Lijst van vragen over het Jaarverslag Ministerie van Economische Zaken 2012, onderdeel Economie en Innovatie
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken 2012
Lijst van vragen
Nummer: 2013D20999, datum: 2013-05-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.I. Hamer, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.F.P.M. van de Wiel, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2013Z08333:
- Indiener: H.G.J. Kamp, minister van Economische Zaken
- Volgcommissie: commissie voor de Rijksuitgaven
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2013-05-15 14:00: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-05-21 13:30: Extra procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2013-05-23 14:00: Jaarverslag Ministerie van Economische Zaken 2012: onderdeel Landbouw en Natuur (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2013-05-23 14:00: Jaarverslag Ministerie van Economische Zaken 2012: onderdeel Economie en Innovatie (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2013-06-12 16:00: Economie en Innovatie (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2013-06-26 19:30: Jaarverslag ministerie Economische Zaken, onderdeel Landbouw en Natuur (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2013-07-02 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
33605-XIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken 2012 Nr. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 23 mei 2013 De vaste commissie voor Economische Zaken heeft over het Jaarverslag Ministerie van Economische Zaken 2012, onderdeel Economie en Innovatie (Kamerstuk 33605-XIII, nr. 1) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd. Deze vragen, alsmede de daarop bij brief van ….. gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt. De vragen en opmerkingen zijn op 23 mei 2013 aan de minister van Economische Zaken voorgelegd met het verzoek deze te beantwoorden uiterlijk 6 juni 2013 om 12.00 uur. De voorzitter van de commissie, Hamer De adjunct-griffier van de commissie, Van de Wiel Nr Vraag Blz van tot 1 Waarom hanteert u een ondergrens van drie miljoen euro? Waarop is die gebaseerd? 9 2 Kunt u uitsplitsen hoe de verdeling was over de verschillende typen bedrijven (start ups, klein midden- en kleinbedrijf (MKB), middelgroot MKB en grootbedrijf) van de 13.860 bedrijven die gebruik hebben gemaakt van de Research & Development Aftrek (RDA)? 11 3 Kunt u aangeven welk percentage van de 13.860 bedrijven die gebruik hebben gemaakt van de RDA ook gebruik hebben gemaakt van de Wet bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO)? 11 4 Kunt u uiteenzetten of de middelen besteed aan de RDA en het Innovatiekrediet MKB+ ook geleid hebben tot een grotere private investering in Research & Development (R&D) of bijvoorbeeld meer werkgelegenheid? 11 5 Kunt u aangeven welke relatie er bestaat tussen de stijging van Nederland op de lijst met innovatieve landen (Innovation Union Scoreboard) en de gedane investeringen in RDA, WBSO en Innovatiekrediet MKB+? 11 6 Kunt u een tabel geven met daarin de kosten van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) van de afgelopen vijf jaar uitgezet tegen de opbrengsten? 11 7 Hoeveel R&D heeft de RDA bij de 13.860 ondernemingen en zelfstandigen uitgelokt? 11 8 Kunt u toelichten hoe de uitgekeerde middelen voor de TKI-toeslag door de verschillende topsectoren zijn ingezet en of dit heeft geleid tot een versterking van de topsectoren als geheel? 14 9 Kunt u toelichten welk type bedrijven (start ups, klein MKB, middelgroot MKB of grootbedrijven) hebben geprofiteerd van de uitgekeerde TKI-toeslag? 14 10 Kunt u uitleggen op welke wijze de reeds bestaande publiek-private samenwerkingsverbanden, waaronder de Technologisch Topinstituten (TTI's), zijn ondergebracht in de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s)? 