Verslag Informele EPSCO-Raad Dublin 4 en 5 maart 2013
Bijlage
Nummer: 2013D24519, datum: 2013-06-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verslag informele Raad Dublin 4-5 maart 2013 & Geannoteerde agenda formele raad Luxemburg 21 juni 2013 (2013D24518)
Preview document (🔗 origineel)
Verslag Informele EPSCO-Raad Dublin 4 en 5 maart 2013
Gezondheid en welzijn – Obesitas bij kinderen
Het onderwerp werd ingeleid met een aantal presentaties waarbij
obesitas werd benoemd als een epidemie die die chronische ziekten
veroorzaakt en verergert. Obesitas heeft niet alleen gevolgen voor de
gezondheid van mensen maar ook economische gevolgen.
Het aantal kinderen met obesitas neemt aanzienlijk toe: in Ierland heeft
25% van de 3 jarige kinderen overgewicht of lijdt aan obesitas. Het is
een complex en maatschappelijke probleem dat (volgens?) breed moet
worden aangepakt.
Eurocommissaris Borg gaf aan dat jeugd een belangrijke doelgroep is in de Europese Strategie inzake voeding, overgewicht en aan obesitas gelieerde gezondheidskwesties Daarnaast is er een Platform dat lidstaten de mogelijkheid biedt om hun ervaringen te delen op het terrein van dieet en fysieke activiteiten. De Commissaris wees ook op het Franse EPODE-programma (Ensemble Prévenons l’Obésité des Enfants) waarbij gemeenten en andere stakeholders samenwerken om obesitas bij kinderen tegen te gaan. Niets doen is geen optie voor de Commissaris en hij zal zich ervoor inzetten dat de evaluatie van de genoemde Europese Strategie versneld wordt afgerond zodat die kan dienen in een discussie met de lidstaten. De directeur van de WHO EURO beaamde dat het hier om een belangrijk en zorgelijk onderwerp gaat dat vooral speelt bij de lage inkomensgroepen. 1 op de 4 kinderen heeft overgewicht en 1 op de 8 doet te weinig aan fysieke activiteiten/beweging.
De lidstaten zijn het erover eens dat obesitas bij kinderen moet worden aangepakt en dat het goed is om best practices met elkaar te delen in het Platform. Erkend wordt dat het moet gaan om een multi-stakeholder approach waarbij scholen, sportverenigingen, ouders maar ook de voedingsmiddelenindustrie moeten worden betrokken en dat het belangrijk is een kindgerichte benadering te kiezen bijvoorbeeld met behulp van stripverhalen. Een aantal lidstaten wijst op het belang van het geven van borstvoeding aan zuigelingen omdat daarvan een positief effect uitgaat op het immuunsysteem en het metabolisme. Ook is gewezen op wenselijkheid van regelgeving op met name zout, vet en suiker. Van Nederlandse zijde is de noodzaak tot actie via een multistakeholderbenadering onderschreven en aangegeven dat dat in Nederland al wordt gedaan middels het van het Franse EPODE afgeleide actieplan JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht 2010-2015). Het delen van best practices op EU-niveau vindt Nederland een goed plan. Ook heeft Nederland opgemerkt dat aangezien de voedingsmiddelenindustrie grensoverschrijdend werkt, het nuttig is om zulke zaken niet alleen op nationaal niveau maar ook op EU-niveau te bespreken.
Gezondheid en welzijn – Autisme bij kinderen
Het Ierse voorzitterschap onderstreepte het belang van een gezamenlijke aanpak en betrokkenheid van ouders, scholen en behandelaars en de noodzaak voor artsen om vooral ook goed naar de ouders te luisteren. Commissaris Borg wijst erop dat er op EU-niveau sinds begin dit jaar een Joint Action op het gebied van geestelijke gezondheid is gestart. Ook wees hij op een oproep voor een pilot-project over vroege erkenning van autisme bij jongeren. Hij riep de Ministers op deze oproep voor het pilot-project in hun lidstaten onder de aandacht te brengen. Daarnaast merkte de Commissaris op dat er op Europees niveau ook middelen beschikbaar zijn via het Europees Sociaal Fonds of het Europees Regionaal fonds. Uit de discussie bleek dat een meerderheid van de lidstaten de noodzaak tot betrokkenheid van ouders, scholen en behandelaars delen en dat zij het belang van opvang en begeleiding in een bekende omgeving erkennen. Vroege diagnostiek van ontwikkelingsstoornissen is van groot belang en daarom blijft onderzoek relevant. In dit verband is tevens positief kennis genomen van hetgeen de Commissaris heeft gezegd met betrekking tot de Joint Action en de oproep voor het pilot-project inzake vroegtijdige erkenning van autisme bij jongeren. Het Ierse voorzitterschap sloot de discussie af onder verwijzing naar het belang van betere diagnosemethoden voor ontwikkelingsstoornissen maar ook naar het tegemoet komen aan behoeften die er naast behandeling en begeleiding ook zijn op het vlak van vervoer, sociale diensten en omgeving.
