[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Concept adviesaanvraag SER: Rol sociale partners bij de toekomstige arbeidsmarktinfrastructuur

Bijlage

Nummer: 2013D24624, datum: 2013-06-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Concept adviesaanvraag SER: Rol sociale partners bij de toekomstige arbeidsmarktinfrastructuur (2013D24623)

Preview document (šŸ”— origineel)


Nederland kent een lange traditie van sociaal overleg. Het heeft ons
land door moeilijke tijden geholpen. Het overleg in de polder bracht
sociaaleconomische rust, een stabiele loonontwikkeling en een
structureel sterke economie. Door te bouwen aan vertrouwen,
werkgelegenheid te bevorderen en onze economie steeds opnieuw
structureel te versterken.

Ook nu hebben kabinet en sociale partners elkaar gevonden op een
structurele aanpak voor onze economie en arbeidsmarkt. De afspraken
tussen kabinet en sociale partners zijn vastgelegd in de Kamerbrief
Resultaten sociaal overleg van 11 april 2013. De sociale partners
onderling hebben hun afspraken vastgelegd in de Stichting van de Arbeid,
in het document Perspectief voor een sociaal Ć©n ondernemend land: uit
de crisis, met goed werk, op weg naar 2020, dat als bijlage is gevoegd
bij de Kamerbrief van 11 april. Doel van deze aanpak is zoveel mogelijk
mensen een eerlijke kans te geven op werk en economische
zelfstandigheid. Dat is noodzakelijk vanwege de ongunstige economische
situatie waarin Nederland en Europa zich op dit moment bevinden. Veel
mensen zijn dagelijks op zoek naar werk, te veel met weinig succes. Het
is ook nodig vanwege de veranderingen die onze economie en arbeidsmarkt
doormaken. De voortdurende veranderingen in de wereldeconomie en de
technologie vragen ook bij bedrijven steeds opnieuw om aanpassingen. De
vergrijzing en ontgroening vraagt om het inzetten van alle mensen die
kunnen werken op de arbeidsmarkt. Dat biedt dus ook veel kansen voor de
vele mensen die graag willen werken.

Op de arbeidsmarkt van de 21e eeuw zullen mensen langer gezond
doorwerken tot aan de pensioengerechtigde leeftijd en daarbij vaker
wisselen van baan. Die toenemende mobiliteit, vrijwillig of als gevolg
van dreigend ontslag, kan worden opgevangen als werknemers in staat zijn
om gezond, geschoold en gemotiveerd het vervolg van hun loopbaan in
eigen hand te nemen. 

Tegen deze achtergrond hebben sociale partners, in hun beleidsagenda
2020, aangegeven dat zij in het kader van een brede herordening, hun
verantwoordelijkheid op de arbeidsmarkt verdergaand oppakken. Het bieden
van werkzekerheid en het voorkomen van werkloosheid staat centraal, door
te zorgen voor gezonde en goed geschoolde werknemers, die zo nodig
makkelijk een andere baan kunnen vinden als ze dat willen of als dat
nodig is. Door het bieden van begeleiding bij het vinden van ander werk.
Door het creƫren van kansen voor mensen met een beperking die zonder
hulp van bedrijven, gemeenten, sociale partners en een financiƫle steun
in de rug nauwelijks werk kunnen vinden. Door eerlijke contracten voor
mensen met een tijdelijk of flexibel contract, waarbij er ook
perspectief is op vast werk. Door mensen goede mogelijkheden te bieden
arbeid en zorg te combineren.

Om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken hebben kabinet en
sociale partners over de volle breedte van de arbeidsmarkt afspraken
gemaakt. De rol van sociale partners bij de werknemersverzekeringen zal
worden versterkt. In plaats van instroom in de WW komt de nadruk te
liggen op het voorkomen van die instroom. Dat komt tot uitdrukking in de
aandacht voor goed werkgeverschap en goed werknemerschap en begeleiding
van werk naar werk door werkgevers ter voorkoming van ontslag en
werkloosheid. De verantwoordelijkheid van de werkgever wordt
bijvoorbeeld ondersteund door de introductie van een transitievergoeding
bij beƫindiging van vaste en tijdelijke arbeidsrelaties. Werknemers en
hun organisaties vullen hun verantwoordelijkheid onder meer in door mee
te betalen aan de WW-premie, hun rol bij het ondersteunen van
werkzoekenden en via de gezamenlijk te ontwikkelen sociale
infrastructuur van de arbeidsmarkt.

