[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag OJCS-Raad 16 en 17 mei 2013

Bijlage

Nummer: 2013D26896, datum: 2013-06-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur-, en Sportraad van 16 en 17 mei 2013 met betrekking tot de beleidsterreinen jeugd en sport (2013D26895)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag OJCS-Raad 16 en 17 mei 2013

Jeugd

De Ierse Minister voor Jeugd, Frances Fitzgerald zat de vergadering voor en gaf een terugkoppeling van de lunchbijeenkomst met jongerenvertegenwoordigers in het kader van de gestructureerde dialoog. Tijdens deze bespreking stond vooral “sociale insluiting” centraal, het thema van het huidige voorzitterschaptrio.

Raadsconclusies over de bijdrage van jeugdbeleid aan de doelstellingen van de Europa 2020 Strategie

De Ierse minister meldde dat de economische crisis een enorme impact heeft op de werkgelegenheid van jongeren. Een verloren generatie in Europa moet voorkomen zien te worden. Jeugdbeleid dient daarom zo goed mogelijk te worden aangesloten op de doelstellingen van de Europa 2020 Strategie, die is gericht op inclusieve economische groei. Daarbij is een sectoroverstijgende aanpak van belang. De focus dient volgens de minister vooral te liggen op kansarme jongeren die juist geen onderwijs, opleiding of werk hebben. Commissaris Vasilliou ondersteunde deze gedachten en kon instemmen met de Raadsconclusies.

De Raadsconclusies werden zonder discussie aangenomen.

Raadsconclusies over de bijdrage van kwalitatief jeugdwerk aan de ontwikkelingen, welzijn en sociale insluiting van jongeren

Volgens de Ierse minister werd tijdens de Jeugdconferentie in maart 2013 de mening gedeeld dat jeugdwerk een belangrijke rol speelt in het bieden van betere perspectieven voor jongeren in tijden van crisis. De resultaten van de discussies tijdens de Jeugdconferentie zijn zoveel mogelijk verwerkt in de voorliggende Raadsconclusies.

Commissaris Vasilliou legt evenals bij de Raadsconclusies over jeugdbeleid ook hier het verband met de doelstellingen van de Europa 2020 strategie. Jeugdwerk kan volgens haar leiden tot meer onafhankelijkheid van jongeren waardoor jongeren makkelijker kunnen integreren in de samenleving. De Commissie zal binnenkort de resultaten van een studie naar de rol van jeugdwerk presenteren. Deze zal als basis dienen voor de op te richten deskundigengroep die zich verder over dit thema zal buigen.

De Raadsconclusies werden zonder discussie aangenomen.

Beleidsdebat over kwalitatief jeugdwerk

Voor dit beleidsdebat “nieuwe stijl” (waarbij een meer interactieve discussie werd nagestreefd) waren twee externe sprekers uitgenodigd om het debat in te leiden. Dr. Massimiliano Mascherini is hoofd onderzoek van Eurofund in Dublin en dr. John Bamber is werkzaam bij het Centre for Effective Services in Dublin.

Mascherini gaf in zijn presentatie een beeld van jeugdwerkloosheid in Europa en de sociale en economische kosten daarvan. De situatie in Europa is ernstig aan het verslechteren. In maart 2013 was 23,5% van de Europese jongeren werkloos in de EU. Grote verschillen tussen de lidstaten: 59,1% in GRIE en zo’n 7% in DUI en OOST. In de leeftijdscategorie 15-24 en 25-29 jaar werden respectievelijk 7,5 miljoen en 6,4 miljoen jongeren aangemerkt als “NEETs” (Young people Not in Employment, Education or Training). Jeugdwerk kan er volgens Mascherini toe bijdragen dat jongeren weer in verbinding komen te staan met de maatschappij.

Bamber erkende ook het belang van jeugdwerk, maar probeert tegelijkertijd het probleem van samenwerking op het gebied van jeugdwerk aan te geven. “Jeugdwerk” is immers lastig te definiëren, iedere lidstaat verstaat er wat anders onder. Bovendien is er nog onvoldoende hard bewijs dat jeugdwerk daadwerkelijk bijdraagt aan sociale insluiting, participatie en betere vooruitzichten op een baan. Desalniettemin is hij overtuigd van de belangrijke rol die jeugdwerk kan spelen. Volgens Bamber moet jeugdwerk vooral ingaan op de persoonlijke behoeften van jongeren en moet het daarmee maatwerk leveren.

