluchtelingen ook sociale
oriëntatie trainingen van het COA ontvangen. Ten aanzien van de verdere
ontwikkelingen en aanmoediging van herverdeling tussen de EU-lidstaten
van personen die internationale bescherming genieten (intra- EU
relocatie), is het Nederlandse standpunt nog steeds dat de activiteiten
op het gebied van intra-EU relocatie vooralsnog op vrijwillige basis
dienen plaats te vinden. Nederland meent – en draagt dat steeds uit
– dat bindende afspraken over intra-EU relocatie pas opportuun zijn op
het moment dat er sprake is van een voltooid gemeenschappelijk Europees
asielstelsel.

Diversen: informatie van het Voorzitterschap over lopende wetgevende
voorstellen en over Eurosur

Het Voorzitterschap zal de Raad informeren over de voortgang van het
dossier Schengenbestuur, van de onderhandelingen over de richtlijn
inzake toelating van binnen een onderneming overgeplaatste medewerkers,
de Richtlijn seizoensarbeiders en het Meerjarig Financieel Kader.
Nederland zal de presentatie aanhoren. 

Ook zal het Voorzitterschap tijdens de Raad de stand van
zaken toelichten rond de behandeling van het voorstel over Eurosur
waarmee een gemeenschappelijk technisch kader gecreëerd wordt dat
beoogt het beheer van de Schengen-buitengrenzen te versterken. Bij brief
13 januari 2012 (Kamerstukken I 2011/12, 

22 112, nr. FG), van 11 april 2012 (Kamerstukken I 2011/12, 33 119, nr
B) en van 17 juli 2012 (Kamerstukken II 2011/12, 32 317, nr 131) bent u
geïnformeerd over de doelstelling van Eurosur en de Nederlandse inzet
op dit dossier. De onderhandelingen in de Raad verlopen voorspoedig.
Nederland heeft tekstvoorstellen gedaan over de rol van de lidstaten, de
bescherming van de privacy en de grondrechten van migranten die
overwegend positief zijn ontvangen. Over een aantal punten wordt nog
gesproken, zoals over doelstellingen, gegevensbescherming, kosten en
de samenwerking met het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Nederland
vindt het van belang dat Eurosur niet slechts dient om illegale
immigratie en grensoverschrijdende criminaliteit tegen te gaan,
maar ook bijdraagt aan de bescherming van levens van
migranten. In specifieke situaties en onder stringente voorwaarden
moeten persoonsgegevens volgens Nederland kunnen worden uitgewisseld.
Belangrijk is dat binnen Eurosur met het Verenigd Koninkrijk en Ierland
kan worden samengewerkt. Nederland ondersteunt de praktische uitwerking
van deze samenwerking. De kostenaspecten zien vooral op de
verduidelijking van EU begrotingstechnische zaken. Nederland acht het
van belang dat de financiële aspecten duidelijk zijn voordat de
verordening wordt vastgesteld.

II. Veiligheid en Justitie, Grondrechten en Burgerschap

Raad - wetgevende besprekingen

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad over een
EU Mechanisme voor Civiele Bescherming

- Stand van zaken / oriënterend debat

De Europese Commissie heeft op 20 december 2011 een wetgevingsvoorstel
voor een nieuw EU Mechanisme voor Civiele Bescherming gepresenteerd. Uw
Kamer is hierover geïnformeerd middels een BNC-fiche (Kamerstukken II
2011/12, 22 112, nr. 1369).

Het wetgevingsvoorstel bestaat uit vijf delen: preventie, preparatie,
respons, de externe dimensie van civiele beschermingsoperaties en
financiële bepalingen. De Commissie streeft naar een versterking van de
efficiëntie, effectiviteit en de coherentie van een EU rampenrespons,
waarbij kosteneffectiviteit eveneens aandacht krijgt. Hiertoe worden op
de vijf genoemde onderdelen verschillende acties voorgesteld. Het
zwaartepunt van het voorstel ligt op preparatie en respons. De Commissie
stelt voor dit onderdeel voor om een zogenaamde Europese
Responscapaciteit in Noodsituaties in de vorm van een vrijwillige pool
in te stellen. Lidstaten kunnen vrijwillig capaciteiten voor deze pool
aanmelden, die de Commissie kan gebruiken voor de respons op rampen
binnen of buiten de EU. De Commissie wil daarnaast samen met de
lidstaten lacunes in de Europese responscapaciteit identificeren, en
deze opvullen door lidstaten te ondersteunen bij de ontwikkeling van
responscapaciteiten en door deze op EU-niveau – en met EU-financiering
– aan te schaffen. 

