[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Artikelsgewijze toelichting

Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting- en invorderingsrente (Wet wijziging percentages belasting- en invorderingsrente)

Bijlage

Nummer: 2013D36266, datum: 2013-09-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Memorie van toelichting (2013D36265)

Preview document (🔗 origineel)


II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel I

Artikel I (artikel 30hb van de Algemene wet inzake rijksbelastingen)

Op grond van het voorgestelde artikel 30hb, eerste lid, van de Algemene
wet inzake rijksbelasting (AWR) wordt voor de inkomstenbelasting, de
erfbelasting, de loonbelasting, de omzetbelasting, de
overdrachtsbelasting, de belasting van personenauto’s en
motorrijwielen, de accijns, de verbruiksbelasting van alcoholvrije
dranken en de in artikel 1 van de Wet belastingen op milieugrondslag
genoemde belastingen, waarvoor reeds geldt dat voor wat betreft het
rentepercentage wordt aangesloten bij de wettelijke rente voor
niet-handelstransacties, een ondergrens van vier procent
geïntroduceerd. Het rentepercentage van de hiervoor genoemde wettelijke
rente wordt ingevolge artikel 6:120, eerste lid, van het Burgerlijk
Wetboek (BW) bepaald bij algemene maatregel van bestuur. Uit het
hanteren van deze ondergrens vloeit voort dat het percentage van de
hiervoor genoemde wettelijke rente lager kan zijn dan dat van de
belastingrente. 

In artikel 30hb, tweede lid, van de AWR wordt voor het
belastingrentepercentage voor de vennootschapsbelasting aangesloten bij
de wettelijke rente voor handelstransacties (de op basis van artikel
6:120, tweede lid, van het BW bepaalde wettelijke rente, bedoeld in de
artikelen 6:119a en 6:119b van dat wetboek). Sinds 16 maart 2013 is de
wettelijke rente voor handelstransacties gelijk aan de
herfinancieringsrente die door de Europese Centrale Bank is vastgesteld
voor zijn meest recente basisherfinancieringstransactie die heeft
plaatsgevonden voor de eerste kalenderdag van het betreffende halfjaar,
vermeerderd met acht procentpunten.  De hoogte van de
basisherfinancieringsrente is te vinden op de website van De
Nederlandsche Bank.  

Het volgens de vaststellingswijze van de wettelijke rente voor
handelstransacties bepaalde rentepercentage wordt ingevolge genoemd
tweede lid voor de regeling van de voor de vennootschapsbelasting
geldende belastingrente gehanteerd vanaf twee maanden na het moment
waarop de wettelijke rente voor handelstransacties geldt. Met een
overbruggingsperiode van twee maanden tussen de peildatum van de
wettelijke rente voor handelstransacties en aanpassing van het
rentepercentage voor de genoemde belastingrente wordt aangesloten bij de
voor de bepaling van het rentepercentage van de wettelijke rente voor
niet-handelstransacties geldende systematiek. Deze twee maanden komen de
kenbaarheid van een eventuele wijziging van het rentepercentage voor de
belastingplichtige ten goede. Verder is een termijn van twee maanden
noodzakelijk voor de Belastingdienst om ervoor te zorgen dat het juiste
rentepercentage wordt gehanteerd. Dit komt doordat de betalingstermijn
van zes weken na dagtekening van de belastingaanslag tot de renteperiode
hoort.

Artikel II

Artikel II (artikel 29 van de Invorderingswet 1990)

Met de wijziging van artikel 29 van de Invorderingswet 1990 (IW 1990)
wordt voor de invorderingsrente, waarvoor reeds geldt dat voor wat
betreft het rentepercentage wordt aangesloten bij de wettelijke rente
voor niet-handelstransacties, een ondergrens van vier procent
geïntroduceerd. In de toelichting bij artikel I is dit voor de
belastingrente nader toegelicht.

Artikel III

Artikel III (overgangsrecht wijziging rentepercentages)

Ter zake van de wijziging van de rentepercentages voor de belasting- en
invorderingsrente is overgangsrecht opgenomen. Voor zover rente wordt
berekend over renteperiodes voor 1 april 2014 blijven artikel 30hb van
de AWR en artikel 29 van de IW 1990, zoals die artikelen luidden op 31
december 2013, van toepassing. Voor zover een renteperiode is gelegen na
31 maart 2014, gelden artikel 30hb van de AWR en artikel 29 van de IW
1990, zoals die artikelen luiden met ingang van 1 januari 2014. Dit
geldt ook voor de belastingaanslagen en beschikkingen over tijdvakken
waarvoor de regeling van de heffingsrente en de regeling van de
invorderingsrente, zoals die regelingen luidden op 31 december 2012, nog
van toepassing zijn.

Artikel IV

Artikel IV (inwerkingtreding)

Deze wet treedt ingevolge artikel IV in werking met ingang van 1 januari
2014.

De Staatssecretaris van Financiën,