Toelichtende nota
Bijlage
Nummer: 2013D40130, datum: 2013-10-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.C.G.M. Timmermans, minister van Buitenlandse Zaken (GroenLinks-PvdA)
Bijlage bij: Overeenkomst tussen Nederland, ten behoeve van Aruba, en Kroatiƫ betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (2013D40129)
Preview document (š origineel)
Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Republiek KroatiĆ« betreffende automatische gegevensuitwisseling inzake inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling; ās-Gravenhage, 25 juni 2013 (Trb. 2013, 106) TOELICHTENDE NOTA I. ALGEMEEN Inleiding Op 16 juli 2003 is Richtlijn nr. 2003/48/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op spaargelden in de vorm van rentebetaling (PbEU 2003, L 157/38) (hierna: Richtlijn 2003/48/EG) in werking getreden. Op grond van deze Richtlijn 2003/48/EG zal gegevensuitwisseling plaatsvinden over rentebetalingen die worden verricht door uitbetalende instanties aan natuurlijke personen (uiteindelijk gerechtigden) die woonachtig zijn in een andere lidstaat. Gedurende een overgangsperiode past een drietal landen (Oostenrijk, BelgiĆ« en Luxemburg) in plaats daarvan een bronheffing toe. Richtlijn 2003/48/EG wordt conform artikel 17 per 1 juli 2005 door de huidige EU-lidstaten toegepast. Als gevolg van de toetreding tot de Europese Unie van de Republiek KroatiĆ« per 1 juli 2013 dient dit land per diezelfde datum Richtlijn 2003/48/EG toe te passen. Ter completering van het spaartegoedennetwerk en ter handhaving van het zogenoemde ālevel playing fieldā gaat KroatiĆ« ook bilaterale spaartegoedenverdragsrelaties aan met Aruba, CuraƧao, Sint Maarten, het Caribische deel van Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba), Guernsey, Jersey, Isle of Man, Anguilla, Montserrat, Turks and Caicos Islands, British Virgin Islands en Cayman Islands. Richtlijn 2003/48/EG is in Aruba omgezet in Hoofdstuk VIA (artikel 44a tot en met 44c) van de Algemene Landsverordening Belastingen (A.B. 2005, no. 39). Met het onderhavige op 25 juni 2013 te ās-Gravenhage tot stand gekomen verdrag verplicht Aruba zich automatisch gegevens uit te wisselen over rentebetalingen die worden verricht door een uitbetalende instantie gevestigd in Aruba aan een uiteindelijk gerechtigde die inwoner is van de Republiek KroatiĆ«. De Republiek KroatiĆ« verplicht zich in het onderhavige verdrag ertoe dat zij ook aan Aruba automatisch gegevens zal verstrekken over rentebetalingen van een uitbetalende instantie, gevestigd in die lidstaat, aan een uiteindelijk gerechtigde, die inwoner is van Aruba. Verloop van de onderhandelingen Dit verdrag is gebaseerd op het in een eerder stadium, in samenwerking met Aruba, opgestelde modelverdrag dat de tekst bevat voor de verdragen die worden gesloten met EU-lidstaten die meteen overgaan tot gegevensuitwisseling. Dit modelverdrag is destijds door de lidstaten van de EU besproken en goedgekeurd. Op basis van de tekst van dit model is het verdrag opgesteld en ondertekend. Budgettaire gevolgen en administratieve lasten Het verdrag legt Aruba de verplichting op informatie uit te wisselen. Naar verwachting zullen de budgettaire gevolgen en de administratieve lasten voor Aruba gering zijn. Koninkrijkspositie Dit verdrag zal, voor wat het Koninkrijk betreft, alleen voor Aruba gelden. Voor CuraƧao, Sint Maarten en het Caribische deel van Nederland zijn afzonderlijke verdragen met de Republiek KroatiĆ« gesloten. II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Algemeen Hierna zal de tekst van het verdrag worden toegelicht. Aan de toelichting is een tabel toegevoegd, waarin wordt verduidelijkt op welke artikelen van Richtlijn 2003/48/EG de artikelen van het verdrag gebaseerd zijn. Briefwisseling Voorafgaand aan de ondertekening van het verdrag dat het Koninkrijk ten behoeve van Aruba heeft gesloten met de Republiek KroatiĆ«, heeft een briefwisseling tussen verdragspartners plaatsgevonden, waarin is bepaald dat het verdrag voorlopig zal worden toegepast per datum van toetreding tot de Europese Unie door de Republiek