Het Voorzitterschap zal tijdens de JBZ-Raad ingaan op de voortgang van
de behandeling van het voorstel in de daarvoor verantwoordelijke
raadswerkgroep voor civiele bescherming. De Commissie zal hierbij eerst
de belangrijkste elementen uit het wetgevingsvoorstel presenteren. Het
Voorzitterschap beoogt daarnaast een oriënterende discussie te laten
plaatsvinden over een drietal onderdelen uit het voorstel:
risicomanagementplannen, de mogelijkheden om in specifieke gevallen niet
deel te nemen aan de vrijwillige pool van capaciteiten en het opvullen
van lacunes in de Europese responscapaciteit.

Nederland staat positief tegenover de doelstelling van de Europese
Commissie om de efficiëntie, effectiviteit en de coherentie van de EU
rampenrespons te versterken. Het voorstel bevat verschillende elementen
die tot een verbetering van het huidige Mechanisme voor Civiele
Bescherming en tot een versterkte samenwerking tussen de lidstaten en de
EU kunnen leiden. Nederland verwelkomt dat de verschillende fases van
het crisismanagementsysteem in één kader worden geplaatst.

De primaire verantwoordelijkheid voor crisisbeheersing ligt echter bij
de lidstaten. Het voorstel bevat in de huidige vorm verschillende
elementen die verder gaan dan noodzakelijk om de samenwerking tussen de
lidstaten te bevorderen ter voorkoming van en bescherming tegen natuur-
of door de mens veroorzaakte rampen. Voor Nederland is het essentieel
dat deze voorstellen niet tot het overdragen van nationale bevoegdheden
leiden. Tevens dient ervoor gewaakt te worden dat de voorstellen er toe
leiden dat lidstaten zich zelf onvoldoende prepareren of middelen
inefficiënt inzetten. 

Andere punten van zorg betreffen de reikwijdte van de Europese
Responscapaciteit in noodsituaties, de aanschaf en het beheer van
gemeenschappelijke capaciteiten, en de financiële bepalingen. Nederland
zet zich in de onderhandelingen actief in om de nationale bevoegdheden
te waarborgen.

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad over
strafrechtelijke sancties op handel met voorkennis en marktmanipulatie

- Stand van zaken

Het Voorzitterschap zal de stand van zaken presenteren van het voorstel
voor een richtlijn terzake strafrechtelijke sancties voor handel met
voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik), waarover de JBZ-Raad
op 27 april 2012 een gedeeltelijke algemene oriëntatie heeft bereikt.
Het voorstel stelt minimumregels vast voor de strafbaarstelling van de
kernverboden van de verordening marktmisbruik, te weten handel met
voorwetenschap en marktmanipulatie. Het verplicht de lidstaten op deze
gedragingen effectieve, proportionele en afschrikwekkende
strafrechtelijke sancties te stellen. Het voorstel maakt deel uit van
het pakket aan maatregelen dat de Commissie heeft gepresenteerd om
marktmisbruik tegen te gaan. Daartoe behoort ook de ontwerpverordening,
waarover thans onder verantwoordelijkheid van de Ecofin Raad wordt
onderhandeld. Beide voorstellen zijn met elkaar verweven, waarbij de
ontwerprichtlijn kan worden gezien als strafrechtelijk sluitstuk op de
bestrijding van marktmisbruik.

Gelet op de samenhang tussen de richtlijn en de verordening is, na het
bereiken van de gedeeltelijke algemene oriëntatie in april jl.,
besloten om de voortgang in de onderhandelingen over de
ontwerpverordening af te wachten alvorens de besprekingen over de nog
resterende artikelen uit de richtlijn af te ronden. Thans wordt het
zinvol geacht om de onderhandelingen over de richtlijn te hervatten. 