14 11 Kunt u aangeven welk type buitenlandse bedrijven (zowel qua grootte als qua sector) zich via het NFIA in Nederland gevestigd hebben en op welke wijze de regiegroep hoofdkantoren hierbij betrokken is geweest? 15 12 Kunt u toelichten hoeveel extra budget voor de transitieperiode voor TTI’s beschikbaar is gesteld? 15 13 Kunt u uiteenzetten wat uit het budget van de transitiefaciliteit wordt gefinancierd? 15 14 Kunt u uitleggen welke acties vanuit het ministerie zijn ondernomen om de Garantie Ondernemersfinanciering en de Groeifaciliteit onder de aandacht te brengen van ondernemers en kredietverleners? 16 15 Kunt u onderbouwen in hoeverre het Innovatiefonds MKB+ en de regeling Technostarters ook voor buitenlandse bedrijven die zich in Nederland vestigen, bijvoorbeeld via acceleratorprogramma's, beschikbaar is? 16 16 Hoe verklaart u het geringe gebruik van de Innovatiefonds MKB+ (€ 52 miljoen van de geraamde € 95 miljoen voor 2012)? 16 17 Kunt u aangeven welk type startende bedrijven gebruik hebben gemaakt van de middelen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en welk percentage van deze starters succesvol een onderneming is gestart? 16 18 Hoe komt het dat de benutting van de Borgstellingsregeling Midden en Kleinbedrijf (BMKB) met bijna 50% is teruggelopen, terwijl Qredits juist meer (ruim 13%) kredieten heeft versterkt? 16 19 Kunt u aangeven welke andere EU-lidstaten in 2012 ook onder de foutmarge van 2% zijn gebleven wat betreft de besteding van middelen uit het EFRO? 16 20 Klopt het dat de BMKB en de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) juist verruimd zijn voor de crisisjaren en per definitie anti-conjunctureel zouden moeten werken en dat uit de onderuitputting blijkt dat dit niet het geval is? 16 21 Klopt het dat de GO, de BMKB, de scheepsnieuwbouwregeling en de groeifinancieringsfaciliteit niet volledig worden benut? Wat is hiervan de reden? 16 22 Hoe kan het dat er in de BMKB in 2012 meer garanties zijn vervallen dan verleend, terwijl de kredietverlening aan het MKB zo onder druk staat? 16 23 Waarin vond u de budgettaire ruimte om de verplichte heffingen die de Kamer van Koophandel (KvK) ondernemers in rekening brengt met 10% te reduceren in 2012? 17 24 Hoe is de voortgang van de 234 projecten voor duurzame energie die in 2012 een subsidiebeschikking ontvingen uit de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+)? 23 25 Wanneer verwacht u dat het kabinet een besluit neemt over deelprivatisering van Gasunie en TenneT? 23 26 Kunt u een overzicht geven van de verschillende wetsvoorstellen (of tranches) en hun doelstellingen die vallen onder de wetgevingsagenda STROOM? 24 27 Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot uw inzet op Europees niveau om bellen in het buitenland op termijn niet meer te laten kosten dan bellen in Nederland? 25 28 Hoe moet de genoemde stimulans aan concurrentie op de mobiele telecomsector gezien worden in relatie tot het onderzoek van Rewheel dat mobiele data in Nederland het duurst is 25 29 Welke schadelijke belemmeringen in Nederland voor het goed functioneren van markten heeft u in 2012 aangepakt? 26 30 Welke maatregelen tot reductie van informatie-asymmetrie heeft u afgelopen jaar genomen? 26 31 Kunt u uitleggen waardoor de economische vrijheid in Nederland sinds 2008 is afgenomen? 26 32 Om welke reden daalt de 'economic freedom' in Nederland sinds 2008? 26 33 Kunt u aangeven of de mogelijkheid bestaat om de Wet Markt en Overheid vervroegd te evalueren? 29 34 Welke grote belangen zijn gemoeid met de implementatie van de Metrologiewet? 29 35 Kan er iets meer toelichting gegeven worden op de prestaties op het gebied van aanbesteden, is er bijvoorbeeld bekend welk gedeelte volledig correct is gebeurd conform de Europese aanbestedingsregels? 29 36 Kunt u toelichten waarom de website van Consuwijzer niet kon voldoen aan de Nederlandse wetgeving? Waarom is er voor gekozen om de webanalyse stop te zetten? 