[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de workshop over de veranderingssnelheid van de samenstelling van het hoog-calorische gas

Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Bijlage

Nummer: 2012D41632, datum: 2012-11-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van een schriftelijk overleg over de ministeriële regeling Gassamenstelling (opnieuw rond i.v.m. een nagezonden bijlage) (min ELI) (2012D38471)

Preview document (🔗 origineel)




	  if   DOCPROPERTY  lblOmschrijving  Omschrijving  <> "" "  DOCPROPERTY
 lblOmschrijving  Omschrijving " ""  Omschrijving 	  if   DOCPROPERTY 
lblOmschrijving  Omschrijving  <> "" "  DOCPROPERTY  cdpOmschrijving   "
""   

  if   DOCPROPERTY  lblDatumTijd  Vergaderdatum en -tijd  <> "" " 
DOCPROPERTY  lblDatumTijd  Vergaderdatum en -tijd " ""  Vergaderdatum en
-tijd 	12-6-2012 10:00 tot 17:00  if   DOCPROPERTY  lblDatumTijd 
Vergaderdatum en -tijd  <> "" "  DOCPROPERTY  cdpDatumTijd   " ""   

  if   DOCPROPERTY  lblLocation  Vergaderplaats  <> "" "  DOCPROPERTY 
lblLocation  Vergaderplaats " ""  Vergaderplaats 	  if   DOCPROPERTY 
lblLocation  Vergaderplaats  <> "" "  DOCPROPERTY  cdpLocation  Utrecht
" ""  Utrecht 

  if   DOCPROPERTY  lblAanwezig  Aanwezig  <> "" "  DOCPROPERTY 
lblAanwezig  Aanwezig " ""  Aanwezig 	Zie verslag  if   DOCPROPERTY 
lblAanwezig  Aanwezig  <> "" "  DOCPROPERTY  cdpAanwezig   " ""   

  if   DOCPROPERTY  lblAfwezig  Afwezig  <> "" "  DOCPROPERTY 
lblAfwezig  Afwezig " ""  Afwezig 	  if   DOCPROPERTY  lblAfwezig 
Afwezig  <> "" "  DOCPROPERTY  cdpAfwezig   " ""   

  if   DOCPROPERTY  lblCopyTo  Kopie aan  <> "" "  DOCPROPERTY 
lblCopyTo  Kopie aan " ""  Kopie aan 	  if   DOCPROPERTY  lblCopyTo 
Kopie aan  <> "" "  DOCPROPERTY  cdpCopyTo   " ""   





	Achtergrond

Met het invoeden van meer afwisselende soorten gas in de nabije en verre
toekomst – zoals na afloop van de H-gastransitie aan de orde zal zijn
– kunnen er bij eindgebruikers vaker en grotere variaties optreden in
de gassamenstelling. 

Voor diverse toepassingen kunnen te snelle wisselingen in samenstelling
gevolgen hebben op het gebied van de bedrijfsvoering, veiligheid en
voorzieningszekerheid (gasturbines).

Om gedurende de overgangsperiode de variaties te verminderen, heeft het
ministerie van EL&I afspraken gemaakt met de GATE LNG terminal en GTS,
zoals het tankmanagement en het signaleringssysteem. Verdere maatregelen
om wisselingen te beheersen of om hiermee om te gaan zijn denkbaar bij
invoeders, de netbeheerder en bij de eindgebruikers. 

Doelstelling

De workshop had tot doel om de aard en frequentie van wisselingen in de
gassamenstelling en de gevolgen ervan voor de grootgebruikers in beeld
te brengen. Tevens was de workshop bedoeld om, op basis van ervaringen,
technische oplossingen met elkaar te bespreken. Hiermee werd gehoor
gegeven aan de zorg van de eindgebruikers rond de consequenties van de
snelheid van veranderingen in de gassamenstelling. De workshop werd
georganiseerd mede mede op verzoek van de VEMW en EnergieNederland.

Aanwezige organisaties

Air Products Nederland B.V.

AkzoNobel

Alstom Power Nederland BV

Cogen

DGTA

DONG Energy Markets bv

E.ON Benelux N.V.

Enecogen V.O.F.

Energie Nederland

Essent

Gastransportservices

Gasunie 

Gate LNG Terminal B.V.

GDF SUEZ Energie Nederland

GE

KEMA

Kiwa Nederland B.V.

