[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” zoekmachine] [wat is dit?]

Veilige Wereld, Veilig Nederland

Bijlage

Nummer: 2013D26586, datum: 2013-06-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Internationale Veiligheidsstrategie (2013D26585)

Preview document (šŸ”— origineel)


Internationale Veiligheidsstrategie 

Veilige Wereld, Veilig Nederland



Inleiding 

In de internationale veiligheidsomgeving van vandaag is niets
vanzelfsprekend. De wereld is ondoorzichtiger en onvoorspelbaarder
geworden met de opkomst van nieuwe geopolitieke en economische
grootmachten en verschuivende internationale machtsverhoudingen. Naast
nieuwe spelers zijn er nieuwe themaā€™s bijgekomen die de internationale
veiligheidsagenda in toenemende mate bepalen. Interne en externe
veiligheid zijn daarbij steeds minder goed van elkaar te scheiden.

Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, raakt direct aan onze eigen
veiligheid en ons welzijn. Met zijn open economie en internationale
oriƫntatie is Nederland sterk afhankelijk van het buitenland. Zeventig
procent van ons nationale inkomen halen wij van buiten naar binnen.
Onveiligheid en instabiliteit in de wereld beĆÆnvloeden onze eigen
veiligheid en welzijn.

Aan het begin van deze eeuw werden we geconfronteerd met 9/11, wat een
waterscheiding voor ons veiligheidsdenken betekende. Sindsdien hebben we
onder meer te maken gehad met internationale interventies in Afghanistan
en Irak, de snelle opkomst van de BRIC-landen, de financieel-economische
en eurocrisis, de Arabische Lente, zorgwekkende ontwikkelingen in
Noord-Korea, Iran, Syriƫ en de Sahel, de dreiging van onomkeerbare
gevolgen door klimaatverandering, een tsunami gevolgd door een kernramp
in Fukushima en de snelle opmars van digitale netwerken en bijkomende
zorgen over onze cyber security. 

Door technologische ontwikkelingen, digitalisering en mondialisering
zijn we steeds nauwer met elkaar verbonden, zowel economisch als ā€“ via
allerlei virtuele netwerken en sociale media - sociaal-cultureel.
Landen, organisaties en individuen kunnen wereldwijd invloed uitoefenen.
Dit alles brengt nieuwe kansen met zich mee, maar ook nieuwe dreigingen.

In deze internationale veiligheidsstrategie worden beleidsaccenten
geformuleerd voor deze kabinetsperiode op basis van een analyse van de
belangrijkste ontwikkelingen in onze internationale veiligheidsomgeving.
Wat betekenen deze ontwikkelingen voor onze strategische
veiligheidsbelangen: de verdediging van het eigen en
bondgenootschappelijke grondgebied, een goed functionerende
internationale rechtsorde en economische veiligheid? Welke kansen en
bedreigingen brengen de veranderingen met zich mee voor ons land? Wat
betekent dit alles voor ons buitenlands- en veiligheidsbeleid?

Waar de bestaande Strategie Nationale Veiligheid (2010) ingaat op
binnenlandse maatregelen om de Nederlandse veiligheidsbelangen te
behartigen, richt deze strategie zich op datgene wat Nederland Ć­n en
mƩt het buitenland onderneemt om zijn belangen veilig te stellen.

Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. Het is iets waar we continu aan
moeten werken. Samen met andere landen, internationale organisaties,
maatschappelijke instellingen, het bedrijfsleven en individuele spelers.
Als relatief klein land met beperkte internationale invloed zijn we
afhankelijk van samenwerking met anderen en goede internationale
afspraken. 

Leeswijzer 

Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der
Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, CuraƧao en Sint Maarten, en de
Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint
Eustasius en Saba). Waar deze veiligheidsstrategie spreekt over
ā€˜Nederlandā€™ of ā€˜Nederlandsā€™ wordt daarmee bedoeld: ā€˜(van) het
Koninkrijk der Nederlandenā€™, tenzij het gaat om zaken die specifiek
het land Nederland betreffen, zoals ontwikkelingssamenwerking en het
lidmaatschap van EU, NAVO en OVSE.



Omgevingsanalyse 

De internationale veiligheidsomgeving is complexer geworden. Dat heeft
gevolgen voor de internationale veiligheidsagenda. Naast bekende
themaā€™s als het voorkomen van verspreiding van
massavernietigingswapens, wapenbeheersing en crisisbeheersing, zijn ook
onderwerpen als cyber security, piraterij, grensoverschrijdende
criminaliteit en de dreiging van (nucleair, chemisch en biologisch)
terrorisme hoogst actueel geworden. Nieuwe themaā€™s als water- en
grondstoffenschaarste, pandemieƫn, aantasting van de biodiversiteit en
klimaatverandering werpen hun schaduw vooruit. 

Er is ook goed nieuws: het aantal conflicten wereldwijd is de afgelopen
twee decennia gehalveerd, de democratie heeft in verschillende landen
voet aan de grond gekregen en de welvaart van de wereldbevolking is
verdubbeld ten opzichte van twintig jaar geleden. Maar aan de rand van
Europa is het aantal conflicten en instabiele regioā€™s juist
toegenomen. 

Verschuivende machtsblokken

Een kleine dertig jaar geleden was de wereld relatief overzichtelijk. De
Verenigde Staten en de Sovjet-Unie verdeelden de wereld in twee kampen.
Na de Koude Oorlog ontstond een min of meer unipolair systeem met de VS
als voornaamste grootmacht. 

Door de opkomst van de BRIC-landen - Braziliƫ, Rusland, India en China
- en toenemende invloed van andere landen in Aziƫ, Afrika en
Latijns-Amerika, zoals de ā€˜Next Elevenā€™, ontstaat momenteel een
multipolair systeem. Nieuwe economische en geopolitieke grootmachten
eisen hun plek op het wereldtoneel op. Voor de VS is deze aanleiding de
aandacht steeds meer op Aziƫ te richten. 

Ook op het vlak van militaire uitgaven is een begin van een verschuiving
in de mondiale balans zichtbaar. Nog altijd zijn de NAVO-landen
verantwoordelijk voor een ruime meerderheid van de mondiale
defensie-uitgaven. Westerse landen kampen echter met krimpende
defensiebudgetten terwijl de defensie-uitgaven in opkomende economieƫn
als China en Rusland juist groeien. 

De geschiedenis leert dat de opkomst van grootmachten vaak gepaard gaat
met conflict. Het is de uitdaging voor nieuwe en oude machten dit bij de
huidige machtsverschuivingen te voorkomen.

De nieuwe actoren op het wereldtoneel wachten niet af. Zij komen op voor
hun eigen belangen en zorgen ervoor dat zij toegang krijgen en houden
tot grondstoffen, energie hoogwaardige technologie en kennis. Ook
investeren zij steeds meer in strategische infrastructuur - bijvoorbeeld
havens - in andere landen en werelddelen, waaronder Europa.
Tegelijkertijd nemen zij hun verantwoordelijkheid voor global governance
- die met macht komt - niet altijd in voldoende mate of op een wijze
waar Nederland zich comfortabel bij voelt.

Multilateraal stelsel

Het huidige multilaterale systeem heeft moeite zich aan te passen aan de
grote en ingrijpende internationale veranderingen. Het multilaterale
bestel, in het bijzonder de VN, worstelt met een effectiviteits- en
legitimiteitscrisis. De samenstelling van de VN-Veiligheidsraad
reflecteert bijvoorbeeld vooralsnog niet de veranderde mondiale
machtsverhoudingen. Hervormingen worden bemoeilijkt door een verschil
van inzicht tussen aan de ene kant landen - vooral de Westerse - die de
nadruk leggen op individuele rechten van de mens en aan de andere kant
opkomende machten die meer nadruk leggen op collectieve rechten en het
principe van non-interventie. Daarnaast moet ook de toegenomen invloed
van grote bedrijven, ngoā€™s en (sociale) media een plek krijgen. 

Toch zijn in het multilaterale stelsel gestaag stappen gezet op het
gebied van veiligheid en rechtsorde, bemiddeling, wapenbeheersing,
mensenrechten, gender, humanitaire hulp, bescherming van burgers in
gewapende conflicten, goed bestuur en hervorming van de
veiligheidssector. Iets wat eerst voor veel landen ondenkbaar was,
namelijk dat het ene land zich mengt in zaken van een ander land in naam
van de bescherming van mensenrechten, begint langzaam geaccepteerd te
worden. Ook al staat dit voor sommige opkomende machten op gespannen
voet met hun voorkeur voor non-interventie. Het principe Responsibility
to Protect is door staatshoofden en regeringsleiders in 2005 in de VN
onderschreven. 

Ook op het vlak van strafrechtelijke verantwoording - vervolging en
berechting bij ernstige internationale misdrijven - zijn belangrijke
stappen gezet, onder meer met het Joegoslaviƫtribunaal en het
Internationaal Strafhof. Van de tribunalen en het Strafhof gaat ook een
preventieve werking uit. 

Veranderingen wereldeconomie

In de wereldeconomie verschuift het gewicht van OESO-economieƫn naar
opkomende markten. Naast de BRIC-landen maakt bijvoorbeeld ook Afrika
een spectaculaire ontwikkeling door. Door de opkomst van nieuwe machten
zal het relatieve economische aandeel van de VS, Japan en de EU de
komende jaren verder dalen. OESO-landen waren in het verleden goed voor
zestig tot zeventig procent van het Bruto Mondiaal Product. Dit aandeel
zakt naar verwachting de komende vijftien jaar onder de vijftig procent.
In de afgelopen twintig jaar is het aandeel van bijvoorbeeld China en
India in de wereldeconomie verdrievoudigd. Binnen enkele jaren zal Aziƫ
ā€™s werelds grootste producent van goederen en diensten ĆØn de grootste
consument ervan zijn. 

De economische groei in Aziƫ, Zuid-Amerika en Afrika creƫert nieuwe
handelsmogelijkheden voor het Nederlandse bedrijfsleven. De afgelopen
jaren is de mondiale armoede spectaculair afgenomen. Steeds meer mensen
dringen door tot de middenklasse. Aziƫ is al het meest bevolkte
continent en zal spoedig ook de grootste middenklasse ter wereld
huisvesten. Deze mensen kopen steeds meer spullen en nemen meer diensten
af. De levens van miljoenen mensen zijn verbeterd. Een nuancering is wel
op zijn plaats: er zijn grote verschillen in de geboekte vooruitgang
tussen en in landen. Vooral landen in conflict blijven achter.

De recente financiƫle crisis heeft het belang van
financieel-economische stabiliteit voor welvaart en veiligheid nog eens
duidelijk gemaakt. Internationale instellingen als het IMF, de G-20 en
de ECB hebben een essentiƫle stabiliserende rol gespeeld. Voorkoming
van dit soort kostbare crises blijft een hoofdpunt van de internationale
agenda.