30 37 Is er reeds een technische oplossing gevonden, welke in overeenstemming is met de cookiebepaling, voor het uitvoeren van een webanalyse van de Consuwijzer? 30 38 Welke stappen worden er ondernomen om de streefwaarde van 6% met betrekking tot de naamsbekendheid van de Consuwijzer te behalen? 30 39 Zijn de 2,2 miljoen bezoekers aan de website van de ConsuWijzer unieke bezoekers? 30 40 Hoeveel partijen/ondernemingen zijn bereikt met het programma digiveilig of een van haar voorlopers? 32 41 Welke stappen onderneemt u in Europees verband inzake het ontwikkelen van veilige hard- en softwareproducten ter bevordering van cyber security? 32 42 Wanneer verwacht u dat er concrete nieuwe standaarden voor veilige hard- en software producten worden geïmplementeerd zodat cyber security daadwerkelijk wordt bevorderd? 32 43 Hoeveel loopt Nederland in euro's achter op de doelstelling van 2,5% bruto binnenlands product (BBP) aan R&D? 35 44 Waarom heeft Nederland een beneden gemiddelde score bij onder andere de private R&D -uitgaven en de omzet die bedrijven behalen met nieuwe en verbeterde producten? 35 45 Welke redenen kunnen gegeven worden om te verklaren dat Nederland een beneden gemiddelde score bij onder andere private R&D - uitgaven en de omzet die bedrijven behalen met nieuwe en verbeterde producten heeft? 35 46 Kunt u aangeven wanneer de cijfers ten aanzien van R&D-uitgaven als percentage van het BBP voor 2012 worden verwacht? Wordt in 2012 een stijging van het percentage private R&D verwacht? 36 47 Kunt u toelichten wie in Nederland de meeste octrooien aanvragen: wetenschappers, bedrijfsleven of organisaties als Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) en Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) en hoe deze verdeling zich verhoudt tot andere Europese landen? 36 48 Kunt u uiteenzetten door wie de stijging van het aantal aangevraagde octrooien is veroorzaakt: wetenschappers, bedrijfsleven of organisaties als TNO en DLO? 36 49 Heeft u cijfers beschikbaar over de benutting van aangevraagde octrooien per land en hoe scoort Nederland daarin ten opzichte van andere Europese landen? 36 50 Kunt u de 'onderliggende kengetallen' geven waarop verbetering heeft plaatsgevonden zodat Nederland heeft kunnen klimmen van plaats 10 naar 5 in de Innovation Union Scoreboard? 37 51 Hoe verklaart u de uitkomst van de enquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat van de grotere groep innovatieve bedrijven een kleiner aandeel blijkt samen te werken met een kennisinstelling? 37 52 Waar is de voor innovatie gereserveerde 27 mln voor innovatie gebleven? 38 53 Kunt u toelichten wat de technische correctie precies inhoudt? Kunt u toelichten welk deel van de hogere bijdrage aan TNO wordt veroorzaakt door de overheveling van het SZW-budget naar EZ? 38 54 Waarom is het Innovatiefonds minder gebruikt? 39 55 Wat is het budgettaire effect van de verschuiving over de jaargrens van de bijdrage aan AgentschapNL? 39 56 Hoe verklaart u de onderbesteding op Lucht- en Ruimtevaart, in het licht van de recente ophoging van het budget met € 12,8 miljoen en op welke wijze komen de vrijgemaakte middelen alsnog ten goede aan deze sector? 39 57 Welke concrete stappen heeft u genomen bij het harmoniseren van de governancemodellen van de instituten TNO, DLO en de Grote Technologische Instituten (GTI's)? 39 58 Waarom is volgens u de verwachte benutting van het innovatiekrediet achtergebleven bij de verwachtingen? 39 59 Kunt u aangeven wat de oorzaken zijn van het achterblijven van de vraag naar het innovatiekrediet in 2012? 39 60 Op welke wijze bent u voornemens de vraag naar innovatiekrediet te stimuleren? Welke maatregelen worden hiertoe genomen? 39 61 Hoe verklaart u het achterblijven van de benutting van het Innovatiekrediet? 39 62 Komt het MKB voor 20% van Horizon 2020 in aanmerking of is dit voor hen gereserveerd? 