[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33501, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW. d.d. 23 april 2013)

Wijziging van de Postwet 2009 ter invoering van ex ante toezicht op een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2013D17586, datum: 2013-04-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z21542:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 23 april 2013)



	33 501	Wijziging van de Postwet 2009 ter invoering van ex ante toezicht
op een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om ex ante
toezicht op de postmarkt in te voeren voor zover een postvervoerbedrijf
aanmerkelijke marktmacht heeft;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Postwet 2009 wordt gewijzigd als volgt:

A

	Aan artikel 2, eerste lid, worden onder vervanging van de punt door een
puntkomma achter onderdeel k de volgende onderdelen toegevoegd:

l. postvervoernetwerk: netwerk waarmee postvervoer wordt verricht;

m. bijbehorende faciliteiten: bij een postvervoernetwerk of een
postvervoerdienst behorende diensten, fysieke infrastructuren en andere
faciliteiten of elementen die het aanbieden van diensten via dat netwerk
of die dienst mogelijk maken of ondersteunen;

n. toegang: het aan een ander postvervoerbedrijf beschikbaar stellen van
onderdelen van het postvervoernetwerk en bijbehorende faciliteiten onder
voorwaarden ten behoeve van het aanbieden van postvervoerdiensten door
dat postvervoerbedrijf;

o. eindgebruiker: natuurlijke persoon of rechtspersoon die van een
postvervoerdienst gebruik maakt of wil gaan maken en die niet zelf
postvervoerdiensten aanbiedt;

p. rouwbrief: brief als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel a,
of tweede lid, onderdeel a, waarmee wordt kennis gegeven van het
overlijden van een natuurlijke persoon, voor zover die brief wordt
aangeboden overeenkomstig de door een verlener van de universele
postdienst gepubliceerde voorwaarden;

q. medische brief: brief als bedoeld in artikel 16, eerste lid,
onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, met een diagnostisch monster
van menselijk celmateriaal, voor zover die brief wordt aangeboden
overeenkomstig de door een verlener van de universele postdienst
gepubliceerde voorwaarden. 

B

	Artikel 9 vervalt.

C

	Na artikel 13 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 3A. VERPLICHTINGEN VOOR EEN POSTVERVOERBEDRIJF DAT BESCHIKT
OVER AANMERKELIJKE MARKTMACHT

Artikel 13a

	Onder een postvervoerbedrijf dat beschikt over aanmerkelijke marktmacht
wordt verstaan een postvervoerbedrijf dat alleen of tezamen met andere
ondernemingen beschikt over een economische kracht op een in
overeenstemming met de beginselen van het algemene Europese
mededingingsrecht afgebakende markt voor postvervoerdiensten die het in
staat stelt zich op deze markt in belangrijke mate onafhankelijk van
zijn concurrenten, klanten en uiteindelijk consumenten te gedragen. 

Artikel 13b

	1. Indien de Autoriteit Consument en Markt op basis van een
marktanalyse van oordeel is dat een postvervoerbedrijf beschikt over
aanmerkelijke marktmacht kan zij dat postvervoerbedrijf een verplichting
als bedoeld in de artikelen 13e tot en met 13k opleggen.

	2. De Autoriteit Consument en Markt kan de verplichtingen, bedoeld in
de artikelen 13e tot en met 13k, niet opleggen aan de verlener van de
universele postdienst met betrekking tot postvervoerdiensten die bij of
krachtens de artikelen 16 en 17 deel uitmaken van de universele
postdienst. 

	3. De Autoriteit Consument en Markt neemt bij het opleggen van de
verplichtingen, bedoeld in de artikelen 13e tot en met 13k de eisen van
proportionaliteit in acht. 

Artikel 13c

	1. Uiterlijk binnen drie jaar nadat een besluit als bedoeld in artikel
13b, eerste lid, in werking is getreden of in stand is gehouden, besluit
de Autoriteit Consument en Markt op basis van een marktanalyse of de
verplichting in stand blijft, gewijzigd wordt of wordt ingetrokken. 

	2. De Autoriteit Consument en Markt trekt de verplichting, bedoeld in
de artikelen 13e tot en met 13k in ieder geval in, indien de Autoriteit
Consument en Markt van oordeel is dat een postvervoerbedrijf niet meer
over aanmerkelijke marktmacht beschikt. 

Artikel 13d

	1. Op de voorbereiding van een besluit als bedoeld in artikel 13b,
eerste lid, of 13c is de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht
van toepassing.

