[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Troonrede

Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

Bijlage

Nummer: 2013D35253, datum: 2013-09-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën (2013D35249)

Preview document (🔗 origineel)


Leden van de Staten-Generaal,

Nu ik mij vandaag voor het eerst op Prinsjesdag tot u mag richten, hecht
ik eraan te zeggen dat u in uw Verenigde Vergadering van 30 april de
aanzet heeft gegeven tot een hartverwarmende start van mijn koningschap.
Het is een dag waaraan ik met grote dankbaarheid terugdenk. Die
dankbaarheid betreft in de eerste plaats mijn moeder. Zij heeft zich 33
jaar lang met groot plichtsbesef, warmte en diep gevoelde betrokkenheid
ingezet voor het Koninkrijk en al zijn inwoners, in goede en in slechte
tijden. Zij blijft voor mij een belangrijke inspiratiebron. De gevoelens
van verbondenheid die mijn familie en ik hebben ervaren na het
overlijden van mijn broer Friso, waren ons tot grote steun. Wij zijn
daarvoor zeer dankbaar.

Op de dag van de inhuldiging heeft Nederland zich aan de wereld laten
zien als een goed georganiseerd land, rijk aan talent. Het was ook een
dag van tastbare eenheid en verbondenheid, tussen generaties en
bevolkingsgroepen en tussen de verschillende delen van het Koninkrijk.
Er is in onze samenleving veel dat een gezond vertrouwen in eigen kunnen
rechtvaardigt. Het doet goed om dit, vlak voor de start van de viering
van tweehonderd jaar Koninkrijk, te kunnen constateren. 

Leden van de Staten-Generaal,

Sinds vijf jaar kampt Nederland met de economische crisis. De gevolgen
worden steeds voelbaarder. De werkloosheid stijgt, het aantal
faillissementen loopt op, huizen worden minder waard, pensioenen staan
onder druk en de koopkracht blijft achter. 

Er zijn voorzichtige signalen dat het einde van de mondiale crisis in
zicht is. Daarmee ontstaat ook voor ons land perspectief op herstel. Dat
neemt niet weg dat de Nederlandse economie kampt met een aantal
specifieke problemen van structurele aard, waaronder de schuldenlast van
de overheid en huishoudens en de vermogenspositie van banken. 

De regering wil het groeivermogen van de Nederlandse economie
versterken. Dit legt de basis voor het creëren van banen en herstel van
vertrouwen bij mensen en bedrijven. De noodzakelijke hervormingen kosten
tijd en vragen om doorzettingsvermogen. 

Door maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing en
internationalisering voldoen onze arbeidsmarkt en ons stelsel van
publieke voorzieningen niet meer volledig aan de eisen van deze tijd. De
financiële en economische crisis heeft dit eens te meer duidelijk
gemaakt. De regering zet niet alleen in op toekomstige betaalbaarheid
van voorzieningen, maar ook op solidariteit tussen generaties en
evenwicht tussen verschillende inkomensgroepen. De onderlinge
betrokkenheid is in ons land van oudsher sterk. Om ervoor te zorgen dat
dit zo blijft, moeten we onder ogen zien dat publieke regelingen en
voorzieningen aangepast moeten worden.

Het is onmiskenbaar dat mensen in onze huidige netwerk- en
informatiesamenleving mondiger en zelfstandiger zijn dan vroeger.
Gecombineerd met de noodzaak om het tekort van de overheid terug te
dringen, leidt dit ertoe dat de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar
zeker verandert in een participatiesamenleving. Van iedereen die dat
kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar
eigen leven en omgeving. 

Wanneer mensen zelf vorm geven aan hun toekomst, voegen zij niet alleen
waarde toe aan hun eigen leven, maar ook aan de samenleving als geheel.
Zo blijven Nederlanders samen bouwen aan een sterk land van zelfbewuste
mensen. Een land met een compacte en krachtige overheid, die ruimte
geeft en kansen biedt waar het kan en beschermt als dat nodig is, zodat
niemand tussen wal en schip raakt. Elke Nederlander moet de kans krijgen
om de veranderingen die ons wachten, in zijn eigen leven in te passen.