De centrale vraag die voorlag was: welke dringende en praktische maatregelen kunnen de Jeugdministers nemen om de potentie van kwalitatief jeugdwerk te benutten om de huidige maatschappelijke uitdagingen voor jongeren beter het hoofd te bieden?

Uit de discussie bleek dat veel lidstaten een verschillende definitie van jeugdwerk hanteren waardoor er verschillende benaderingen worden gekozen voor “jeugdwerk” en de rol die het kan spelen om maatschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden. Zo is er een aantal lidstaten dat zich meer op de formele sector richt (formeel onderwijs en opleidingen, zoals FIN, HON, ROE). DUI probeert duidelijk onderscheid te maken tussen enerzijds jeugdbeleid en anderzijds jeugdwerk. Jeugdbeleid dient sectoroverstijgend en coherent met ander beleid te zijn. Maar vooral jeugdwerk is volgens DUI extra interessant omdat dit zich meer richt op de informele setting waarbinnen jongeren vaardigheden aanleren. Door kansarme jongeren in contact te brengen met succesvolle jongeren kan er ook geleerd worden. Ook BEL ziet jeugdwerk als een maatschappelijke investering. Er zou dan ook meer geïnvesteerd moeten worden in het opleiden van coaches en jeugdwerkers. Op EU niveau zouden lidstaten beter kunnen samenwerken en van elkaar kunnen leren door het instellen van databanken met beste praktijken. Tot slot vraagt BEL aandacht voor het meer onderstrepen van de kansen van jongeren (positief jeugdbeleid) in plaats van het voortdurend benadrukken van de negatieve aspecten, zoals jeugdwerkloosheid.

Any other Business (Overig)

Aankomend voorzitter LIT lichtte zijn programma voor het komende halfjaar toe. Ook LIT zal zich vooral richten op het thema “sociale insluiting”. Op 9-12 september 2013 zal de Jeugdconferentie en op 22 november 2013 zal de Jeugdraad plaatsvinden.

SPORT

Aanbeveling voor een besluit van de Raad tot verlening van een machtiging aan de Europese Commissie om namens de EU deel te nemen aan de onderhandelingen over een internationaal verdrag van de Raad van Europa ter bestrijding van de manipulatie van sportuitslagen

De Ierse minister voor Sport en Toerisme, mr. Michael Ring, gaf een stand van zaken. Op Coreper 2 op 23 mei 2013 zal de lidstaten gevraagd worden een keuze te maken tussen een gesplitst danwel ongesplitst mandaat. Splitsing is op basis van het advies van de Juridische Dienst van de Raad noodzakelijk als naast de procedurele ook de inhoudelijke rechtsgrondslagen in het mandaat worden opgenomen. Opname van de inhoudelijke rechtsgrondslagen zou namelijk tot gevolg hebben dat een aantal lidstaten voor een aantal gebieden uit het verdrag een opt-out heeft (zoals VK, IER en DK voor onderdelen uit titel V van het Verdrag, politiële en justitiële samenwerking).

Raadsconclusies inzake duale carrières voor sporters

Volgens de Ierse minister zijn deze Raadsconclusies van groot belang voor sporters om naast hun sportcarrière terug te kunnen vallen op een zakelijke carrière, vooral in economisch moeilijke tijden. Met deze Raadsconclusies wordt de Commissie gevraagd concrete opvolging te geven aan de Raadsconclusies en te bekijken hoe dit thema in het nieuwe Werkplan voor Sport kan worden uitgewerkt.

De Raadsconclusies werden zonder discussie aangenomen.

Beleidsdebat inzake de bestrijding van doping

Evenals voor het beleidsdebat Jeugdwerk had het voorzitterschap ook voor dit debat over andtidoping gekozen voor een nieuwe, meer interactieve opzet. Travis Tygart, CEO van USADA, was uitgenodigd om het debat in te leiden. Tygart gaf aan dat het niet altijd makkelijk is voor autoriteiten om iets te doen tegen doping in de sport omdat er vaak sprake is van een gebrek aan bevoegdheden. Vier elementen zijn volgens hem van wezenlijk belang voor een succesvolle aanpak: samenwerking (met de sportsector, andere lidstaten en WADA), onafhankelijkheid (om belangenconflicten te voorkomen), betrokkenheid (belang inzien van beschermen van integriteit van sport) en financiering (lidstaten willen bezuinigen, ook bijv. op budget WADA, maar dit gaat volgens Tygart ten koste van een effectieve aanpak van doping).

