Verslag Formele Gezondheidsraad EPSCO 22 juni 2012 Luxemburg
Bijlage
Nummer: 2012D44019, datum: 2012-11-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verslagen van de formele EU Gezondheidsraad van 22 juni 2012 te Luxemburg en de informele EU Gezondheidsraad die van 10-11 juli te Nicosia (Cyprus) (2012D44017)
Preview document (š origineel)
Verslag Formele Gezondheidsraad EPSCO 22 juni 2012 Luxemburg
Stand van zaken āHealth for Growthā, het derde meerjaren actieprogramma op het terrein van gezondheid voor de jaren 2014-2020
Commissaris Dalli geeft aan op een aantal punten van mening te verschillen met de voorliggende tekst. Ten eerste de titel: de Commissie (CIE) houdt vast aan haar opvatting dat de titel moet spreken over Health and growth, omdat hiermee uitgedrukt wordt dat groei een belangrijk element is in de gezondheidszorgsector, onder andere waar het gaat om het creĆ«ren van banen. Ten tweede verschilt de CIE van mening met de lidstaten over een artikel over de instelling van Joint Actions (JAās). Wat de CIE betreft dienen zoveel mogelijk lidstaten te participeren, en zij is dan ook bang dat het voorstel dat nu voorligt ervoor zorgt dat die deelname beperkter wordt. Ten derde gaat de Commissaris in op het punt van harm reduction en drugs; dat hoort volgens hem thuis in het Justitie-programma, omdat het Health for growth programma zich richt op gezondheidsaspecten.
Het Voorzitterschap (VZP) geeft het woord aan de lidstaten. Hongarije vraagt als eerste het woord en vindt dat alle lidstaten in staat gesteld moeten worden om te participeren in JAās. Het gaat wat Hongarije betreft niet alleen over geld, maar ook over creativiteit en het stimuleren van lidstaten die beperktere mogelijkheden hebben. Daarnaast wordt aangestipt dat salarissen van onderzoekers die meewerken aan JAās vele malen lager liggen in bijvoorbeeld Oost-Europese landen.
Frankrijk, Portugal en Nederland vragen aandacht voor het ontbreken van āharm reductionā en drugs in dit programma. De Commissaris verwijst naar het Justitie-programma, maar daaruit is dit punt nu juist verwijderd.
Het VK, Letland en ItaliĆ« steunen het voorstel en complimenteren het voorzitterschap en de CIE met het bereikte compromis. Deze lidstaten zijn het daarnaast tevens eens met Hongarije en vinden het belangrijk dat een breed scala aan lidstaten in de gelegenheid wordt gesteld deel te nemen aan JAās.
Gedachtewisseling inzake het voorstel voor een besluit inzake serieuze
grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen
Het voorzitterschap geeft aan dat het hier gaat om een voorstel om snel te kunnen reageren in geval van een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid. De uitkomsten van de oriƫnterende gedachtewisseling zullen door het Cypriotisch voorzitterschap verder uitgewerkt worden.
Commissaris Dalli geeft aan dat Ministers naar aanleiding van de grieppandemie aangegeven hebben grensoverschrijdende risicoās voor de volksgezondheid beter afgedekt te willen hebben en het Health Security Committee (HSC) dat nu nog een informeel gremium is te formaliseren. Met dit voorstel wordt beoogd om de coƶrdinatie van de lidstaten en de CIE te verbeteren zodat de EU goed is voorbereid op mogelijke risicoās. Als voorbeeld dient daarbij het systeem zoals dat nu bestaat bij overdraagbare ziekten. Het voorstel bevat ook een gemeenschappelijke aanbesteding van vaccins waaraan lidstaten op vrijwillige basis kunnen deelnemen. Commissaris Dalli wijst op het belang van het hebben van een juridische basis om in uiterste gevallen gemeenschappelijke noodmaatregelen af te kunnen kondigen. Deze maatregelen komen niet in de plaats van die van de lidstaten maar vormen een vangnet en zijn bedoeld om zaken als reisadvies, communicatieboodschappen en dergelijke te kunnen geven. Het gaat zeker niet om maatregelen als het sluiten van scholen en quarantainemaatregelen.
De lidstaten danken het Deens voorzitterschap voor dit voorstel en dat zoals het nu ter tafel ligt in de goede richting gaat. Nadere samenwerking en consultatie is belangrijk waarbij wel goed rekening moet worden gehouden met de nationale bevoegdheden die de lidstaten hebben op het terrein van de volksgezondheid. Meerdere lidstaten zijn van mening dat de CIE geen zaken mag opleggen (Zweden, Finland, Duitsland en Spanje). Andere lidstaten verwijzen minder nadrukkelijk naar de nationale bevoegdheid en merken op de coƶrdinerende taak van de CIE als belangrijk te beschouwen, evenals een intensievere voorbereiding en afstemming van de paraatheidsplanning en informatie-uitwisseling tussen de lidstaten (Polen, Sloveniƫ, Estland, Litouwen en Ierland).
Nederland geeft aan dat, voordat de nationale plannen worden opgesteld, het informeren en consulteren een goed plan is. Daarbij moet wel worden voorkomen dat hierdoor vertraging optreedt in de planning. Ook de coƶrdinatie, het uitwisselen van informatie en wederzijdse consultatie met als doel om de voorbereidingen te versterken vindt Nederland een goede zaak waarbij ervan wordt uitgegaan dat dit gebeurt in goed overleg tussen de CIE en de lidstaten in het HSC. Aangegeven wordt dat Nederland hecht aan een scherpe scheiding tussen de wetenschappelijke risico-inschatting, de bestuurlijke voorbereiding op besluiten en de daadwerkelijke besluitvorming door het bevoegd gezag. Het voorgestelde besluit voorziet daarin.