De relatie tussen parlement en regering staat het komende jaar in het
teken van veel wetgeving. Op basis van het regeerakkoord en de
uitwerking daarvan in afspraken met sociale partners en andere
maatschappelijke partijen, zal de regering voorstellen bij u indienen.

Cruciaal is en blijft ‘een prudent niveau van overheidsschuld’,
zoals het Centraal Planbureau dat eerder dit jaar noemde. Momenteel
betalen alle Nederlanders samen – zelfs bij de huidige lage rentestand
– 11 miljard euro per jaar aan rente over de overheidsschuld. Als de
schuld groeit en de rente stijgt, gaat die rentelast steeds zwaarder
drukken op economische groei, op betaalbaarheid van voorzieningen en op
de inkomens van mensen.

Zonder ingrijpen blijft het overheidstekort te hoog. De regering legt u
daarom extra maatregelen voor van in totaal 6 miljard euro. In 2014 zal
de regering voor het laatst geen loonbijstelling uitkeren. In de
gezondheidszorg zijn afspraken gemaakt om een groter deel van de zorg
via de huisarts te verstrekken en strikter te zijn met het geven van
verzekerde zorg. De regering zal een voorstel doen om verschillende
toeslagen en regelingen te bundelen in één huishoudentoeslag, die
lager wordt naarmate het gezinsinkomen stijgt. 

Daarnaast introduceert de regering maatregelen die de economie en de
werkgelegenheid op korte termijn stimuleren. Zo krijgen mensen de
gelegenheid ontslagvergoedingen die in een aparte bv zijn ondergebracht,
versneld te laten uitbetalen tegen een voordelig belastingtarief. De
vrijstelling van de schenkingsbelasting wordt verruimd, waardoor jongere
generaties makkelijker kunnen investeren in de eigen woning. Om de
toegang tot kredieten te vergroten, maakt de regering in 2013 125
miljoen euro vrij. Daarmee kan het midden- en kleinbedrijf investeren in
nieuwe activiteiten. Ondernemers hebben daarnaast de mogelijkheid om
investeringen versneld fiscaal af te schrijven. De regering zal –
samen met pensioenfondsen, verzekeraars en banken – een Nederlandse
investeringsinstelling oprichten. Het doel van deze instelling is grote
beleggers te koppelen aan geschikte investeringsprojecten op terreinen
als zorg, energie, schoolgebouwen en infrastructuur, om zo de economie
te stimuleren.

Om zoveel mogelijk mensen aan het werk te houden en te krijgen, stelt de
regering 600 miljoen euro beschikbaar. Zoals afgesproken in het Sociaal
Akkoord, komen werkgevers en werknemers hiervoor met sectorplannen. Die
zijn gericht op meer banen en stageplaatsen voor jongeren, behoud van
vakkrachten en betere begeleiding van werk naar werk. Voor het
bestrijden van de jeugdwerkloosheid werkt de regering samen met
gemeenten, sociale partners en onderwijsinstellingen om jongeren aan de
slag te krijgen en hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Het
Onderwijsakkoord beoogt 3000 extra banen te creëren om jonge leraren
aan het werk te helpen of te houden. Het Techniekpact zorgt voor een
betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en bestrijdt het
tekort aan technisch geschoolde vakmensen. Het Energieakkoord stimuleert
duurzame economische groei en creëert 15.000 extra banen. De
Omgevingswet vereenvoudigt en versnelt ruimtelijke procedures, zonder
afbreuk te doen aan de kwaliteit van de leefomgeving.

Voor de lange termijn werkt de regering aan hervormingen die het
groeivermogen van de Nederlandse economie versterken en onze publieke
voorzieningen aanpassen aan de eisen van deze tijd. 