De vraag die tijdens het debat centraal stond: Welke praktische acties kan de overheid nemen tegen de steeds geavanceerdere doping in de sport zonder de individuele rechten van atleten te schenden?

Commissaris Vasilliou wees op het ontbreken van een rechtsgrondslag om internationaal op te treden tegen dopinggebruik. In het Witboek Sport uit 2007 meldde de Commissie dat handel in doping op gelijke voet gesteld diende te worden als handel in verdovende middelen. Vasilliou wil daarom met elkaar bekijken hoe eventueel het strafrecht in de lidstaten meer op elkaar kan worden aangepast om doping effectiever te bestrijden. In het nieuwe Werkplan Sport zal de Commissie ook aandacht schenken aan de wijze waarop gezamenlijke acties tegen dopinggebruik verder vorm gegeven kunnen worden. Tot slot zal de Commissie binnenkort met een Raadsaanbeveling over antidoping in de recreatiesport komen.

In de discussie tussen de lidstaten kwam naar voren dat een aantal lidstaten de internationale samenwerking in de strijd tegen doping te gebrekkig vindt. Een duidelijk juridisch raamwerk ontbreekt waarbinnen geopereerd kan worden, evenals een effectief handhavingsinstrument. Een aantal lidstaten ziet daarom de noodzaak in van meer uniforme regelgeving op Europees niveau op basis van de regelgeving van WADA (BEL en ZWE). ROE zou zelfs een Europees systeem van sancties voorstaan. OOST, FRA en LUX willen dat er meer onderzoek wordt gedaan naar bewezen effectieve aanpak van doping. De XG Antidoping zou daartoe voorstellen moeten doen.

FIN noemde niet alleen het belang van het beschermen van de integriteit van sport, maar ook van de volksgezondheid. Vooral jongeren dienen beschermd te worden tegen de schadelijke werking van doping (DK, HON en LUX). Preventie is het sleutelwoord en de sportsector zelf en de media spelen hierin een grote rol, vooral door het bewustzijn van de gevaren van doping te vergroten. Ook de samenwerking met de farmaceutische industrie is daarbij van belang (PORT). In de strijd tegen doping moeten altijd mensenrechten en privacyrechten in acht genomen worden (FIN, PORT en DUI). In dit kader werd ook de nieuwe dataprotectieverordening genoemd, waarover momenteel in Brussel wordt onderhandeld. Hoewel het belang van privacy erkend wordt door de lidstaten, zou het nieuwe voorstel belemmerend kunnen werken voor antidopingautoriteiten om effectief op te kunnen treden.

NL ziet USADA als een voorbeeld voor nationale antidoping organisaties. Na het verschijnen van het rapport van USADA over Lance Armstrong, heeft NL een aanvullende subsidie verleend aan de Nederlandse Antidoping Autoriteit om een intelligence unit te ontwikkelen. De Nederlandse Wielerbond heeft samen met de Nederlandse wielerploegen en de Antidoping Autoriteit een “Dopingakkoord” opgesteld, waarbij wielrenners de mogelijkheid hebben gehad om hun dopinggebruik op te biechten. Op dit moment doet een commissie in Nederland onderzoek naar de dopingcultuur in de wielersport en naar de dopingaanpak in NL. De uitkomsten van dit onderzoek (medio juni verwacht) kunnen met de andere lidstaten gedeeld worden, mocht daar belangstelling voor zijn.

Any other Business (Overig)

Aankomend voorzitter LIT licht zijn programma voor het komende halfjaar toe. LIT zal de te verwachten Raadsaanbeveling inzake HEPA (Health Enhancing Physical Activity) bespreken in Raadswerkgroepverband. Verder zullen er ontwerpraadsconclusies worden opgesteld over de financiële aspecten van sport en principes van goed bestuur in de sport. Op 30 september 2013 zal het sportforum worden gehouden met daarop volgend op 1 oktober een informele Sportraad. Op 26 november vindt de formele Sportraad plaats en op 1 en 2 december een directeurenbijeenkomst. Het is de bedoeling om hier ook het nieuwe Werkplan Sport informeel te bespreken.