Ministerie van EL&I

OCI

Projectbureau Nieuw Aardgas

Siemens

Tata Steel

USG/DSM/SABIC/OCI

VEMW

(Dit verslag is geen woordelijke weergave van de discussie maar omvat de
hoofdpunten van de presentaties en de naar aanleiding daarvan gestelde
vragen)

1. Opening en Inleiding

Voorzitter: Bert Stuij/AgentschapNL

De voorzitter opende de workshop met een korte terugblik op historische
veranderingen in gasvoorziening en het doel van de dag.

Namens het projectbureau Nieuw Aardgas ging de heer Clement met een
presentatie in op de aanleiding voor de veranderingen. De activiteiten
van het projectbureau in het afgelopen (anderhalf)jaar passeren de
revue. De resultaten van de in dit jaar uitgevoerde enquête werden
toegelicht. Bedoeling van de enquête is om het proces van aanpassingen
aan de kant van de grootgebrukers te monitoren. Op basis van de
resultaten ervan gaf de heer Clement aan het advies aan de minister te
zullen geven om nog minimaal een jaar (tot eind 2013) de mix van
maatregelen te handhaven.

2. Presentatie GTS

De heer Borghols van GTS gaf vervolgens een overzicht van de huidige
variaties in de samenstelling van de hoogcalorische gassen, de huidige
variatiesnelheid en de verwachtingen voor de toekomst. 

Nieuwe bronnen die in productie genomen worden samen met nieuwe
verbindingen met andere leveranciers zorgen dat de historische
wobbe-band niet naar de toekomst toe gegarandeerd kan worden. Over de
(toekomstige) samenstelling van Russisch gas is weinig bekend.

De verandering in de verdeling van propaanequivalent en methaangetal in
Rotterdam is tot nu toe beperkt geweest. Het propaanequivalent is het
afgelopen jaar gemiddeld zelfs lager geweest dan de 5 jaar daarvoor.

GTS schetste vervolgens de verandering in intensiteit en frequentie van
de variaties in wobbe-index. Zo is er in het Rotterdamse H-gas een
toename waargenomen van de veranderingssnelheid sinds de start van de
Gate terminal.

De discussie over de frequentie/voorkomen van grote sprongen in de
wobbe-index wordt bemoeilijkt door de verschillende middelingstijd in de
grafieken (uur/kwartier). 

Naar aanleiding hiervan merkte een van de gebruikers op dat waar er
snellere meetinstrumenten (continue metingen) worden gebruikt er ook
snellere variaties worden gemeten (standaard wordt in het net om de 15
minuten gemeten).

GTS lichtte het ontstaan van snelle variaties in het net toe aan de hand
van de zogenaamde kwaliteitsfronten. Deze ontstaan niet alleen door
activiteiten van de invoeder, maar ook door het verbruikspatroon en de
positie van de ingevoede gassen in het net.

Vanwege het grote aantal eindgebruikers in de regio werd door GTS de
werking van het net in de omgeving van Rotterdam nader toegelicht. De
complexiteit van het net (verschillende invoeders zoals Maasmond, Gate,
on-shore velden, gas vanaf midden Nederland) en het grote aantal
aangeslotenen maakt de beheersbaarheid complex. Informatievoorziening
vindt plaats via het GC-link systeem, waarbij data van relevante
analyzers in het net kan worden verstrekt.

Vragen:

- Vanuit de gebruikers wordt aangegeven dat de bredere band lastig is
voor de bedrijven. Is het niet mogelijk het relatief laagcalorische gas
in pseudo g-gas om te zetten, waardoor de ondergrens van de Wobbe-band
bij H-gas gebruikers ook omhoog kan? 

In reactie daarop gaf GTS aan dat op de plekken waar het gas binnenkomt
de infrastructuur daarvoor niet aanwezig is. De mengruimte die er is
wordt benut, maar daaraan zijn beperkingen. Een garantie dat de band
tussen 50 en 55 blijft is daarom niet mogelijk.

- Vanuit de gebruikers wordt gemeld dat de verschillen in
propaanequivalent (PE) problemen opleveren voor bedrijven die gas als
grondstof (feedstock) gebruiken. Verder wordt de vraag gesteld  of er
verwachtingen zijn ten aanzien van het methaangetal. 