De EU verkeert nog steeds in economisch zwaar weer. Tussen en in de
Eurolanden bestaat onenigheid over de vraag in welk tempo en in hoeverre
lidstaten hun economie en begrotingen op orde moeten krijgen. Daarnaast
speelt de vraag in hoeverre rijkere Eurolanden zwakkere lidstaten
daarbij moeten steunen. Ook is er de principiƫle vraag over
soevereiniteitsoverdracht aan Brussel. Sommige Eurolanden kampen met een
hoge tot zeer hoge (jeugd)werkloosheid, wat verdere bezuinigingen en
hervormingen onder druk zet. Steeds meer landen zien hun welvaart
afnemen met als gevolg maatschappelijk protest, sociaaleconomische
onrust en politieke instabiliteit.

Digitalisering en cyber security

Door de digitale revolutie is wereldwijde communicatie sneller en
eenvoudiger geworden. We krijgen 24 uur per dag en zeven dagen per week
in beeld wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt. Steeds meer
data worden digitaal opgeslagen, aan elkaar gekoppeld en via
internetverbindingen gedeeld. Dit biedt economische kansen. Een groot
deel van de productiviteitsgroei in Europa is te danken aan ICT.
Internet bevordert ook vrijheid van meningsuiting, politieke
participatie en democratische processen. Sociale en culturele netwerken
kennen geen geografische grenzen.

Maar er is een keerzijde. Wat als alle schermen op zwart springen? Onze
samenleving zou in Ć©Ć©n klap ontwricht raken. De digitale
infrastructuur wordt steeds kwetsbaarder. In een groeiend aantal landen
beperkt of verbiedt de overheid de toegang tot internet. Ook volgen
overheden de digitale voetsporen van mensenrechtenactivisten om ze te
traceren en te vervolgen. Dreigingen van cybercrime, cyberspionage en
digitale oorlogvoering nemen toe. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de
recente Distributed Denial of Service (DDoS) aanvallen en economische
spionage. Cyberaanvallen worden bovendien geavanceerder, waardoor de
potentiƫle impact ervan toeneemt. Digitale veiligheid is daarom een
steeds belangrijker thema in het veiligheidsdomein. 

Nieuwe wapens/technologisering

Ruimtesystemen, robotisering, sensoren en kunstmatige intelligentie zijn
sterk in opkomst. Door robotisering zijn drones goedkoper en
toegankelijker geworden, ook voor particulieren. Steeds meer staten
voegen militaire onbemande vliegtuigen aan hun arsenaal toe, zowel
bewapende als onbewapende. Ook niet-statelijke actoren zoals
drugskartels in Midden-Amerika zetten bewapende onbemande vliegtuigen
in. Het gebruik van bewapende drones is op zichzelf niet verboden. Er is
geen internationaalrechtelijk verbod op drones, zoals er wel verdragen
zijn die het gebruik van bijvoorbeeld clustermunitie en
anti-personeelslandmijnen verbieden. Wel dienen aanvallen met drones in
overeenstemming te zijn met het internationaal recht. Naar de juridische
aspecten van het gebruik van drones wordt momenteel nationaal en
internationaal nader onderzoek gedaan. 

Nano-, bio-, gen- en neurotechnologische ontwikkelingen en het samengaan
van deze technologieƫn zullen eveneens grote gevolgen hebben. Deze
ontwikkelingen brengen nieuwe uitdagingen met zich mee onder meer op het
gebied van biosecurity. Een onschuldig micro-organisme kan worden
omgebouwd tot een biologisch wapen. Tegelijkertijd vormen deze moderne
technieken een onmisbaar instrument voor de gezondheidszorg en bij het
bestrijden van besmettelijke ziekten. In Nederland wordt bijvoorbeeld
onderzoek gedaan naar het vogelgriepvirus. Dit onderzoek is essentieel
voor het vinden van een vaccin om mensenlevens te kunnen redden. Het is
echter belangrijk dat de opgedane kennis alleen beschikbaar is voor
bonafide wetenschappers en niet in verkeerde handen valt. Voorkomen moet
wordenĀ dat kwaadwillenden er hun voordeel mee doen bij de ontwikkeling
van een biologisch wapen. 

De militair-technologische kloof tussen Europa en de VS groeit. Onder
druk van bezuinigingen zal modernisering van de Europese krijgsmachten
waarschijnlijk trager gaan dan in de VS en zullen de uitgaven voor
onderzoek in Europa verder teruglopen. Vooralsnog wordt de Europese
defensiemarkt gekenmerkt door fragmentatie. China en Rusland volgen de
Amerikaanse technologische vooruitgang wel op de voet en investeren
onder andere in vliegdekschepen, rakettechnologie, ruimtevaart en
digitale oorlogsvoering. 

Massavernietigingswapens en rakettechnologie

De proliferatie (verspreiding) van massavernietigingswapens en
rakettechnologie is steeds meer reden tot zorg. De afgelopen jaren is de
spanning rond het Iraanse nucleaire programma verder opgelopen. Ook gaat
dreiging uit van Iraanse ballistische raketten die een bereik hebben ver
buiten de eigen regio. In diezelfde regio is er grote bezorgdheid over
de chemische wapenvoorraden in Syriƫ. Regeringstroepen of
opstandelingen kunnen chemische wapens inzetten of chemische wapens van
het regime kunnen in handen vallen van terroristen. 

Noord-Korea blijft gestaag doorwerken aan de ontwikkeling van nucleaire
wapens en lange afstandsraketten en voert zijn oorlogsretoriek op. In
Pakistan staat de stabiliteit van de centrale overheid in toenemende
mate onder druk. Het risico bestaat dat het gezag de greep over delen
van het kernwapenarsenaal kwijtraakt. Ook de sluipende kernwapenwedloop
in Zuid-Aziƫ vraagt aandacht. 

Natuurlijke hulpbronnen

De concurrentie om natuurlijke hulpbronnen (water, voedsel, vruchtbaar
land, energie en grondstoffen) wordt een steeds grotere factor in de
internationale betrekkingen. Dit komt door economische groei, aanwas van
de wereldbevolking en daarmee gepaard gaande explosief groeiende
consumptie. De vraag is hoe we ervoor kunnen zorgen dat iedereen toegang
krijgt en houdt tot deze bronnen. De strijd om water, voedsel, energie
en grondstoffen en de ontsluiting van nieuwe gebieden als de Arctische
regio kan leiden tot instabiliteit, aantasting van veilige
transportroutes, protectionisme (bijvoorbeeld waar het gaat om zeldzame
aardmetalen) en manipulatie van markten. Ook toenemende landdegradatie,
in combinatie met de behoefte aan meer landbouwgrond voor
voedselproductie nu en in de toekomst, vormt een bron voor conflicten.
Recent heeft de Secretaris-Generaal van de VN de Veiligheidsraad
geĆÆnformeerd over groeiend bewijs dat grootschalige en professionele
stroperij in onder andere Afrika terroristische groeperingen en
drugshandel financiert, waardoor conflicten ontstaan of verlengd worden.
Tegelijkertijd liggen hier kansen voor Nederland gezien onze kennis en
expertise op het gebied van de agrarische sectorĀ en water. Kennis en
producten waarmee voedselproductie en -zekerheid in bijvoorbeeld Aziƫ
en Afrika kan worden vergroot, kunnen instabiliteit helpen voorkomen.

De ontdekking van schaliegas in Noord-Amerika leidt tot nieuwe
ontwikkelingen op de energiemarkt met grote gevolgen voor de
internationale machtsverhoudingen. Toekomstige energieonafhankelijkheid
geeft de VS meer bewegingsruimte in de internationale betrekkingen. De
VS blijft zonder twijfelĀ betrokken bij de ontwikkelingen in het
Midden-Oosten en Noord-Afrika vanwege de effecten van de olieprijs op de
wereldeconomie, het belang van stabiliteit nabij Europa en
(binnenlands)politieke overwegingen. Maar op termijn is Amerika
waarschijnlijk minder bereid hoge uitgaven te doen voor militaire
presentie en interventie in deze regio. 

De schaliegasvondsten en de ontdekking van nieuwe olie- en gasvoorraden
leiden op termijn mogelijk tot structureel lagere energieprijzen.
Hiermee zouden de inkomsten voor landen als Rusland, Saoedi-Arabiƫ en
Venezuela teruglopen, met potentiƫle gevolgen voor de interne
stabiliteit van deze landen.Ā 

Gebruik van fossiele brandstoffen leidt tot versnelling van het proces
van klimaatverandering. Dit kan de komende tijd tot grote
veiligheidsproblemen leiden. Deskundigen waarschuwen dat de wereld vaker
te maken zal krijgen met ernstige droogte, extreem weer en grootschalige
overstromingen door veranderende weerpatronen en smeltend ijs. 

Dit kan resulteren in schade aan private en publieke bezittingen,
ontwrichting van essentiƫle infrastructuur en indirect meer fluctuatie
in voedselprijzen, waterschaarste en de verspreiding van besmettelijke
ziekten. Deze effecten raken aan de bestaansbasis van mensen. Het is
daarom de verwachting dat klimaatverandering en landdegradatie zal
leiden tot een toename van migratie, conflicten over water en voedsel en
daarmee gepaard gaande politieke spanningen.Ā Het versneld smelten van
het Noordpoolijs brengt ook nieuwe kansen met zich mee doordat nieuwe
gas- en olievoorraden bereikbaar worden en nieuwe scheepvaartroutes in
het Noordpoolgebied ontstaan. Dit kan echter ook weer spanningen met
zich meebrengen tussen landen die (delen van) deze regio claimen. 

Fragiele staten en regioā€™s

Er is een duidelijke relatie tussen schaarste (van land, water, voedsel
en grondstoffen) en het ontstaan van conflicten. Eenzijdige economische
afhankelijkheid van grondstoffen en interne strijd om toegang tot deze
bronnen maken landen kwetsbaar voor politieke instabiliteit. Politieke
instabiliteit kan ook ontstaan door economische ongelijkheid, gebrek aan
economische mogelijkheden en georganiseerde criminaliteit die het
staatsgezag ondermijnt. Toenemende jeugdwerkloosheid is eveneens een
potentiƫle bron van instabiliteit: in veel fragiele staten is er een
snel groeiende groep jongeren waar onvoldoende werk of vooruitzicht op
werk voor is. 

Conflictgebieden en zwakke staten zijn een broedplaats van terrorisme,
extremisme en grensoverschrijdende criminele organisaties, bijvoorbeeld
op het gebied van wapen-, drugs- en mensenhandel. Gewelddadige
conflicten hebben vaak desastreuze economische gevolgen voor de
betrokken landen. De meeste conflicten spelen zich niet tussen, maar in
staten af. Veel conflicten duren ook lang, sommige slepen zich al meer
dan tien jaar voort. In post-conflictlanden laait in ruim 40% van de
gevallen binnen tien jaar het conflict weer op. 

