Inbreng verslag schriftelijk overleg over de brief met betrekking tot Ruimtevaartbeleid/ESA Ministersconferentie te Napels d.d. 20 en 21 november 2012 (Kamerstuk 24446, nr. 51)
Ruimtevaartbeleid
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2012D42481, datum: 2012-11-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.F.C. (Paulus) Jansen, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.F.P.M. van de Wiel, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2012Z19292:
- Indiener: H.G.J. Kamp, minister van Economische Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2012-11-15 10:00: Ruimtevaart (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2012-11-15 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-11-20 16:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2013-05-23 12:50: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
24 446 Ruimtevaartbeleid Inbreng verslag van een schriftelijk overleg Binnen de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie hebben enkele fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Economische Zaken over de brief met betrekking tot Ruimtevaartbeleid/ESA Ministersconferentie te Napels d.d. 20 en 21 november 2012 (Kamerstuk 24446, nr. 51). De op 15 november 2012 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de minister bij brief van … toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt. De fungerend voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Paulus Jansen De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Van de Wiel Inhoudsopgave I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Vragen van de leden van de CDA-fractie 2 Vragen van de leden van de PVV-fractie 2 Vragen van de leden van de SP-fractie 3 Vragen van de leden van de D66-fractie 3 II Antwoord / Reactie van de minister I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Vragen van de leden van de CDA-fractie De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Europese Ruimtevaart Agentschap (ESA) Ministersconferentie en de brief Ruimtevaartbeleid. De leden van de CDA-fractie hebben nog twee aanvullende vragen. De leden van de CDA-fractie onderschrijven het pleidooi van de minister van Economische Zaken dat met ruimtevaart grenzen worden verlegd en dat successen in de ruimtevaart een actieve samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en de overheid vergt. De leden van de CDA-fractie zijn daarom verheugd dat er door de voormalige minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie een extra bedrag van € 68 miljoen ter beschikking is gesteld voor de ruimtevaart. Kan worden aangegeven op welke manier Nederland vertegenwoordigd zal zijn op de ESA ministersconferentie te Napels d.d. 20 en 21 november a.s.? De leden van de CDA-fractie danken de minister voor de beschreven inzet van Nederland tijdens de ESA Ministersconferentie. Kan de minister kort aangeven wat de belangrijkste punten zullen zijn die de minister wil behalen voor Nederland op deze conferentie? De leden van de CDA-fractie lezen dat één van de punten de instandhouding van de ESTEC-vestiging is. Op welke andere terreinen wil Nederland inzetten? Vragen van de leden van de PVV-fractie De leden van de PVV-fractie hebben een aantal opmerkingen en vragen aan de minister van Economische Zaken naar aanleiding van de 'Ruimtevaartbrief' welke op 14 november jl. is ontvangen. Het lidmaatschap van ESA is niet alleen belangrijk ten behoeve van de opbouw van een ruimte-infrastructuur doch eveneens ten voordele van de welvaart van alle burgers, de noodzakelijke maatschappelijke functies (weersverwachting, navigatie, communicatie, veiligheid), het behoud van hoogwaardige werkgelegenheid en het behoud van ESTEC (met 2700 werknemers) voor Nederland. Denkt de minister dat het huidige bedrag (€ 121 miljoen, nationaal verhoogd met € 15 miljoen) beschikbaar voor inschrijving volgende week voldoende is gezien voornoemde belangen en doelen? Nederland is waar het gaat om optionele ESA programma’s een ‘ruim 2%’ land. Uit de op 11 april 2012 ontvangen antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Schaart (VVD) over het mogelijke vertrek van onderzoeksinstituut voor de ruimtevaart ESTEC blijkt dat Nederland in 2008 inschreef op een niveau van 2.55 % voor optionele programma’s. Hoe staat het nu? ESA vraagt € 8,5 miljard. Ruim 2% zou betekenen een inschrijving van € 170 miljoen. Het beschikbare budget is echter € 121 miljoen (=1,4%!). Graag ontvangen de leden van de PVV-fractie een reactie van de minister rekening houdend met onderstaande zinsneden uit de ontvangen brief: “Binnen het ESA-kader zorg dragen voor voldoende financiering om op basis