In antwoord hierop gaf GTS aan dat er geen verwachtingen voor het
methaangetal zijn berekend, wel de variaties ten aanzien van
propaanequivalent waaruit in grote lijnen geconcludeerd kan worden wat
er met het methaangetal gebeurt. 

- Vanuit de gebruikers werd vervolgens de vraag gesteld of deze
veranderingen werden verwacht. 

In reactie hierop gaf GTS aan dat hierover vooraf geen verwachtingen
waren uitgesproken. Niet alle veranderingen zijn veroorzaakt door de
komst van LNG.

- Vanuit de gebruikers werd de vraag gesteld of de hoeveelheid van het
ingevoede gas op een entry-punt begrensd kan worden om deze wisselingen
tegen te gaan.

In reactie daarop gaf GTS aan dat zij geen wettelijke mogelijkheden
heeft om aangeboden gas te weigeren (binnen de geldende specificaties).
Hiermee zou trouwens in de markt ingegrepen worden.

Gevraagd wordt of variaties in de wobbe-index over de hele band (van
48-55,7 in de toekomst) kunnen voorkomen en of het bekend is hoever
buiten Rotterdam het LNG van GATE tot nog toe is gekomen. Verder werd
gevraagd wat GTS zal doen als er Russisch gas geleverd wordt met
wobbe-index 45.  

In antwoord daarop geeft GTS aan dat het niet uitgesloten kan worden dat
een dergelijke situatie zich voordoet. Verder is het niet exact bekend
hoeveel gas buiten de regio Rotterdam is verspreid, maar in ieder geval
is tot dan toe heel weinig geweest. 95% van de tijd is het LNG volledig
binnen de regio Rotterdam verbruikt.

In verband met eventuele leveringen uit Rusland met een wobbe-index van
45 stelde GTS dat alle aangeleverd gas binnen de entry specificaties
moet blijven en dat een wobbe-index van 45 daarbuiten valt.

3. Presentatie GATE LNG Terminal.

Namens GATE LNG Terminal lichtte de heer Tiktak de ervaringen van GATE
toe en de tot nu toe genomen maatregelen. De variatie in het aangelande
LNG is beperkt gebleven (wobbe-index tussen 54,1-55,4) en de gemiddelde
flow is laag geweest. Minimum productie is het boil-off gas (BOG).
Tijdens en enige tijd na het ontladen van een nieuwe cargo is er altijd
meer BOG, waardoor de capaciteit voor GATE niet altijd te limiteren is.
GATE doet aan tankmanagement om de variaties te beheersen: door
rondpompen en door het aanpassen van de vulmethode kan laagvorming in de
tanks beperkt worden.

Gate benadrukte ook dat een atmosferische opslag ook beïnvloed wordt
door zaken als weeromstandigheden en de heersende luchtdruk. Dat kan de
hoeveelheid boil-off gas (en dus de levering aan het net) sterk
beïnvloeden.

Vragen:

Vanuit de gebruikers wordt gevraagd of GATE kan mengen bij het vergassen
van het LNG en of laagvorming een probleem vormt voor GATE.

In reactie daarop geeft GATE aan dat zij dat kunnen, door uit
verschillende tanks te onttrekken maar dat is gelimiteerd door de
minimumcapaciteit van de pompen. 

Laagvorming kan alleen een probleem vormen als de lagen instabiel worden
en er een zogenaamde “rollover” zou kunnen optreden. In dat geval
kan een is een (aanzienlijk) probleem ontstaan, waarbij grote
hoeveelheden boil-off gas kunnen vrijkomen.

- Vervolgens werd gevraagd naar de samenstelling van boil-off gas, of
dat altijd 99+% methaan is. 

Daarop werd gereageerd dat het verschilt in de tijd. Bij het ontladen
van een schip komt in het boil-off gas ook stikstof en lagere
koolwaterstoffen voor, na verloop van tijd wordt het meer en meer alleen
methaan.

- Vervolgens werd de vraag gesteld of de maatregel rond tankmanagement
tijdelijk van aard is en of die permanent gemaakt zou kunnen worden.
Zijn er andere dan commerciële redenen om tankmanagement in een latere
fase te staken?  Tevens werd gevraagd of de ladingen altijd verdeeld
worden over meer tanks. Vervolgens werd nog aan de orde gesteld of een
terminal technisch de wobbe-index van het uitgaande gas kan beheersen. 