Hoewel de afgelopen twintig jaar het aantal conflicten wereldwijd sterk
is afgenomen, is het aantal fragiele regioā€™s in de omgeving van Europa
juist toegenomen. Belangrijkste (potentiƫle) conflicthaarden in de
omgeving van Europa liggen in de boog van Noord-Afrika, de Sahel, de
Hoorn van Afrika, het Midden-Oosten en de Kaukasus. Zolang er nog geen
vreedzame oplossingen zijn voor de zogenaamde ā€˜bevroren conflictenā€™
in Oost-Europa (Transdnjestriƫ, Abchaziƫ, Zuid-Ossetiƫ,
Nagorno-Karabach), blijven ook dicht bij de oostgrens van de EU
spanningshaarden bestaan. 

Geen enkel langjarig conflict heeft zoā€™n regionale en zelfs mondiale
impact als het Israƫlisch-Palestijnse conflict. Ondanks aanhoudende
internationale inspanningen is de impasse in het Midden-Oosten
vredesproces nog niet doorbroken. Het uitblijven van een alomvattend
vredesakkoord heeft zijn weerslag op binnenlandspolitieke verhoudingen
in tal van landen. 

De Arabische regio is na ruim twee jaar van volksopstanden aanzienlijk
instabieler dan voor 2011. Door het wegvallen van sterk centraal gezag
is ruimte ontstaan voor democratisering en meer vrijheid. De vraag is
echter hoe deze in de praktijk zal worden ingevuld. Handhaving van de
openbare orde is verzwakt. De nieuwe machthebbers hebben nog altijd
grote moeite hun grondgebied onder volledig staatsgezag te brengen. In
Libiƫ beschikt de regering nog steeds niet over een volledig
geweldsmonopolie, met illegale wapenstromen naar Mali en Gaza tot
gevolg. De burgeroorlog in Syriƫ, die begon als vreedzaam verzet tegen
het bewind van Assad, is geƫscaleerd tot een intern gewapend conflict
met rampzalige humanitaire gevolgen. Spill-over naar de toch al fragiele
regio is niet onwaarschijnlijk. 

In gebieden waar het overheidsgezag geheel of gedeeltelijk is
weggevallen, hebben terroristische netwerken de ruimte gekregen.
Bestaande en nieuwe conflicten voeden radicalisering (zowel in
Islamitische landen als in het Westen) en oefenen een aanzuigende
werking uit op jihadisten ā€“ ook uit Nederland - die in groeiende
aantallen afreizen naar conflictgebieden.

Afrika heeft twee gezichten: het continent biedt steeds meer economische
kansen, maar tegelijkertijd blijven grote veiligheidsrisicoā€™s bestaan.
Het aantal gewelddadige conflicten is sinds de jaren negentig ook in
Afrika meer dan gehalveerd en het aantal dodelijke slachtoffers is
teruggelopen. Maar nieuwe uitbarstingen liggen in een aantal regioā€™s
op de loer. Sommige conflicthaarden zijn diepgeworteld en complex. 

Dit manifesteert zich duidelijk in West-Afrika. Een sterke economische
ontwikkeling - in bijvoorbeeld Nigeria en Ghana - gaat hand in hand met
terrorisme, georganiseerde criminaliteit, mensen-, drugs- en
wapensmokkel, toenemende piraterij in de Golf van Guinee en opkomend
fundamentalisme. Vooral de Westelijke Sahel ā€“ met uitstraling naar
Noord-Afrika - is een toenemend instabiele zone, zoals goed te zien is
in Mali.

De Hoorn van Afrika kent een lange geschiedenis van lokale, nationale en
grensoverschrijdende conflicten, onder meer in de Soedans. De nieuwe
regering in Somaliƫ en het terugdringen van Al Shahaab bieden voor het
eerst in twee decennia reden tot optimisme. Ook de internationale
bestrijding van piraterij in de wateren rond Somaliƫ begint vruchten af
te werpen. Met twee miljoen ontheemden en vluchtelingen blijft Somaliƫ
echter een fragiel land. Het aanpakken van de onderliggende oorzaken van
extremisme en piraterij duurt lang. Het creƫren van economische kansen
is essentieel voor succes op de lange termijn. 

Positief is dat regionale organisaties zoals de Afrikaanse Unie (AU) en
ECOWAS zich met steun van onder meer de EU ontwikkelen en steeds vaker
het voortouw nemen bij de bestrijding van regionale conflicten. De
Afrikaanse landen kunnen hierdoor steeds beter voor hun eigen vrede en
veiligheid zorgen.

Latijns-Amerika en de Caribische regio kenmerken zich door toenemende
democratisering, maar ook door aanhoudende onveiligheid door drugs- en
wapenhandel. Gezien de ligging is de relatie van het Koninkrijk met
Venezuela en Colombia van bijzonder belang. Venezuela en de Caribische
delen van het Koninkrijk hebben nauwe historische, culturele,
economische en familiebanden. Het Koninkrijk werkt samen met Venezuela
op tal van terreinen zoals drugsbestrijding, energie en regionale
veiligheid. Ondanks inspanningen van de overheid heeft Colombia nog
steeds veel last van drugsgerelateerde criminaliteit, vaak in combinatie
met terrorisme. De lopende vredesonderhandelingen tussen de regering en
de FARC zijn een positieve ontwikkeling. In de regio wordt een
post-conflictsituatie echter vaker gekenmerkt door een transformatie van
het geweld, dan door een duurzame beƫindiging ervan.

III  Strategische belangen 

De veranderende internationale omgeving raakt direct aan de Nederlandse
veiligheid. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de gevolgen van de
geschetste ontwikkelingen voor de veiligheid van Nederland. We
onderscheiden daarbij drie strategische belangen: 

De verdediging van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied

Een goed functionerende internationale rechtsorde

Economische veiligheid

Deze strategische belangen sluiten nauw aan bij de vitale belangen van
Nederland zoals genoemd in de Strategie Nationale Veiligheid:
territoriale veiligheid, economische veiligheid, ecologische veiligheid,
fysieke veiligheid, sociale en politieke stabiliteit.

Verdediging van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied

Ook al is een klassieke conventionele aanval op het Nederlandse
grondgebied op dit moment geen waarschijnlijk scenario, de verdediging
van de territoriale veiligheid van het Koninkrijk en van onze
bondgenoten blijft ā€“ mede in het licht van nieuwe dreigingen -
essentieel voor onze veiligheid. Nederland is voor zijn bescherming
afhankelijk van zijn bondgenoten. Omgekeerd moet Nederland deze
bondgenoten bijstaan als zij een beroep op ons doen. 

Een adequate verdediging heeft een afschrikkende en dus preventieve
werking op landen, organisaties en individuen met kwade bedoelingen.
PotentiĆ«le bedreigingen voor het bondgenootschappelijke grondgebied ā€“
zoals de Iraanse en Noord-Koreaanse raketprogrammaā€™s ā€“ moeten het
hoofd geboden worden. De NAVO heeft de nieuwe dreigingen meegewogen in
haar nieuwe veiligheidsstrategie (Strategisch Concept).

Terroristische aanslagen hebben ernstige gevolgen. Niet alleen vanwege
eventuele slachtoffers en materiƫle schade, maar ook door de schade die
een aanslag - of de dreiging daarvan - kan toebrengen aan onze
rechtsorde en democratie. Als een politicus, journalist, bedrijf of
burger zich uit angst voor vergelding door extremisten niet meer vrij
voelt in zijn of haar keuzes of uitlatingen, worden democratie en
rechtsorde in de kern aangetast. 

De terroristische dreiging in Nederland en tegen Nederlandse belangen in
het buitenland komt voornamelijk vanuit jihadistische hoek in
Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Er zijn internationale jihadistische
groeperingen die Nederland als een legitiem doelwit beschouwen
vanwegeĀ de Nederlandse steun aan internationale interventies
(bijvoorbeeld Afghanistan) of vanwege uitingen in Nederland die door hen
worden opgevat als beledigend voor de islam. Groepen jongeren reizen af
naar een land als Syriƫ om deel te nemen aan de heilige strijd. Als zij
getraind en geradicaliseerd in Nederland terugkeren, kunnen zij een
gevaar vormen voor onze samenleving. 

De toenemende invloed van grensoverschrijdende criminaliteit ten slotte
bedreigt de veiligheid in Nederland en de Caribische delen van het
Koninkrijk. Goedkope wapens uit (voormalige) oorlogsgebieden of zwakke
staten kunnen in het illegale internationale circuit terechtkomen en ook
in Nederland opduiken. Drugsorganisaties gebruiken zwakke landen als
uitvalsbasis om drugs de EU binnen te smokkelen. Omkoping van
overheidsfunctionarissen (politie, douane, rechterlijke macht,
bestuurders) door criminele bendes vormt een bedreiging voor de
bestuurlijke integriteit.

Een goed functionerende internationale rechtsorde 

Voor Nederland, met zijn open economie en beperkte directe
internationale macht, zijn een stabiele en goed functionerende
internationale rechtsorde en goede internationale en Europese
samenwerking de beste garantie voor veiligheid, stabiliteit en welvaart.
Een internationale rechtsorde waarbij staten elkaar kunnen aanspreken op
onderlinge afspraken en hun geschillen op vreedzame wijze beslechten, is
voor Nederland van groot belang. Als een van de weinige landen heeft
Nederland het streven naar bevordering van de internationale rechtsorde
vastgelegd in zijn grondwet. Dit past bij een lange traditie van ons
land als rechtsstaat ā€“ met Den Haag als juridische hoofdstad van de
wereld - en handelsland. Vanuit die achtergrond zet Nederland zich ook
in voor de bredere erkenning van de rechtsmacht van het Internationaal
Gerechtshof en voor toetreding tot het Internationaal Strafhof door
landen die nog geen partij.

Jaarlijks varen zoā€™n 20.000-30.000 schepen langs de kust van SomaliĆ«,
waarvan een substantieel deel op weg is naar de haven van Rotterdam.
Daarom ligt de prioriteit voor de Nederlandse inzet in Somaliƫ op
piraterijbestrijding en stabilisatie van het land. Nederland draagt bij
aan het tegengaan van straffeloosheid van piraterij door experts en
financiƫle middelen te leveren voor de opbouw van detentie- en
justitiƫle capaciteit in Somaliƫ en omliggende landen. Ook het
opbouwen van eigen maritieme capaciteit is van belang zodat deze landen
zelf effectieve controle kunnen uitoefenen in hun territoriale wateren
en exclusieve economische zones. 