40 63 Wanneer gaan de topsectoren de ruimtevaartdata benutten voor hun ambities? 40 64 Kunt u inzichtelijk maken of het topsectorenbeleid heeft geleid tot een gerichte inzet van onderzoeksaanvragen in het 7e Kaderprogramma en ook heeft geleid tot een hoger retourpercentage ten opzichte van de jaren voor het topsectorenbeleid? Met andere woorden: is er aantoonbaar sprake van meer focus en massa in de Europese onderzoeksaanvragen vanuit Nederland? 40 65 Hoe groot gedeelte van de RDA is via verrekening van de loonbelasting? 42 66 Welk extra tendercriterium is bedacht om de Innovatie Prestatie Contracten (IPC) te laten aansluiten bij topsectoren? 43 67 Welke nieuwe MKB-regeling voor innovatie van de topsectoren is ontwikkeld vanuit het beschikbare budget voor IPC’s? 43 68 Kunt u toelichten waarom de Small Business Innovation Research (SBIR) weinig succesvol is gebleken en welke consequenties dit heeft voor aanpassing van het betreffende beleidsinstrument? 43 69 Welke maatregelen gaat u nemen om starters te stimuleren te gaan ondernemen, zodat het aantal aanvragers dat gebruikt maakt van de startersfaciliteit weer op de streefwaarde uitkomt? 43 70 Kunt u aangeven in hoeverre de toegankelijkheid en benutting van de BMKB voor en door het kleinbedrijf wordt beperkt door de toename van de hoogte van de schadedeclaraties, de verhoging van de afsluitprovisies en overige doorgevoerde versoberingen? 48 71 Kunt u uitleggen waarom de maatregel waarmee de BMKB in oktober 2012 is opengesteld voor andere financiers dan banken en waarvoor in eerste instantie € 25 miljoen is gereserveerd door middel van een apart subsidie-plafond in beginsel slechts geldt tot ultimo 2013? 48 72 Welke ondernemersquote geldt voor Nederland als optimaal? Waarom? Neemt het aandeel snelle groeiers af door het gebruik van een andere definitie of is (zijn) er een andere verklaring(en)? Zo ja, welke? 48 73 Welke banken lichten in de adviesgesprekken met MKB-ondernemers standaard de BMKB-regeling toe? Hoe ligt de verdeling tussen het aantal toegekende kredietaanvragen met BMKB-regeling, zonder BMKB-regeling en afgewezen kredietaanvragen in de afgelopen 12 maanden? 48 74 Kunt u een update geven van de rol van uw ministerie bij de uitrol en opschaling van het Ondernemingsdossier naar meer branches? 50 75 Kunt u uiteenzetten hoe de positieve teksten over de SBIR op bladzijde 50 zich verhouden tot de minder positieve teksten op bladzijde 43? 50 76 Hoe lang zullen de 19 frontoffices van de Fysieke Ondernemerspleinen in stand worden gehouden? Welke frontoffices (locatie) zullen naar verwachting als eerste ‘sneuvelen’? Waarom? 50 77 Welke kosten brengt het landelijk veranderen van de naam ‘Kamer van Koophandel’ in ‘Fysiek Ondernemersplein’ met zich mee? Hoe worden deze kosten gefinancierd? Wat zijn de maatschappelijke kosten van het verdwijnen (minder zichtbaar worden) van het merk ‘Kamer van Koophandel’? 50 78 Wat zijn de mogelijke gevolgen van het niet introduceren van een inschrijfvergoeding? Wanneer kunnen activiteiten, afgezien van de wettelijke taken, binnen de dienstverlening van de KvK worden ‘opgeofferd’ of (sterk) versoberd? 50 79 Op welke termijn komt een laagdrempelig certificaat met het hoogste betrouwbaarheidsniveau beschikbaar om de inschrijving bij de KvK volledig digitaal te maken? 50 80 Kunt u toelichten welke open overheidsdata precies worden hergebruikt en € 200 miljoen per jaar opleveren voor ondernemers? 51 81 In welke mate is de regeldruk merkbaar verminderd voor ondernemers? 51 82 Waarom moest u verplichtingen van € 9,7 miljoen uit voorgaande jaren inzake het ICT-beleid uitfinancieren? 54 83 Waardoor zijn minder kredieten door Qredits in 2012 goedgekeurd? 54 84 Op basis waarvan verwacht Qredits dat zowel het aantal aanvragen als de kwaliteit van de aanvragen in 2013 zullen toenemen? 55 85 Kunt u aangeven hoeveel van de 234 duurzame energieprojecten in 2012 met Stimulering duurzame energie (SDE)+-subsidies windmolenprojecten op land en op zee waren? 