[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland, juni 2013 (DTN33)

Bijlage

Nummer: 2013D28099, datum: 2013-07-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Samenvatting van het drieëndertigste Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN33) van juni 2013 (2013D28098)

Preview document (🔗 origineel)


  DOCPROPERTY woordmerk   



Ons kenmerk

/13/NCTV

 

 

Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts
één zaak in uw brief behandelen.

  DOCPROPERTY referentiegegevens   



Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland, juni 2013 (DTN33)

Dreigingsniveau

Het dreigingsniveau in Nederland blijft ‘substantieel’. Dit betekent
dat de kans op een aanslag tegen Nederland reëel is. De meest in het
oog springende potentiële dreiging voor Nederland gaat uit van de
potentiële terugkeer van jihadgangers naar Syrië. Begin juni was er
sprake van een jihadgang van tussen de vijftig en honderd personen.
Hoewel niet van iedere terugkeerder een dreiging uit gaat, moet er
rekening mee worden gehouden dat dergelijke personen niet alleen
radicaal maar ook getraumatiseerd en in hoge mate geweldsbereid kunnen
terugkeren. Ook van vastberaden jihadreizigers die zijn tegengehouden
kan een dreiging uit gaan. Sommige westerse jihadisten raakten betrokken
bij binnenlandse complotten. De situatie in Mali kan eveneens
Nederlandse belangen raken. De Nederlandse steun aan Frankrijk kan het
doelwitprofiel van ons land verhogen. Verder kan de internationale
dreiging in brandhaarden als Mali, Jemen, Somalië, Nigeria en
Afghanistan op termijn naar Nederland uitstralen. Daarnaast blijft de
dreiging tegen het Westen aanwezig. Diverse incidenten tonen de
risico’s van kleinschalige en simpele aanslagen, uitgevoerd door
solisten of een klein aantal personen. Dit verschijnsel is al enkele
jaren zichtbaar. 

Tegenover de zorgen over de risico’s van een jihadgang vanuit
Nederland naar Syrië staat dat de Nederlandse bevolking in algemene zin
weerbaar blijft tegen extremisme en geweld uit ideologische motieven. Er
zijn initiatieven vanuit diverse moslimgemeenschappen tegen de jihadgang
naar Syrië. Ten slotte is de aandacht voor vraagstukken rondom
radicalisering en terrorisme in de Nederlandse samenleving de afgelopen
tijd toegenomen. Hierdoor is ook de waakzaamheid voor risico’s op het
gebied van terrorisme en extremisme versterkt.

Internationale context

De in het kielzog van de ‘Arabische Opstanden’ vrijgekomen politieke
ruimte blijft - als keerzijde van de ingezette democratiseringsprocessen
- door jihadisten te worden benut. In Egypte verslechtert de politieke,
economische en veiligheidssituatie zienderogen en de veiligheidssituatie
in de noordelijke Sinaï grenzend aan Israël blijft zorgelijk. 

In Tunesië vormen salafistisch-jihadistische groepen een van de
belangrijkste uitdagingen voor de democratische transitie, de
stabiliteit en de veiligheid. De grootste salafistisch-jihadistische
beweging ‘Ansar Sharia’ heeft haar koers verhard en gekozen voor een
openlijke confrontatie met de autoriteiten. Eveneens spelen er zorgen
over de dreiging van tussen de 800 en 5.000 Tunesische Syriëgangers bij
terugkeer. 

Een andere keerzijde van de veranderingen als gevolg van de ‘Arabische
opstanden’ betreft de situatie van religieuze minderheden. De
verschillen tussen soennieten en sjiieten worden uitvergroot en vooral
sjiieten zijn het slachtoffer van opkomend extremisme en politiek
salafisme in de regio. De voortdurende strijd in Syrië speelt hierbij
een belangrijke rol. Het versterken van de tegenstellingen tussen
soennieten en sjiieten in Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Zuid-Azië
heeft mogelijk ook gevolgen voor de verhoudingen tussen beide
geloofsstromingen buiten deze regio’s. 

Internationale dreiging: Afrika en Azië

De voornaamste internationale dreiging met een potentiële uitstraling
naar Nederland gaat thans uit van de situatie in Syrië. Er is al
maanden sprake van een ‘patstelling’ waarbij het Syrische leger en
de gewapende oppositie geleid door het Vrije Syrische Leger (VSL) met
steun van verschillende jihadistische netwerken elkaar in een dodelijk
evenwicht houden met vele gruwelijkheden en slachtoffers over en weer.
De strijd beperkt zich inmiddels al lang niet meer tussen het regime en
de oppositie. Het krijgt ook steeds meer een duidelijk sektarisch en
religieus karakter. Niet alleen in Syrië maar nadrukkelijk ook
daarbuiten. 