Wat betreft de tijdelijke noodmaatregelen te nemen door de CIE reageert het overgrote deel van de lidstaten dat dit te ver gaat ā er is geen basis voor in het Verdrag, het gaat om bindende maatregelen, het is onnodig en het kan via reeds bestaande mechanismen. Ook Nederland vindt dat het betreffende art. 12 geschrapt kan worden. Het besluit moet zich richten op de coƶrdinerende taken van de Unie bij grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen en mogen geen betrekking hebben op de bestrijding binnen een afzonderlijke lidstaat.
Ten aanzien van het HSC geven de lidstaten aan dat het formaliseren
daarvan een goed idee is. Een aantal lidstaten vinden dat dit een
Permanent ComitƩ op Hoog niveau moet zijn (Frankrijk, Luxemburg, Italiƫ,
Malta, Ierland en Griekenland). Een aantal lidstaten wensen
flexibiliteit in de samenstelling van het HSC zodat ook experts kunnen
worden ingeschakeld (Verenigd Koninkrijk, Zweden, Letland, Cyprus,
Slowakije en Belgiƫ). Ook moet overlap of doublures met bestaande
systemen worden voorkomen.
Nederland geeft aan dat het voor de samenwerking in het HSC van groot
belang is dat er vaste vertegenwoordigers en eventueel vervangers uit de
volksgezondheidssector zijn die elkaar kennen en kunnen vinden. Daarbij
is het noodzakelijk om de mogelijkheid te hebben om vertegenwoordiging
uit andere bestuurlijke sectoren zoals milieu en transport mee te nemen.
De Lidstaten moeten op zodanig niveau vertegenwoordigd zijn dat
bestuurlijke beslissingen in het HSC kunnen worden voorbereid.
Eurocommissaris Dalli besluit dat hij de steun van de lidstaten heeft voor de formalisering
van het HSC tot een permanent comitƩ op Hoog niveau. De CIE zal blijven werken om de
voorbereidingscapaciteit van de EU ten aanzien van grensoverschrijdende
gezondheidsbedreigingen te versterken. Hij wijst daarbij indirect op art. 12 dat hij slechts
als een rechtsgrondslag ziet in relatie tot een uiterst niveau van dreiging. Als er niets in het
besluit inzake serieuze grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen zou staan, dan kan
er in noodgevallen volgens Dalli ook niets gedaan worden.
De voorzitter concludeert dat er steun is voor de versterking van de samenwerking door consultatie en informatie als daarbij geen sprake is van een bindende consultatie. Wat betreft tijdelijke gemeenschappelijke bindende maatregelen (art. 12) constateert de voorzitter veel steun om dat te schrappen. Tenslotte stelt het voorzitterschap vast dat het HSC door de lidstaten wordt beschouwd als het juiste forum voor consultatie en coƶrdinatie. Dat het een permanent comitƩ op hoog niveau moet zijn waarbij door veel lidstaten ook is gewezen op gewenste flexibiliteit en vermijding van doublures.
Raadsconclusies inzake de impact van antibioticaresistentie in de menselijke
gezondheidszorgsector en dierlijke sector
Het voorzitterschap wijst er op dat er jaarlijks in de EU duizenden mensen overlijden als gevolg van antimicrobiƫle resistentie (AMR). Het doel van deze raadsconclusies is om hier aandacht voor te vragen en te streven naar minder gebruik van en betere afstemming tussen de humane en veterinaire sector. Daarom heeft Denemarken hier een conferentie over georganiseerd in Kopenhagen die uiteindelijk heeft geleid tot Raadsconclusies. Deze zijn reeds in de Landbouwraad van 18 juni geagendeerd en goedgekeurd en liggen nu ook hier ter tafel. Commissaris Dalli dankt het voorzitterschap en merkt op dat AMR een van de grootste uitdagingen is en hij is verheugd dat alle lidstaten de conclusies steunen.
AOB informatiepunten
Het voorzitterschap informeert de Raad over de door het voorzitterschap georganiseerde conferenties. Daarnaast informeert de Commissie de Raad over het strategische implementatie plan (SIP) van het Europees partnerschap voor innovatie in het kader van actief ouder worden en een goede gezondheid. Tenslotte presenteren Frankrijk en Luxemburg de Raad een notitie over de āsupply of raw materials for pharmaceutical use in the European Unionā. De reden van de hier geagendeerde notitie is dat er op dit moment een gebrek aan bepaalde grondstoffen voor medicijnen in de EU is, waardoor de levering van veilige en betrouwbare medicijnen in gevaar kan komen. Richtlijn 2011/62 over vervalste geneesmiddelen lost dit probleem maar voor een beperkt deel op. Om proactief te handelen op het moment dat er daadwerkelijk tekorten ontstaan, is het nodig om vooruit te lopen op acties die genomen kunnen worden om de industrie te stimuleren. BelgiĆ«, RoemeniĆ« en Polen steunen het voorstel en roepen de CIE op om dit punt serieus ter harte te nemen. De CIE geeft aan dat de Richtlijn 2011/62 over vervalste geneesmiddelen in juli 2013 geĆÆmplementeerd dient te zijn. De Commissaris geeft aan in gesprekken over dit onderwerp met derde landen de urgentie ervan te zullen aankaarten.