De omslag naar een participatiesamenleving is in het bijzonder zichtbaar
in de sociale zekerheid en in de langdurige zorg. De klassieke
verzorgingsstaat uit de tweede helft van de twintigste eeuw heeft juist
op deze terreinen regelingen voortgebracht die in hun huidige vorm
onhoudbaar zijn en ook niet meer aansluiten bij de verwachtingen van
mensen. In deze tijd willen mensen hun eigen keuzes maken, hun eigen
leven inrichten en voor elkaar kunnen zorgen. Het past in die
ontwikkeling zorg en sociale voorzieningen dicht bij mensen en in
samenhang te organiseren. Om dit te bereiken, decentraliseert de
regering overheidstaken op drie gebieden.

Ten eerste heeft de regering u onlangs een voorstel gedaan voor een
nieuw stelsel van jeugdzorg met ingang van 2015. Kinderen moeten veilig
opgroeien en hun talenten kunnen ontwikkelen, om later naar vermogen te
participeren in de samenleving. Het nieuwe stelsel brengt de jeugdzorg
via de gemeenten dicht bij het kind. Juist gemeenten zijn in staat om op
basis van de specifieke situatie van het kind dat hulp nodig heeft,
maatwerk te leveren in samenspraak met andere domeinen, zoals wonen,
onderwijs, veiligheid en sport.

Ten tweede komt de regering in het komende parlementaire jaar met een
voorstel om de langdurige zorg grondig te hervormen. Dat is nodig omdat
de uitgaven daarvoor explosief blijven stijgen. Die bedragen nu al 2200
euro per Nederlander per jaar. Lichtere vormen van langdurige zorg
worden straks uitgevoerd door gemeenten, die beter kunnen beoordelen of
een traplift of taxivergoeding noodzakelijk is. Vergoeding van
huishoudelijke hulp blijft beschikbaar voor mensen die deze hulp echt
nodig hebben en niet zelf kunnen betalen. Medische zorg zoals verpleging
valt straks onder de reguliere zorgverzekering.

Ten derde gaan gemeenten samen met sociale partners werkbedrijven
oprichten om mensen in de bijstand of met een arbeidsbeperking te helpen
bij het vinden van een baan. Werkgevers en overheid stellen zich samen
garant voor 125.000 extra banen in 2026. Als blijkt dat dit aantal niet
wordt gehaald, worden bedrijven alsnog verplicht een percentage van hun
personeel te rekruteren uit mensen met een arbeidsbeperking. Het
wetsvoorstel daartoe ontvangt u dit najaar.

In aansluiting hierop worden ook de Werkloosheidswet en het ontslagrecht
gemoderniseerd. De WW krijgt een meer activerend karakter. Sociale
partners nemen het voortouw bij begeleiding van werk naar werk,
bijvoorbeeld via scholing. De regering beperkt het publiek gefinancierde
deel van de WW tot 24 maanden. Sociale partners nemen de
verantwoordelijkheid voor een privaat gefinancierd deel van de WW. Dat
legt een extra prikkel bij werkgevers en werknemers om te investeren in
de kwaliteit van mensen. Werknemers die ontslagen dreigen te worden,
ontvangen een scholingsbudget. Flexwerkers krijgen meer zekerheid en
meer bescherming. Het ontslagrecht wordt eerlijker en eenvoudiger door
één ontslagroute voor te schrijven voor alle werknemers. 

Op het gebied van de woningmarkt nam de regering eerder al besluiten,
zoals het verplicht annuïtair aflossen bij nieuwe hypotheken als
voorwaarde voor de aftrek van hypotheekrente. Met ingang van 2014 wil de
regering de maximale aftrek voor de eigen woning geleidelijk
terugbrengen naar 38 procent. Dit zal gebeuren in 28 jaarlijkse stappen
van een half procent. De opbrengst van deze maatregel komt ten goede aan
mensen met een middeninkomen via een verlenging van de derde
belastingschijf. Om de huurmarkt te hervormen, kiest de regering voor
inkomensafhankelijke huurverhogingen. De extra inkomsten hiervan worden
bij de woningcorporaties afgeroomd door middel van een
verhuurdersheffing.  

Met deze binnenlandse hervormingen bereidt de regering Nederland voor op
de toekomst. Daarbij moet vanwege een groeiende internationale
verwevenheid onverminderd aandacht zijn voor ontwikkelingen buiten onze
landsgrenzen.