Vermelding verdient nog dat de Commissie op 25 juli 2012 een voorstel
heeft gepresenteerd tot aanvulling van zowel de ontwerprichtlijn als de
ontwerpverordening. Voornoemd voorstel volgde op de actualiteit van de
mogelijke manipulatie van een aantal banken van de EURIBOR- en
LIBOR-benchmarks voor interbancaire leningtarieven. Het voorstel tot
aanpassing van de richtlijn verruimt de verplichting tot
strafbaarstelling van marktmanipulatie, opdat in elke lidstaat ook tegen
manipulatie van benchmarks op dezelfde wijze strafrechtelijk kan worden
opgetreden. Het BNC-fiche over het voorstel is onlangs aan uw Kamer
verzonden (Kamerstukken II 2012/13, 22 112, nr. 1478).

Zoals in het vorenstaande is aangegeven betreft het een presentatie van
het Voorzitterschap. Een inhoudelijke discussie is niet voorzien.

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de bevriezing en confiscatie van opbrengsten van misdrijven
in de Europese Unie

- Stand van zaken

Het Voorzitterschap zal de stand van zaken presenteren van het voorstel
voor een richtlijn betreffende de bevriezing en confiscatie van
opbrengsten van misdrijven in de EU. Dit voorstel ziet op het ontnemen
van crimineel vermogen (confiscatie) en het leggen van beslag
(bevriezing). Het vloeit voort uit de mededeling van de Commissie van
2008 over de opbrengsten van criminaliteit (‘Misdaad mag niet lonen’
(COM (2008) 766)). De richtlijn moet leiden tot een verdere harmonisatie
van de regelingen van de lidstaten inzake bevriezing en confiscatie. De
onderhandelingen over het voorstel zijn momenteel in volle gang.

Nederland onderschrijft de doelstellingen van de voorgestelde richtlijn.
Het wil de internationale samenwerking op het terrein van de confiscatie
versterken. De voorgestelde bepalingen lenen zich op onderdelen voor
verduidelijking en aanpassing. Het gaat dan bijvoorbeeld om de
verhouding tot het bestaande instrumentarium van de Unie over het
afnemen van criminele winsten en het leggen van beslag. 

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de
financiële belangen van de Unie schaadt

- Presentatie

Tijdens de JBZ-Raad zal de Commissie het voorstel voor de richtlijn
strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van
de Unie schaadt presenteren.  Het kabinet hecht aan een goede
bestrijding van fraude en corruptie ten nadele van de financiële
belangen van de Unie zeker in deze tijden van crisis, maar plaatst
tegelijkertijd ook bepaalde kanttekeningen bij het voorstel. Voor een
uiteenzetting over de inhoud van de richtlijn en de Nederlandse positie
wordt verwezen naar het BNC fiche, dat op 28 september jl. aan uw Kamer
is toegezonden (Kamerstukken II 2012/13, 22 122, nr. 1475).

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de bescherming van individuen in verband met de verwerking
van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens
(algemene verordening gegevensbescherming)

- Stand van zaken

Het Voorzitterschap zal naar verwachting verslag doen van de vorderingen
in de onderhandelingen over de algemene verordening gegevensbescherming.
Sinds februari 2012 wordt hierover onderhandeld. In deze zeer
omvangrijke verordening wordt het nieuwe geharmoniseerde
gegevensbeschermingsrecht voor de Europese Unie opgenomen. De
behandeling in de raadswerkgroep is gevorderd tot en met artikel 33.
Naast de artikelsgewijze behandeling zullen de drie door de informele
JBZ-Raad van 23 en 24 juli 2012 vastgestelde horizontale onderwerpen
(administratieve lasten, gedelegeerde regelgeving door de Commissie en
flexibiliteit voor het gegevensbeschermingsrecht voor de publieke
sector) in afzonderlijke besprekingen aan de orde komen.

Nederland zal de presentatie aanhoren. Uw Kamer wordt periodiek
gedetailleerd geïnformeerd over de voortgang van het
wetgevingsvoorstel.

Diversen: informatie van het Voorzitterschap over lopende wetgevende
voorstellen

Het Voorzitterschap zal de Raad informeren over de voortgang van de
richtlijn Europees onderzoeksbevel in strafzaken, de richtlijn toegang
tot een raadsman in strafprocedures en de verordening Brussel I.