Houdbaarheid van de zorg - lunchdebat
Het lunchdebat ging over de impact van de economische crisis in de gezondheidssector. Door de Commissie werd op hoofdlijnen ingegaan op de ontwikkelingen en de verschillende reacties op de crisis in de lidstaten. Daarnaast wees de Commissaris op de discussies die in de ECOFIN Raad worden gevoerd over de financiële houdbaarheid in totaal, incluis de ontwikkelingen in de volksgezondheidssector. Het zou goed zijn als de EPSCO-Raad, waar de Ministers van Gezondheid bijeen komen, hier nadrukkelijk bij betrokken wordt .
Aansluitend werd door de lidstaten kort geschetst hoe de situatie in eigen land is. Opmerkelijk zijn de grote verschillen. Lidstaten als Griekenland, Portugal, Ierland en Spanje hebben al fors gesneden in de voorzieningen. Zo heeft Portugal over de hele linie gemiddeld meer dan 10 procent gekort. Daarentegen groeit in een aantal lidstaten het budget voor de zorg nog, hoewel ook daar de uitgaven inmiddels behoorlijk onder druk staan. In lidstaten waar de zorg nog in opbouw c.q. in transitie is, heeft deze financiële druk vooral een effect op de verbeteringen in de zorgverlening. Er is een brede zorg over de gevolgen van de economische crisis op de zorgverlening. In het debat is heel duidelijk naar voren gekomen dat de relatie tussen de Ministers van Gezondheid met de Ministers van Financiën essentieel is.
Het Ierse voorzitterschap heeft de Commissie opgeroepen deze discussie voort te zetten en het delen van de verschillende aanpakken tussen de lidstaten te stimuleren.
Rookvrije omgeving
Commissaris Borg prijst Ierland, dat als eerste lidstaat een compleet rookverbod invoerde (2004) en om de voortrekkersrol die het nu in neemt inzake de Rookvrije omgeving. Eind 2009 heeft de Raad een Aanbeveling inzake de Rookvrije omgeving aangenomen. Uit het rapport dat over de maatregelen van de aanbeveling is opgesteld door de Europese Commissie blijkt dat alle lidstaten in meer of mindere mate daar uitvoering aan hebben gegeven. Desalniettemin stelt de Commissaris vast dat er nog een lange weg te gaan is. Zo is naleving van maatregelen in sommige lidstaten nog een uitdaging. Strenge wetgeving blijkt effectief te zijn; wetgeving met veel uitzonderingen leidt tot slechte naleving. Strenge wetgeving leidt ook tot gezondere werknemers en lagere gezondheidskosten.
Maar dat is niet genoeg volgens de Commissaris en hij roept op tot een strategie die ook gericht is op scholing en belastingmaatregelen. In dit verband roept hij de lidstaten op om het voorstel voor de Tabaksrichtlijn dat recent is gepubliceerd te omarmen.
Het Ierse Voorzitterschap geeft aan dat een anti-rook beleid één van de prioriteiten is om te komen tot een rookvrije samenleving. In Ierland wordt gewerkt aan wetgeving om roken in auto’s tegen te gaan als er kinderen in zitten. Daarnaast moeten jongeren verder worden ontmoedigd om te roken. Van de kant van Litouwen, het inkomend voorzitterschap, is aangegeven een anti-rookbeleid als prioriteit tijdens het Voorzitterschap te zullen oppakken. Litouwen ziet Ierland als voorbeeld en zal nationaal nieuwe anti-rookwetten invoeren. Aangegeven is dat rookprevalentie in Litouwen nog steeds groot is.
Lidstaten wijzen er op dat passief roken nog steeds voorkomt en dat zij proberen dat te verminderen door onder meer roken te verbieden op plekken waar veel kinderen zijn, zoalsspeelplaatsen en in auto’s (Frankrijk, Malta). Ook wordt gebruik gemaakt van campagnes (Letland, Verenigd Koninkrijk) en wordt aan zwangere vrouwen en hun partners de gevolgen van roken op de foetus en zuigelingen onder de aandacht gebracht (Frankrijk). Finland geeft aan een volledig rookvrije samenleving te wensen. Om dat te bereiken is roken in horecagelegenheden verboden maar ook bij grote evenementen als concerten en voetbalwedstrijden. Er is tevens een volledig verbod op het uitstallen van tabaksproducten en Finland zou graag de gehele EU rookvrij zien.
Nederland heeft opgemerkt dat het van belang is dat jonge mensen worden beschermd tegen schade door roken en steunt daarom ook de maatregelen die op EU-niveau worden genomen die gericht zijn op het beginnen met roken in het kader van het voorstel over de tabaksrichtlijn. Voorts is opgemerkt dat de leeftijdsgrens voor de aankoop van tabak omhoog zal gaan van 16 naar 18 jaar en dat de wetgeving inzake rookvrije horeca tegen het licht wordt gehouden in Nederland. Rookprevalentie in Nederland is relatief laag en passief roken is sinds 2009 gedaald.