De wijziging van verantwoordelijkheden voor het voorkomen van en
verzekeren tegen werkloosheid heeft ingrijpende gevolgen voor de sociale
infrastructuur van de arbeidsmarkt. In feite moeten de consequenties van
het Sociaal Akkoord voor sociale partners, Rijksoverheid, gemeenten,
Werkbedrijven en UWV verder worden doordacht, mede in het licht van de
per 2020 gewenste situatie. Hierbij is het onderscheid tussen
werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en voorzieningen en de
daarbij behorende verantwoordelijkheidsverdeling van belang. Kabinet en
sociale partners hebben afgesproken de SER hierover advies te vragen.
Daarbij zou recht moeten worden gedaan aan de lessen van de commissie
Buurmeijer en dienen de wettelijke wijzigingen die door het kabinet
worden doorgevoerd op het terrein van WW, ontslagrecht, flexrecht en de
participatiewet, als uitgangspunt. Deze adviesaanvraag staat los van de
behandeling van de diverse wetsvoorstellen. Ik heb het genoegen u de
adviesaanvraag in deze brief voor te leggen. 

Centrale adviesvraag 

Kabinet en sociale partners vinden een goed functionerende arbeidsmarkt
en sociale zekerheid een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dit is in
het belang van werknemers en werkgevers en is ook een maatschappelijk
belang. Cruciaal is het vergroten van de (brede) inzetbaarheid.
Voorkomen moet worden dat werknemers door gebrek aan scholing en
vitaliteit moeten afhaken en vervolgens kansloos zijn op de
arbeidsmarkt. Iedere werknemer is van jongs af aan een ouder wordende
werknemer, dus is het verstandig -van jongs af aan - in inzetbaarheid te
investeren. Dit betekent investeren in gezondheid, scholing en
mobiliteit. Langs deze weg moet, naarmate de baanzekerheid afneemt, de
werkzekerheid toenemen. 

Bezien vanuit de individuele werknemer van de toekomst betekent dit dat
de nadruk komt te liggen op het voorkĆ³men van werkloosheid. De moderne
arbeidsmarktinfrastructuur draait er om werknemers zo veel mogelijk op
de arbeidsmarkt te houden en te voorkomen dat mensen (langdurig) een
beroep moeten doen op de WW. Cao-afspraken en concrete plannen op
sectorniveau gericht op inzetbaarheid zijn hierbij van groot belang.
Tegelijkertijd worden ook de bestaande mechanismen aangepast: zij moeten
het vinden en houden van werk ondersteunen, een goede balans bieden
tussen flexibiliteit en zekerheid en meedoen van iedereen bevorderen. 

Vanuit deze basis hebben kabinet en sociale partners gesproken over
hervormingen, gericht op een evenwichtige, dynamische en activerende
arbeidsmarkt, met een daarop toegesneden infrastructuur die doelmatig en
doeltreffend werkt voor werkenden en werkzoekenden, en voor
zelfstandigen en werkgevers. Hierbij heeft de
verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid en sociale partners
centraal gestaan.

Gegeven de hierboven geschetste benadering, vraagt het kabinet de SER te
adviseren over de verantwoordelijkheidsverdeling in de financiering van
de WW. Deze vraag komt voort uit de gedachte dat sociale partners bij
uitstek de mogelijkheid hebben om het beroep op de WW te beperken door
het bieden van werkzekerheid en het voorkomen van werkloosheid. Het
kabinet vraagt de SER daarom tevens om verder invulling te geven aan de
in het sociaal akkoord geschetste visie op een toekomstbestendige
arbeidsmarktinfrastructuur ā€“ en met name de rol van werkgevers en
werknemers hierin - waarbij de nadruk komt te liggen op het voorkĆ³men
van werkloosheid en het beperken van de werkloosheidsduur. 

