[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33115, bijgewerkt t/m nr. 8 (NvW d.d. 16 november 2012)

Regels voor de opslag van duurzame energie (Wet opslag duurzame energie)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2012D40844, datum: 2012-11-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z25933:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 8 (NvW d.d. 16 november 2012)



	33 115	Regels voor de opslag duurzame energie (Wet opslag duurzame
energie)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het wenselijk is een heffing
in te voeren op het verbruik van elektriciteit en aardgas om het
stimuleren van de productie van duurzame energie te financieren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL 1

1. Onder de naam opslag duurzame energie wordt een heffing geheven op
aardgas en elektriciteit.

	2. De opslag duurzame energie wordt door de rijksbelastingdienst
geheven en ingevorderd.

3. De opslag duurzame energie wordt geheven met overeenkomstige
toepassing van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I, VI en IX
van de Wet belastingen op milieugrondslag, met dien verstande dat: 

a. de in artikel 63 opgenomen belastingvermindering niet geldt; 

b. de op grond van artikel 90 toe te passen indexatie niet geldt;

c. de in die hoofdstukken opgenomen verwijzingen naar artikel 59, eerste
lid, onderdeel a, worden gelezen als verwijzingen naar artikel 2, eerste
lid, onderdeel a, verwijzingen naar artikel 59, eerste lid, onderdeel c,
worden gelezen als verwijzingen naar artikel 3, verwijzingen naar
artikel 59, derde lid, worden gelezen als verwijzingen naar artikel 2,
eerste lid, onderdeel b, en verwijzingen naar artikel 60, eerste lid,
worden gelezen als verwijzingen naar artikel 2, eerste lid, onderdeel c.

4. De heffing en de invordering van de opslag duurzame energie geschiedt
met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de
Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en de
Kostenwet invordering rijksbelastingen. 

Artikel 2

1. Het tarief voor de opslag duurzame energie bedraagt voor: 

a. aardgas, met uitzondering van aardgas als bedoeld in de onderdelen b
en c en het tweede lid, met een bovenste verbrandingswaarde van 35,17
megajoule per Nm3 voor dat gedeelte van de geleverde hoeveelheid per
verbruiksperiode van twaalf maanden per aansluiting dat: 

1°. niet hoger is dan 170.000 kubieke meter, per kubieke meter
€ 0,0023 in 2013, € 0,0046 in 2014, € 0,0074 in 2015 en €
0,0113 in 2016;

2°. hoger is dan 170 000 kubieke meter, maar niet hoger dan 1 000 000
kubieke meter, per kubieke meter € 0,0009 in 2013, € 0,0017 in
2014, € 0,0028 in 2015 en € 0,0042 in 2016;

3°. hoger is dan 1 000 000 kubieke meter, maar niet hoger dan 10 000
000 kubieke meter, per kubieke meter € 0,0003 in 2013, € 0,0005 in
2014 en € 0,0008 in 2015 en € 0,0013 in 2016; 

4°. hoger is dan 10 000 000 kubieke meter, per kubieke meter
€ 0,0002 in 2013, € 0,0004 in 2014 en, € 0,0006 in 2015 en €
0,0009 in 2016; 

b. aardgas met een bovenste verbrandingswaarde van 35,17 megajoule per
Nm3 dat wordt geleverd aan een verbruiker die dat aardgas gebruikt voor
een installatie voor blokverwarming, niet zijnde een installatie voor
stadsverwarming waarbij grotendeels gebruik wordt gemaakt van
restwarmte, per kubieke meter € 0,0023 in 2013, € 0,0046 in 2014,
0,0074 in 2015 en € 0,0113 in 2016; 

c. aardgas met een bovenste verbrandingswaarde van 35,17 megajoule per
Nm3 voor verwarming ter bevordering van het groeiproces van
tuinbouwproducten als bedoeld in post a 32 van de bij de Wet op de
omzetbelasting 1968 behorende Tabel I, voor dat gedeelte van de
geleverde hoeveelheid per verbruiksperiode van twaalf maanden per
aansluiting dat: 

1°. niet hoger is dan 170.000 kubieke meter, per kubieke meter
€ 0,0004 in 2013, € 0,0007 in 2014, €0,0012 in 2015 en €
0,0018 in 2016; 

2°. hoger is dan 170 000 kubieke meter, maar niet hoger dan 1 000 000
kubieke meter, per kubieke meter € 0,0004 in 2013, € 0,0009 in
2014, € 0,0014 in 2015 en € 0,0021 in 2016; 

3°. hoger is dan 1 000 000 kubieke meter, maar niet hoger dan 10 000
000 kubieke meter, per kubieke meter € 0,0003 in 2013, € 0,0005 in
2014, € 0,0008 in 2015 en € 0,0013 in 2016; 

4°. hoger is dan 10 000 000 kubieke meter, per kubieke meter
€ 0,0002 in 2013, € 0,0004 in 2014, € 0,0006 in 2015 en €
0,0009 in 2016.

2. Voor aardgas dat wordt geleverd aan een CNG-vulstation wordt geen
tarief vastgesteld.

Artikel 3

Het tarief voor de opslag duurzame energie bedraagt voor elektriciteit
voor dat gedeelte van de geleverde hoeveelheid per verbruiksperiode van
twaalf maanden per aansluiting dat:

a. niet hoger is dan 10 000 kWh € 0,0011 in 2013, € 0,0023 in 2014,
€ 0,0036 in 2015 en € 0,0056 in 2016;

b. hoger is dan 10 000 kWh, maar niet hoger dan 50 000 kWh, per kWh €
0,0014 in 2013, € 0,0027 in 2014, € 0,0046 in 2015 en € 0,007 in
2016;

c. hoger is dan 50 000 kWh, maar niet hoger dan 10 000 000 kWh, per kWh
€ 0,0004 in 2013, € 0,0007 in 2014, € 0,0012 in 2015 en € 0,0019
in 2016;

d. hoger is dan 10 000 000 kWh, per kWh voor niet-zakelijk verbruik
€0,000017 in 2013, € 0,000034 in 2014, €0,000055 in 2015 en €
0,000084 in 2016;

e. hoger is dan 10 000 000 kWh, per kWh voor zakelijk verbruik
€ 0,000017 in 2013, € 0,000034 in 2014, 0,000055 in 2015 en €
0,000084 in 2016. 

Artikel 4

	Deze wet wordt aangehaald als: Wet opslag duurzame energie.

Artikel 5

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1