33683 Adv RvSt inzake Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met verbetering van de maatregelen bij niet-betalen van de premie en de bestuursrechtelijke premie en enkele andere wijzigingen (verbetering wanbetalersmaatregelen)
Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met verbetering van de maatregelen bij niet-betalen van de premie en de bestuursrechtelijke premie en enkele andere wijzigingen (verbetering wanbetalersmaatregelen)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2013D28289, datum: 2013-06-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2013Z13786:
- Indiener: E.I. Schippers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2013-07-02 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-07-03 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2013-09-19 14:00: Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met verbetering van de maatregelen bij niet-betalen van de premie en de bestuursrechtelijke premie en enkele andere wijzigingen (verbetering wanbetalersmaatregelen) - 33683 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2013-12-11 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2013-12-18 14:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2014-03-04 18:45: Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met verbetering van de maatregelen bij niet-betalen van de premie en de bestuursrechtelijke premie en enkele andere wijzigingen (33683) (eerste Termijn Kamer) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2014-03-05 14:30: Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met verbetering van de maatregelen bij niet-betalen van de premie en de bestuursrechtelijke premie en enkele andere wijzigingen (33683) (antwoord eerste termijn) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2014-09-03 09:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2015-03-11 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2015-04-15 10:15: Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met verbetering van de maatregelen bij niet-betalen van de premie en de bestuursrechtelijke premie en enkele andere wijzigingen (33 683) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2015-04-21 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (đ origineel)
No.W13.13.0074/III 's-Gravenhage, 17 mei 2013 Bij Kabinetsmissive van 27 maart 2013, no.13.000589, heeft Hare Majesteit Koningin Beatrix, op voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met verbetering van de maatregelen bij niet-betalen van de premie en de bestuursrechtelijke premie en enkele andere wijzigingen (verbetering wanbetalersmaatregelen), met memorie van toelichting. Het ontwerp strekt ertoe de wanbetalersregeling in de Zorgverzekeringwet te verbeteren. Het voorstel beoogt de preventiefase te verbeteren door maatregelen te nemen om wanbetaling van zorgpremies te voorkomen. Deze maatregelen betreffen verbetering van het premieregime â bestaande uit wijzigingen in de bronheffing en verbetering van de kwaliteit van het adresgegeven â en bevordering van de uitstroom van wanbetalers. Daarmee wordt gevolg gegeven aan de Eindrapportage Evaluatie van de wanbetalersregeling âKort op de balâ van 2011: voorkĂłmen dat mensen wanbetaler worden, zorgen dat wanbetalers toch premie betalen en bewerkstelligen dat mensen terugkeren naar een normaal patroon van premiebetaling. De Zorgverzekeringwet (hierna: Zvw) is in 2009 gewijzigd op het punt van de (structurele maatregelen) wanbetalers zorgverzekering. Samengevat en kort weergegeven houden deze maatregelen in dat verzekeringnemers die een betalingsachterstand hebben van twee maanden van hun zorgverzekeraar een waarschuwing krijgen (een zogenoemde âtweemaandenbriefâ), waarin wordt gewezen op de betalingsachterstand. Wanneer na vier maanden nog steeds sprake is van een betalingsachterstand ontvangen zij een âviermaandenbriefâ waarin opnieuw wordt gewezen op de betalingsachterstand en de mogelijkheid van schuldhulpverlening. Na zes maanden betalingsachterstand gaat de vordering over op het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), dat een bestuursrechtelijke premie oplegt van 130%. Voor de invordering kan het CVZ een bronheffing toepassen, hetgeen betekent dat het verschuldigde bedrag wordt ingehouden op het loon of op de uitkering. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt een aantal opmerkingen met betrekking tot de voorgestelde samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars, de verantwoordelijkheid voor zorg aan personen van wie geen adres bekend is en de regeling van de differentiatie in de bestuursrechtelijke premie. Zij is van oordeel dat in verband daarmee (enige) aanpassing van het voorstel wenselijk is. 1. Samenwerking gemeenten en zorgverzekeraars De toelichting op het voorstel vermeldt dat de op 1 juli 2012 in werking getreden Wet gemeentelijke schuldhulpverlening een stevige basis beoogt te bieden voor een effectieve en kwalitatief goede gemeentelijke schuldhulpverlening. Voor de zorgverzekeraars geldt dat het voorstel een stimulans inhoudt om wanbetaling te voorkomen, doordat de compensatieregeling in de huidige wanbetalersregeling wordt genormeerd naar mate van de inspanning van de zorgverzekeraar. De Afdeling onderkent dat van deze elementen een financiĂ«le prikkel uitgaat, maar wijst er evenwel op dat in de adviezen waarop het voorstel voortbouwt is