[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader rapport

Bijlage

Nummer: 2013D06463, datum: 2013-02-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Tweede nota van wijziging (2013D05374)

Preview document (šŸ”— origineel)


Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 november 2011, no. 12.002853, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake bovenvermelde ontwerp rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 20 december 2012, nr. W04.12.0476/I, bied ik u hierbij aan.

1.a. Het advies van de Afdeling om het in de toelichting gestelde probleem van ā€˜ongewilde en voortdurende confrontatieā€™ met de vreemde nationaliteit alsnog nader te onderbouwen en het voorstel zo nodig nader te overwegen, is opgevolgd door de toelichting aan te vullen op de punten die de Afdeling in haar advies adresseert.

De Afdeling constateert in dit verband onder andere dat in de toelichting niet wordt ingegaan op de vraag of er wellicht anderen zijn die de bedoelde meervoudige registratie wĆ©l op prijs stellen, en/of daarbij een evident persoonlijk belang of voordeel hebben. In reactie hierop wordt opgemerkt dat de basisregistratie personen tot doel heeft overheidsorganen te voorzien van de persoonsgegevens van de burger die noodzakelijk worden geacht ter uitvoering van hun taken. Gelet op dat doel en vanwege het belang van een betrouwbare en consistente registratie van persoonsgegevens, wordt geen rekening gehouden met de individuele en persoonlijke voorkeur of belangen van burgers bij de registratie. Overigens wordt in de wet wel rekening gehouden met een persoonlijk belang van een ingeschrevene die is geadopteerd of van geslacht is gewijzigd. Zij kunnen verzoeken om bepaalde gegevens, daterende van vĆ³Ć³r de adoptie of geslachtswijziging, te verwijderen. Deze zeer beperkte uitzondering op het uitgangspunt van de registratie, die naar aanleiding van een rechterlijke uitspraak al geruime tijd in de wetgeving is opgenomen, is echter van een andere orde dan de vermelding van de vreemde nationaliteit. De desbetreffende uitzondering kan worden gezien als een complementair uitvloeisel van een daadwerkelijk opgetreden wijziging in de gegevens betreffende de familierechtelijke betrekking of het geslacht van de betrokkene. Het gegeven met betrekking tot de vreemde nationaliteit(en) is echter niet gewijzigd. De ingeschrevene bezit immers nog steeds de desbetreffende nationaliteit(en). Het niet registreren van deze vreemde nationaliteit(en) in de basisregistratie personen is dan ook het gevolg van een algemene afweging, waarbij handhaving van het uitgangspunt van een betrouwbare en consistente registratie van persoonsgegevens voorop staat.

Verder is het de Afdeling uit de toelichting niet duidelijk geworden of het probleem alleen, of met name, betrekking heeft op de registratie als zodanig. Volgens de Afdeling blijkt uit een uniforme gedragslijn voor gemeenten en aangekondigde technische aanpassingen van het GBA dat de kans klein is dat de Nederlandse burger als gevolg van de registratie in de basisregistratie personen met zijn vreemde nationaliteit wordt geconfronteerd. In reactie hierop wordt opgemerkt, dat de genoemde gedragslijn en technische aanpassing van de GBA geen garantie geven dat burgers niet vanuit de basisregistratie personen worden geconfronteerd met hun vreemde nationaliteit(en). Een volledige beƫindiging de registratie van de vreemde nationaliteit(en) naast het Nederlanderschap in de basisregistratie personen geeft die zekerheid wel.

In reactie op de opmerking van de Afdeling dat beƫindiging van de registratie er hoe dan ook niet toe kan leiden dat een dergelijke confrontatie geheel wordt voorkomen en dat het probleem slechts wordt verplaatst en mogelijk zelfs erger, is in de toelichting bij de nota van wijziging aangegeven dat het voorkomen van de confrontatie alleen wordt bewerkstelligd voor zover het de registratie van de vreemde nationaliteit(en) in de basisregistratie personen betreft. Dit laat onverlet dat confrontatie toch plaats kan vinden bij overheidsinstanties voor wie dit gegeven noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taken.

