Advies Raad van State
Bijlage
Nummer: 2013D21099, datum: 2013-05-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Preview document (š origineel)
No.W06.12.0421/III 's-Gravenhage, 22 november 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 oktober 2012, no.12.002449, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van FinanciĆ«n, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Federale Democratische Republiek EthiopiĆ« tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, met Protocol; Addis Abeba, 10 augustus 2012 (Trb. 2012, 179 en 192), met toelichtende nota. Het verdrag bevat regels om dubbele belasting te vermijden en het ontgaan van belasting te voorkomen met betrekking tot belastingen naar het inkomen. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de goedkeuring van het verdrag maar plaatst daarbij de volgende kanttekening. 1. Positie BES-eilanden Het verdrag geldt niet alleen voor het in Europa gelegen deel van Nederland, maar ook voor het Caribische deel van Nederland (de BES-eilanden). De Afdeling merkt op dat in de toelichtende nota steeds de term "Nederland" wordt gebruikt waarbij niet altijd uit de context is op te maken of alleen wordt gedoeld op het in Europa gelegen deel van Nederland of ook op het Caribische deel van Nederland. Gelet op de vele verwijzingen in de toelichtende nota naar al bestaande verdragen die uitsluitend zien op het in Europa gelegen deel van Nederland, en gelet ook op de verwijzingen in de toelichtende nota naar uitsluitend de belastingwetten van het in Europa gelegen deel van Nederland, lijkt de toelichtende nota vooral te zijn geschreven vanuit het perspectief van het in Europa gelegen deel van Nederland. De Afdeling mist daarmee aandacht voor de positie van de BES-eilanden. Die aandacht is niet alleen relevant omdat het fiscale stelsel van de BES-eilanden verschilt van dat van het in Europa gelegen deel van Nederland, maar ook in het licht van hetgeen is opgemerkt in de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011, namelijk: 'Het ligt echter niet voor de hand dat het land Nederland eenzelfde regeling ter voorkoming van dubbele belasting overeen kan komen met een (potentiĆ«le) verdragspartner ten aanzien van zowel het fiscale stelsel van Nederland als het fiscale stelsel van de BES eilanden. Belangrijke elementen van het stelsel van de BES eilanden wijken af van het Nederlandse stelsel, zodat potentiĆ«le verdragspartners mogelijk terughoudend zijn om voor de BES eilanden speciale afspraken te maken indien de economische betrekkingen tussen de potentiĆ«le verdragspartner en de BES eilanden beperkt zijn. Het is bovendien goed denkbaar dat een (potentiĆ«le) verdragspartner gezien het bijzondere karakter van het fiscale stelsel van de BES eilanden en de beperkte omvang van de economie van de BES eilanden in het geheel niet bereid is met Nederland te onderhandelen over een regeling ter voorkoming van dubbele belasting ten aanzien van de BES eilanden'. Daarnaast merkt de Afdeling op dat uit de toelichtende nota niet blijkt of er met de bestuurscolleges van de BES-eilanden bestuurlijk overleg is geweest over de inhoud van het verdrag. De Afdeling adviseert in de toelichtende nota aandacht te besteden aan het vorenstaande en waar nodig de toelichtende nota aan te passen en aan te vullen. 2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken. De vice-president van de Raad van State, Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W06.12.0421/III met redactionele kanttekeningen die de Afdeling in overweging geeft. In de laatste kolom van het in de bijlage bij de toelichtende nota opgenomen Toetsschema Standaardcriteria Fiscaal Verdragsbeleid 2011 steeds verwijzen naar de desbetreffende paragraaf van de toelichtende nota, in overeenstemming met zowel de voorlaatste volzin van paragraaf I.2.1 van de toelichtende nota als de slotzinsnede van de toelichting op het Toetsschema. Voorts in de desbetreffende paragraaf van de toelichtende nota eveneens verwijzen naar de desbetreffende paragraaf van de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011. De toelichtende nota aanvullen met een toelichting op artikel VI van het Protocol. In de derde alinea van de toelichting op artikel 28 van het verdrag is de passage in het tweede lid, onderdeel b, van dat artikel luidende 'for any tax year and period beginning' wel toegelicht maar de passage 'and taxable events occurring' niet. De toelichtende nota aanvullen met een toelichting op de betekenis van laatstbedoelde passage voor de toepassing van het verdrag. Ingevolge de tweede alinea, eerste en tweede volzin, van de toelichting op artikel 29 van het verdrag houdt het verdrag (voor EthiopiĆ«) op te bestaan '[ā¦.] op of na 8 juli volgend op de datum waarop de kennisgeving van beĆ«indiging is gedaan' (het gaat dan om 8 juli 2026 indien bijvoorbeeld 1 februari 2026 de datum is waarop de kennisgeving van beĆ«indiging is gedaan). Ingevolge artikel 29, onderdeel a, onder (i) en (ii), van het verdrag daarentegen, houdt het verdrag (voor EthiopiĆ«) op te bestaan [ā¦.] op of na de 8e juli van het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de kennisgeving van beĆ«indiging is gedaan (het gaat dan om 8 juli 2027 - en niet om 8 juli 2026 - indien, zoals in het voorbeeld hiervoor, 1 februari 2026 de datum is waarop de kennisgeving van beĆ«indiging is gedaan). De toelichtende nota op dit punt in overeenstemming brengen met de tekst van het verdrag. Ingevolge de vierde alinea van de toelichting op artikel 29 van het verdrag houdt het verdrag (voor Nederland) op te bestaan '[ā¦.] op of na 1 januari van het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de kennisgeving [van beĆ«indiging] is gedaan' (het gaat dan om 1 januari 2027 indien bijvoorbeeld 1 februari 2026 de datum is waarop de kennisgeving van beĆ«indiging is gedaan). Ingevolge artikel 29, onderdeel b, van het verdrag daarentegen, houdt het verdrag (voor Nederland) op te bestaan [ā¦.] na het einde van het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de kennisgeving van beĆ«indiging is gedaan (het gaat dan om 1 januari 2028 -en niet om 1 januari 2027 - indien, zoals in het voorbeeld hiervoor, 1 februari 2026 de datum is waarop de kennisgeving van beĆ«indiging is gedaan). De toelichtende nota op dit punt in overeenstemming brengen met de tekst van het verdrag. In de vierde alinea van de toelichting op artikel 29 van het verdrag is de passage in onderdeel b van dat artikel luidende 'for any tax year and period beginning' wel toegelicht maar de passage 'and taxable events occurring' niet. De toelichtende nota aanvullen met een toelichting op de betekenis van laatstbedoelde passage voor de toepassing van het verdrag bij een beĆ«indiging ervan. Artikelen 2, derde lid, aanhef en onderdeel a, en 3, eerste lid, onderdelen a en b, van het verdrag. Zie bijvoorbeeld paragraaf I.1, eerste en tweede alinea, van de toelichtende nota. Notitie van de Staatssecretaris van FinanciĆ«n van 11 februari 2011, nr. IFZ2011/100, bijlage bij Kamerstukken II 2010/11, 25 087, nr. 7, blz. 86-87. PAGE 2 PAGE 2 PAGE I AAN DE KONINGIN ........................................................................ ...........