Hierop werd gereageerd dat tankmagement redelijk standaard is, opgenomen
in handleidingen maar de manier waarop het nu wordt toegepast heeft
zeker effect op de bedrijfskosten (elektriciteit voor pompen en
hoeveelheid Boil-Off Gas). Bij de vraag of tankmanagement, zoals nu
wordt toegepast, voortgezet kan worden, werd gesteld dat het technisch
mogelijk is, maar niet op een economische manier.

Vervolgens werd gevraagd naar de marktontwikkeling voor LNG, veel LNG
gaat naar Japan vanwege het stilleggen van de kerncentrales. Ook werd
gevraagd of de situatie in Nederland verschilt van enkele Zuid-Europese
landen, waar veel LNG wordt toegepast en er weinig variatie in de
wobbe-index bij de afnemers is te constateren.

In reactie daarop werd aangegeven dat de markt sterk veranderd is sinds
Fukushima. GATE gebruikt maar een minimaal deel van de capaciteit. De
terminal is berekend op een lading per 2-3 dagen. Wat betreft een aantal
Zuid-Europese landen kwam de reactie dat de situatie bij GATE anders is
vanwege het open-access karakter, er zijn geen langjarige contracten met
één leverancier.

4. Presentaties eindgebruikers: 

4.a GDF Suez, Boonstra

De presentatie ging in op de ervaringen van GDF Suez bij de Eemscentrale
in Groningen. Vanaf begin is deze centrale gereed gemaakt voor twee
gaskwaliteiten Noordzee en Ecofisk met relatief groot verschil in
wobbe-index (49 en 54 MJ/m3). Na verloop van tijd ontstonden er meer
problemen door snellere wisseling tussen de twee kwaliteiten. Door
instabiliteit van de branders ontstonden trillingen waardoor breuk in de
brander optrad.

Diverse maatregelen zijn getroffen in overleg met turbineleverancier.
Snelle analyzers worden ingezet om de modified wobbe-index te regelen
door aanpassing van de temperatuur van het gas. Een detectiesysteem voor
trillingen is geïntroduceerd. De centrale heeft een beperkt
efficiencyverlies (0,2-0,3%) door lagere ingangstemperatuur. De
installatie kan nu wobbevariaties aan van -7 tot 13%, gerekend vanaf het
tuningpunt van de branders.

Goede samenwerking met fabrikant was noodzakelijk, oplossingen zijn
bedrijfs/situatiespecifiek. De kosten van de aanpassing (enkele
tientallen miljoenen euro) zijn door GDF gedragen. Dit is inclusief het
vanwege leeftijd vervangen besturingssysteem

Vragen:

Voortgaand op de kwaliteit vs. de specificaties werd gevraagd of de
samenstelling binnen de GEI specificaties voor de DLN 2.6+ bleef. Tevens
werd de vraag gesteld of het gas binnen de specificatie van de OEM
bleef. 

In verband met de GEI specificatie werd de vraag bevestigend geantwoord,
de specificaties hiervoor zijn breder dan standaard. Wat betreft de
tweede vraag werd gesteld dat dat ook het geval was, door de twee
settings. Soms kwam de samenstelling buiten grenzen, waardoor de brander
in safe mode ging

Gevraagd werd ook naar de invloed op de NOx-emissie. Ontstonden er geen
problemen met de emissie-eisen voor NOx? 

Daarop werd gesteld dat tijdelijke overschrijdingen zijn opgetreden maar
het gemiddelde voldeed aan de normen.

Vanuit de zaal werd gevraagd naar de overblijvende risico’s, na alle
genomen maatregelen en of het risico te verzekeren is

Daarop werd geantwoord dat de onduidelijkheid over Russisch gas als een
risico wordt gezien en het effect van grotere hoeveelheden
koolwaterstoffen. Met het verzekeren van deze type risico’s zijn geen
ervaringen te melden.

Daarop werd geïnformeerd naar de afgegeven garanties op het DLN 2.6
systeem. 

In reactie daarop werd aangegeven dat er geen harde garanties zijn, wel
verwachtingen. De eigen risico-inschatting is dat het acceptabel is.

Ten aanzien van de gekozen oplossing werd nog gevraagd of een mengorgel
nog is overwogen. 