	2. In afwijking van het eerste lid kan de Autoriteit Consument en Markt
besluiten om de in het eerste lid bedoelde procedure niet toe te passen:

	a. indien het besluit geen aanzienlijke gevolgen heeft voor de
desbetreffende markt,

	b. in uitzonderlijke omstandigheden indien de vereiste spoed zich
verzet tegen de toepassing van de procedure, teneinde de concurrentie te
waarborgen of de belangen van de gebruikers te beschermen.

3. Een besluit als bedoeld in artikel 13b dat wordt genomen met
toepassing van onderdeel b geldt voor een periode van maximaal 26 weken.


	4. Indien het een besluit op aanvraag betreft, is artikel 3.18, derde
lid, van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

	5. Van een besluit als bedoeld in de artikelen 13b of 13c of het tweede
lid wordt door de Autoriteit Consument en Markt mededeling gedaan in de
Staatscourant. Van gegevens als bedoeld in artikel 10, eerste lid,
onderdeel c, van de Wet openbaarheid van bestuur wordt geen mededeling
gedaan.

Artikel 13e

	1. De Autoriteit Consument en Markt kan de verplichting opleggen om te
voldoen aan redelijke verzoeken tot door haar te bepalen vormen van
toegang.

	2. Indien de Autoriteit Consument en Markt de verplichting, bedoeld in
het eerste lid, oplegt, verleent het desbetreffende postvervoerbedrijf
toegang onder gelijke omstandigheden onder gelijke voorwaarden, met dien
verstande dat het postvervoerbedrijf in ieder geval gelijke voorwaarden
toepast als die welke onder gelijke omstandigheden gelden voor haarzelf,
haar dochterondernemingen of haar partnerondernemingen.

	3. De Autoriteit Consument en Markt kan aan de verplichting, bedoeld in
het eerste lid, voorschriften verbinden betreffende billijkheid,
redelijkheid en opportuniteit.

	4. Indien dit nodig is om toegang mogelijk te maken, kan de Autoriteit
Consument en Markt technische of operationele voorschriften vaststellen
die een postvervoerbedrijf dat toegang moet verlenen of een
postvervoerbedrijf dat toegang heeft gekregen, in acht neemt. 

Artikel 13f

	1. De Autoriteit Consument en Markt kan voor door haar te bepalen
vormen van toegang een verplichting opleggen betreffende de hiervoor te
berekenen tarieven of de kostentoerekening indien naar het oordeel van
de Autoriteit Consument en Markt uit een marktanalyse blijkt dat het
betrokken postvervoerbedrijf doordat het beschikt over aanmerkelijke
marktmacht de tarieven op een buitensporig hoog peil kan handhaven of de
marges kan uithollen. 

	2. Een verplichting als bedoeld in het eerste lid kan inhouden dat voor
toegang een kostengeoriënteerd tarief moet worden gerekend of dat een
door de Autoriteit Consument en Markt te bepalen of goed te keuren
kostentoerekeningsysteem moet worden gehanteerd.

	3. Indien de Autoriteit Consument en Markt een postvervoerbedrijf heeft
verplicht om voor toegang een kostengeoriënteerd tarief te rekenen,
toont het bedrijf aan dat zijn tarieven werkelijk kostengeoriënteerd
zijn.

	4. De Autoriteit Consument en Markt kan aan een verplichting als
bedoeld in het eerste lid voorschriften verbinden.

	5. Indien een verplichting tot het opstellen van een
kostentoerekeningsysteem is opgelegd, maakt het postvervoerbedrijf, met
inachtneming van de door de Autoriteit Consument en Markt gegeven
voorschriften, op genoegzame wijze een beschrijving van het systeem
bekend die ten minste de hoofdcategorieën bevat waarin de kosten worden
ingedeeld en de voor de toerekening van de kosten toegepaste regels.

	6. De Autoriteit Consument en Markt of een door haar aan te wijzen
onafhankelijke deskundige onderzoekt jaarlijks of het postvervoerbedrijf
in overeenstemming met de opgelegde verplichting heeft gehandeld.

	

Artikel 13g

	1. De Autoriteit Consument en Markt kan de verplichting opleggen om
door haar nader te bepalen informatie bekend te maken op een door haar
te bepalen wijze.	