Het Ierse voorzitterschap sluit het debat af door op te merken dat het beschermen van kinderen tegen passief roken voorkomt dat ze verslaafd raken. Hij wijst ook op de kosten die roken met zich brengt en die het gevolg zijn van daaraan gerelateerde ziekten en van het verlies van gezonde arbeidskrachten.
Patiëntveiligheid
Eurocommissaris Borg gaat in op het rapport dat is opgesteld
over de uitvoering van de lidstaten van de aanbeveling van de Raad (juni
2009) inzake patiëntveiligheid. Daarbij gaat het om risicobeperkende
maatregelen voor patiënten bij behandeling. De meest genoemde
maatregelen waren het mondig maken van patiënten, het instellen van
rapportage- en leersystemen naar aanleiding van incidenten, het
bevorderen van opleiding en training van hulpverleners en het doen van
onderzoek. Voorts gaat de Commissie samen met de WHO werken aan een
gezamenlijk systeem van vaktermen met betrekking tot incidenten op het
gebied van de patiëntveiligheid. Daarnaast wordt er gewerkt aan
’guidelines’ voor de training en opleiding van hulpverleners op dit
terrein en is er een joint-action op het gebied van patiëntveiligheid en
de kwaliteit van de zorg. De hiervoor genoemde maatregelen zijn allemaal
op vrijwillige basis.
De meeste lidstaten geven aan de aanbeveling om te hebben gezet in nationaal beleid of een nationale strategie ten aanzien van patiëntveiligheid. In het algemeen zien de lidstaten het als een belangrijk onderwerp dat een directe link heeft met anti-microbiële resistentie. Het uitwisselen van best practices op EU-niveau heeft op dit terrein dan ook een toegevoegde waarde. Er dient nog een verbinding te worden gelegd tussen patiëntveiligheid en het Actieplan AMR. Ook worden de door de Commissaris genoemde guidelines een goede zaak genoemd. Alhoewel de genoemde maatregelen vrijwillig zjin, kunnen ze wel voor meer homogeniteit in de acties van de lidstaten aanbrengen.
Commissaris Borg merkt tot slot op goed gehoord te hebben wat de lidstaten vinden van de vrijwillige guidelines en van de verbinding met het actieplan AMR. Hij wijst er tevens op dat op dit moment 14 van de 27 lidstaten patiëntenveiligheid als thema hebben opgenomen in de opleidings- en trainingsprogramma’s van hulpverleners. Hij roept de lidstaten, die dat nog niet hebben gedaan, op daaraan te werken. Ook is het volgens de commissaris van belang dat gekeken wordt naar de kosteneffectiviteit van zulke maatregelen en wordt nagegaan wat de kosten zijn als er geen maatregelen worden genomen om de patiëntveiligheid te vergroten.
AOB – Actieve farmaceutische ingrediënten (API’s)
Het Ierse voorzitterschap wijst op het grote belang dat de lidstaten aan dit onderwerp hechten en dankt de Commissaris dat hij een brief over het onderwerp heeft opgesteld. Commissaris Borg geeft aan zich bewust te zijn van de grote belangen in deze zaak en gaat in op de opties die hij in zijn brief heeft genoemd. De eerste optie is de zogenaamde ‘written confirmation’, uitgegeven door de bevoegde autoriteiten van het API’s producerende land. In de written confirmation staat dat de API’s geproduceerd zijn en voldoen aan de EU-eisen. Volgens de commissaris is dit met name een zaak die ligt bij de industrie. Maar om deze hele kwestie een ’push’ te geven zal de Commissaris zelf kort na de raad naar India en China gaan. Het zijn namelijk vooral deze landen waarbij nog stappen moeten worden gezet om de aanvoer vanaf de ingangsdatum van de richtlijn – 2 juli 2013 – zeker te stellen. Intussen wordt er hard verder gewerkt en heeft hij goede hoop dat India en China de written confirmations zullen kunnen afgeven. Een andere optie is het afgeven van een zogenoemde ‘waiver’ door een lidstaat als deze een fabriek heeft geïnspecteerd en heeft geconstateerd dat de productie voldoet aan de EU-eisen. De Commissaris ziet graag dat er gezamenlijk wordt opgetrokken tussen de lidstaten en de Commissie. Hij roept op om nationale inspectieplannen met de EMA (European Medicines Agency) te coördineren om zo samen aan snelheid en efficiency te winnen. De Commissaris benadrukt tenslotte dat hij niet zal toestaan dat er tekorten optreden en is van mening dat de EU zich daarom gezamenlijk moet concentreren om de regels zoals die afgesproken zijn met Raad en EP in werking te laten treden.