Daarop werd gereageerd dat gekozen is voor een upgrade van de
gasturbines.

4.b OCI Nitrogen, Raeymaekers

OCI heeft in Geleen een tweetal ammoniakfabrieken die aardgas omzetten,
het verbruik is hoog met 1 miljard m3 per jaar, gedeeltelijk als
brandstof en gedeeltelijk als grondstof voor het proces. Hoge
temperatuur katalytisch reformen en gaszuivering leidt tot waterstof en
stikstof wat wordt omgezet in ammoniak.

Bij variaties in de brandstofkwaliteit kunnen problemen ontstaan in het
fornuis, dat wordt bedreven met een minimale luchtovermaat (1%
restzuurstof). Via detectieapparatuur, training van operators (met
simulator) en informatie over kwaliteitsverandering via GTS moeten
variaties opgevangen worden. Door gunstige locatie is een lange
waarschuwingstijd voorhanden (8-10 uur voordat een gedetecteerde
wijziging arriveert). Als niet op de optredende wijziging wordt
geanticipeerd kunnen problemen ontstaan. Als voorbeeld wordt een
situatie uit de praktijk beschreven met variatie in WI van 1 MJ in 15
minuten. Door de verandering liep de restzuurstof in het fornuis tot 0
terug, waardoor in het geval dat het onverbrand in de rookgasafvoer
terechtkomt gevaar kan opleveren. Daarnaast leidt de variatie tot
onvoldoende beheersing in de H/N verhouding, wat uiteindelijk ook een
uitval zou kunnen veroorzaken. Deels zijn verschillen in respons
misschien te wijten aan verschillen tussen operators.

OCI heeft ook een turbine als aandrijving voor de compressor.  Dit is
een zeer essentieel onderdeel voor het proces, een onderdeel dat niet
mag uitvallen. Bij variatie in de wobbe-index van het gas treden
pulseringen op, wat mogelijke gevolgen heeft voor de betrouwbaarheid.

Vragen:

Vanuit de zaal werd in relatie tot het gebruikte voorbeeld gevraagd of
de wijziging in wobbe-index vooraf was geconstateerd en of andere
ervaringen op andere locaties zijn opgedaan. Zijn de te verwachten
problemen technisch oplosbaar door te anticiperen? 

In verband met het concrete geval werd gesteld dat deze vooraf
gedetecteerd was. Gesuggereerd werd dat een mogelijke oplossing is om
via upstream informatie via GC-link vooraf een tijdelijke offset voor
het restzuurstof in te stellen zodat bij gaskwaliteitsvariatie geen
gevaarlijke situatie meer kan optreden. De vertegenwoodiger van OCI gaf
ook aan dat men hoopt de te verwachten problemen technisch op te kunnen
lossen maar dat er een aanpassing/vernieuwing van het controlesysteem
nodig zou kunnen zijn. Daarvoor bestaat alleen een mogelijkheid bij
grootschalig onderhoud en productiestop.

Verder werd aangegeven dat op andere locaties meestal sprake is van een
meer stabiele gaskwaliteit.

4.b Air Products, Van Deursen

In de presentatie lichtte Air Products het productieproces toe. In de
autotherme reformer wordt synthesegas gemaakt, waarbij een regeling
plaatsvindt door zuurstoftoevoer en stoom. De zuurstof/koolstof
verhouding is erg belangrijk, afwijkingen zorgen voor
temperatuurvariaties die tot trips kunnen leiden. Doordat de fabriek in
Rijnmond is gelegen is er een zeer korte waarschuwingstijd voor
wijzigingen; door de analysetijd van 15 minuten is een
kwaliteitsverandering soms al gearriveerd voor het signaal wordt
gegeven. 

Gevolgen van een eventuele trip van de reactor zijn aanzienlijk,
meerdere klanten zijn afhankelijk van de levering en er is een lange en
kostbare herstarttijd. Het proces minder kritisch bedrijven biedt ook
enig soelaas, maar gaat ten koste van rendement en capaciteit.

Een prereformer die in staat zou zijn de hogere koolwaterstoffen af te
breken zou een investering van 3-5 miljoen euro vergen. Andere opties
zijn o.a. een meetsysteem on-site gebruiken met een zeer snelle
responstijd en aanpassingen van de procesregeling; dan nog blijft het
bijsturen van het proces lastig.