	2. De Autoriteit Consument en Markt kan de verplichting opleggen om een
referentieaanbod bekend te maken waarin een omschrijving is opgenomen
van door haar te bepalen vormen van toegang. Het referentieaanbod is
opgesplitst naar de door de Autoriteit Consument en Markt onderscheiden
vormen van toegang en de daarbij gehanteerde tarieven en andere
voorwaarden.

	3. Aan een verplichting als bedoeld in het eerste of tweede lid kan de
Autoriteit Consument en Markt voorschriften verbinden met betrekking tot
de mate van detaillering en de wijze van bekendmaking.

Artikel 13h

	1. De Autoriteit Consument en Markt kan de verplichting opleggen om een
gescheiden boekhouding te voeren waarin de opbrengsten en de kosten van
de door haar te bepalen postvervoerdiensten die het postvervoerbedrijf
aanbiedt aan de onderneming zelf, aan andere postvervoerbedrijven of aan
eindgebruikers, gescheiden zijn van die van de door het
postvervoerbedrijf verrichte overige activiteiten.

	2. Aan de verplichting tot het voeren van een gescheiden boekhouding
als bedoeld in het eerste lid, kan de Autoriteit Consument en Markt
voorschriften verbinden met betrekking tot de methode van inrichting van
de boekhouding, de mate van detaillering en het aan de Autoriteit
Consument en Markt verstrekken van boekhoudkundige documenten met
inbegrip van gegevens over van derden ontvangen inkomsten.

Artikel 13i

	1. De Autoriteit Consument en Markt kan de verplichting opleggen om bij
de levering van door haar te bepalen postvervoerdiensten aan andere
postvervoerbedrijven of eindgebruikers:

	a. een door haar te bepalen postvervoerdienst los te leveren van andere
diensten;

	b. deze andere postvervoerbedrijven en eindgebruikers in gelijke
gevallen gelijk te behandelen;

	c. een redelijk kwaliteitsniveau te garanderen.

2. Aan een verplichting als bedoeld in het eerste lid kunnen door de
Autoriteit Consument en Markt nadere voorschriften worden verbonden die
nodig zijn voor een goede uitvoering van die verplichtingen.

Artikel 13j

1. Voor door haar te bepalen postvervoerdiensten aan eindgebruikers kan
de Autoriteit Consument en Markt verplichtingen opleggen betreffende het
beheersen van de hiervoor te rekenen tarieven of de kostentoerekening.

2. Artikel 13f, tweede tot en met vijfde lid, zijn van overeenkomstige
toepassing.

3. Aan een verplichting als bedoeld in het eerste lid kunnen door de
Autoriteit Consument en Markt nadere voorschriften worden verbonden die
nodig zijn voor een goede uitvoering van die verplichtingen.

Artikel 13k

	1. Indien de Autoriteit Consument en Markt een verplichting als bedoeld
in artikel 13j oplegt of in stand houdt, kan zij tevens de verplichting
opleggen om invoering van nieuwe of gewijzigde tarieven voor
postvervoerdiensten aan eindgebruikers niet plaats te laten vinden dan
nadat zij deze tarieven heeft goedgekeurd.

	2. De Autoriteit Consument en Markt beoordeelt binnen drie weken na
ontvangst van een verzoek tot goedkeuring, of het nieuwe of gewijzigde
tarief in overeenstemming is met de opgelegde of in stand gehouden
verplichting, bedoeld in artikel 13j, eerste lid. Indien gegevens als
bedoeld in het zevende lid, ontbreken wordt het postvervoerbedrijf
binnen drie dagen na ontvangst van het verzoek, hiervan op de hoogte
gesteld.

	3. De Autoriteit Consument en Markt kan de termijn, bedoeld in het
tweede lid, eerste volzin, eenmaal met drie weken verlengen. Zij doet
hiervan schriftelijk mededeling aan het postvervoerbedrijf dat het
verzoek heeft ingediend.

	4. Indien de Autoriteit Consument en Markt van oordeel is dat het
nieuwe of gewijzigde tarief in overeenstemming is met de opgelegde of in
stand gehouden verplichting, bedoeld in artikel 13j, eerste lid, keurt
zij de invoering hiervan goed.

	5. Indien de Autoriteit Consument en Markt van oordeel is dat het
nieuwe of gewijzigde tarief niet in overeenstemming is met de
verplichting, bedoeld in artikel 13j, eerste lid, doet zij hiervan
mededeling aan het desbetreffende postvervoerbedrijf. Zij deelt hierbij
mede op welke punten niet voldaan is aan de verplichting, bedoeld in
artikel 13j, eerste lid.