Vrede en veiligheid in de wereld zijn van groot belang voor de
internationale rechtsorde en de mensenrechten, het voorkomen van
internationale crises, bescherming van burgerbevolking en het halen van
de millenniumdoelen. In een groot aantal zwakke staten en conflictlanden
kan of wil de staat de veiligheid niet garanderen en is een vorm van
internationale interventie of ondersteuning nodig om veiligheid en
stabiliteit te herstellen. Herstel van vrede, veiligheid en rechtsorde
is in veel gevallen zowel een ā€˜eerste levensbehoefteā€™ voor mensen in
deze landen, als een Nederlands economisch of veiligheidsbelang. 

Nederland heeft er baat bij dat ook in andere landen kernwaarden van de
rechtsstaat worden gerespecteerd, zoals bescherming tegen willekeurig
optreden door de overheid, transparantie, verantwoording en
participatie. Juist omdat onze belangen onlosmakelijk vervlochten zijn
met die van andere landen. Het Nederlandse buitenlands beleid is er
daarom op gericht landen zoveel mogelijk in te bedden in het
multilaterale systeem. Als landen zich gebonden voelen aan de
internationale orde en zich opstellen als verantwoordelijke
aandeelhouders, wordt de wereld een veiliger plek. Een goed
functionerende internationale rechtsorde is tevens een belangrijke
voorwaarde voor economische groei en ontwikkeling. Landen die een snelle
economische groei doormaken zonder voldoende rechtszekerheid, lopen het
risico (weer) af te glijden naar instabiliteit. Bedrijven investeren pas
in landen als er goede wetten en regels zijn die ook worden gehandhaafd.


Multilaterale afspraken bieden naast een internationaal juridisch kader
ook bescherming voor het individu. Alleen door internationaal samen te
werken en goede afspraken te maken, kunnen we de positieve gevolgen van
globalisering optimaal benutten en de negatieve effecten minimaliseren.
Ook bij het ontwikkelen van normen en regelgeving op het terrein van
cyber security zet Nederland zich in voor goede internationale
afspraken, onder andere in de vorm van een gedeeld begrippenkader en
vertrouwenwekkende maatregelen. Nederland maakt zich sterk voor een
internet governance model waarin de belangen van de verschillende
actoren (overheden, private sector, maatschappelijke organisaties) een
plaats hebben. Het draagt hierbij internationaal de noodzaak van een
open, vrij en veilig internet actief uit. 

Economische veiligheid 

De sleutel tot een sterke Nederlandse economische positie ligt voor een
groot deel in het buitenland. Onze infrastructuur is onderdeel van een
Europees en mondiaal netwerk en onze welvaart is voor een belangrijk
deel gebouwd op grondstoffen en energie van elders. Toegang tot die
grondstoffen, een gelijk speelveld voor Nederlandse bedrijven,
onbelemmerde internationale handel volgens transparante,
gemeenschappelijke regels en vrije handelsroutes zijn essentieel. Het is
een strategisch veiligheidsbelang om onze handel en handelsroutes en de
toegang tot grondstoffen veilig te stellen. De regels van het mondiale
economische systeem moeten worden versterkt, gerespecteerd en
gehandhaafd. Mondiale economische ketens moeten beschermd worden tegen
piraterij, cyberaanvallen, spionage, fraude, corruptie en alle vormen
van georganiseerde criminaliteit. 

Conflicten in het buitenland kunnen ons economische schade berokkenen.
Zo kunnen blokkades leiden tot (duurdere) alternatieve transportroutes
of tot hoge kosten voor beveiliging en verzekering. De territoriale
conflicten in de Oost-Aziatische en Zuid-Chinese Zeeƫn kunnen
bijvoorbeeld de Nederlandse doorvaart belemmeren en territoriale
geschillen bemoeilijken de werkzaamheden van Europese
energiemaatschappijen. Piraterij kost volgens de Wereldbank wereldwijd
18 miljard euro per jaar. Bedreigingen van strategische aanvoerroutes
raken aan de Nederlandse positie van doorvoerland naar het Europese
achterland, in het bijzonder de rol van Rotterdam als doorvoerhaven. 

Buitenlandse investeringen zijn van groot belang voor de Nederlandse
economie, waarvoor zo min mogelijk belemmeringen moeten worden
opgeworpen. Wel worden daarbij uiteraard de veiligheidsaspecten binnen
het daarvoor bestemde kader geborgd, waarbij het kabinet op passende
wijze zal reageren als het bestaande instrumentarium tekort schiet.

De Nederlandse economie is kwetsbaar als de voorzieningszekerheid van
energie en grondstoffen in het geding komt. Dit bedreigt onze functie
als draaischijf in distributienetwerken, onze industriƫle
productiecapaciteit en onze energievoorziening. Hogere
grondstoffenprijzen hebben een negatief effect op onze economische
groei. Onze afhankelijkheid van fossiele energiebronnen vergroot
bovendien onze kwetsbaarheid.

Fosfaat is een niet hernieuwbare en essentiƫle grondstof voor al het
leven op aarde. Zonder fosfaat geen voedsel en dus geen leven. Fosfaat
dient primair voor de productie van kunstmest, maar wordt in
geraffineerde vorm ook toegevoegd aan voedingsmiddelen en verwerkt in de
chemische industrie. De ruwe grondstof, fosfaaterts, wordt maar op
enkele plekken op aarde gevonden. De grootste voorraad ligt in Marokko
(33%), gevolg door China (25%) en veel geringere voorraden worden
gevonden in Irak, Algerije, Syriƫ, Zuid Afrika, de VS en Rusland. De
geografische concentratie van de voorraden levert een groot risico op.
De VS en China hebben hun export aan banden gelegd en de
Noord-Afrikaanse landen hebben in de Arabische lente hun exportpositie
zien stagneren, met uitzondering van Marokko. Een groot deel van de
Marokkaanse voorraden ligt echter in de instabiele westelijke Sahara.
Europa is vrijwel volledig afhankelijk van import.

Nederland is een internationaal internetknooppunt en heeft een van de
hoogste digitale dichtheden ter wereld. Nederland wil de Digital Gateway
naar Europa zijn. Een veilige, betrouwbare en open digitale
infrastructuur is daarvoor nodig. De steeds groter wordende
afhankelijkheid van de cyberinfrastructuur maakt Nederland echter ook
kwetsbaar. Cybercriminelen en cyberterroristen kunnen het elektronisch
betalingsverkeer platleggen. Digitale aanvallen kunnen een groot
maatschappelijk ontwrichtend effect hebben. Nederland is vanwege zijn
kenniseconomie, open samenleving en internationale oriƫntatie ook
kwetsbaar voor cyberspionage. Landen, organisaties en individuen zetten
in toenemende mate digitale middelen in om gevoelige politieke,
militaire, wetenschappelijke en economische informatie in Nederland te
stelen. Bedrijven en overheden, waaronder inlichtingen- en
veiligheidsdiensten, moeten investeren om de digitale infrastructuur te
beheren en te beveiligen.

 Beleidsimplicaties 

Nederland heeft wereldwijde belangen, maar onze invloed is beperkt en
onderhevig aan forse bezuinigingen op defensie en
ontwikkelingssamenwerking en de opkomst van nieuwe reuzen in Aziƫ,
Zuid-Amerika en Afrika. De financiƫle krapte dwingt ons tot het slimmer
inzetten van toch al beperkte middelen. Dit betekent dat we prioriteiten
moeten stellen. Nederland kijkt hierbij waar onze aanwezigheid de meeste
toegevoegde waarde heeft. 

De veranderingen in de wereld om ons heen maken het nodig nieuwe
accenten te zetten in ons buitenlandse veiligheidsbeleid van de komende
jaren. Daarnaast blijft er uiteraard een aantal constanten in ons
beleid. 

Zo blijft Nederland investeren in een sterke trans-Atlantische band. De
NAVO blijft een cruciale pijler van het Nederlandse veiligheidsbeleid.
De trans-Atlantische as heeft Europa en Noord-Amerika decennialang
vrijheid, veiligheid en welvaart gebracht. De wederzijdse
bijstandsclausule (artikel 5) van het NAVO-verdrag en de afschrikking
die hiervan uitgaat, is onmisbaar voor onze veiligheid. De unieke
eigenschappen van het bondgenootschap rechtvaardigen de verwachting dat
NAVO een essentiƫle rol blijft spelen op het terrein van
conflictpreventie, interventie, beheersing en stabilisatie in gebieden
waar de veiligheidsbelangen van het bondgenootschap worden geraakt.
Hieraan zal ook Nederland zijn bijdrage moeten leveren, inclusief op het
gebied van hard power. Veiligheid heeft zijn prijs, ook in tijden van
financiƫle krapte. De Nederlandse krijgsmacht moet daarom ook in de
toekomst de mogelijkheid behouden om aan de verschillende soorten
interventies te kunnen bijdragen. Als goede en betrouwbare partner moet
Nederland ook anderen van dienst zijn als ze een beroep op ons doen.
Nederland levert in dit verband bijvoorbeeld in 2017 weer een bijdrage
aan de NAVO-patrouillering boven de Baltische staten (Baltic Air
Policing). Verder worden momenteel Nederlandse Patriots ingezet in
Turkije voor de verdediging van het Turkse grondgebied en de bevolking
tegen de dreiging van raketten vanuit Syriƫ.

Een andere constante van ons beleid is ons multilateralisme: als
relatief klein land met beperkte internationale invloed bereiken we via
multilaterale weg vaak het meeste. Nederland ondersteunt daarom
bijvoorbeeld de VN-organisaties die werken aan de opbouw, handhaving en
bevordering van vrede en aan behoud en duurzaam gebruik van natuurlijke
hulpbronnen. Nederland zet zich actief in voor de ontwikkeling van
Responsibility to Protect, bescherming van de burgerbevolking en
VN-resolutie 1325 over vrouwen in conflictgebieden. Nederland blijft
zich verder hardmaken voor het tegengaan van straffeloosheid en de
bredere erkenning van de rechtsmacht van het Internationaal Gerechtshof
en het Internationaal Strafhof. Samenwerking met andere landen en
(regionale) veiligheidsorganisaties is voor Nederland van groot belang.
Veiligheidsgerelateerde dossiers worden bijvoorbeeld in toenemende mate
met de Afrikaanse Unie en Aziatische regionale fora (ASEAN, ASEM, ARF) 
besproken. Het belang van deze fora neemt toe. Ook solidariteit blijft
centraal staan bij ons streven naar vrede, veiligheid en rechtsorde,
vanuit het besef dat we met elkaar leven in Ć©Ć©n gezamenlijke
wereldgemeenschap. Onze welvaart en welzijn zijn gebaat bij een beter
welbevinden van anderen. 