Kader en denkrichting

Indien gekeken wordt naar de fasen die een werknemer doorloopt indien er
sprake is van (mogelijk uitzicht op) ontslag, wordt scherper zichtbaar
welke arrangementen voor die werknemer van belang zijn en welke
behoeften deze heeft in elk van de fasen (zie onderstaande figuur). In
alle drie de fasen is het uiteindelijke doel om de werknemer in staat te
stellen deel te nemen aan het arbeidproces, maar de instrumenten zijn
verschillend in elke fase. 

In de eerste fase gaat het om de inzet van werkgevers en werknemers op
duurzame inzetbaarheid en van werk-naar-werk, zowel tijdens het
dienstverband als in de periode van een ontslagaanzegging. Hiermee kan
duurzame participatie worden gerealiseerd. De tweede fase beslaat de
publiek gefinancierde WW. Het primaire doel van de WW is het opvangen
van frictiewerkloosheid en conjunctuurschommelingen en het bieden van
inkomenszekerheid in de (korte) periode tussen twee banen. De duur en
opbouw van de WW wordt conform afspraken in het sociaal akkoord
aangepast.

De laatste fase is de periode na de publiek gefinancierde WW. Sociale
partners hebben aangegeven via aanvullende cao-afspraken invulling te
willen geven aan een privaat gefinancierde WW na afloop van de wettelijk
geregelde WW. Sociale partners kunnen zich daarbij richten op duur,
hoogte en opbouw. Publieke inkomensvoorzieningen in deze periode zijn de
WWB en (tot 2020) de IOW. 

Bij de beantwoording van de centrale adviesvraag kunnen verschillende
elementen uit de opeenvolgende fasen betrokken worden:

Fase 1: 

Hier ligt de uitdaging in het tot stand brengen van een bestendige
van-werk-naar-werk aanpak en de inbedding daarvan in bestaande en
toekomstige arbeidsmarktinstituties en instrumenten. Wat is de rol van
private arbeidsbemiddelaars? Op welke manier kunnen  O&O fondsen en
individuele of cao-afspraken worden benut ten behoeve van een versterkte
sectorale en intersectorale mobiliteit? Gezien de aanstaande hervorming
van het ontslagrecht en de WW is ook de vraag hoe de transitievergoeding
een stimulans kan vormen voor van-werk-naar-werk aanpak relevant.

Welke bestaande prikkels en eventueel nieuw te introduceren prikkels
zetten werkgevers en werknemers ertoe aan om daadwerkelijk
van-werk-naar-werk arrangementen tot stand te brengen en het beroep op
de WW zo veel mogelijk te beperken? Hoe kan het moderniseren van
cao-afspraken het van werk-naar-werk-beleid ondersteunen? 

Hoe kunnen goed werkgeverschap en goed werknemerschap gericht op
duurzame inzetbaarheid, arbeidsmobiliteit, van-werk-naar-werk en
duurzame participatie verder worden gestimuleerd?

Sociale partners doen met het actieteam en via sectorale plannen al in
2013- 2015 ervaring op met van-werk-naar-werk en intersectorale
mobiliteit. Deze crisisaanpak voor de korte termijn valt buiten het
beslag van de adviesaanvraag. De opgedane ervaring kan uiteraard wel
benut worden voor het versterken van de lange termijn infrastructuur.

Fase 2:

Met het oog op fase 2 vraagt het kabinet aan de SER te adviseren over de
financiering van de publieke WW die gezamenlijk door werkgevers en
werknemers wordt opgebracht. Hoe kan een fifty-fifty-verdeling van een
zuiver lastendekkende premie voor de publiek gefinancierde WW worden
ingevoerd, waarbij wordt voldaan aan de voorwaarden van budgettaire en
lastenneutraliteit? Met lastendekkend wordt bedoeld de kosten voor
uitkeringen, uitvoering en indien nodig re-integratie door UWV. Tevens
wordt het Algemeen Werkloosheidsfonds (Awf) benut om conjuncturele
schommelingen op te vangen. Volgens Europese definities tellen mutaties
in de publiek gefinancierde WW mee in het EMU-saldo. De overgang naar
een fifty-fifty-verdeling van de premies mag geen nadelige gevolgen
hebben voor het EMU-saldo. Lastenneutraliteit betekent dat de lasten
voor werkgevers en werknemers op macroniveau niet mogen muteren. Ook
mogen geen negatieve gevolgen ontstaan voor de koopkracht en de
concurrentiepositie van Nederland. Het kabinet verzoekt daarnaast om de
in 2013 gerealiseerde uniformering van het loonbegrip en de daarbij
behorende administratieve lastenverlichting overeind te houden.

