[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet op het notarisambt en enkele andere wetten in verband met onder meer een gewijzigde regeling van de legalisatie van handtekeningen van notarissen

Eindtekst

Nummer: 2013D41427, datum: 2013-10-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2013Z04648:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

10 oktober 2013



	Wijziging van de Wet op het notarisambt en enkele andere wetten in
verband met onder meer een gewijzigde regeling van de legalisatie van
handtekeningen van notarissen







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regeling
van de legalisatie van handtekeningen van notarissen te wijzigen en
andere wijzigingen door te voeren in onder meer de Wet op het
notarisambt;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: 

ARTIKEL I

	De Wet op het notarisambt wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel c wordt na “geen notaris” ingevoegd: of toegevoegd
notaris.

	2. In onderdeel j wordt “Onze Minister van Justitie” vervangen
door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie.

B

In artikel 3, tweede lid, wordt “binnen zes maanden na de dagtekening
van zijn benoeming” vervangen door: binnen zes maanden na de
dagtekening van het benoemingsbesluit . 

C

	Artikel 4 komt te luiden:

 

Artikel 4

	De notaris deponeert terstond na de eedsaflegging zijn handtekening en
paraaf ter griffie van de rechtbank waar hij de eed heeft afgelegd. 

D

Artikel 5, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel e wordt “toevoeging” vervangen door: de toevoeging.

2. In onderdeel f wordt “waarneming” vervangen door: de waarneming.

E

Artikel 6, tweede lid, onderdeel b, onder 3˚, komt te luiden:

3˚. als toegevoegd notaris of kandidaat-notaris gedurende de laatste
twee jaren voorafgaand aan zijn verzoek tot benoeming, per jaar
gemiddeld ten minste 21 uur per week, in het Koninkrijk in Europa onder
verantwoordelijkheid van een notaris of een waarnemer werkzaam is
geweest  of het notarisambt heeft waargenomen, dan wel als notaris
gedurende die periode het notarisambt heeft vervuld;

F

In artikel 7, tweede lid, tweede volzin, vervalt het tweede “het”.

G

	Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

	

	1. In het tweede lid wordt na de eerste volzin ingevoegd: Bij
onvoldoende gebleken persoonlijke geschiktheid voor het ambt van notaris
of gegronde vrees voor enige schade aan de eer en het aanzien van het
notarisambt, wordt het verzoek geweigerd.

	2. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

	7. In afwijking van artikel 8:4, derde lid, onderdeel a, van de
Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen een besluit tot
benoeming tot notaris beroep instellen.

H

	Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na “De notaris doet” ingevoegd: terstond.


2. In het tweede lid komt het bepaalde na de eerste volzin te luiden:
Van die beslissing zendt de kamer onverwijld bij aangetekende brief een
afschrift aan de notaris. Daarbij deelt zij tevens mee op welke wijze de
notaris tegen de beslissing beroep kan instellen. De KNB en het Bureau
ontvangen elk een afschrift van de beslissing van de kamer.

	3. Aan het derde lid wordt toegevoegd: De KNB en het Bureau ontvangen
elk een afschrift van de beslissing van het gerechtshof.

I

Artikel 14, derde lid, aanhef, komt te luiden:

Op voordracht van Onze Minister kan de notaris bij koninklijk besluit
worden ontslagen, indien hij:.

J

	In artikel 23, eerste lid, wordt na “te verrichten” ingevoegd: of
na te laten.

K

	In artikel 24, vijfde lid, wordt na “betreffende” ingevoegd “de
wijze van indiening en” en wordt na “bedoeld in het vierde lid”
toegevoegd: , alsmede de inhoud en wijze van indiening van overige
gegevens aan het Bureau.

L

	Artikel 25b wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid, eerste volzin, wordt  “en” vervangen door:
of.

	2. In het vierde en vijfde lid wordt “zijn” vervangen door: haar.

M

	In artikel 27, eerste lid, wordt “artikel 103, zesde lid,”
vervangen door: artikel 103, zevende lid,.

