Nader rapport
Bijlage
Nummer: 2012D43564, datum: 2012-11-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Peru; ās-Gravenhage, 12 mei 2011 (2012D43561)
Preview document (š origineel)
Afdeling Verdragen MINBUZA-2012.25638 AAN DE KONINGIN Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Peru; ās-Gravenhage, 12 mei 2011 (Trb. 2011, 109) ās-Gravenhage, 29 oktober 2012 Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 6 juli 2012, no. 12.001545, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 1Ā augustus 2012, nr.Ā W03.12.0230/II/K, bied ik U hierbij aan. Het advies geeft aanleiding tot aanpassing van de toelichtende nota omtrent de werking van de Peruaanse semi-libertad en tot verheldering van de verhouding van deze maatregel tot de toepasselijkheid van het onderhavige verdrag. In dit rapport wordt het volgende opgemerkt. De Kamervragen uit 2008/2009 waarnaar in het advies worden verwezen zijn beantwoord vĆ³Ć³rdat de onderhandelingen over het voorliggende verdrag zijn gevoerd (Aanhangsel Handelingen II, nr. 9). Tijdens de verdragsonderhandelingen is de semi-libertad besproken en is komen vast te staan dat personen die gekozen hebben voor de semi-libertad niet meer in aanmerking komen voor de overbrenging naar een van de landen van het Koninkrijk. De reden daarvoor is de volgende. Overbrenging van gevonniste personen als voorzien in het voorliggende verdrag beoogt de resocialisatie van tot vrijheidsstraf veroordeelde personen te bevorderen. Die resocialisatie is gericht op terugkeer in de samenleving van het land waar betrokkene zijn bestendige verblijf zal hebben. Overbrenging van gevonniste personen wordt dan ook toegepast ten aanzien van personen die zijn veroordeeld tot een vrijheidsstraf of een vrijheidsbenemende maatregel in een land waarvan zij niet de nationaliteit hebben en waar zij na ommekomst van de straf ook niet kunnen en willen verblijven. Dat laatste blijkt uit het feit dat voor een overbrenging de uitdrukkelijke instemming van betrokkene nodig is. Een overbrenging naar het land van herkomst gebeurt vanuit detentie en voordat de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf is voltooid, opdat de voorbereiding op de terugkeer in de samenleving zal gebeuren in het land waar betrokkene na zijn vrijlating zal verblijven. De maatregel van semi-libertad is gericht op resocialisatie in de Peruaanse samenleving en stelt veroordeelden in staat voordat de gehele vrijheidsstraf ten uitvoer is gelegd, terug te keren in die samenleving. Zoals in de toelichtende nota is beschreven moet een gedetineerde zelf verzoeken om voor semi-libertad in aanmerking te komen en aan een aantal voorwaarden voldoen. Ook Nederlanders kunnen voor deze regeling in aanmerking komen. Hoewel het verdrag en de semi-libertad dus gemeen hebben dat zij de resocialisatie van de veroordeelde beogen, loopt het uiteindelijke doel ervan uiteen, doordat de plaats van de resocialisatie verschilt. Een verdrag tot overbrenging dient ertoe de resocialisatie van buitenlandse gedetineerden in hun eigen land te bevorderen, terwijl de semi-libertad ziet op resocialisatie in Peru en met het oog op voortgezet verblijf in Peru. Het is aan de Nederlandse gedetineerden zelf te bepalen of zij voor semi-libertad in Peru of voor overbrenging naar Nederland in aanmerking willen komen. Uit een verzoek tot semi-libertad mag worden afgeleid dat betrokkene in Peru wil blijven. Een verzoek tot overbrenging, nadat betrokkene zich al in semi-libertad bevindt, naar een van de landen van het Koninkrijk valt daarmee niet te rijmen. De conclusie tijdens de onderhandelingen was dan ook dat personen ten aanzien van wie het verzoek om semi-libertad is ingewilligd, niet in aanmerking komen voor toepassing van het verdrag. Nadat het onderhavige verdrag in werking is getreden, hebben Nederlanders dus voortaan twee opties om voor ommekomst van de hen opgelegde vrijheidsstraf de Peruaanse gevangenis te verlaten, namelijk een verzoek tot overbrenging naar een van de landen van het Koninkrijk om daar de rest van zijn straf te ondergaan of een verzoek tot semi-libertad in Peru. Kiest men voor de semi-libertad dan kiest men voor resocialisatie in Peru en daarmee dus niet voor terugkeer naar het Koninkrijk. Nederlandse gedetineerden zullen door de consulaire vertegenwoordiging van het Koninkrijk over de inhoud van het verdrag worden geĆÆnformeerd alsmede over de verhouding tot de Peruaanse semi-libertad. Voor de goede orde wordt nog opgemerkt dat in de in het advies aangehaalde Kamervragen uit 2007/2008 wordt gesproken over overbrenging buiten een WOTS-verdrag om wegens humanitaire redenen (Aanhangsel Handelingen II, 2007/2008, nr. 1286), zodat die casus voor de toepasselijkheid van het onderhavige verdrag minder relevant lijkt. In de toelichtende nota is aan het eind van de āInleidingā het aantal Nederlandse gedetineerden geactualiseerd. Ik moge U, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan de Staten van Aruba, de Staten van CuraƧao en de Staten van Sint Maarten. De Minister van Buitenlandse Zaken, VERTROUWELIJK Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 2 DOCPROPERTY L_PAGE \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 DOCPROPERTY L_PAGEOF \* MERGEFORMAT van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 2 Pagina 1 van 2 DOCPROPERTY SIG_DIR \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY SIG_DEP \* MERGEFORMAT