Het kabinet is daarbij ook geĆÆnteresseerd in de vraag of en hoe
premiedifferentiatie in de WW kan worden vormgegeven in het licht van
goed werkgeverschap en de verantwoordelijkheid van werkgevers en
werknemers voor het inperken van het beroep op de WW. Hoe kan worden
voorkomen dat financiƫle prikkels leiden tot te grote drempels voor
bedrijven in economisch slecht weer? Hoe kan rekening worden gehouden
met de positie van kleine bedrijven? 

De SER wordt tevens gevraagd te bezien hoe de nieuwe
calamiteitenregeling WW past binnen de in het sociaal akkoord geschetste
visie op de rol van sociale partners bij de arbeidsmarkt en de sociale
zekerheid. Ziet de raad in een veranderende rol van werkgevers en
werknemers aanleiding om te komen tot een andere invulling van de
regeling? 

Fase 3:

Voor wat betreft cao-afspraken over een aanvullende privaat
gefinancierde WW in fase 3, verneemt het kabinet graag van de SER op
welke wijze geborgd kan worden dat deze ondersteunend zijn aan de
activerende arbeidsmarktfunctie van de ontslag- en WW-fase zoals kabinet
en sociale partners die voor ogen hebben. 

Naar een samenhangende arbeidsmarktinfrastructuur:

Bezien vanuit de werknemer en de werkgever, is het van belang dat de
verschillende fasen gezamenlijk een eenvoudig en overzichtelijk geheel
vormen, die bijdragen aan werkzekerheid. De infrastructuur moet de
(intersectorale) aanpak van sociale partners op decentraal niveau
verbinden met de initiatieven en het beleid voor de regionale
arbeidsmarkt en vice versa. Daarbij behoeft de samenhang tussen de fase
van ontslagaanzegging (inclusief de totstandkoming van een bestendige
van-werk-naar-werk aanpak), en activering in de publieke WW-fase en de
periode daarna, bijzondere aandacht. 

De rollen, taken en verantwoordelijkheden van werkgevers en werknemers,
het UWV en gemeenten (respectievelijk weergegeven in groen, blauw en
rood in de figuur op pagina 3) moeten op elkaar afgestemd zijn. Ook de
mate waarin betrokkenen worden gestimuleerd om beroep op de WW te
voorkomen en zo kort mogelijk te laten duren, speelt hierbij een rol. 

Hoe kan de beoogde sociale arbeidsmarktinfrastructuur zo worden
ingericht dat recht gedaan wordt aan mensen met uiteenlopende vormen van
arbeidsrelaties (bijvoorbeeld flexwerkers)? 

In de regionale arbeidsmarktinfrastructuur is beoogd dat dienstverlening
aan reguliere werkzoekenden, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt
en mensen met een arbeidsbeperking samenkomt in circa 35
arbeidsmarktregioā€™s met werkpleinen en werkbedrijven. De regievraag
daarbij is hoe deze structuur aan kan sluiten op sectorale structuren.
Wie zijn de betrokken spelers, hoe werken deze spelers samen en hoe is
de verdeling van taken en verantwoordelijkheden? Wat is de optimale
vormgeving van de re-integratie door UWV in de WW-fase?

Binnen de Werkkamer wordt momenteel nagedacht over de infrastructuur
voor de onderkant van de arbeidsmarkt. De SER wordt gevraagd ook de
wettelijke wijzigingen die het kabinet met ingang van 1 januari 2015
doorvoert in de Participatiewet, mee te nemen in de bredere advisering
over de sociale arbeidsmarktinfrastructuur van de toekomst. 