Naast deze constanten in het beleid legt het kabinet de volgende
accenten: 

Beleidsaccent 1: meer Europese verantwoordelijkheid

In de multipolaire wereld is het relatieve gewicht van individuele
Europese lidstaten afgenomen. Om onze invloed te doen blijven gelden, is
een verdieping van de samenwerking met onze Europese partners nodig.
Europa zal meer verantwoordelijkheden moeten nemen. Ook om relevant te
blijven voor de VS en de rest van de wereld. Met Europa wordt hier
bedoeld zowel de Europese leden van de NAVO, EU lidstaten als de EU. Een
sterk Europa dat daadkracht uitstraalt en verantwoordelijkheid neemt,
ook op het terrein van veiligheid en defensie, is van belang voor een
stabiel internationaal stelsel en een sterke NAVO. Nederland neemt die
verantwoordelijkheid allereerst door een bijdrage aan de NAVO en het
GVDB te leveren die recht doet aan ons economische gewicht. 

Het Gemeenschappelijke Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) van de EU
is met het Verdrag van Lissabon en de komst van de Europese Dienst voor
Extern Optreden (EDEO) een robuuster instrument geworden. Door
meerjarige bijdragen aan stabilisatie en crisisbeheersing via civiele
missies en militaire operaties stelt de EU zich steeds nadrukkelijker
als ā€˜security providerā€™ op. De Westelijke Balkan illustreert de
ontwikkeling van het GVDB. De Balkanoorlogen begin jaren negentig
maakten duidelijk dat de Unie de instrumenten ontbeerde om crises in de
eigen regio te bezweren en vormde de aanleiding voor het ontwikkelen van
een Europees veiligheids- en defensiebeleid. Sindsdien zijn er
aanzienlijke stappen gezet. De afgelopen jaren heeft de EU met haar
missies en operaties een leidende rol gespeeld in de internationale
inspanningen om vrede, veiligheid en stabiliteit te brengen in de
Balkanregio. 

Nederland wil de daadkracht van de EU op het gebied van veiligheid
verder vergroten. De EU levert met haar speciale vertegenwoordigers,
missies en operaties en OS-programmaā€™s op het gebied van veiligheid,
politie en justitie een belangrijke bijdrage aan de stabiliteit en
veiligheid van landen. De EU vervult daarbij steeds vaker een
voortrekkersrol. Nederland wil hieraan bijdragen door missies te steunen
en door betere samenhang tussen de activiteiten van de verschillende
EU-instellingen te bepleiten.

Het groeiende diplomatieke gewicht van de EU blijkt ook uit het feit dat
het een essentiƫle gesprekspartner is bij regionale
veiligheidsonderwerpen als Iran en het vredesproces in het
Midden-Oosten. Maar een verdere versterking van de slagvaardigheid en
het handelingsvermogen in het externe optreden van de Unie is wenselijk.


Europa is er niet alleen voor de uitvoering van het veiligheidsbeleid.
Nederland gebruikt Europa steeds vaker als platform voor beleidsvorming,
bijvoorbeeld op het gebied van cyber en grondstoffen. Samenwerken is het
sterkst als het begint bij samen denken.

Nederland wil ook in Europa werken aan versterking van de
trans-Atlantische band. Deze reikt verder dan de NAVO. Als er twee
continenten zijn met gedeelde waarden en belangen dan zijn dat Europa en
Noord-Amerika. Juist in een veranderende wereld zonder
vanzelfsprekendheden, is deze band essentieel. De trans-Atlantische
samenwerking is divers en intensief. De rol van de EDEO wordt hierin
belangrijker. Nederland maakt zich daarom in EU-verband hard voor een
prominentere plaats voor veiligheid in de trans-Atlantische dialoog. Dit
vraagt om diplomatieke coƶrdinatie in Brussel en belangrijke
hoofdsteden.

Het Nederlandse streven is dat Europa op veiligheidsterrein meer met
Ć©Ć©n stem spreekt. Dit zal uiteindelijk zijn beslag moeten krijgen op
het allerhoogste niveau, de VN-Veiligheidsraad. Nederland zal daarnaast
zelfstandig en via de EU de dialoog aangaan met de nieuwe grote actoren
op het wereldtoneel om hen te wijzen op het belang van de op regels
gebaseerde internationale rechtsorde en de verantwoordelijkheid die een
permanent lidmaatschap met zich meebrengt. Meer met Ć©Ć©n stem spreken
is ook het doel in andere (regionale) organisaties, zoals de OVSE.

Dat Europa en Europese landen een grotere verantwoordelijkheid op
veiligheidsterrein moeten nemen om hun belangen zeker te blijven
stellen, is gegeven de diverse veiligheidsontwikkelingen evident. Europa
staat voor de nodige uitdagingen, onder meer als gevolg van de
diversiteit in opvattingen en de versnippering van de
defensie-inspanningen. Daar staat tegenover dat de EU beschikt over een
breed instrumentarium voor crisisbeheersing, met militaire, diplomatieke
en economische inzetmogelijkheden. 

Verder wordt ingezet op defensiesamenwerking. Dit wordt steeds
belangrijker om in deze wereld voldoende slagkracht te behouden, mede
door de bezuinigingen op de defensiebegrotingen. Hier heeft niet alleen
Nederland mee te maken, maar ook vrijwel alle andere Europese landen.
Nederland wil meer samenwerken op het gebied van defensie om het
militaire handelingsvermogen te vergroten. Ons land en onze partners
kunnen hierdoor over nuttige middelen beschikken die we zelf niet kunnen
veroorloven. De marinesamenwerking met Belgiƫ en de
landmachtsamenwerking met Duitsland wordt intensiever. Nederland
onderzoekt daarnaast de mogelijkheden van andere internationale
samenwerkingsverbanden. Nederland zoekt vooral samenwerking met landen
waarmee het toch al verbonden is. 

Internationale coƶrdinatie door NAVO en EU is essentieel bij het maken
van keuzes. Nederland zal zich hiervoor blijven inzetten. Ook politiek
gezien moet de samenwerking intensiever: gedeelde visies op
veiligheidsgebied vormen immers de basis voor al dan niet (militair)
interveniƫren. Nederland kan dit proces helpen bespoedigen en
beĆÆnvloeden door belangrijke landen in Europa intensiever te
consulteren, mee te bewegen waar dat kan (politiek en militair) om
daarmee ook meer recht van spreken te hebben als een specifiek
Nederlands belang in het geding is. Een goed voorbeeld van succesvolle
internationale militaire samenwerking is de inzet van luchttransport van
het European Air Transport Commando (EATC) in Eindhoven voor de Franse
militaire interventie in Mali. Een ander voorbeeld is de oprichting van
de Heavy Airlift Wing met C-17 Globemaster transportvliegtuigen in
Hongarije.

Beleidsaccent 2: focus op instabiele regioā€™s in nabijheid Europa

Met de toegenomen focus van de VS op Aziƫ, zal Europa zelf meer
verantwoordelijkheid moeten nemen en zelf meer moeten investeren in
stabiliteit in de eigen omgeving. Vooral waar het gaat om
conflictgebieden in de halve ring rondom de Unie: Noord-Afrika, Sahel,
Hoorn van Afrika, het Midden-Oosten en de Kaukasus. Het gaat hierbij
niet om een verdeling in invloedssferen tussen de EU en de rest.
Samenwerking met de VS en andere landen zal in de praktijk het
uitgangspunt blijven. Voor grotere interventies kunnen we niet zonder de
VS en de NAVO. Ook betekent dit niet dat we ons uitsluitend op de schil
rond Europa kunnen richten: zoals de EU een beroep zal moeten kunnen
blijven doen op de NAVO voor het waarborgen van veiligheidsbelangen in
onze directe omgeving, zullen de VS en andere NAVO-partners een beroep
moeten kunnen blijven doen op Nederland en de Europese landen voor
conflicten op grotere afstand. Ook zijn transnationale dreigingen en de
noodzakelijke aanpak ervan veelal niet geografisch af te bakenen.

Maar wat er gebeurt aan de randen van de Europese Unie is direct
gerelateerd aan onze eigen veiligheid en welvaart. In de wetenschap dat
de huidige overgangsfase voor een aantal Arabische landen cruciaal is en
bepalend voor de stabiliteit aan de buitengrenzen van Europa in de
komende decennia, kiest Nederland nadrukkelijk voor geĆÆntensiveerde
betrokkenheid bij deze regio. Door bij te dragen aan democratisering en
daarmee stabilisering van onze zuidelijke buurregio beperken we het
risico van illegale migratie en verkleinen we terroristische dreiging.
Een welvarende Arabische regio schept economische kansen, ook voor
Europa. Daarnaast zijn onze energiebelangen in de regio gediend bij
stabiel bestuur. Zo steunt Nederland de agenda onder het Europese
Nabuurschapsbeleid voor economische hervormingen, wederopbouw en de
verbetering van werkgelegenheid. Het wegnemen van handelsbarriĆØres
vormt hier een onderdeel van. 

Partnerlanden van de NAVO en de EU kunnen hierbij een belangrijke rol
spelen. Nederland steunt de al langer bestaande agenda van de NAVO om
nauwer samen te werken met Arabische landen. Ten aanzien van
NAVO-missies en het bestrijden van gedeelde dreigingen als terrorisme,
proliferatie van massavernietigingswapens en falende staten heeft het
Bondgenootschap betrekkingen aangeknoopt met een aantal Arabische
landen. Dit heeft in 1994 geleid tot oprichting van de Mediterrane
Dialoog en in 2004 tot het Istanbul Cooperation Initiative. Vanuit deze
samenwerking hebben diverse landen (Jordaniƫ, Qatar en de Verenigde
Arabische Emiraten) bijgedragen aan Operatie Unified Protector van de
NAVO in Libiƫ.

De huidige crisis in de Sahel, een regio in de nabijheid van de EU,
genereert fysieke en economische veiligheidsrisicoā€™s voor Europa en
daarmee ook Nederland. In de Hoorn van Afrika zijn instabiliteit en
piraterij, in combinatie met onder meer de dreiging die daarvan uitgaat
voor de Nederlandse koopvaardij en de noodzaak om de grondoorzaken op
land aan te pakken, factoren die een actieve Nederlandse inzet
rechtvaardigen. Er zal zo geĆÆntegreerd mogelijk worden gewerkt, met
zowel personele als financiƫle bijdragen, waar mogelijk via
multilaterale kanalen en zo nodig met bilaterale programmaā€™s, met
aandacht voor de behoeften op korte termijn (bijvoorbeeld humanitair) en
op lange termijn (duurzame ontwikkeling). Ook blijven lokale
capaciteitsopbouw en nationaal ā€œeigenaarschapā€ belangrijke
uitgangspunten van de Nederlandse inzet. Die moeten ervoor zorgen dat de
Afrikaanse actoren steeds meer zelf hun verantwoordelijkheid nemen. 

