[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Bijlage 1 Artikelen Mijnbouwwet

Bijlage

Nummer: 2013D41149, datum: 2013-10-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Antwoord vragen van het lid Van Tongeren met betrekking tot het bericht “Next checkt: Na proefboring is winning amper tegen te houden” (2013D41147)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage 1 Artikelen Mijnbouwwet

Artikel 7

1. Een vergunning wordt niet verleend, voorzover deze bij het in werking
treden zou gaan gelden voor een gebied waarvoor op dat tijdstip reeds
een door een ander gehouden vergunning voor dezelfde delfstof geldt.

2. Een vergunning wordt evenmin verleend, voorzover deze bij het in
werking treden zou gaan gelden voor een voorkomen waarvoor op dat
tijdstip reeds een door een ander gehouden opslagvergunning geldt.

3. Het eerste lid blijft buiten toepassing ten aanzien van de in artikel
11, eerste lid, bedoelde andere delfstoffen. 

Artikel 8

Een winningsvergunning wordt slechts verleend, indien aannemelijk is dat
de delfstoffen binnen het gebied waarvoor de vergunning zal gelden
economisch winbaar zijn.

Artikel 9

1.	Onverminderd de artikelen 7 en 8 kan een vergunning slechts worden
geweigerd:

a.	op grond van de technische of financiële mogelijkheden van de
aanvrager,

b.	op grond van de manier waarop de aanvrager voornemens is de
activiteiten, waarvoor de vergunning wordt aangevraagd, te verrichten,

c.	op grond van het gebrek aan efficiëntie en verantwoordelijkheidszin,
daaronder mede verstaan maatschappelijke verantwoordelijkheidszin,
waarvan de aanvrager blijk heeft gegeven bij activiteiten als bedoeld in
de artikelen 6, eerste lid, en 25, eerste lid, onder een eerdere
vergunning, of

d.	indien een keuze moet worden gemaakt uit twee of meer aanvragen om
een vergunning die bij een beoordeling op grond van de onderdelen a, b
en c gelijkwaardig zijn gebleken, in het belang van het doelmatig en
voortvarend opsporen en winnen.

2.	Een vergunning kan op grond van de financiële mogelijkheden van de
aanvrager worden geweigerd als onvoldoende verzekerd is dat de aanvrager
zal voldoen aan hem op te leggen verplichtingen als bedoeld in de
artikelen 46, 47 en 102.

3.	Met het oog op de toepassing van het eerste en tweede lid kunnen bij
ministeriële regeling nadere regels worden gesteld die bij de
beslissing op een aanvraag om een vergunning in acht worden genomen.
Zodanige regels worden in elk geval gesteld met betrekking tot
opsporings- en winningsvergunningen voor koolwaterstoffen.

4.	Van de plaatsing in de Staatscourant van een regeling als bedoeld in
de tweede volzin van het derde lid wordt mededeling gedaan in het
Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Van een besluit tot
wijziging van zodanige regeling wordt eveneens mededeling gedaan in het
Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.