[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Cijfermateriaal afschaffing uitzonderingen musici en artiesten

Bijlage

Nummer: 2013D18871, datum: 2013-05-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Afschaffing uitzonderingen musici en artiesten werknemersverzekeringen (2013D18870)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage 	Cijfermateriaal afschaffing uitzonderingen musici en artiesten

In deze bijlage wordt ingegaan op de gevolgen van de afschaffing van de
uitzonderingen voor musici en artiesten voor de besparingen, voor de
premies en het EMU-saldo.  Tevens wordt ingegaan op de vraag welk
percentage van de huidige WW-gerechtigde musici en artiesten nu al
voldoet aan de reguliere wekeneis.

Omvang van de besparing a.g.v. afschaffen uitzondering musici en
artiesten

De afschaffing van de uitzonderingen voor musici en artiesten leidt tot
minder, en minder hoge, uitkeringen. Het aantal WW-uitkeringen zal
afnemen doordat minder musici en artiesten voldoen aan de voorwaarden
voor toekenning van de uitkering als gevolg van een aanscherping van de
wekeneis. De hoogte van de WW-uitkeringen zal gemiddeld lager worden
vastgesteld doordat het loon voor de dagloonvaststelling van de
werkloosheidsuitkering niet meer wordt verhoogd met een factor 100/70.
De hoogte van een aantal WGA-uitkeringen (Werkhervattingsregeling
gedeeltelijk arbeidsgeschikten) zal dalen doordat minder werknemers
voldoen aan de voorwaarden voor toekenning van een loongerelateerde
uitkering. 

De besparing op de uitkeringslasten bedraagt structureel € 11 miljoen
per jaar. Deze besparing ontstaat doordat de WW/WIA-lasten zullen dalen
en tegelijkertijd zullen de bijstandslasten stijgen omdat een deel zal
doorstromen naar de bijstand (zie tabel 1).  

Tabel 1. Besparing uitkeringslasten (in mln.)

	2013	2014	2015	2016	2017	2018

Afschaffen uitzondering M&A	-2	-8	-11	-11	-11	-11



De afschaffing van de uitzonderingen voor musici en artiesten betekent
een besparing op de uitvoeringskosten van € 1,1 miljoen structureel
per jaar (zie tabel 2). 

Tabel 2. Besparing uitvoeringskosten (in mln.)

	2013	2014	2015	2016	2017	2018

Afschaffen uitzondering M&A	-0,6	-1,1	-1,1	-1,1	-1,1	-1,1



Besparingsverlies bij uitstel afschaffen uitzondering musici en
artiesten tot 1-1-2014. 

Tijdens het algemeen overleg heb ik aangegeven dat een uitstel van de
afschaffing van de uitzonderingen voor musici en artiesten zou betekenen
dat er een besparingsverlies optreedt van cumulatief minstens € 45
miljoen over de periode 2013-2015. Het besparingsverlies ontstaat
doordat uitstel van de afschaffing van de uitzondering voor musici en
artiesten, ook betekent dat de invoering van de nieuwe dagloonregeling
tot minstens 1 januari 2014 uitgesteld moet worden. De geplande
invoeringsdatum hiervan is 1 juni 2013. De technische implementatie van
beide maatregelen is aan elkaar gekoppeld. UWV heeft aangegeven dat het
loskoppelen van een van beide onderdelen niet mogelijk is. Het
besparingsverlies bestaat uit drie elementen (zie tabel 3): 

Uitstel van het afschaffen van de uitzonderingen voor musici en
artiesten: cumulatief ruim € 7 miljoen (uitkeringslasten en
uitvoeringskosten). Vanwege het ingroeipad van de besparingen, loopt het
besparingsverlies bij uitstel 3 jaar door.

Uitstel van nieuwe dagloonbesluit leidt tot niet gerealiseerde
besparingen op de uitvoeringskosten over de periode 2013-2015:
cumulatief € 30 miljoen. Voor het nieuwe dagloonbesluit zijn er geen
besparingsverliezen in verband met de uitkeringslasten, omdat deze
maatregel geen effect heeft op de uitkeringslasten. Ook hier loopt het
besparingsverlies 3 jaar door als gevolg van het ingroeipad van de
besparingen.

Eenmalige kosten voor ontvlechting en gescheiden implementatie van beide
maatregelen: € 7,5 miljoen. 

Tabel 3. Besparingsverlies (in mln. €) bij uitstel tot 1-1-2014	

	2013	2014	2015	2016	2017	2018	Cumulatief

Musici en artiesten	2,6	3,0	1,5



7

Dagloonbesluit	10	11	9



30

Incidentele kosten	7,5





7,5

Totaal (afgerond)	20	14	10



45



Effect op de premies

De premies voor de financiering van de werkloosheidsuitkeringen worden
betaald door de werkgevers. Werkgevers dragen deze premie af over het
loon dat ze betalen aan hun werknemers. De WW-uitgaven worden
gefinancierd uit twee premies: de premie voor het sectorfonds en de
premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf). De eerste zes maanden
van de werkloosheidsuitkering worden gefinancierd uit de premie voor het
sectorfonds en de daarna volgende periode van de werkloosheidsuitkering
wordt gefinancierd uit de AWf-premie.

De WW-lasten van het sectorfonds Culturele instellingen bedroegen in
2011 € 43,5 miljoen, in 2012 € 48,5 miljoen en worden in 2013
geraamd op € 53,1 miljoen. De WGA-lasten waren in die jaren € 2,8
miljoen, € 3,7 miljoen respectievelijk € 4,6 miljoen. Deze uitgaven
hebben betrekking op alle werklozen en personen met een WGA-uitkering
uit de sector Culturele instellingen en niet alleen de musici en
artiesten waarop nu de verlaagde wekeneis en de bijzondere
dagloonberekening voor de WW van toepassing is. De omvang van de
uitgaven ten laste van het AWf voor musici en artiesten is niet bekend. 