	6. Het postvervoerbedrijf deelt de Autoriteit Consument en Markt binnen
vier weken na de datum van de mededeling, bedoeld in het vijfde lid,
schriftelijk mede in hoeverre het nieuwe of gewijzigde tarief wordt
aangepast aan de mededeling van de Autoriteit Consument en Markt. De
Autoriteit Consument en Markt beoordeelt binnen drie weken na ontvangst
van de mededeling van het postvervoerbedrijf, bedoeld in de eerste
volzin, op het verzoek tot goedkeuring, of het nieuwe of gewijzigde
tarief in overeenstemming is met de opgelegde of in stand gehouden
verplichting, bedoeld in artikel 13j, eerste lid.

	7. Uiterlijk op het tijdstip waarop de Autoriteit Consument en Markt
een verplichting als bedoeld in artikel 13j oplegt of in stand houdt, in
werking treedt, stelt zij vast welke gegevens door de desbetreffende
onderneming bij een verzoek als bedoeld in het tweede lid overgelegd
moeten worden, en in welke vorm deze gegevens worden ingediend. De
Autoriteit Consument en Markt doet hiervan mededeling aan het
desbetreffende postvervoerbedrijf.

D

	Artikel 16 wordt gewijzigd als volgt:

a. In het vijfde lid wordt “en voert ten minste zes dagen per week
overal in Nederland een bestelling uit” vervangen door: en voert ten
minste vijf dagen per week overal in Nederland een bestelling uit.

b. Aan het slot van het vijfde lid wordt onder vervanging van de punt
door een komma een tekst toegevoegd, luidende:

met dien verstande dat hij ten minste zes dagen per week overal in
Nederland een bestelling uitvoert van rouwbrieven en medische brieven. 

c. Het zesde lid komt te luiden als volgt: 

6. Een verlener van de universele postdienst zorgt ervoor dat de
brieven, die overeenkomstig de daartoe gestelde voorwaarden aan hem
worden aangeboden voor postvervoer binnen Nederland met de standaard
overnight service, per kalenderjaar in ten minste gemiddeld 95% van de
gevallen worden besteld op de dag, niet zijnde een zon- of maandag of
officiële feestdag, volgend op de dag van aanbieding, met dien
verstande dat rouwbrieven en medische brieven per kalenderjaar in ten
minste gemiddeld 95% van de gevallen worden besteld op de dag, niet
zijnde een zon-, of officiële feestdag, volgend op de dag van
aanbieding.

E

	In artikel 49, eerste lid, vervalt “9” en wordt na “13”
ingevoegd: ,13b tot en met 13k.

F 

	Artikel 58 wordt als volgt gewijzigd:

	a. In het eerste lid, wordt “in hoofdstuk 3” vervangen door: in de
hoofdstukken 3 en 3a. 

	b. Onder vernummering van het tweede tot het derde lid, wordt een lid
ingevoegd, luidende:

	2. Onder een geschil als bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan
een geschil inzake de vraag of, indien de in dat lid bedoelde
postvervoerbedrijven, natuurlijke of rechtspersonen een overeenkomst
hebben gesloten op basis van een bij of krachtens de hoofdstukken 3 en
3a van deze wet, een op een of meer van hen rustende verplichting, de
ter zake daarvan tussen hen bestaande verbintenissen, of de wijze waarop
die verbintenissen worden nagekomen strijdig zijn, onderscheidenlijk
strijdig is met het bij of krachtens deze wet bepaalde. 

ARTIKEL II

De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

	a. In Bijlage 1: de Regeling rechtstreeks beroep wordt in de
alfabetische rangschikking ingevoegd: 

Postwet 2009: hoofdstuk 3a.

	b. In artikel 4 van Bijlage 2: Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak
wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

Postwet 2009: hoofdstuk 3a.

	c. In de artikelen 7 en 11 van Bijlage 2: Bevoegdheidsregeling
bestuursrechtspraak wordt “Postwet 2009” vervangen door: Postwet
2009, met uitzondering van hoofdstuk 3a. 

ARTIKEL III

Indien deze wet in werking treedt na 1 januari van enig kalenderjaar,
wordt de overkomstduur als bedoeld in artikel I, onderdeel D,
subonderdeel c, in dat kalenderjaar voor het gehele jaar bepaald
overeenkomstig artikel 16, zesde lid, zoals dat luidt na
inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D. 

ARTIKEL IV

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle 

ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan
de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Economische Zaken,

 

 

 PAGE    

 PAGE   7