Raad – niet-wetgevende besprekingen

Conclusies van de Raad over de bescherming van zachte doelwitten tegen
terroristische aanslagen

- Aanneming

Het Voorzitterschap is voornemens raadsconclusies aangaande ‘zachte
doelwitten’ (‘soft targets’ in het jargon) te agenderen. Met
zachte doelwitten wordt gedoeld op mensen, plekken, faciliteiten of
evenementen die in beginsel vrij toegankelijk zijn. De raadsconclusies
zien op het delen van ervaringen en kennis tussen lidstaten ten aanzien
van de bescherming van zachte doelwitten. Momenteel wordt nog gesproken
over de invulling van raadsconclusies.

Nederland kan instemmen met de raadsconclusies, onder meer omdat in deze
raadsconclusies wordt benadrukt dat een risico- en dreigingsanalyse ten
grondslag moet liggen aan de bescherming van zachte doelen en dat de
samenwerking onder andere ziet op de uitwisseling van beste praktijken.

Uitvoeringsverslag betreffende de conclusies van de Raad over een
sterkere koppeling tussen de interne en de externe aspecten van
terrorismebestrijding

Sinds het aannemen van de raadsconclusies over een sterkere koppeling
tussen de interne en de externe aspecten van terrorismebestrijding in
juni 2011 zijn verschillende acties geïmplementeerd die hieraan hebben
bijgedragen. Het verslag geeft een overzicht van het werk van de
contraterrorisme-coördinator van de EU, van de EU-instellingen en
organisaties en van de lidstaten om de inzet van
contraterrorisme-instrumentarium in de EU te stroomlijnen.

Nederland acht de goede afstemming van de verschillende
contraterrorisme-instrumenten van de Europese Unie en van
contraterrorisme-aspecten in het externe beleid van de EU van belang.
Onder andere in de actieplannen voor verschillende landen en regio’s,
waaronder Pakistan, de Sahel, en de Hoorn van Afrika komt de
samenwerking tussen de interne en extern aspecten goed tot uiting. Het
onderwerp verdient voortdurende aandacht en is in lijn met de
aandachtspunten van de nationale contraterrorisme-strategie 2011-2015.

Eindverslag over de vijfde ronde van wederzijdse evaluaties van
financiële criminaliteitsbestrijding en financieel rechercheren

- Debat over de aanbevelingen

Het eindverslag van de vijfde ronde van wederzijdse evaluaties van
financiële criminaliteitsbestrijding en financieel rechercheren doet
een aantal aanbevelingen aan lidstaten en aan de Unie op het terrein van
de financieel-economische criminaliteitsbestrijding. Het Voorzitterschap
beoogt een debat over de aanbevelingen uit het rapport.

Een aantal aanbevelingen is voor Nederland in het bijzonder van belang.
De aanbeveling dat bij alle gevallen van georganiseerde misdaad ook
financieel gerechercheerd moet worden, kan Nederland zonder meer
onderschrijven. Nederland past dit reeds toe als onderdeel van het
beleid tegen georganiseerde, ondermijnende en financieel-economische
criminaliteit. Bijna alle niet-crime-passionnel vindt immers plaats
vanuit het oogpunt van financieel gewin. Ook op het terrein van afnemen
van crimineel vermogen worden zinvolle aanbevelingen gedaan,
bijvoorbeeld om al in een vroeg stadium van een opsporingsonderzoek
aandacht te hebben voor de ontnemingscomponent. Nederland steunt de
sterke focus op een multidisciplinaire aanpak. In dit verband investeert
Nederland momenteel bijvoorbeeld in een rijksbrede aanpak van het
afpakken van crimineel vermogen, waarbij alle relevante actoren
betrokken worden. Ook op het terrein van opleidingen van financieel
rechercheurs en andere specialisten in financieel- economische
criminaliteit, onder meer door werving van zij-instromers uit het
bedrijfsleven voor de opsporing, worden zinvolle aanbevelingen gedaan.
Nederland heeft hiermee inmiddels positieve resultaten geboekt.
Uiteraard kan Nederland zich ook vinden in samenwerking op EU-niveau bij
de ontneming van crimineel vermogen, het uitwisselen van informatie en
het gezamenlijk opsporen van georganiseerde criminaliteit. Tot slot is
Nederland verheugd te lezen dat de Nederlandse bestuurlijke aanpak
gezien wordt als oplossing die het verdient om op EU-niveau te worden
gepresenteerd. Nederland deelt uiteraard graag informatie hierover. Dit
geldt ook voor de tweeledige aanpak van mainstreamen en specialisatie
van financiële kennis bij de politie en voor de profilering en
risicoanalyse van de douane.