Vragen:

Gevraagd wordt of een responstijd van 5 minuten van een gaschromatograaf
in het GTS netwerk hiervoor hulp zou bieden. 

In reactie daarop wordt aangegeven dat dat zou helpen maar de korte tijd
tussen detectie en effect blijft een probleem. Een vooraanmeldingstijd
van de wijziging in gaskwaliteit van tenminste 20-25 minuten is nodig.
Afwobben door GTS met CO2 als inert zou het feedstockproces een stuk
beheersbaarder maken.

5. Algemene Discussie:

De hoge mogelijke PE-waarde is een probleem voor gasmotoren, beperking
daarvan is vanuit het oogpunt van de gebruikers wenselijk. Het
economische plaatje voor een stripinstallatie is ongunstig, de variatie
in LNG kwaliteit en hoeveelheid maakt de investering bedrijfsmatig
onhaalbaar. Gesteld wordt dat het principe dat iedereen zich moet zich
aanpassen voor een PE 11,5 die alleen bij uitzondering misschien bij
Gate kan aankomen, inefficiënt is.

Gemeld wordt dat er nog steeds nieuwe velden in productie worden
genomen, lokaal, met soms erg hoge PE-waarde. Een voorbeeld is bekend.
GTS moet dergelijke leveringen accommoderen.

De keuze zou volgens de gebruikers gemaakt moeten worden op basis van de
laagste maatschappelijke kosten. Waar nodig moeten die kosten
gesocialiseerd worden in de transportkosten.

Gesteld wordt dat ook vanuit het EU perspectief gezien, men terugkomt
van de wens van volledige uitwisselbaarheid om dat de kosten te hoog
zijn en niet gecompenseerd worden door economische baten.

Uiteindelijk is het de verantwoordelijkheid van de eindgebruiker om een
robuuste toepassing te realiseren die de gasvariaties kan opvangen. De
wens om een uitzonderingssituatie in Nederland te handhaven is niet
toekomstbestendig.

Uiteindelijk komen de kosten toch bij de eindgebruiker, ofwel als
aanpassingskosten, ofwel als transportkosten, als centraal aangelegde
voorzieningen gesocialiseerd worden.

Het is met name de snelheid van variaties die het probleem veroorzaakt,
dat is niet specifiek voor de invoeding van GATE maar inherent aan de
layout van het totale netwerk. Het daarmee omgaan is een opgave voor
alle gebruikers.

Gepleit wordt voor een nieuwe studie naar de redelijkheid van de kosten,
omdat de situatie wezenlijk veranderd is.

Een goede balans in de eisen aan de verschillende partijen is
belangrijk.

Qua beleid staat het raamwerk vast, dat is vastgelegd in de Tweede
Kamer. Het is belangrijker om nu oplossingen te zoeken.

6. Middagsessie Gasturbines:

6.a Presentatie Siemens, Hardy Kliemke

Siemens ging in de presentatie in op de flexibiliteit in
brandstofspecificaties. Historisch is ingeregeld op de bestaande
gaskwaliteiten, de toekomstige LNG’s hebben een range die daarbuiten
ligt, maar zouden ook verwerkt kunnen worden. 

De standaard kwaliteitsgrenzen zijn +/- 5% van een setpoint, daarnaast
is het mogelijk om een verbrede kwaliteitsgrens aan te houden,
waarbinnen de turbine nog goed opereert maar waarbij enkele concessies
worden gedaan aan efficiency, emissies of betrouwbaarheid. Bij de
installatie zal dat extra metingen vergen. 

Er is sprake van een afweging tussen de mogelijke variabiliteit van de
brandstof, de efficiency de emissie, etc. Welk punt of welke range
gekozen wordt is een compromis.

Gevraagd wordt of kunnen snelle variaties kunnen worden opgevangen.

De reactie daarop is bevestigend met als consequentie enig verlies in
vermogen.

6.b Presentatie GE, Gilles Basset

Gasturbines kunnen geschikt gemaakt worden voor zeer diverse kwaliteiten
van gas, van zeer lage tot zeer hoge verbrandingswaarden. De
verbrandingstechnologieën kunnen verschillen afhankelijk van de
gaskwaliteit, maar die technologieën zijn zeker beschikbaar. 