Rechtdoen aan de lessen van de commissie Buurmeijer

Gelet op de historische ervaringen met de uitvoering van de
werknemersverzekeringen, vraagt het kabinet de SER in zijn advies recht
te doen aan de lessen uit de parlementaire enquĆŖte uitvoeringsorganen
sociale verzekeringen van 1993 (commissie Buurmeijer). Hoewel de
conclusies vooral betrekking hadden op de WAO, onderschrijft het kabinet
de uitgangspunten van een onafhankelijke claimbeoordeling, uitvoering en
toezicht op de werknemersverzekeringen ook voor de nieuwe
arbeidsmarktinfrastructuur en de WW. Het primaat voor vaststelling van
de polisvoorwaarden zou moeten liggen bij de politiek en financiƫle
prikkels voor individuele werkgevers en werknemers spelen een
belangrijke rol.

Het kabinet vraagt de SER de wettelijke wijzigingen die door het kabinet
zullen worden doorgevoerd op het terrein van WW, ontslagrecht en
flexrecht als uitgangspunt te nemen, evenals de bestaande financiƫle
kaders. De voorstellen van de SER zouden moeten leiden tot een
effectieve en doelmatige arbeidsmarktinfrastructuur, met een heldere
rolverdeling en goede prikkels gericht op het voorkĆ³men van
werkloosheid en het beperken van de werkloosheidsduur. 

Het kabinet ontvangt het advies graag uiterlijk in mei 2014. Ik zou het
op prijs stellen als u in de adviesvoorbereiding ook de inbreng zoekt
van de publieke werkgevers, verenigd in het Verbond Sectorwerkgevers
Overheid (onder meer gezien het belang van intersectorale mobiliteit) en
de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Met het oog op de vormgeving van
een bestendige van-werk-naar-werk aanpak, verzoek ik u tevens de recente
ervaringen met Nederlandse van-werk-naar-werk pilots en soortgelijke
arrangementen in het buitenland in uw adviesvoorbereiding mee te nemen. 

Hoogachtend,

de Minister van Sociale Zaken 

en Werkgelegenheid,

L.F. Asscher



 Met het oog op scholing wordt op korte termijn een voorstel gedaan door
de convenantpartners (Rijksoverheid OCW, SZW, EZ en Stichting van de
Arbeid) aan de Minister van Onderwijs over een nieuw systeem van
validering van leerresultaten uit non-formeel en informeel leren.
Daarnaast verschijnt deze zomer het advies van de commissie ā€˜Flexibel
hoger onderwijs voor werkendenā€™.

 Daarbij spelen ook de beoordeling van het ontslag, de opzegtermijn, de
transitievergoeding, inzet van O&O-fondsen, caoā€™s, sociale en
sectorale plannen en de inzet van private arbeidsbemiddelaars een rol.

 PAGE   6 

	  DOCPROPERTY  kPagina  \* MERGEFORMAT  Pagina    PAGE   \* MERGEFORMAT
 2    DOCPROPERTY  kPaginaVan  \* MERGEFORMAT  van    NUMPAGES   \*
MERGEFORMAT  6 

  DOCPROPERTY  kRetouradres  \* MERGEFORMAT  > Retouradres   
DOCPROPERTY  iRetouradres  \* MERGEFORMAT  Postbus 90801 2509 LV  Den
Haag 

  DOCPROPERTY  iAdressering  \* MERGEFORMAT  SER

T.a.v. de heer ir. W. Draijer 

  DOCPROPERTY  iStraat  \* MERGEFORMAT  Postbus    DOCPROPERTY  iNr  \*
MERGEFORMAT  90405    DOCPROPERTY  iToev  \* MERGEFORMAT   

  DOCPROPERTY  iPostcode  \* MERGEFORMAT  2509 LK   ā€˜  DOCPROPERTY 
iPlaats  \* MERGEFORMAT  S GRAVENHAGE 



