33658 NR inzake Wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met het schrappen van de aanwijzingsbevoegdheid om een privaatrechtelijk lichaam als lichaam waarvan de werknemers deelnemen in de Stichting Pensioenfonds ABP aan te wijzen
Wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met het schrappen van de aanwijzingsbevoegdheid om een privaatrechtelijk lichaam als lichaam waarvan de werknemers deelnemen in de Stichting Pensioenfonds ABP aan te wijzen
Nader rapport
Nummer: 2013D25166, datum: 2013-06-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H.A. Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2013Z12219:
- Indiener: R.H.A. Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2013-06-18 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-06-20 11:30: Procedurevergadering cie. Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2013-09-12 14:00: Wijziging van de Wet privatisering ABP (33658) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2014-01-30 10:14: Wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met het schrappen van de aanwijzingsbevoegdheid om een privaatrechtelijk lichaam als lichaam waarvan de werknemers deelnemen in de Stichting Pensioenfonds ABP aan te wijzen (33658) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 22 mei 2013, no.13.000998, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 29 mei 2013 No.W04.13.0139/I, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel van wet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. De Afdeling geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Ik moge U verzoeken het voorstel van wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
dr. R.H.A. Plasterk