Voor een brandertype is de variatie in de gemodificeerde WI bepalend. De
variatie mag daarin standaard +/- 5% zijn volgens de GEI41040
specificaties. Daarbuiten is maatwerk. Door temperatuuraanpassing is een
‘winst’ van 1-2 punten in de toegestane WI bandbreedte mogelijk.

Een andere specificatie die belangrijk kan zijn is het koolwaterstof
dauwpunt. Door verlaagde temperatuur na drukreductie zou druppelvorming
kunnen optreden wat een probleem kan veroorzaken.

Het modernste systeem is het zogenaamde Opflex/Autotune met een
potentiële variatie van +/- 20% in gemodificeerde wobbe-index. Dit
systeem is modelgestuurd en verwerkt bijvoorbeeld ook atmosferische
veranderingen.

6.c Alstom, van Elst

In de presentatie werd ingegaan op de activiteiten van Alstom in
Nederland en het leveringspakket (Gasturbines van meer dan 100MW). Voor
bestaande turbines is er geen algemeen verhaal, de mogelijkheden hangen
af van de specifieke situatie. Een retrofit oplossing is beschikbaar in
de vorm van een ‘fuel-flexibility package’ waarin onder andere
snelle infrarood-analysers zijn opgenomen. Daardoor kan snel
gecompenseerd worden voor variaties in koolwaterstof gehalte. 

Voor nieuwe situaties is een gasturbine beschikbaar (G26) die met een
ruime variatie om kan gaan, o.a. door het getrapte verbrandingssysteem.

6.d Gasturbine discussie:

Aan de aanwezige gasturbinefabrikanten werd gevraagd of er meer te
zeggen is over de af te geven garanties. Vanuit de fabrikanten wordt
daarop gereageerd dat garanties buiten de normale specificaties kunnen
worden verstrekt, maar daaraan zullen kosten verbonden zijn, omdat bij
zwaardere garanties de ontwerpspecificaties meer ingebouwde veiligheid
zullen krijgen. 

De veranderingssnelheid is een lastige zaak omdat de meeste situaties
geen snelle continue meting beschikbaar hebben zodat overschrijding van
een maximale variatiesnelheid niet kan worden aangetoond. Aanvullend
daarop wordt aangegeven dat garanties vooral worden afgegeven voor
nieuwe systemen, minder voor bestaande, en dat het uiteindelijk een
commerciële afweging is. Er is tussen de leveranciers onderling
nauwelijks verschil in de opvattingen hierover.

Ter precisering wordt nog doorgevraagd naar het type garantie: gaat het
om efficiency, emissie, of betrouwbaarheid? De reactie daarop is dat het
een kwestie van prioritering is waarbij de vraag van de klant bepalend
is. Aanvullend daarop wordt aangegeven dat het effect op efficiency vaak
beperkt is, maar dat de emissiegrenzen voor NOx limiterend kunnen zijn.

Gevraagd naar de acceptabele snelheid van veranderingen in de
wobbe-index van het gas worden vergelijkbare antwoorden gegeven
variërend van de hele acceptabele bandbreedte van 10% in één minuut
(effectief ongeveer 5 MJ/minuut) tot 0,1% van de wobbe-index per seconde
(3  MJ/minuut).

7. Afsluiting:

GTS benadrukt aan het eind van de vergadering dat men openstaat voor
gesprekken over individuele oplossingen en maatwerk, waar mogelijk.

De voorzitter sluit de bijeenkomst af, concluderend dat er met name op
gasturbine gebied verschillende opties zijn aangedragen die een bijdrage
kunnen leveren aan het goed omgaan met variaties in gassamenstelling.

Een ieder wordt bedankt voor de waardevolle bijdragen. Er is een
mogelijkheid voor eindgebruikers om één op één met de leveranciers
te spreken over hun gasturbines.

Agenda workshop H-gas composition

12 June 2012, jaarbeurs, Utrecht

9:30	Reception

10:00 	Welcome and Introduction

10:20	Presentation by GTS:  aspects of the H-gas grid, expectations of
composition and possible measures to reduce fluctuations. 

10:50 	Presentation by GATE LNG Terminal on the experience of the past
year. 

11:15 	Coffee break

11:30	Experiences by end users

   - GDF Suez

12:00 	Lunch break

12:45 	Experiences by end users - continued

- USG / OCI Nitrogen reformer

- Air Products

Each of the examples will give a presentation on:

the kind of applications involved

necessary measures to meet the new gas composition and fluctuations

evaluation of these measures: technical and economical

possible limitations of these measures: is further action needed?