  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum  	  IF   DOCPROPERTY 
iChkDatum  \* MERGEFORMAT  0  = "0" "" "  DOCPROPERTY  iDatum  \@ "d
MMMM yyyy"  iDatum "    

  DOCPROPERTY  kOnderwerp  \* MERGEFORMAT  Betreft 	  DOCPROPERTY 
iOnderwerp  \* MERGEFORMAT  Adviesaanvraag: Rol sociale partners bij
toekomstige arbeidsmarktinfrastructuur 



	  DOCPROPERTY  kPagina  \* MERGEFORMAT  Pagina    PAGE   \* MERGEFORMAT
 1    DOCPROPERTY  kPaginaVan  \* MERGEFORMAT  van    NUMPAGES   \*
MERGEFORMAT  6 

  IF   DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" "" " 
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i2eGeledingTxt 

"      IF   DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i3eGeledingtxt     

  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum 

  IF   DOCPROPERTY  iChkDatum  \* MERGEFORMAT  0  = "0" "" " 
DOCPROPERTY  iDatum  \@ "d MMMM yyyy"  iDatum "    

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Onze referentie 

  DOCPROPERTY  iOnskenmerk  \* MERGEFORMAT  2013-0000077961 

  IF   DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" "" " 
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i2eGeledingTxt 

"      IF   DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i3eGeledingtxt     

Postbus 90801

2509 LV  Den Haag

Anna van Hannoverstraat 4

T	070 333 44 44

F	070 333 40 33

www.rijksoverheid.nl



  DOCPROPERTY  kCP  \* MERGEFORMAT  Contactpersoon 

  DOCPROPERTY  iCP1  \* MERGEFORMAT  mw. E.M. Splint-Dekker MSc 

  IF   DOCPROPERTY  iChkDoorkies  \* MERGEFORMAT  0  = "0" "" " 
DOCPROPERTY  kDoorkies  \* MERGEFORMAT  T 	  DOCPROPERTY  iDoorkies1  \*
MERGEFORMAT  070 333 43 82 

"      IF   DOCPROPERTY  iFaxM  \* MERGEFORMAT    = "" "" "  DOCPROPERTY
 kFaxM  \* MERGEFORMAT  F 	  DOCPROPERTY  iFaxM  \* MERGEFORMAT  iFaxM 

"      IF   DOCPROPERTY  iChkEmail  \* MERGEFORMAT  0  = "0" "" " 
DOCPROPERTY  iEmail1  \* MERGEFORMAT  ESplint@minszw.nl 

"      IF   DOCPROPERTY  iCP2  \* MERGEFORMAT    = "" "" "

  DOCPROPERTY  iCP2  \* MERGEFORMAT  iCP2 

  IF   DOCPROPERTY  iChkDoorkies  \* MERGEFORMAT  Fout! Onbekende naam
voor documenteigenschap.  = "0" "" "  DOCPROPERTY  kDoorkies  \*
MERGEFORMAT  T 	  DOCPROPERTY  iDoorkies2  \* MERGEFORMAT  iDoorkies2 

"   T	iDoorkies2

   IF   DOCPROPERTY  iChkEmail  \* MERGEFORMAT  Fout! Onbekende naam
voor documenteigenschap.  = "0" "" "  DOCPROPERTY  iEmail2  \*
MERGEFORMAT  iEmail2 

"   iEmail2

 "    

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Onze referentie 

  DOCPROPERTY  iOnskenmerk  \* MERGEFORMAT  2013-0000077961 

  IF   DOCPROPERTY iUwBrief \* MERGEFORMAT    = "" "" "

  DOCPROPERTY  kUwBrief  \* MERGEFORMAT  Uw referentie 

  DOCPROPERTY  iUwbrief  \* MERGEFORMAT  ASEA/SAS/2013/ 

"     IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = "" "" "

  DOCPROPERTY  kCC  \* MERGEFORMAT  Kopie aan 

  DOCPROPERTY iCC  \* MERGEFORMAT  iCC 

"     IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT    = "" "" "

  DOCPROPERTY  kBijlagen \* MERGEFORMAT  Bijlagen 

  DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT  iBijlagen "