van ESA-programma’s de technologie- en productontwikkeling mogelijk te maken als algemene basis voor de Nederlandse ruimtevaartindustrie. Het niveau moet zodanig zijn dat Nederland blijvend als loyaal lid wordt gezien. Dit vergt een inschrijving van minimaal 0,02% per jaar van het bruto nationaal product (gemiddeld 130 M€ per jaar). Daarmee wordt ook ESA/ESTEC dusdanig ondersteund dat deze ESA-vestiging in Nederland een stevige basis houdt en van daaruit verder kan groeien.” Is de genoemde “130 M€ per jaar” (verplichte en optionele programma’s samen) een ‘norm’? Hoe staat het met het structurele aspect van de Nederlandse contributie aan ESA? Hoe en wanneer gaat de minister de structurele bijdrage aan ESA borgen? Daar de huidige brief zich beperkt tot de voornemens voor MC-2012 maar er een verband bestaat tussen MC-2012 en MC-2014, gezien de samenhangende programma's, willen de leden van de PVV-fractie expliciet aandringen op tijdigheid met betrekking tot het in de brief aangehaalde toekomstperspectief welke er ruim voor MC-2014 moet zijn. Gaat dit bij de voorjaarsnota 2013 gebeuren of (uiterlijk!) in de begroting van september 2013? Graag krijgen de leden van de PVV-fractie de toezegging van de minister dat de structurele contributie aan ESA óf in de voorjaarsnota 2013 dan wel in de begroting van september 2013 geborgd wordt gezien de bovenstaande belangen. Kan de minister garanderen dat de structurele korting wordt teruggedraaid. Zo nee, waarom niet? Rekening houdend met de grote kans dat delen van ESTEC zullen verdwijnen naar het buitenland! De leden van de PVV-fractie ontvangen graag een reactie op voorgaande. Tot slot vernemen de leden van de PVV-fractie geruchten dat sommige delen van ESTEC zullen verhuizen naar het buitenland, graag een reactie van de minister hierop. Wat gaat hij ondernemen om een en ander te voorkomen? Vragen van de leden van de SP-fractie De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief betreffende het ruimtevaartbeleid. Graag stellen zij hier enkele vragen over. De leden van de SP-fractie zien de ruimtevaartsector in Nederland als een belangrijke speler op het gebied van innovatie. Er zijn veel midden- en kleinbedrijven (MKB) direct en indirect werkzaam in de ruimtevaartsector. Op welke wijze heeft de minister van Economische Zaken bij het maken van de keuzes tot deelname aan ESA ruimtevaartprogramma’s rekening gehouden met de mogelijkheden voor het MKB? De leden van de SP-fractie zijn positief over de expliciete toezegging die de heer Dordain, directeur-generaal van ESA, heeft gegeven dat het activiteitenniveau van ESTEC de komende jaren gehandhaafd zal blijven. Graag zouden de leden willen vernemen om welke periode dit gaat? En wat zullen de gevolgen zijn wanneer na 2015 de beschikbare Nederlandse middelen weer op het voorgenomen bezuinigingsniveau zijn? Is hier al overleg over geweest, en zo ja wat zijn de eisen om ESTEC ook na 2015 in Nederland te behouden? Verwacht de minister met de gemaakte keuzes tot deelname aan de ruimtevaartprogramma’s wederom een geo-return voor boven de 100% te bereiken? Hoe kijkt de minister aan tegen de stelling van het Netherlands Space Office (NSO) dat bij de voorgenomen bezuinigingen vanaf 2015 nauwelijks meer inschrijving in optionele ESA-programma’s mogelijk is, en er vrijwel geen ruimte is voor nieuwe ontwikkelingen? Welke mogelijke gevolgen kan deze bezuiniging hebben voor het Nederlandse bedrijfsleven? Kan de minister ten slotte een reactie geven op het advies van de NSO om naast het terugdraaien van de bezuinigingen een extra investering te doen van € 16 miljoen op jaarbasis aangezien alleen dan gestalte gegeven kan worden aan de visie en ambitie voor ruimtevaart, waarbij kansen en mogelijkheden binnen de wetenschap, instituten, overheid en commerciële partijen maximaal worden benut? Vragen van de leden van de D66-fractie De leden van de fractie van D66 hebben kennisgenomen van de brief van de minister van Economische Zaken over de ESA Ministersconferentie te Napels. Zij zijn blij dat naar aanleiding van de motie Koolmees/Van Hijum en de eerdere motie Verhoeven de regering erin is geslaagd om voldoende geld voor ruimtevaart te vinden om de eerder ingeboekte bezuiniging ongedaan te maken. De leden van de D66-fractie hebben slechts een vraag. Het lange termijn budget voor ruimtevaart is nog niet gewaarborgd. Toch volgt in 2014 alweer de volgende ministersconferentie. Kan de minister van Economische Zaken daarom toezeggen dat hij in 2013 met een visie zal komen over de Nederlandse (financiële) betrokkenheid bij het ruimtevaartprogramma op de langere termijn? II Antwoord / Reactie van de minister