KroatiĆ«, in het geval op dat moment nog niet de procedures voor ratificatie en bekrachtiging van het verdrag zijn afgerond. Artikel 1 Artikel 1 bevat de algemene reikwijdte van het verdrag. Het verdrag geldt volgens het eerste lid slechts voor rentebetalingen door een uitbetalende instantie gevestigd in een van de verdragsstaten aan een uiteindelijk gerechtigde die inwoner is van de andere verdragsstaat. Volgens het tweede lid geldt het verdrag alleen voor rentebetalingen op schuldvorderingen en heeft het geen gevolgen voor zaken die samenhangen met de belastingheffing van pensioenen of verzekeringsvoordelen. Artikel 2 In artikel 2 worden verschillende termen gedefinieerd, waarbij voor de definities van uiteindelijk gerechtigde, uitbetalende instantie en rentebetaling wordt aangesloten bij de definities uit Richtlijn 2003/48/EG. Artikel 3 Voor de vraag of een in Aruba gevestigde uitbetalende instantie gegevens moet bijhouden over de verrichte rentebetalingen, is van belang wie de uiteindelijk gerechtigde is en wat zijn woonplaats is. Aruba zal hiertoe volgens artikel 3 procedures vaststellen die voldoen aan de normen van artikel 3 van Richtlijn 2003/48/EG. Voor contractuele betrekkingen van vĆ³Ć³r 1 januari 2004 zal de identiteit en woonplaats echter worden vastgesteld op basis van de informatie die de uitbetalende instantie heeft op grond van de Landsverordening voorkoming en bestrijding witwassen en terrorismefinanciering (AB 2011, no. 28). Artikel 4 Artikel 4 bevat de verplichting tot automatische gegevensuitwisseling. De verdragsstaten wisselen volgens het eerste lid met elkaar de gegevens uit die zijn genoemd in artikel 8 van Richtlijn 2003/48/EG op het moment dat de uitbetalende instantie in de ene verdragstaat is gevestigd en de uiteindelijk gerechtigde woonachtig is in de andere verdragstaat. Het tweede lid bepaalt dat de gegevensuitwisseling automatisch van aard zal zijn. Gegevens over de rentebetalingen gedaan in een belastingjaar worden tenminste een keer per jaar en binnen zes maanden na afloop van dat belastingjaar uitgewisseld. Artikel 16 van Richtlijn 2011/16/EU (Pb EU 2011, L 64/1), betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG, bevat bepalingen betreffende de vertrouwelijkheid van informatie. Aangezien deze Richtlijn niet van toepassing is op Aruba, wordt in het derde lid bepaald dat de verdragsstaten de regels uit artikel 16 van Richtlijn 2011/16/EU zullen toepassen op de gegevensuitwisseling die plaatsvindt op basis van dit verdrag. Artikel 5 Volgens dit artikel moeten de verdragsstaten voor de datum van toetreding tot de Europese Unie van de Republiek KroatiĆ« de noodzakelijke wijzigingen van wetten en andere regelingen hebben doorgevoerd om te voldoen aan de vereisten van dit verdrag. Artikel 6 De tekst van artikel 16 van Richtlijn 2011/16/EU wordt als gevolg van artikel 6 opgenomen in een bijlage bij het verdrag. Deze bijlage vormt een integrerend onderdeel van het verdrag en is aan te merken als zijnde van uitvoerende aard. Verdragen tot wijziging van de bijlagen behoeven op grond van artikel 7, onderdeel f, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen geen parlementaire goedkeuring, tenzij de Staten-Generaal zich thans het recht tot goedkeuring terzake voorbehouden. Artikel 7 Artikel 7 bepaalt het tijdstip van inwerkingtreding van het verdrag. Artikel 8 Artikel 8 bepaalt de wijze waarop het verdrag kan worden opgezegd. Na een periode van 3 jaar na de inwerkingtreding kan het verdrag worden opgezegd. Opzegging dient minimaal 6 maanden voor het einde van het kalenderjaar te geschieden. In het daarop volgende kalenderjaar zal het verdrag niet meer van kracht zijn. DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN, Tabel vergelijking artikelen verdrag met de Republiek KroatiĆ« en Richtlijn 2003/48/EG Verdrag Richtlijn Artikel 1 N.v.t. Artikel 2 Artikel 2, 4, 5, 6 en 15 Artikel 3 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 8 en 9 Artikel 5 Artikel 17 Artikel 6 N.v.t. Artikel 7 N.v.t. Artikel 8 N.v.t. PAGE 2 Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).