Beleidsaccent 3: Preventie 

Voorkomen is niet alleen beter dan genezen, het is ook goedkoper. Naast
de aanpak van onveiligheid en fragiliteit stelt Nederland dan ook
pre-conflictmanagement centraal. Via bilaterale, particuliere en
multilaterale kanalen stelt Nederland hiervoor middelen beschikbaar.
Nederland heeft hiervoor een aantal flexibele en vernieuwende manieren
voor, zoals het Budget Internationale Veiligheid en het
Stabiliteitsfonds, dat al jaren bijdraagt aan stabiliteit en
vredesopbouw. Preventie vraagt allereerst om vroegtijdige afstemming van
belangen en doelen op basis van een gezamenlijke analyse van de situatie
in het land of de regio. Nederland hecht daarom veel waarde aan een
geĆÆntegreerde en vroegtijdige analyse (ā€œearly warningā€) en
strategievorming (ā€œearly actionā€) voor (opkomende) conflictgebieden,
waar mogelijk in nauwe samenwerking met andere landen en organisaties.

In het belang van een representatief en effectief multilateraal bestel,
dat zijn preventieve rol mondiaal optimaal kan spelen, bepleit Nederland
hervorming van de VN-Veiligheidsraad. Nederland vindt het belangrijk dat
de Veiligheidsraad een goede afspiegeling is van de veranderende
geopolitieke verhoudingen. Om zelf een bijdrage te leveren aan
hervormingen en versterkingen van de internationale gemeenschap, heeft
Nederland zich kandidaat gesteld voor de Veiligheidsraad voor de periode
2017-2018. Met deze kandidatuur wil Nederland voor coherentie zorgen met
de Haagse juridische instellingen en de Nederlandse prioriteiten op het
gebied van onder andere de rechtstaat en mensenrechten verder
bevorderen. De Nederlandse kandidatuur voor een niet-permanente zetel
staat niet op gespannen voet met het Nederlandse doel op de langere
termijn om de Veiligheidsraad te hervormen, inclusief een permanente
EU-zetel.

Ook in de strijd tegen georganiseerde misdaad is preventie het meest
effectief. Nederland streeft naar het bewaken van de integriteit van
overheden in de betrokken landen, een stevig internationaal
anti-witwasregime en goede grensbewaking. Zwakke staten moeten
gestimuleerd worden hun rechtsstaat te versterken en hun weerbaarheid te
vergroten. In de Caribische regio bestrijdt onze kustwacht drugshandel,
illegale wapenhandel en vormen van illegale migratie. Verder draagt het
Koninkrijk onder andere met het bilaterale Forward Operating
Locations-verdrag (FOL) met de VS bij aan drugsbestrijdingsvluchten in
de regio. Het Koninkrijk promoot daarnaast ook nauwere samenwerking op
regionaal veiligheidsgebied in de Caribische regio. In december 2012
sloot de regering van het Koninkrijk met de Organisatie van Amerikaanse
Staten (OAS) het MoU ā€˜multidimensionale veiligheidā€™. Dit vormt de
basis voor meer informatie-uitwisseling en coƶrdinatie van activiteiten
tegen georganiseerde misdaad, drugs-, wapen-, en mensenhandel en
terrorisme in de regio.

Preventief optreden is ook van belang bij nieuwe uitdagingen als gevolg
van klimaatverandering, schommelende voedselprijzen en uitputting van
natuurlijke hulpbronnen, waaronder waterschaarste. Deze bronnen van
(gewapende) conflicten moeten in een zo vroeg mogelijk stadium worden
aangepakt onder meer in multilateraal verband. UNEP en andere
VN-onderdelen dienen een actieve rol te spelen bij ā€˜early warningā€™
en ā€˜early actionā€™, en kunnen internationale afspraken over
natuurlijke hulpbronnen bevorderen. Internationale afspraken over behoud
en duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen vormen een belangrijk
element in vredesbesprekingen. Daarbij ontstaan nadrukkelijk ook kansen
voor Nederland en het Nederlandse bedrijfsleven. Zo kan het
bedrijfsleven bijdragen aan innovatieve oplossingen voor het vergroten
van voedselzekerheid, energietoegang en groene groei. Het
topsectorenbeleid van de regering biedt hiervoor mogelijkheden. 

Nederland investeert daarnaast steeds meer in preventieve maatregelen
tegen cybercrime, cyberspionage en digitale oorlogvoering. Zo maakt
Nederland zich hard voor de verdere ratificering en globalisering van
het Cybercrimeverdrag (verdrag van Boedapest). Het cyber defence beleid
van de NAVO gaat mede op aandringen van Nederland in op de noodzaak van
intensievere informatie-uitwisseling, het ontwikkelen van een
gezamenlijke dreigingsanalyse en het belang van EU-NAVO samenwerking.
Daarnaast vindt Nederland dat de NAVO op termijn een doctrine voor cyber
security moet ontwikkelen. Met een Europese kopgroep van landen  heeft
Nederland een belangrijke bijdrage geleverd aan de EU cyber security
strategie, die een integrale aanpak voorstaat (publiek-privaat,
civiel-militair). Met deze kopgroep en andere landen zoals de VS en
Australiƫ werkt Nederland actief aan gedragsnormen en dringt ook in de
VN en OVSE aan op adequate maatregelen.

Een effectief preventief beleid gericht op terrorismebestrijding ten
slotte, richt zich niet alleen op het voorkomen van daadwerkelijke
aanslagen maar ook op het wegnemen van de voedingsbodems van terrorisme.
De aanpak van de oorzaken van onveiligheid en een grotere nadruk op
conflictpreventie elders in de wereld is dan ook een belangrijke manier
om bedreigingen van de Nederlandse veiligheid tegen te gaan. Het kabinet
vindt dat de bestrijding van terrorisme altijd moet gebeuren binnen de
kaders van de rechtsstaat en met respect voor de fundamentele vrijheden
van burgers. 

De sleutel tot het voorkomen van radicalisering en terrorisme ligt voor
een groot deel in het buitenland. Versterking van de wetgevende,
opsporings- en justitiƫle capaciteit in andere landen is daarbij
essentieel. Nederland zal daartoe in het Global Counter Terrorism Forum
(GCTF) blijven bijdragen aan de opbouw van middelen en kennis voor
contraterrorisme in risicovolle landen, bijvoorbeeld door het uitzenden
van experts. Nederland wil initiatieven bevorderen die gewelddadige
radicalisering moeten helpen voorkomen door een tegenwicht te bieden aan
radicale invloeden. Zo worden met verschillende communicatiemiddelen
(onderwijs, tv- en radioprogrammaā€™s) jongeren gestimuleerd hun blik te
verbreden en onvrede met overheid of andersdenkenden niet te uiten in
geweld en radicalisering. De Nederlandse focus ligt daarbij op 
Noord-Afrika en de Sahel, de Hoorn van Afrika en het Midden-Oosten.

Preventie is ook het meest effectieve middel tegen nucleair terrorisme.
De kans dat een terroristische aanslag met nucleaire middelen
daadwerkelijk plaatsvindt, is weliswaar erg klein, maar de impact van
zoā€™n aanslag zou catastrofaal zijn. Nederland streeft er met een grote
groep andere landen naar dat splijtstofmateriaal waarmee een kernwapen
gemaakt kan worden niet in verkeerde handen valt. Dat betekent dat
overbodig materiaal zoveel mogelijk wordt vernietigd, benodigd materiaal
is beveiligd en het internationale toezicht hierop wordt verscherpt. Om
aandacht te vragen voor dit probleem en spoedige voortgang te boeken is
de tweejaarlijkse Nuclear Security Summit in 2010 in het leven geroepen.
Na de VS (2010) en Zuid-Korea (2012) organiseert Nederland deze top in
2014. 

Beleidsaccent 4: Ontwapening en wapenbeheersing

Nederland streeft naar het uitbannen van massavernietigingswapens.
Nucleaire ontwapening is daarbij een belangrijke prioriteit voor
Nederland. Nederland is voorstander van een wederzijdse benadering van
ontwapening waarbij onderhandelingen zich uitstrekken over alle
categorieƫn kernwapens. Ook de NAVO heeft zich uitgesproken voor het
creƫren van de omstandigheden voor een wereld zonder kernwapens in
overeenstemming met de doelstellingen van het Non-Proliferatie Verdrag
(NPV). De doctrine van de NAVO is mede gebaseerd op nucleaire
afschrikking en geeft aan dat de NAVO een nucleair bondgenootschap
blijft zolang nucleaire wapens bestaan. 

De NAVO steunt het streven van de VS en de Russische Federatie in hun
wederzijdse pogingen te komen tot strategische stabiliteit, verbeterde
transparantie en een verdere reductie van hun kernwapenarsenalen.
Nederland zet zich binnen het bondgenootschap en ook in VN-kader in voor
het creƫren van de juiste voorwaarden voor ontwapening en het
bevorderen van de discussie hierover. Nederland wil hiertoe concrete,
pragmatische stappen zetten. Zoals het vergroten van transparantie
rondom kernwapenarsenalen, waar Nederland zich voor inzet onder meer in
NAVO-verband en in het kader van het Non-Proliferation and Disarmament
Initiative (NPDI). Of door het vergroten van het vertrouwen tussen
onderhandelingspartijen, in de praktijk de VS en de Rusland, waaraan
Nederland vooral binnen NAVO-kader een faciliterende bijdrage wil
leveren. 

Nederland probeert daarnaast in onder meer NPV-, NPDI- en NAVO-kader een
debat te stimuleren over de rol van kernwapens in militaire doctrines en
wat de mogelijkheden zijn die rol te verkleinen. Ook hecht Nederland in
het kader van ontwapening en het bevorderen van transparantie en
stabiliteit aan het terugdringen van het aantal tactische nucleaire
wapens in heel Europa. Mede op Nederlands aandringen, staat dit
onderwerp stevig op de internationale agenda en biedt de in 2012
overeengekomen NAVO-doctrine hiertoe enkele openingen.

Een belangrijk element hierbij is de versterking van de internationale
juridische orde. Naast de universalisering van de belangrijkste
bestaande verdragen en overeenkomsten op het gebied van ontwapening als
non-proliferatie, is de start van onderhandelingen over een verdrag dat
de productie van splijtstofmateriaal voor explosieve doeleinden (Fissile
Material Cut-Off Treaty) voor Nederland een prioriteit. Ook zet
Nederland zich in voor versterking van de werking van het
waarborgensysteem van het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA)
voor nucleair materiaal, waarbij de combinatie van een Comprehensive
Safeguards Agreement met een Additioneel Protocol dƩ maatgevende
standaard voor verificatie door het IAEA is. Verder richt Nederland zich
op inwerkingtreding van het geamendeerde Verdrag Fysieke Beveiliging,
dat regels stelt op het terrein van de beveiliging van nucleair
materiaal. Dit is niet alleen van belang voor non-proliferatie maar ook
voor het tegengaan van nucleair terrorisme en daarmee ook van belang in
verband met het Nederlandse gastheerschap van de Nuclear Security Summit
in 2014.