Onze open economie heeft ons veel gebracht, maar maakt ons land ook
extra kwetsbaar in tijden van internationale crisis en stagnatie.
Samenwerking met andere landen, en zeker met die om ons heen, is in het
belang van Nederland. De laatste jaren is gebleken hoe de ontwikkelingen
in de Europese Unie van betekenis zijn voor de economische, sociale en
politieke toekomst van ons land. Nederland moet daarom in de Europese
Unie een actieve rol spelen.

Een stevig fundament onder de euro is cruciaal. Daarom maakt de regering
zich sterk voor de totstandkoming van een bankenunie. Houdbare tekorten
en versterking van de economische structuur blijven de aandacht vragen.
Kansen om de concurrentiekracht en het groeivermogen van de lidstaten te
versterken, liggen op de Europese interne markt. Die kent op sommige
terreinen nog te veel belemmeringen. Daarnaast kan de handel met landen
buiten de Europese Unie een impuls krijgen door vrijhandelsakkoorden te
sluiten met onder meer de Verenigde Staten en Japan. Een speerpunt voor
de regering is de discussie over het takenpakket van de Europese Unie.
Een aantal zaken kunnen lidstaten beter zelf regelen, zoals belastingen,
sociale zekerheid, pensioenen, zorg en onderwijs. De regering zal hierin
het voortouw nemen en het gesprek hierover aangaan met de andere
lidstaten.

Ook buiten de Europese Unie heeft Nederland een lange traditie van
internationale samenwerking. Dat werd onlangs nog zichtbaar tijdens de
viering van honderd jaar Vredespaleis. Volgend jaar is ons land gastheer
van de Nuclear Security Summit, waar leiders vanuit de hele wereld
afspraken zullen maken om nucleair terrorisme tegen te gaan. Het recente
geweld en de humanitaire noodsituatie in Syrië onderstrepen de noodzaak
van een internationale rechtsorde met een sterke nadruk op het
humanitaire recht. Onveiligheid en instabiliteit in kwetsbare regio’s
beïnvloeden onze vrijheid, veiligheid en welvaart. Dit vraagt om een
krijgsmacht die op zijn taken berekend is en die in Nederland en het
buitenland kan opereren om de belangen van ons land veilig te stellen.
In de nota ‘In het belang van Nederland’ geeft de regering concreet
aan hoe die krijgsmacht eruitziet en welke aanpassingen daarvoor
noodzakelijk zijn. Over de hele wereld zijn Nederlandse mannen en
vrouwen actief om de internationale rechtsorde te beschermen. Zij
verdienen onze grote dank en waardering voor hun moeilijke werk.

Met de ‘nieuwe agenda voor hulp, handel en investeringen’ geeft de
regering vorm en inhoud aan de doelstelling om klassieke vormen van
ontwikkelingshulp te verbinden met versterking van handelsrelaties. Het
is een combinatie die wederzijds voordeel biedt. Zo heeft het
Nederlandse bedrijfsleven veel expertise in waterbeheer. Hiermee helpen
we landen in alle delen van de wereld hun waterproblemen op te lossen.

De staatsrechtelijke relatie tussen Nederland en de Caribische delen van
het Koninkrijk is in 2010 veranderd. Sindsdien is er steeds meer
aandacht voor samenwerking op economisch terrein. Dat is profijtelijk
voor alle partijen. Het draagt ook bij aan de noodzakelijke financiële
zelfstandigheid en stabiliteit van de Caribische eilanden, die ik
binnenkort samen met Koningin Máxima alle zes zal bezoeken.

Leden van de Staten-Generaal,

Om de kracht en kwaliteit van onze samenleving vast te houden, zijn
veranderingen noodzakelijk, die voor iedereen dragelijk moeten zijn. Aan
de opdracht die daaruit voortvloeit, wil de regering in het
parlementaire jaar dat voor ons ligt met volle inzet werken, samen met
u. De vraagstukken waarover u zich gaat buigen, zijn complex en
ingrijpend. U mag zich in uw zware taak gesteund weten door het besef
dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u
bidden.

  PAGE   \* MERGEFORMAT  1