N

	Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt als volgt te luiden:

1. Tot waarnemer is benoembaar een notaris of  toegevoegd notaris. Een
kandidaat-notaris is tot waarnemer benoembaar indien hij voldoet aan de
vereisten van artikel 6, eerste en tweede lid, onderdelen b, onder 1˚en
2˚, en c, en gedurende de laatste twee jaren voorafgaand aan zijn
verzoek tot benoeming, per jaar gemiddeld ten minste 21 uur per week
onder verantwoordelijkheid van een notaris of van een waarnemer werkzaam
is geweest of als notaris gedurende die periode het notarisambt heeft
vervuld. In afwijking van het vorenstaande kan een kandidaat-notaris tot
waarnemer worden benoemd in de gevallen van artikel 28, onderdelen a en
b, indien hij ten minste drie jaar heeft afgerond van de stage, bedoeld
in artikel 31, en gedurende het laatste jaar voorafgaande aan de
benoeming tot waarnemer gemiddeld ten minste 21 uur per week onder
verantwoordelijkheid van een notaris of van een waarnemer werkzaam is
geweest of in die periode als notaris het notarisambt heeft vervuld. De
kandidaat-notaris die reeds op grond van het tweede lid als waarnemer is
benoemd, behoeft in geval van benoeming als waarnemer voor een andere
notaris niet opnieuw te voldoen aan het vereiste van artikel 6, tweede
lid, onderdeel c. Het notarisambt kan slechts worden waargenomen door
degene die de zeventigjarige leeftijd nog niet heeft bereikt. 

	2. In het derde lid, eerste volzin, wordt na “kamer voor het
notariaat” ingevoegd: of zijn voorzitter.

	3. In het vijfde lid vervalt het tweede “van”.

O

In artikel 29a, onderdeel b, wordt “c, d of e” vervangen door: c, d,
e of f.

P

	Artikel 30 komt te luiden:

Artikel 30

De kandidaat-notaris die tot waarnemer is benoemd, legt, indien dit nog
niet eerder heeft plaatsgevonden, in verband met de aanvaarding van zijn
benoeming de eed af voor de rechtbank in het arrondissement waarin de
kamer voor het notariaat is gevestigd waaronder de te vervangen notaris
ressorteert. Artikel 3, tweede tot en met vijfde lid, en artikel 4 zijn
van overeenkomstige toepassing. 

Q

	Artikel 30a wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt “artikel 30, eerste lid,” vervangen
door: artikel 30.

	2. In het tweede lid wordt “onderdeel b” vervangen door: onderdeel
c.

R

In artikel 30c, derde lid, laatste volzin wordt “is” telkens
vervangen door: en artikel 4 zijn.

S

In artikel 30d, vierde lid, wordt “minister” vervangen door:
Minister. 

T

	In artikel 32, eerste lid, wordt “Algemene wet erkenning
beroepskwalificaties” vervangen door: Algemene wet erkenning
EG-beroepskwalificaties.

Ta

	In artikel 51, eerste lid, vervalt de tweede volzin.

Tb

	In artikel 82, eerste lid, vervalt de tweede volzin.

U

	Artikel 52, derde lid, komt te luiden: 

	3. De handtekening van de notaris wordt overeenkomstig het bepaalde in
het tweede lid desgevraagd gelegaliseerd door de president van de
rechtbank in het arrondissement waar de kamer voor het notariaat is
gevestigd waaronder de notaris ressorteert. Hij kan de overige
presidenten van de rechtbanken in het ressort waarin de kamer is
gevestigd, machtigen deze bevoegdheid uit te oefenen. Afdeling 10.1.1
van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

V

	Artikel 94 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het vierde, achtste en negende lid wordt “kamer van toezicht”
telkens vervangen door: kamer voor het notariaat.

	2. In het vijfde lid wordt “leden van de rechtbank” vervangen door:
leden van de rechtbanken die zijn gelegen in het ressort waar de
desbetreffende kamer voor het notariaat is gevestigd. Indien de
aanwijzing betrekking heeft op leden van een rechtbank in een ander
arrondissement dan die waar de kamer voor het notariaat is gevestigd,
gebeurt die aanwijzing niet dan na instemming van de president van die
rechtbank.

	3. In het achtste lid wordt “een plaatsvervangend secretaris”
vervangen door: een of meer plaatsvervangend secretarissen.

W

	In artikel 95, tweede lid, wordt “rechtelijke” vervangen door:
rechterlijke.

X

	Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden als volgt:

4. Indien de klacht zich naar het oordeel van de voorzitter daartoe
leent en uit de klacht blijkt dat de klacht nog niet is voorgelegd aan
de geschillencommissie, bedoeld in artikel 55, tweede lid, kan de
voorzitter besluiten de behandeling van de klacht te schorsen, en de
klager in de gelegenheid te stellen het geschil voor te leggen aan de
geschillencommissie. De beslissing tot schorsing schorst de in het
vijftiende lid bedoelde termijn. Tegen de beslissing is geen voorziening
toegelaten.