Op het terrein van non-proliferatie zet Nederland zich niet alleen in
voor een versterking van het juridisch systeem, maar ook van de
handhaving en naleving ervan. Dit betekent enerzijds versterking van de
organisaties die zich daar mee bezig houden maar ook doortastend
optreden wanneer de regels worden overtreden. In het geval van het NPV
gaat het daarbij vooral om Iran en Noord-Korea. De geloofwaardigheid van
het NPV in het algemeen vereist dit. Nederland zet zich in voor
versterking van het nalevingstoezicht en verscherping van de voorwaarden
waaronder nucleaire samenwerking mag plaatsvinden. Ook de uitgesproken
Nederlandse steun voor het Chemische Wapens Verdrag (CWC) en het
Biologische en Toxine Wapens Verdrag (BTWC) valt onder het versterken
van de handhaving en naleving van het internationale systeem van
non-proliferatie van massavernietigingswapens. Nederland is gastland van
de OPCW, de organisatie die toeziet op de juiste toepassing en
handhaving van de bepalingen van het CWC.

Exportcontroleregimes zijn een belangrijk element in het voorkomen van
proliferatie. Nederland streeft naar een continue versterking van deze
regimes. De inlichtingen- en veiligheidsdiensten doen actief onderzoek
naar proliferatiegerelateerde activiteiten en het vergaren van
informatie over programmaā€™s van massavernietigingswapens en
overbrengingsmiddelen van landen van zorg. Ook richten zij zich op het
tegengaan van verwervingsactiviteiten in of via Nederland. 

Hoewel de Nederlandse inzet voor het Europese handelsbeleid in algemene
zin gericht is op een zo vrij mogelijke handel volgens
gemeenschappelijke regels en het wegnemen van tarifaire en non-tarifaire
handelsbelemmeringen, zijn bij de uitvoer van strategische goederen
(militaire goederen en dual-use goederen) systematische handelscontroles
onvermijdelijk. Het is zowel in het belang van de internationale
rechtsorde als in het Nederlandse veiligheidsbelang om zeker te stellen
dat deze goederen of technologieƫn geen bijdrage leveren aan regionale
of interne conflicten, mensenrechtenschendingen of de ontwikkeling en
productie van massavernietigingswapens. Ook op het gebied van
conventionele wapens is Nederland van mening dat een goede afweging moet
worden gemaakt tussen een zo vrij mogelijke handel enerzijds en de
mogelijke misbruik van deze wapens anderzijds. Mede hierdoor streeft
Nederland naar een zo snel mogelijke ondertekening en (algemene)
ratificatie van het onlangs in VN-kader overeengekomen
Wapenhandelsverdrag (Arms Trade Treaty, ATT).

Beleidsaccent 5: GeĆÆntegreerde benadering 

Herstel van vrede, veiligheid en rechtsorde is in veel gevallen zowel
een ā€˜eerste levensbehoefteā€™ voor mensen in fragiele staten en landen
in conflict, als een Nederlands economisch of veiligheidsbelang. Zonder
veiligheid, geen ontwikkeling. Zonder ontwikkeling, geen veiligheid. In
een groot aantal fragiele staten en conflictlanden kan of wil de staat
de veiligheid niet garanderen en is een vorm van internationale
interventie of ondersteuning nodig om de veiligheid en stabiliteit te
herstellen. Het onder controle brengen van een crisis met hulp van de
internationale gemeenschap is complex. Inzet van alleen militaire
middelen is onvoldoende. 

Recente ervaringen in Bosniƫ, Irak, Libiƫ, Kosovo en Afghanistan
hebben laten zien dat de aanpak alleen effectief is als de instrumenten
van defensie, diplomatie, ontwikkelingssamenwerking, politie, justitie
en handel gecoƶrdineerd worden ingezet. Ook het aantal betrokken
actoren is daarmee gegroeid. Daarnaast heeft de ervaring geleerd dat
effectieve crisisbeheersing een kwestie is van de lange adem. Met andere
woorden, het gaat niet alleen om de conflictfase zelf, maar juist ook om
voldoende aandacht voor preventie, wederopbouw en een goede overdracht
van de acute stabilisatie met militaire middelen naar de lange-termijn
stabilisatie met civiele inzet. Alleen zo kan de (in praktijk vaak nog
grote) kans op terugval naar conflict wordt verkleind. 

Een goed voorbeeld is de bestrijding van piraterij in de Golf van Aden,
die niet los kan worden gezien van de Nederlandse inspanningen voor het
bestrijden van de oorzaken van instabiliteit. Nederland steunt
economische zelfredzaamheid en opbouw van de rechtsstaat in Somaliƫ en
de regio. De oplossing voor het probleem van piraterij ligt immers
uiteindelijk niet op zee, maar op het land.

Deze inzichten hebben de roep om samenwerking en samenhang in de
afgelopen jaren versterkt. Het inzicht dat een inzet pas effectief is
als de verschillende delen van het geheel goed tot hun recht komen wordt
zowel nationaal als internationaal inmiddels breed gedeeld. De
ā€œgeĆÆntegreerde benaderingā€, de ā€œcomprehensive approachā€ en de
ā€œ3D-aanpakā€ zijn veel gehoorde termen. De begrippen gaan alleen pas
in de praktijk iets betekenen als zij worden vertaald naar concrete
acties. Nederland heeft ā€“ onder andere op basis van ervaringen in
Afghanistan (Uruzgan en Kunduz) en de actieve inzet op
ontwikkelingssamenwerking ā€“ een ruime kennis en ervaring opgebouwd in
het hanteren van de geĆÆntegreerde benadering van crisisbeheersing. 

Voor een effectieve aanpak is het van belang dat Nederland van geval tot
geval de optimale mix van diplomatieke, militaire en
ontwikkelingsinstrumenten vindt. Er staan de overheid diverse
instrumenten ter beschikking: diplomatie en activiteiten in het
politieke domein, inzet van de krijgsmacht en inlichtingen- en
veiligheidsdiensten, bijdragen op het gebied van
ontwikkelingssamenwerking en inzet op andere bestuurlijke terreinen,
zoals de rechterlijke macht en politie. 

Het Nederlandse netwerk van meer dan honderd vertegenwoordigingen in het
buitenland is een belangrijke toegevoegde waarde als ogen en oren van de
Nederlandse overheid. De krijgsmacht kan een belangrijke bijdrage
leveren aan hervorming van de veiligheidssector in bepaalde
conflictgebieden, zoals ook Nederlandse politiefunctionarissen steeds
vaker trainingen verzorgen om het vaak zwakke politieapparaat ter
plaatse te versterken. Nederland zendt ook civiele deskundigen uit voor
de bevordering van veiligheid, rechtsorde en goed bestuur ā€“ zowel,
voor, tijdens en na crisissituaties. Voor de internationale
veiligheidsbelangen van Nederland is ook een stevige en onafhankelijke
Nederlandse inlichtingenpositie van fundamenteel belang, of het nu gaat
om voorkomen van terrorisme, tegengaan van spionage, beschermen tegen
digitale aanvallen, het doorgronden van intenties van een aantal landen,
inzicht in capaciteitsontwikkeling van ā€˜opposing forcesā€™ of
risicoā€™s van proliferatie van massavernietigingswapens. Met
ontwikkelingssamenwerking draagt Nederland bij aan het bevorderen van
veiligheid en rechtsorde in ontwikkelingslanden. Het gaat hierbij onder
meer om het versterken van legitieme en capabele overheden en het
bevorderen van werkgelegenheid en basisvoorzieningen. Via de bijdrage op
het terrein van ontwikkelingssamenwerking zit Nederland ook aan tafel
bij internationale organisaties, waar dus ook de Nederlandse belangen in
brede zin vertegenwoordigd kunnen worden. 

Een geĆÆntegreerde benadering houdt ook in dat de werkzaamheden van
Nederlandse militairen, politiemensen, juristen, ondernemers,
maatschappelijke organisaties, civiele deskundigen en diplomaten steeds
beter op elkaar worden afgestemd in conflictgebieden. Dat geldt niet
alleen voor het werken in het veld, de samenwerking begint in Den Haag.
Er wordt nauw afgestemd tussen departementen onderling en met externe
actoren, zoals maatschappelijke organisaties. Ook in de planning is een
geĆÆntegreerde benadering vereist. Een gezamenlijke analyse, waarbij
alle relevante departementen en instanties betrokken zijn, is een
belangrijke eerste stap. Als besloten is een bijdrage te leveren is
vervolgens een goede nulmeting van de situatie essentieel. Alleen op
basis van analyse en meting kan een plan voor de overdracht aan de
lokale (en waar nodig internationale) gemeenschap worden opgesteld en
uitgevoerd. Tot slot zal er voldoende aandacht moeten zijn om door een
degelijke, gezamenlijke evaluatie lessen te leren en die ook te vertalen
naar de praktijk ā€“ zoals dat ook gedaan is na de missies in Uruzgan en
Kunduz.

Nederland zal de beschikbare instrumenten niet per definitie
tegelijkertijd of allemaal inzetten. De inzet verschilt per situatie en
zou ook slechts Ć©Ć©n beleidsterrein kunnen beslaan. Alleen waar een
Nederlandse bijdrage meerwaarde heeft leveren we mensen en middelen.
Waar het om gaat is dat onze civiele en militaire instrumenten zijn
ingebed in een breder beleid gericht op behoorlijk bestuur, veiligheid
en ontwikkeling voor de langere termijn. Ook internationaal wordt dit
erkend. In de meeste gevallen zal de verantwoordelijkheid voor de
geĆÆntegreerde aanpak dan ook belegd zijn bij een internationale
organisatie (VN, EU, NAVO) en is hun onderlinge coƶrdinatie of
samenwerking van groot belang. Afgezien van de eigen (personele)
bijdrage zal Nederland dus ook invloed willen uitoefenen op het ontwerp
en de uitvoering van internationale interventies, waar mogelijk en nodig
financiƫle impulsen geven en via bilaterale en multilaterale
diplomatieke kanalen aandacht vragen voor een samenhangende aanpak van
crises.