opgemerkt dat er aanmerkelijke verschillen zijn in de wijze waarop gemeenten en zorgverzekeraars ieder voor zich en gezamenlijk maatregelen treffen om te voorkomen dat mensen wanbetaler worden. Zo blijkt een actieve benadering van verzekeringnemers bij een geconstateerde betalingsachterstand tot goede resultaten te leiden, waardoor kan worden voorkomen dat zij tot wanbetaler worden. De Afdeling vraagt in dit verband aandacht voor het belang van een goede afstemming tussen gemeenten, zorgverzekeraars en het CVZ. Uit de genoemde onderzoeken blijkt dat die afstemming niet altijd vanzelf tot stand komt, maar sterk afhankelijk is van lokale en incidentele initiatieven van betrokken partijen als gemeenten, zorgverzekeraars en het CVZ. Uit de toelichting blijkt niet hoe en op welke wijze de onderlinge coördinatie van taken van de betrokken partijen wordt bevorderd. De Afdeling adviseert hierop in de toelichting in te gaan. 2. Adres onbekend Het voorstel bevat de verplichting voor verzekeraars om bij de aanvraag voor een verzekering een adrescontrole uit te voeren om vast te stellen of het door de verzekeringnemer aan de zorgverzekeraar opgegeven adres overeenkomt met het adres dat is geregistreerd in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (âGBA-adresâ). Wanneer het opgegeven adres niet overeenkomt met het GBA-adres, of daarin in het geheel niet voorkomt, dan moet (behoudens enkele uitzonderingen) de verzekering worden geweigerd. Indien de betrokkene toch zorg behoeft, rijst de vraag op welke wijze de zorgaanbieder de kosten die hij maakt vergoed krijgt. De Afdeling adviseert in de toelichting aandacht te besteden aan dit aspect. 3. Differentiatie van de bestuursrechtelijke premie: niveau van de regeling Het voorstel voorziet in een mogelijke differentiatie van de bestuursrechtelijke premie van 130% naar verschillende groepen van wanbetalers . Deze differentiatie wordt vastgesteld bij ministeriĂ«le regeling. De Afdeling wijst erop dat de omschrijving van groepen van wanbetalers (bijvoorbeeld werkenden, uitkeringsgerechtigden) nauwkeurigheid vereist, waarbij per categorie wordt gemotiveerd waarom de differentiatie is gerechtvaardigd en welke groepskenmerken worden aangemerkt als relevante onderscheidingsgrond. Dit om te voorkomen dat de regeling in haar opzet of uitvoering leidt tot arbitrair onderscheid of handhavingsproblemen. Gelet op de te omschrijven onderscheidingen en de daarmee samenhangende verschillen in behandeling (de beoogde differentiatie) is de Afdeling van oordeel dat met regelgeving op het niveau van een ministeriĂ«le regeling niet kan worden volstaan. MinisteriĂ«le regelingen dienen te worden beperkt tot voorschriften van administratieve aard, uitwerking van details van een regeling, voorschriften die vaak moeten worden gewijzigd of die met grote spoed moeten worden vastgesteld. De Afdeling is van oordeel dat deze situaties in het voorstel niet aan de orde zijn. De Afdeling adviseert de differentiatie naar groepen wanbetalers vorm te geven op het niveau van een algemene maatregel van bestuur. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. De vice-president van de Raad van State, Eindrapportage Evaluatie van de wanbetalersregeling âKort op de balâ, Berenschot, 28 juli 2011, Bijlage 2 bij Kamerstukken II 2011/12, 33 077, nr. 1. Wet van 16 juni 2005, Stb. 2005, 358, in werking getreden op 1 januari 2006. Stb. 2009, 356, zie Kamerstukken II/I 31 736. In zijn advies betreffende structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering (Advies van 24 juli 2008 over het wetsvoorstel tot wijziging van de zorgverzekeringswet, de Wet op de zorgtoeslag en enige andere wetten, houdende maatregelen om ook wanbetalers voor hun zorgverzekering te laten betalen, (Kamerstukken II 2008/09, 31 736, nr. 4, zaak nr. W13.08.0172/I) heeft de Raad van State gewezen op het belang van het onderscheid tussen wanbetalers die wel willen, maar niet kunnen betalen en diegenen die niet willen betalen. Met betrekking tot de âonmachtigenâ was de Raad van oordeel dat voor de voorgestelde regeling van de bestuursrechtelijke premie van 130% een passende afstemming ontbrak, hetgeen afbreuk zou doen aan de effectiviteit van het voorstel. Het thans voorliggende voorstel wil daar verandering in brengen door te differentiĂ«ren naar verschillende groepen wanbetalers. Wet van 9 februari 2012, Stb. 2012, 78. Toelichting, âInhoud van het voorstelâ, onder: âverbetering van de preventiefaseâ. De genoemde Eindrapportage Evaluatie van de wanbetalersregeling âKort op de balâ, Berenschot, 28 juli 2011, en het door Social Force en BS&F op 26 november 2012 uitgebrachte onderzoeksrapport âWanbetaling zorgkosten; voorkomen is beter dan genezen!â (Kamerstukken II 2011/12, 33 077, nr. 5, met bijlage). Artikel I, onder D (het nieuwe artikel 18d, eerste lid, van de Zvw) en onder E (gewijzigd artikel 18e, tweede lid, van de Zvw). Advies van 24 juli 2008 over het wetsvoorstel tot wijziging van de zorgverzekeringswet, de Wet op de zorgtoeslag en enige andere wetten, houdende maatregelen om ook wanbetalers voor hun zorgverzekering te laten betalen, (Kamerstukken II 2008/09, 31 736, nr. 4, zaak nr. W13.08.0172/I), punt 7, zie ook Aanwijzing 26 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. PAGE 2 AAN DE KONING ........................................................................ ...........