2. In het achtste lid wordt “notaris of kandidaat-notaris” vervangen
door: notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris.

3. Aan het vijftiende lid wordt toegevoegd: Een beslissing tot
niet-ontvankelijkverklaring van de klacht op grond van afloop van de
voornoemde termijn blijft achterwege indien redelijkerwijs niet kan
worden geoordeeld dat de klager in verzuim is geweest.

Y

Artikel 99a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt na “vooronderzoek opdragen aan”
ingevoegd: de plaatsvervangend voorzitter,. 

	2. In het tiende lid wordt “Een lid” vervangen door: De
plaatsvervangend voorzitter, een lid. 

Z

	In artikel 103 wordt het lid voorafgaand aan het negende lid vernummerd
tot achtste lid en wordt in dat lid na “tot” ingevoegd: notaris of.

ARTIKEL II

	De Wet op het centraal testamentenregister wordt gewijzigd als volgt:

A

	Artikel 1, tweede en derde lid, komen te luiden: 

	2. In het register worden voorts opgenomen de in het volgende artikel
vermelde gegevens van naar het in de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba geldende recht opgemaakte akten, bevattende uiterste
wilsbeschikkingen en schenkingen van de gehele of de gedeeltelijke
nalatenschap van de schenker, alsmede akten waarbij uiterste
wilsbeschikkingen worden herroepen of olografische testamenten worden
teruggenomen. Onder akten, bevattende uiterste wilsbeschikkingen, worden
verstaan: uiterste willen bij openbare akte, akten van bewaargeving van
uiterste wil, akten van superscriptie, onderhandse stukken als bedoeld
in artikel 961 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek BES, voor zover
deze na het overlijden van de erflater aan een notaris zijn ter hand
gesteld en akten van benoeming ingaande bij overlijden.

3. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, genoemd in artikel 60
van de Wet op het notarisambt, draagt zorg voor de inrichting en het
bijhouden van het testamentenregister. 

B

	Artikel 6a voorafgaand aan artikel 7 wordt vernummerd tot artikel 6b en
luidt:

Artikel 6b

	Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba.

C

	In artikel 6a wordt “tweede lid” vervangen door: derde lid.

	

ARTIKEL III

	De Wet van 29 september 2011 tot wijziging van de Wet op het
notarisambt naar aanleiding van de evaluatie van die wet, alsmede
regeling van enkele andere onderwerpen in die wet en wijziging van de
Wet op het centraal testamentenregister en van de Wet ter voorkoming van
witwassen en financieren van terrorisme (Stb. 2011, 470) wordt als volgt
gewijzigd:

A

Artikel I, onderdelen C, U en AAa, vervallen.

B

Artikel VII wordt als volgt gewijzigd:

	1. Aan het derde onderdeel wordt toegevoegd: In afwijking van het
voorgaande berusten de bescheiden die betrekking hebben op notarissen of
kandidaat-notarissen die niet langer in Ă©Ă©n van deze hoedanigheden
werkzaam zijn, bij de rechtbank in het arrondissement waarin de
desbetreffende kamer van toezicht was gevestigd. Het in dit lid bepaalde
geldt niet voor bescheiden die overeenkomstig de Archiefwet 1995 zijn
overgebracht naar een archiefbewaarplaats.

	2. Er worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

	6. Vanaf de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel BB, blijven de
ringvoorzitters, bedoeld in artikel 82, eerste lid, van de Wet op het
notarisambt, bevoegd om te beslissen op de verzoeken die bij hen in
behandeling zijn. 

7. Op de gevallen waarin op het moment van inwerkingtreding van artikel
I, onderdeel BB, bezwaar- en beroepsprocedures aanhangig zijn met
betrekking tot beslissingen van een voorzitter van het bestuur van een
ring, bedoeld in artikel 55, tweede lid, van de Wet op het notarisambt,
zoals dat tot dat moment luidde, blijft het oude recht van toepassing.

ARTIKEL IV

	In artikel 227, vijfde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt
na “notaris,” ingevoegd: toegevoegd notaris.

ARTIKEL V

	1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

	2. Artikel III, onderdeel B, het eerste onderscheidenlijk het tweede
onderdeel, werkt terug tot en met 1 januari 2013. 

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   8