Jaarverslag 2012 over de stand van de drugsproblematiek in Europa

- Presentatie van het EMCDDA-rapport en debat

Het jaarverslag 2012 over de stand van de drugsproblematiek in de 27
EU-lidstaten, alsook in Noorwegen, Kroatië en Turkije zal worden
gepresenteerd. Dit jaarverslag bevat statistische gegevens, trends en
analyses en de maatregelen die worden genomen om het drugsprobleem in
Europa aan te pakken. De analyse in het verslag is gebaseerd op de
gegevens die verzameld zijn via de nationale focal points in de genoemde
landen evenals informatie afkomstig van onder meer de Europese
Commissie, Europol, UNODC en het Europees Geneesmiddelenbureau.
Nederland zal de presentatie aanhoren en is van mening dat het verslag
bijdraagt aan de aanpak van de drugsproblematiek.

Diversen: illegale handel in vuurwapens

- Presentatie door de Commissie

Op verzoek van de Commissie zal tijdens de Raad worden gesproken over de
illegale handel in vuurwapens, in het bijzonder vanuit de Westelijke
Balkan. Commissaris Malmström zal kort op dit punt ingaan. Nederland
zal de presentatie aanhoren.

Gemengd Comité

SIS II

- Stand van zaken

Tijdens de JBZ-Raad zal de Commissie een korte schets geven van de stand
van zaken van het project tweede generatie Schengen-informatiesysteem
(SIS II). De Commissie heeft de laatste maanden samen met nationale
experts gewerkt aan de voorbereiding van de ‘overstap’ en aan
oplossingen voor enkele knelpunten. 

Het SIS II-project ligt goed op schema nadat voor de zomer de
‘Mijlpaal-2’ test positief is afgerond. De CTE (Compliance Tests
Extended) zijn door nagenoeg alle lidstaten succesvol uitgevoerd. De
lidstaten zijn begonnen met de uitvoering van de zogenaamde
Comprehensive Tests. Deze testfase wordt gezamenlijk geleid door de
Commissie en de GPMB (Global Programme Management Board)
vertegenwoordigers (onder wie een Nederlander). Alle lidstaten hebben
inmiddels de testen doorlopen en de eerste ‘re-runs’ voor gefaalde
tests zijn gestart. Knelpunt in deze testfase zijn de analyses van de
resultaten die worden uitgevoerd door de Franse firma JDC in
samenwerking met C.SIS, de Centrale SIS I organisatie. Dit gaat
langzamer dan voorzien. Hoewel volgens planning deze testfase eind
september moest aflopen, hebben er enkele lidstaten de testen nog niet
afgerond. Deze testen zullen worden gevolgd door de SIRENE Functional
Tests en zullen naar verwachting worden geleid door het Voorzitterschap
en een team van vertegenwoordigers uit de lidstaten. De testplannen
hiervoor liggen sinds medio september klaar.

Parallel aan deze activiteiten is in de eerste week van oktober de
‘Beperkte Overstap Oefening’ (LMR) geweest. Hierin test de Commissie
samen met de leverancier de overgang van SIS1+ naar SIS II. Aan deze
test nemen drie lidstaten deel. Deze test zal worden gevolgd door de
‘Algemene Overstap Oefening’ (GMR), waaraan alle lidstaten die over
zullen stappen zullen meedoen. Deze twee testfases zullen moeten
aantonen of de uiteindelijke overgang ook realiseerbaar is conform
planning.

Het bovenstaande dient de voorbereiding van de werkelijke overgang
(‘Live Data Migration’) van SIS I+ naar SIS II die voor begin 2013
is voorzien.

Alhoewel één en ander er positief uitziet, blijven er nog risico’s
bestaan. Deze zitten voornamelijk in de strakke planning. De Commissie
en de GPMB houden hier de vinger aan de pols. Daarmee kan Nederland de
thans voorliggende planning van de Commissie steunen.

 Kamerstukken II 2010/11, 32 502 nr 10.

 Kamerstukken II 2012/13, 23 987 nr. 125.

 COM (2012) 472