Het belang van de geĆÆntegreerde benadering bij internationale
crisisbeheersingsoperaties en vredesmissies komt eveneens tot uiting in
een nieuw Budget Internationale Veiligheid. Met dit budget zal een
nieuwe impuls worden gegeven aan effectieve en samenhangende inzet van
militaire, diplomatieke en ontwikkelingsactiviteiten om (escalatie van)
conflicten in en tussen landen te helpen voorkomen en bij te dragen aan
veiligheid, stabiliteit en de opbouw van deze landen. 

Beleidsaccent 6: samenwerking met de private sector 

Om de economische veiligheidsbelangen van Nederland te beschermen is
economische diplomatie, samenwerking met het bedrijfsleven en
uitwisseling van kennis en kunde bij bedrijven en kennisinstellingen
noodzakelijker dan ooit. 

De kennis en technologie waarover het bedrijfsleven beschikt is
bijvoorbeeld nodig om de digitale veiligheid te beschermen. Samenwerking
tussen overheden en bedrijven vormt de kern van het Nederlandse
cyberbeleid. ICT-infrastructuur, ā€“producten en -diensten worden voor
het grootste deel geleverd door ondernemingen. Maar een werkend, veilig
internet is niet alleen voor het bedrijfsleven van belang. Er is ook een
groot maatschappelijk belang. Nederland beschermt daarom zijn vitale
infrastructuur door een strategische aanpak met de Nationale Cyber
Security Strategie en de publiek-private Cyber Security Raad. Daarnaast
zet Nederland in op operationele samenwerking, bijvoorbeeld het
internationaal versterken van detectie en het delen van best practices,
instrumenten en gegevens met overheden en private partijen, inclusief
versterking van het operationele Computer Emergency Response Team (CERT)
netwerk.

Samenwerking tussen de publieke en private sector is ook belangrijk bij
het voorkomen van schaarste van natuurlijke hulpbronnen. Het is primair
aan het bedrijfsleven zelf om de toegang tot grondstoffen veilig te
stellen. Maar de overheid kan een aanvullende taak hebben als zich
nijpende problemen voordoen. Ook economische diplomatie speelt in dit
kader een belangrijke rol. Niet alleen via handelspolitiek, maar ook
door politieke en economische relaties met belangrijke landen zoals
Rusland en Noorwegen en regioā€™s zoals de Golfregio. 

Als grondstoffen een politiek onderwerp worden, neemt Nederland
maatregelen. Dit doen we waar mogelijk en opportuun via de EU. Samen met
de EU bevordert Nederland het bestuur, de stabiliteit en het
investeringsklimaat in landen met veel grondstoffen. We bevorderen ook
internationale (financiƫle) transparantie. 

Voor wat betreft energie, kiest Nederland  voor duurzame en verantwoorde
winning van met name gas. We gaan daarbij uit van standaarden van de
OESO en het Internationaal Energieagentschap (IEA), zodat grondstoffen
op een verantwoordelijke, sociale en milieuvriendelijke manier worden
gedolven. Door wereldwijd in te zetten op gas als transitiebrandstof van
vervuilende naar schone energie, draagt Nederland bij aan het beperken
van klimaatverandering. Daarnaast stimuleert het kabinet met het
bedrijfsleven ontwikkeling van nieuwe duurzame technologie. 

Ook piraterijbestrijding tot slot is een zaak van overheid Ć©n
bedrijfsleven. Nederland zal met de inzet van Vessel Protection
Detachments op Nederlandse koopvaardijschepen voor militaire beveiliging
van overheidswege blijven zorgen in de strijd tegen piraterij, maar ook
de maritieme sector moet haar verantwoordelijkheden blijven nemen.
Private beveiligers zullen ook een deel van de beveiligingstaak op zich
gaan nemen.

Samenvatting/conclusie

Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. Het vraagt continue inzet om een
veilige wereld en daarmee een veilig Nederland mogelijk te maken.
Economische ontwikkeling en de opkomst van nieuwe grootmachten zorgen
ervoor dat Aziƫ, Latijns-Amerika en Afrika aan invloed winnen op het
wereldtoneel. Door snelle technologische ontwikkeling, digitalisering en
mondialisering zijn we steeds nauwer met elkaar verbonden. Dit brengt
kansen met zich mee, maar ook nieuwe dreigingen. Naast traditionele
themaā€™s als territoriale veiligheid, wapen- en conflictbeheersing
wordt de internationale veiligheidsagenda beheerst door onderwerpen als
cyber security, piraterij, (nucleair) terrorisme en
veiligheidsvraagstukken gerelateerd aan water-, grondstoffen- en
energievoorziening.

Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, raakt direct aan onze eigen
veiligheid en welvaart. Om onze strategische veiligheidsbelangen veilig
te stellen in het licht van de veranderingen in de internationale
omgeving en de bezuinigingstaken waarvoor dit kabinet zich geplaatst
ziet, moeten we accenten leggen en beperkte middelen efficiƫnter
inzetten. 

De accenten die het kabinet wil leggen zijn:

Meer Europese verantwoordelijkheid: door het afnemende relatieve gewicht
van individuele Europese landen is een verdieping van de samenwerking
met Europese partners nodig. Ook om relevant te blijven voor de VS en de
rest van de wereld. Een sterke EU die ook verantwoordelijkheid neemt op
het terrein van veiligheid en defensie is van belang voor een stabiel
internationaal stelsel en een sterke NAVO. Dit betekent ook meer
defensiesamenwerking met andere Europese landen om ons militaire
handelingsvermogen te vergroten en voldoende slagkracht te behouden.

Meer focus op instabiele regioā€™s nabij Europa: wat er gebeurt aan de
randen van de Europese Unie heeft directe gevolgen voor onze eigen
veiligheid en onze economische belangen. Het aantal conflicten is de
afgelopen twee decennia wereldwijd gedaald, maar in de schil rond Europa
is het aantal instabiele regioā€™s juist toegenomen. De situatie in
SyriĆ« en Mali ā€“ en in bredere zin de toegenomen instabiliteit en
radicalisering in het Midden-Oosten en Noord-Afrika ā€“ is aanleiding
tot zorg. Europa zal meer verantwoordelijkheid moeten nemen en meer
moeten investeren in stabiliteit in de eigen omgeving. 

Preventie: dat voorkomen beter is dan genezen, en vaak aanzienlijk
goedkoper, geldt ook voor veiligheid. Dit ligt voor de hand bij een
onderwerp als terrorisme en wapenbeheersing, maar is ook essentieel bij
crisismanagement, conflictpreventie en uitputting van natuurlijke
hulpbronnen. Aandacht voor menselijke veiligheid en respect voor
mensenrechten als essentiƫle voorwaarde voor vrede en stabiliteit zijn
daarbij voor Nederland cruciaal. 

Ontwapening en wapenbeheersing: proliferatie van
massavernietigingswapens en rakettechnologie geeft steeds meer reden tot
zorg. Een nog actievere inzet van Nederland is daarom nodig voor de
versterking van het internationale juridische kader gericht op
non-proliferatie en ontwapening. Uiteindelijke doel is het geheel
uitbannen van massavernietigingswapens, inclusief nucleaire wapens. 

GeĆÆntegreerde benadering: aan crises liggen vaak vele oorzaken ten
grondslag. Duurzame veiligheid ontstaat dan ook niet door aan Ć©Ć©n knop
te draaien. Het geĆÆntegreerd inzetten van het beschikbare
instrumentarium - diplomatie, ontwikkelingssamenwerking, defensie,
politie, justitie en handel - biedt de beste kansen op blijvende
resultaten. Dit inzicht krijgt ā€“ mede dankzij Nederlandse inzet -
steeds meer weerklank bij andere landen en organisaties.

Samenwerking met de private sector: economische veiligheid is een
integraal onderdeel van ons veiligheidsbeleid. Het Nederlandse
bedrijfsleven heeft ogen en oren ĆØn belangen over de hele wereld.
Afspraken die wij maken met het bedrijfsleven vergroten onze veiligheid.
Zo is de kennis en techniek van bedrijven nodig om een veilige digitale
wereld dichterbij te brengen. Cyber security is een zaak van overheid
ĆØn bedrijfsleven. Datzelfde geldt voor energievoorzieningszekerheid. 

Naast deze accenten blijft er uiteraard een aantal constanten in ons
beleid. De trans-Atlantische samenwerking blijft cruciaal voor de brede
veiligheid van Nederland. Als relatief klein land met beperkte
internationale invloed blijven we ook inzetten op multilaterale
samenwerking in vele andere verbanden en organisaties. Een succesvol
veiligheidsbeleid heeft alleen kans van slagen als we samenwerken met
andere landen, internationale en maatschappelijke organisaties en het
bedrijfsleven. Een actieve inzet voor wereldwijde stabiliteit,
solidariteit en veiligheid is tevens welbegrepen eigenbelang. Want
moderne dreigingen laten zich weinig gelegen liggen aan grenzen of
dijken.

 De Strategie Nationale Veiligheid beschouwt vijf veiligheidsbelangen:
naast territoriale en economische veiligheid ook ecologische veiligheid,
fysieke veiligheid en sociale en politieke stabiliteit.

 Sinds de Verkenningen (Houvast voor de krijgsmacht van de toekomst,
2010) maken de ministeries van Defensie, Buitenlandse Zaken en
Veiligheid en Justitie jaarlijks een gezamenlijke internationale
veiligheidsanalyse. Deze Strategische Monitor is onder meer gebaseerd op
rapporten van Instituut Clingendael en het Den Haag Centrum voor
Strategische Studies. De omgevingsanalyse waarmee deze strategie begint,
is mede geĆÆnspireerd op deze rapporten.

Page   PAGE  1  of   NUMPAGES   20 

De internationale omgeving verandert in een ongekend tempo. Dit brengt
nieuwe vraagstukken met zich mee en een verbreding van de internationale
veiligheidsagenda. In deze Internationale Veiligheidsstrategie worden de
gevolgen van de veranderingen in het internationale speelveld voor
Nederland en de Nederlandse (veiligheids) belangen in kaart gebracht. 

Het kabinet onderscheidt drie strategische belangen in het
internationale veiligheidsbeleid:

Verdediging van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied

Een goed functionerende internationale rechtsorde

Economische veiligheid

Het kabinet legt daarbij de volgende accenten:

Meer Europese verantwoordelijkheid

Focus op instabiele regioā€™s nabij Europa

Preventie

Ontwapening en wapenbeheersing

GeĆÆntegreerde benadering

Samenwerking met de private sector

De proliferatie van raketten is de afgelopen jaren exponentieel
gestegen. Landen als Iran en Noord-Korea beschikken over raketten die
het bondgenootschappelijk gebied kunnen raken. Om deze dreiging tegen te
gaan stelt de NAVO een raketschild in. Nederland levert hieraan een
bijdrage met innovatieve radartechnologie (Smart-L) op fregatten en met
Patriot wapensystemen op land.