De gemiddelde premie voor het sectorfonds in 2013 bedraagt 5,04%, de
hoge premie 12,38% en de lage premie 3,03%. Het WW-deel daarvan is 4,3%,
11,68% en 2,34%. De rest van deze premie wordt geheven voor de
financiering van ZW en WGA. Voor werknemers met een contract van een
jaar of langer geldt de lage premie en voor werknemers met een contract
van korter dan een jaar de hoge premie. Het doel van deze differentiatie
per premiegroep is om te bevorderen dat werkgevers meer vaste of langer
durende contracten aanbieden, en langs deze weg kortdurende contracten
te ontmoedigen waaruit repeterend gebruik van de WW ontstaat.

De premie voor het sectorfonds Culturele instellingen wordt in beginsel
lastendekkend vastgesteld. Lastendekkend betekent dat de premie in een
jaar toereikend is om in dat jaar de uitkeringen ten laste van het
sectorfonds te kunnen betalen. De premie stijgt of daalt in grote lijn
mee met stijging of daling van de uitgaven voor de
werknemersverzekeringen. Bij de vaststelling van de premie wordt
rekening gehouden met meer factoren, zoals de conjunctuur en de
financiële positie (overschotten en tekorten) van het sectorfonds. 

De WW-uitkeringslasten zullen dalen als gevolg van de afschaffing van de
uitzonderingen voor musici en artiesten. Het afschaffen van de
uitzonderingen voor musici en artiesten zal vooral leiden tot een daling
van de uitkeringslasten in de eerste zes maanden van de WW. Dit betekent
dat werkgevers op termijn een deel van de € 17 miljoen (besparing
uitkeringslasten WW) minder premie aan het sectorfonds hoeven te
betalen. Uiteraard is deze daadwerkelijke premiedaling, zoals
aangegeven, ook afhankelijk van andere factoren, zoals de conjunctuur en
de financiële positie van het sectorfonds.

Voor een deel van de besparingen op de werkloosheidsuitkeringen wordt er
ook minder beroep gedaan op het Algemeen Werkloosheidsfonds. Dit betreft
de werkloosheidsuitkeringen die langer duren dan zes maanden. Dit heeft
geen invloed op de premie voor dit fonds die in 2013 1,7% bedraagt voor
alle werkgevers in het bedrijfsleven in Nederland. De hoogte van deze
premie is niet rechtstreeks gerelateerd aan de hoogte van de uitgaven
het AWf, maar wordt jaarlijks ingepast in het lastenkader voor het
bedrijfsleven. Het kabinet hanteert een scheiding tussen inkomsten en
uitgaven. Dit betekent concreet dat als de (AWf-)uitgaven stijgen of
dalen, dit niet betekent dat de (AWf-) premies mee moeten stijgen of
dalen. Een tekort in de sociale fondsen komt ten laste van het
EMU-saldo. 

Gevolgen voor het EMU-saldo

De afschaffing van de uitzonderingen voor musici en artiesten heeft een
dempend effect op de premie voor het sectorfonds. Aan de inkomstenkant
van de rijksbegroting gaat het kabinet uit van een vast lastenkader.
Conform deze begrotingssystematiek worden premiewijzigingen van
beleidsmatige aard – zoals het beschreven dempende effect op de premie
voor het sectorfonds – gecompenseerd via een lastenverzwaring elders.
Deze begrotingsregel is ingesteld om te voorkomen dat een ombuiging aan
de uitgavenkant leidt tot lagere inkomsten, waardoor de verbetering van
het EMU-saldo verdwijnt. Dat betekent dat deze maatregel enkel gevolgen
heeft aan de uitgavenkant van de begroting en daarmee leidt tot een
verbetering van het EMU-saldo. 

Het besparingsverlies dat zou ontstaan bij een eventueel uitstel van het
nieuwe dagloonbesluit en de afschaffing van de uitzonderingen voor
musici en artiesten komt dus volledig ten laste van het EMU-saldo. Over
de jaren 2013-2015 gaat het cumulatief om minstens € 45 miljoen.

Reguliere wekeneis

Het UWV heeft een steekproef genomen uit het bestand van musici en
artiesten die op dit moment een WW-uitkering ontvangen. Daarbij heeft
het UWV vastgesteld dat een derde van deze personen ook zou voldoen aan
de reguliere wekeneis en twee derde niet. Dit is in lijn met de gemaakte
raming. Het UWV tekent daarbij aan dat de groep die nu niet voldoet aan
de reguliere wekeneis wellicht op een later moment wel voldoet aan de
reguliere wekeneis. Wanneer musici en artiesten hun beroepspraktijk meer
gaan afstemmen op de nieuwe situatie door aanvaarding van ander werk,
zullen er in de toekomst toch meer musici en artiesten voldoen aan de
reguliere wekeneis.

 Artikel 100 en 104 Wet financiering sociale verzekeringen 

 Premienota 2013 sector Culturele instellingen, UWV 

 Besluit vaststelling sectorpremies 2013, Staatscourant 2012, 22294.

 Het onderscheid tussen premie voor korte contracten en de premie voor
lange contracten en de verhouding zijn geregeld in artikel 2.3 Besluit
Wfsv en artikel 3.12 Regeling Wfsv. 

 Het AWf heeft per einde 2013 een geraamd tekort van 7,9 mld euro:
Januarinota 2013, pag 43, UWV    HYPERLINK
"http://www.uwv.nl/overuwv/Images/UWV%20Januarinota%202013.pdf" 
http://www.uwv.nl/overuwv/Images/UWV%20Januarinota%202013.pdf