57 86 Aan wie zijn SDE+ subsidies toegekend? Voor welke techniek en welke bedragen kregen zij elk toegekend? 57 59 87 Hoeveel tijd en geld is ambtelijk in 2012 gestoken in vergunningaanvraag Kerncentrale Borssele en voor boringen naar schaliegas? 57 59 88 Kunt u toelichten waarom het aantal ‘boringen productie onshore en offshore’ is afgenomen ten opzichte van 2011? 58 89 Kunt u uitleggen waarom de aanpassingen van de garantieregeling geothermie meer tijd in beslag namen dan van te voren ingeschat? 60 90 Hoe lang is volgens u de ‘komende periode’ waarin de voorgestelde veiligheidsmaatregelen die Gasunie en Tennet moeten nemen om hun kritische infrastructuur te beschermen tegen een aantal specifieke, door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) aangedragen terroristische dreigingen, worden geïmplementeerd? 64 91 Kunt u aangeven gezien het volledige SDE+-budget opgaat voor een basisbedrag van €0,07ct/kWh hoe daar windmolenparken op zee van gebouwd kunnen worden aangezien daar een minimale subsidie van €0,15/kWh voor nodig is? 66 92 Kunt u aangeven waarom kernenergie niet meetelt voor de doelstellingen 20% CO2 reductie en 16% duurzame energie, terwijl u zelf aangeeft dat daarbij geen CO2 wordt uitgestoten? 66 93 Kunt u aangeven op welke wijze gecontroleerd wordt of de 1,7 miljard euro aan subsidies ook daadwerkelijk de verwachte 0,7% bijdrage levert aan de doelstelling duurzame energie? 66 94 Kunt u aangeven op welke wijze erop wordt toegezien dat de €0,07/kWh ook doelmatig besteed wordt, aangezien voor sommige duurzame productietechnieken een lager bedrag per kWh reeds of in de nabije toekomst volstaat? 66 95 Kunt u aangeven hoe u voor 2020 6000MW op land en 6000MW op zee aan windenergie wilt financieren nu de beoogde SDE+-subsidies grotendeels aan andere vormen van duurzame energie, zoals biomassa bijstook en geothermie, opgaan? 69 96 Kunt u aangeven of zonder deze SDE+-subsidies de beoogde 6000MW op land en 6000MW op zee wel gerealiseerd kunnen worden? 69 97 Kunt u aangeven welke specifieke SDE-projecten geen doorgang vonden en waarom? 69 98 Waarom is de onderbesteding van de SDE middelen niet teruggesluisd naar duurzame energie via de SDE+, gelet op het achterlopen bij het halen van de doelstellingen voor duurzame energie? 69 99 Welk aandeel van de onbestede middelen die voor de SDE regeling en de regeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie geraamd werden zijn maar die niet werden uitgegeven, zijn uiteindelijk voor andere doelen dan duurzame energie aangewend? 69 100 Kunt u per jaar vanaf het begin van de SDE regeling tot 2012 de onder-uitputting voor deze regeling aangeven en aangeven waar deze middelen uiteindelijk zijn aangewend? 69 101 Waarom is de onderbesteding van de SDE middelen niet teruggesluisd naar duurzame energie via de SDE+, gelet op het achterlopen bij het halen van de doelstellingen voor duurzame energie? 69 102 Wanneer is de onderbesteding van de SDE middelen bekend geworden? 69 103 Kunt u aangeven wat veel voorkomende redenen zijn dat projecten gefinancierd uit de SDE+ geen doorgang vonden of vertraging opliepen? 69 104 Kunt u per economische missie een overzicht geven van de hoeveelheid contracten die binnengehaald zijn? Wat zijn de opbrengsten van de contracten per missie en wat hebben deze missies gekost voor de overheid? 79 105 Kunt u uiteenzetten tot welke concrete acties de bijeenkomsten van de werkgroep Vestigingsklimaat hebben geleid en wat waren daarvan de resultaten? 80 106 Kunt u de samenhang schetsen tussen de werkgroep vestigingsklimaat, de NFIA en de regiegroep Hoofdkantoren? 80 107 Kunt u uiteenzetten waarom de gerealiseerde uitgaven van TNO en DLO voor 2012 nog niet beschikbaar zijn? 121 108 Hoeveel fte is in 2012 door AgentschapNL ingezet? Kunt u dat per taakveld/ opdracht uitsplitsen? 128 PAGE \* MERGEFORMAT 1