13:45 	Discussion

14:00 	Conclusion of general part of the workshop and coffee/ thee break

Afternoon session on gas turbines

14:30 	Introduction

Presentations by gas turbine manufacturers

Implications of new gas composition on current installed technologies

Available technologies (new and retrofit) to accommodate for the new
composition.

15:10	Discussion

15:30	Time for bilateral consultation between end users and turbine
manufacturers

16:00	End



	Pagina   PAGE  2  van   sectionpages  11 







  if   DOCPROPERTY  cdpSubject  verlslag workshop 12-6-2012  <> "" " 
DOCPROPERTY  cdpSubject  verlslag workshop 12-6-2012 " ""  verlslag
workshop 12-6-2012 





	Pagina   PAGE  1  van   sectionpages  11 



  docproperty cdpdirectie  NL Innovatie 

  docproperty cdpafdeling   





Datum

  CREATEDATE  \@ "d MMMM yyyy"  \* MERGEFORMAT  17 oktober 2012 

  if   DOCPROPERTY  cdpOurReference    <> "" "  DOCPROPERTY 
lblOurReference    

  DOCPROPERTY  cdpOurReference    

" ""     if   DOCPROPERTY  cdpNumberOfEnclosures    <> "" "  DOCPROPERTY
 lblNumberOfEnclosures  Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. 

  DOCPROPERTY  cdpNumberOfEnclosures    

" ""   





  if   docproperty cdpdirectie  NL Innovatie  <> "" "  docproperty
cdpdirectie  NL Innovatie 

" ""  NL Innovatie

   if   DOCPROPERTY  Company_address_V1  Prinses Beatrixlaan 2  <> "" " 
DOCPROPERTY  Company_address_V1  Prinses Beatrixlaan 2 

" ""  Prinses Beatrixlaan 2

   if   DOCPROPERTY  Company_address_V2  2595 AL  Den Haag  <> "" " 
DOCPROPERTY  Company_address_V2  2595 AL  Den Haag 

" ""  2595 AL  Den Haag

   if   DOCPROPERTY  Company_address_P1  Postbus 93144  <> "" " 
DOCPROPERTY  Company_address_P1  Postbus 93144 

" ""  Postbus 93144

   if   DOCPROPERTY  Company_address_P2  2509 AC  Den Haag  <> "" " 
DOCPROPERTY  Company_address_P2  2509 AC  Den Haag 

" ""  2509 AC  Den Haag

   if   DOCPROPERTY  Company_address_P3    <> "" "  DOCPROPERTY 
Company_address_P3    

" ""     if   DOCPROPERTY  Company_Website  www.agentschapnl.nl  <> "" "
 DOCPROPERTY  Company_Website  www.agentschapnl.nl " "" 
www.agentschapnl.nl 

  if   DOCPROPERTY  cdpSendersName Schwegler  <> "" "  DOCPROPERTY 
lblSendersName Contactpersoon 

" ""  Contactpersoon

   if   DOCPROPERTY  cdpSendersName Schwegler  <> "" "  DOCPROPERTY 
cdpSendersName Schwegler 

" ""  Schwegler

   if   DOCPROPERTY  cdpPhoneNumber  088 602 55 60  <> "" "T  
DOCPROPERTY  cdpPhoneNumber  088 602 55 60 

" ""  T 088 602 55 60

   if   DOCPROPERTY  cdpMobileNumber    <> "" "M   DOCPROPERTY 
cdpMobileNumber   

" ""     if   DOCPROPERTY  cdpFaxNumber    <> "" "F   DOCPROPERTY 
cdpFaxNumber    

" ""     if   DOCPROPERTY  cdpEmail    <> "" "  DOCPROPERTY  cdpEmail   

" ""   



  if   DOCPROPERTY  cdpOurReference    <> "" "  DOCPROPERTY 
lblOurReference    

  DOCPROPERTY  cdpOurReference    

" ""     if   DOCPROPERTY  cdpNumberOfEnclosures    <> "" "  DOCPROPERTY
 lblNumberOfEnclosures  Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. 

  DOCPROPERTY  cdpNumberOfEnclosures    

" ""