[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33554 Adv RvSt inzake Aanpassing van enige wetten op het terrein van het Ministerie van Veiligheid en Justitie teneinde een aantal zelfstandige bestuursorganen onder de werking van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen te brengen

Aanpassing van enige wetten op het terrein van het Ministerie van Veiligheid en Justitie teneinde een aantal zelfstandige bestuursorganen onder de werking van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen te brengen

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2013D08514, datum: 2013-02-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2013Z03549:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W03.12.0291/II	's-Gravenhage, 9 augustus 2012

Bij Kabinetsmissive van 25 juli 2012, no.12.001749, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering
van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van
wet tot aanpassing van enige wetten op het terrein van het Ministerie
van Veiligheid en Justitie teneinde een aantal zelfstandige
bestuursorganen onder de werking van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen te brengen, met memorie van toelichting.

Het voorstel regelt dat de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen van
toepassing wordt op een aantal zelfstandige bestuursorganen die
ressorteren onder het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Het gaat
hierbij om het College bescherming persoonsgegevens, het College van
toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten,
de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting en het Landelijk
Bureau Inning Onderhoudsbijdragen.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking
van het wetsvoorstel, maar maakt een opmerking met betrekking tot de
samenloop met andere wetsvoorstellen. Zij is van oordeel dat in verband
daarmee enige aanpassing van het voorstel wenselijk is.

1.	Samenloop met andere wetsvoorstellen

a.	Artikel II

Blijkens de toelichting is bij het opstellen van artikel II uitgegaan
van de tekst van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve
beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten, zoals deze komt te
luiden indien het bij koninklijke boodschap van 7 oktober 2008
ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet van 6 maart 2003,
houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve
beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten, (hierna:
wetsvoorstel 31766) tot wet is verheven en in werking is getreden.
Artikel II, onderdeel K, van het voorliggende wetsvoorstel wijzigt
artikel 25a van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve
beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten. Op dit moment kent de
wet geen artikel 25a. In artikel III van wetsvoorstel 31766 is bepaald
dat een nieuw artikel 25a wordt ingevoegd indien het bij koninklijke
boodschap van 14 januari 2011 ingediende voorstel van wet inzake de
normering van bezoldigingen van topfunctionarissen in de publieke en
semipublieke sector (hierna: wetsvoorstel 32600) tot wet is of wordt
verheven en in werking is getreden of treedt. Dit betekent dat de
voorliggende wijziging pas in werking kan treden als niet alleen het
wetsvoorstel 31766 tot wet is verheven en in werking is getreden, maar
ook het wetsvoorstel 32600 tot wet is verheven en in werking is
getreden. De Afdeling is van oordeel dat in een geval als hier aan de
orde afhankelijkheid van de voorgestelde wijziging van artikel II,
onderdeel K, van de verheffing tot wet en inwerkingtreding van – in
feite – twee andere wetsvoorstellen door middel van een
samenloopbepaling tot uitdrukking moet worden gebracht. De Afdeling
adviseert daartoe.

b.	Artikel IV

Blijkens de toelichting is bij het opstellen van artikel IV uitgegaan
van de tekst van de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen,
zoals deze komt te luiden indien het bij koninklijke boodschap van 8
oktober 2010 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Wet
op de jeugdzorg en Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, de Algemene
Kinderbijslagwet en de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen
alsmede enige andere wetten in verband met de verbetering van de positie
van pleegouders (verbetering positie pleegouders) (hierna: wetsvoorstel
32529), tot wet is verheven en in werking is getreden. In wetsvoorstel
32529 wordt in artikel IV een aantal wijzigingen aangebracht in de Wet
Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. De Afdeling wijst erop dat
de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij brief van
19 april 2012 heeft aangegeven dat hij voornemens is om de artikelen van
het wetsvoorstel die betrekking hebben op de kinderbijslag en de
ouderbijdrage, niet in werking te laten treden. Dit betreft onder meer
artikel IV van dat wetsvoorstel. Indien artikel IV van dat wetsvoorstel
niet in werking treedt, sluiten de voorgestelde wijzigingen in artikel
IV van het voorliggende wetsvoorstel niet meer aan bij de geldende tekst
van de wet.

De Afdeling adviseert de wijzigingen in artikel IV van het voorstel te
baseren op de geldende tekst van de wet en zo nodig een
samenloopbepaling op te nemen met het wetsvoorstel 32529.

2.	Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het
advies behorende bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De waarnemend vice-president van de Raad van State,

(get.) Van Dijk

Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
betreffende no.W03.12.0291/II met redactionele kanttekeningen die de
Afdeling in overweging geeft.

In artikel II, onderdeel B "heeft geen betrekking" vervangen door: is
niet van toepassing

In artikel IV een aanvullend onderdeel opnemen dat in artikel 13 en 16,
tweede lid, van de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen
"reglement" vervangt door: bestuursreglement, analoog aan artikel II,
onderdeel J, eerste lid. 

Artikel IV, onderdeel K vervangen door:

	In artikel 19, eerste lid, wordt "goedgekeurde begroting en het door
hem 	vastgestelde meerjarenbeleidsplan" vervangen door: vastgestelde
begroting 	en meerjarenbeleidsplan.

	Kamerstukken I 2011/12, 31766, A.

	Kamerstukken I 2011/12, 32600, A.

	Zie ook de aanwijzingen 171a en 171b van de Aanwijzingen voor de
regelgeving. 

	Kamerstukken I, 2011/12, 32529, A.

	Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan
de Eerste Kamer, Kamerstukken I 2011/12, 32529, D.

	Zie de nadere memorie van antwoord, Kamerstukken I 2011/12, 32529, G,
blz. 5.

 PAGE   1 

  PAGE  2 

 PAGE   I 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........