Relevant voor het dreigingsbeeld voor Nederland is de aanzuigende
werking op geradicaliseerde jongeren en de betrokkenheid van
jihadistische netwerken in Syrië. Die streven naar een kalifaat in
Syrië, wat de situatie aldaar nog complexer maakt. Syrië zou daardoor
in de toekomst kunnen uitgroeien tot een jihadistische uitvalsbasis,
zoals Afghanistan in het verleden was. Vooralsnog beslaat het aantal
jihadistische strijders trouwens maar een fractie van de totale
oppositie en vanwege ideologische en politieke geschillen onder de
jihadisten is er amper sprake van een duidelijke gemeenschappelijke
visie op de toekomst van Syrië. 

Een andere prominente dreiging met een potentiële uitstraling naar
Nederland speelt in Mali. In januari 2013 begonnen het Franse, Tsjaadse
en Malinese leger grond- en luchtoperaties om het noorden van Mali weer
te heroveren op de jihadisten, die daar een jihadistische vrijstaat
hadden gecreëerd. Buurlanden van Mali vrezen nog steeds dat de
jihadisten zich na zware gevechten over de grens zullen terugtrekken in
Algerije, Niger, Libië, Mauritanië en Burkina Faso. Vooralsnog zijn er
geen aanwijzingen voor grootschalige jihadgang van westerlingen naar
Noord-Mali. De Nederlandse logistieke of andere steun aan Frankrijk kan
het doelwitprofiel van ons land verhogen. 

Andere brandhaarden met een mogelijke uitstraling naar Nederland zijn
Jemen, Somalië, Nigeria en Afghanistan. In Jemen is de dreiging die
uitgaat van ‘Al Qa’ida op het Arabisch Schiereiland’ (AQAS) de
afgelopen tijd niet wezenlijk veranderd. Ondanks militaire tegenslagen
blijft de groep de veiligheidssituatie in Jemen negatief beïnvloeden.
Het aanhoudende geweld illustreert goed dat de groepering niet is
verslagen. In Somalië heeft al Shabaab, als gevolg van de toegenomen
militaire druk, sinds de zomer van 2011 terrein verloren. Toch kan de
groepering niet als verslagen worden beschouwd. In Nigeria is het
ontvoeringsgevaar voor westerlingen in delen van het land de laatste
maanden toegenomen. Ansar al-Muslimeen (Ansaru) is primair
verantwoordelijk voor deze ontwikkeling. Deze groepering, die in
februari 2012 werd opgericht, kan gezien worden als een afsplitsing van
Boko Haram, de andere jihadistische groepering in Nigeria. In
Afghanistan blijven grote delen van de Taliban en andere groeperingen
als gevolg van de politieke impasse strijden tegen de NAVO en het lokale
bestuur. Hoewel een deel van de Taliban open staat voor onderhandelingen
lijkt het land strijdend de politieke en militaire transitie van 2014
tegemoet te gaan waardoor de kans op een burgeroorlog toeneemt. 

Internationale dreiging: Noord-Amerika en Europa

De aanslag op de marathon van Boston van 15 april heeft in de afgelopen
periode intensief doorgewerkt op de risicobelevenis in het Westen. Bij
deze aanslag zijn naast drie doden ook bijna tweehonderd gewonden
gevallen. De vermoedelijke daders zouden de zelfgemaakte explosieven aan
de hand van een instructie uit het propagandablad ‘Inspire’ van AQAS
hebben gebouwd. De tot nu toe bekende feiten sluiten een variant van
terrorisme van eigen bodem niet uit waarbij ook de complexe verhouding
tussen de broers een rol kan hebben gespeeld. Een aansturing vanuit de
regio is niet aangetoond en wordt door groepen aldaar ontkend. Hoewel de
aanslag geen directe consequenties voor het dreigingsbeeld in Nederland
heeft zal deze gebeurtenis hier niet geheel zonder gevolgen blijven.
‘Boston’ illustreert de bestaande kwetsbaarheid van grote
evenementen. Ook op lange termijn kan een zekere associatieve angst
doorwerken. Met Boston vers in het geheugen en ‘Apeldoorn’ en de
‘Damschreeuwer’ op het netvlies, kan bij grote publieksmanifestaties
eerder dan normaal paniek en onrust ontstaan, met alle
veiligheidsrisico’s van dien. Daarnaast valt op dat het naast Boston
ook bij de moordaanslag op een soldaat in Londen en het jihadistische
steekincident in Parijs om kleinschalige of mogelijk ook solistische
aanslagen ging. Dit past bij het verschijnsel waarbij jihadisten zich
meer lijken te richten op het plegen van kleinschalige en simpele
aanslagen, uitgevoerd door solisten of een klein aantal personen. Dit
verschijnsel is al enkele jaren zichtbaar. De gedachte achter de
kleinschalige aanslagen is dat ze makkelijker zijn uit te voeren dan
grootschalige aanslagen en dat de kans op ontdekking door de
autoriteiten kleiner is.