Ten slotte is in reactie op de opmerking van de Afdeling dat het belang en het nut van de registratie ook van de vreemde nationaliteit veel groter is dan de toelichting doet voorkomen, specifiek op het door de Afdeling genoemde punt van de vreemdelingenpraktijk navraag gedaan bij de IND. Daaruit is gebleken dat in het kader van het toezicht en de beoordeling van aanspraken die kunnen worden ontleend aan de vreemde nationaliteit, in principe geen gebruik wordt gemaakt van de gegevens over de vreemde nationaliteit die nu in de GBA zijn geregistreerd. De bewijslast ligt in die situaties bij de vreemdeling die in Nederland verblijf beoogt. In de praktijk betekent dit dat deze persoon door het overleggen van een paspoort van de betreffende EU-lidstaat aantoont dat degene bij wie hij wil verblijvenĀ EU-onderdaan is. Hetzelfde geldt voor Turkse onderdanen die stellen rechten te kunnen ontlenen aan het Associatiebesluit EU-Turkije. Het gaat hier om de toepassing van de burger begunstigende regels. Dat is geen belang van de overheid, maar van de burger zelf.

1.b. Het advies van de Afdeling om de noodzaak tot het behouden van de registratie van de vreemde nationaliteit van Nederlanders die het Nederlanderschap door (bevestiging) van optie of door naturalisatie hebben verworven, alsnog dragend te motiveren en ook op dit punt het voorstel nader te overwegen, heeft geleid tot een heroverweging als gevolg waarvan de nota van wijziging en de daarbij behorende toelichting in die zin zijn aangepast dat het eerder gemaakte onderscheid is vervallen en aldus bij ingeschrevenen in de basisregistratie personen in geen enkel geval gegevens over de vreemde nationaliteit(en) naast de Nederlandse nationaliteit worden geregistreerd. Het kabinet is van mening dat het effectief uitvoeren van bepaalde overheidstaken bij het ontbreken van de registratie van de vreemde nationaliteit van diegene die de Nederlandse nationaliteit door (bevestiging van) optie of door verlening (naturalisatie) hebben verkregen bij nader inzien niet zodanig wordt belemmerd dat niet zou kunnen worden tegemoet gekomen aan het hiervoor genoemde belang van alle Nederlandse burgers bij het niet registreren van hun vreemde nationaliteit en de eisen die voortvloeien uit de Europese privacy-richtlijn.

2. Het advies van de Afdeling om de handhaving van de al bestaande registraties van de vreemde nationaliteit van Nederlanders die het Nederlanderschap van rechtswege hebben verkregen opnieuw te bezien, is gevolgd in het licht van de naar aanleiding van de eerdere opmerking gemaakte keuze om voortaan in geen enkel geval gegevens over de vreemde nationaliteit(en) naast de Nederlandse nationaliteit te registreren. Deze keuze kan zowel voor nieuwe en bestaande gevallen worden doorgevoerd, omdat de gegevens over de vreemde nationaliteit naast de Nederlandse nu betrekkelijk eenvoudig kunnen worden verwijderd in de bestaande registraties. Anders dan het eerdere onderscheid tussen degenen die het Nederlanderschap van rechtswege hebben verkregen en degenen die het Nederlanderschap door (bevestiging van) optie of door verlening (naturalisatie), vergt die wijziging geen aanzienlijke uitvoeringslasten, omdat niet voor grote aantallen reeds geregistreerde Nederlanders hoeft te worden uitgezocht op welke wijze zij het Nederlanderschap hebben verkregen. Als gevolg van deze heroverweging zijn ook op dit punt de nota van wijziging en de toelichting daarbij gewijzigd.

Ik moge U verzoeken in te stemmen met toezending van de gewijzigde nota van wijziging en de gewijzigde toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Dr. R.H.A. Plasterk