Na de Franse interventie in Mali zijn de dreigementen van AQIM tegen
Frankrijk alleen maar frequenter geworden. Vooralsnog hebben de
bedreigingen niet geleid tot een terroristisch incident op Franse bodem.
Wel is de terroristische dreiging tegen Franse doelwitten in vooral
Noord- en West-Afrika toegenomen en is de Franse interventie ook deels
de oorzaak voor het verhoogde risico voor ontvoeringen van westerlingen
in delen van Afrika. Hoewel Nederland niet specifiek wordt genoemd in de
dreigementen van AQIM, kunnen de aanhoudende dreigementen indirect ook
hun weerslag hebben op ons land.

Op het gebied van niet-jihadistisch terrorisme hebben de Koerdische
Arbeiderspartij (PKK) en de Turkse regering de afgelopen maanden gestaag
vorderingen gemaakt in hun vredesonderhandelingen. Een door de PKK in
acht genomen bestand is gevolgd door terugtrekking van gewapende
Koerdische eenheden van Turks grondgebied. Desondanks gaat het nog
steeds om een fragiel proces dat door een relatief klein incident
aanzienlijk kan worden verstoord. 

Dreiging tegen Nederland

De dreiging van de jihadgang vanuit Nederland naar Syrië alsmede de
potentiële terugkeer naar Nederland blijft een van de belangrijkste
elementen van het huidige dreigingsbeeld. Hoewel niet van iedere
terugkeerder een dreiging uit gaat, moet er rekening mee worden gehouden
dat dergelijke personen niet alleen radicaal maar ook getraumatiseerd en
in hoge mate geweldsbereid kunnen terugkeren. Overigens kan ook van
vastberaden jihadreizigers die zijn tegengehouden een dreiging uit gaan.
Sommige westerse jihadisten raakten nadat zij ervan weerhouden waren hun
doel in het buitenland te bereiken betrokken bij binnenlandse
complotten. Begin juni is met een jihadgang van tussen de vijftig en
honderd jihadreizigers voorlopig van een stagnatie van de groei uit te
gaan. Op basis van beschikbare gegevens is het aannemelijk dat Nederland
niet uit de pas loopt met vergelijkbare westerse landen. 

Gewelddadige radicalisering en polarisatie

Terrorismebestrijding in Nederland kent een brede benadering. Een
onlosmakelijk onderdeel hiervan is dat ook aandacht wordt geschonken aan
processen van radicalisering, omdat deze in het uiterste geval kunnen
leiden tot terroristisch geweld. Processen van polarisatie zijn hierbij
van belang omdat die radicaliseringsprocessen in belangrijke mate kunnen
beïnvloeden. Op het gebied van islamistisch radicalisme in Nederland
blijken groepen als Sharia4Holland, Behind Bars, Hizb ut-Tahrir en
Millatu Ibrahim (MI, Het Geloof van Abraham) zich vooral te richten op
de ontwikkelingen in Syrië. MI is een radicale, jihadistisch
georiënteerde organisatie die zich in diverse landen manifesteert maar
waarbij geen sprake lijkt te zijn van centrale aansturing. De Duitse tak
van IM werd in 2012 verboden. In Duitsland blijft overigens de vrees
voor een escalatie tussen extreemrechts en salafisten een aanhoudend
punt van zorg. 

Noemenswaardig is verder het verzet van extreemlinkse groeperingen en
individuen tegen het asielbeleid in Nederland. Opmerkelijk is dat er
sprake lijkt te zijn van een verharding onder het extremistische deel
van de asielrechtenbeweging. Deze verharding gaat gepaard met een
gegroeide kritische aandacht, in de pers en in het politieke debat, voor
het Nederlandse asielbeleid. 

Weerstand

Ondanks de zorgen over de risico’s van een jihadgang vanuit Nederland
naar Syrië is de Nederlandse bevolking in algemene zin weerbaar tegen
extremisme en geweld uit ideologische motieven. Tegenover de jihadgang
naar Syrië vanuit Nederland staan initiatieven vanuit diverse
moslimgemeenschappen. De publieke verklaringen tegen de deelname aan de
strijd in Syrië zijn belangrijke signalen waarvan een ontmoedigende
werking kan uitgaan. 

Ten slotte moet worden opgemerkt dat de aandacht voor vraagstukken
rondom radicalisering en terrorisme in de Nederlandse samenleving de
afgelopen tijd is toegenomen. Hierdoor is ook de waakzaamheid voor
risico’s op het gebied van terrorisme, extremisme en radicalisering
versterkt.



	  DOCPROPERTY Rubricering   	  DOCPROPERTY _pagina  Pagina   PAGE   1  
 DOCPROPERTY _van  van    SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT  1