[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoorden eerste termijn behandeling Begroting VWS 2014

Brief regering

Nummer: 2013D42722, datum: 2013-10-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2013Z20682:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ  Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

G  DOCPROPERTY  PostcodeBetrokkene  \* MERGEFORMAT     DOCPROPERTY 
WoonplaatsBetrokkene  \* MERGEFORMAT   eachte voorzitter,

Bijgaand treft u aan de antwoorden op de vragen gesteld tijdens de
eerste termijn van het debat over de Begroting VWS 2014 op 29 oktober
2013.

Hoogachtend,

De Minister van Volksgezondheid,	De Staatssecretaris van 	

Welzijn en Sport,			Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 

mw. drs. E.I. Schippers			drs. M.J. van Rijn

 

 

 Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over 

verhuizen in de ouderenzorg.

Bestaande cliƫnten houden hun recht op verblijf in een instelling, maar
dat is niet in alle gevallen dezelfde plek. Doordat cliƫnten langer
thuis blijven wonen, kan er op locaties leegstand ontstaan indien de
locatie niet gebruikt kan worden voor de zorg aan de zwaardere
doelgroepen of het verhuren aan cliƫnten (gecombineerd met het leveren
van extramurale zorg). In het geval een instelling als gevolg hiervan,
of om een andere reden, zoals een verouderd zorggebouw, besluit tot
renovatie, sloop of nieuwbouw van een locatie dan kan dat betekenen dat
cliƫnten (tijdelijk) moeten verhuizen naar een andere locatie. Van
belang is dan dat de instelling samen met de cliƫnt (en diens
vertegenwoordigers) en eventueel met behulp van het zorgkantoor in
overleg gaat over een passende oplossing voor de bestaande bewoners.
Mijn indruk is dat dit in de overgrote meerderheid van de gevallen op
een zorgvuldige manier geschiedt. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over of de Staatssecretaris het eens is met het
VVD-standpunt dat de zorg geen werkgelegenheidsproject is. 

In mijn ogen draait de zorg primair om het verschaffen van goede Ć©n
betaalbare zorg voor wie dat nodig heeft. Nu en in de toekomst. Daar
ligt mijn primaire verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd ben ik van
mening dat de hervormingen wel op een verantwoorde manier moeten
verlopen. De komende jaren staan we voor grote veranderingen die in een
relatief kort tijdsbestek gaan plaatsvinden. Het risico op onbedoelde
effecten is dus groter dan voorheen. Daar waar onbedoelde effecten
plaatsvinden, zien wij voor onszelf een ondersteunende en soms ook
corrigerende rol weggelegd. In mijn arbeidsmarktbrief heb ik u daarover
uitgebreid geĆÆnformeerd. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over het verschil tussen twee rapporten over de
arbeidsmarkteffecten van het kabinetsbeleid. Het eerste rapport spreekt
van een verlies van 90.000 tot 120.000 banen, het tweede rapport van
36.000 banen. 

Beide rapporten gaan uit van dezelfde cijfers. De
arbeidsmarkteffectrapportage (rapport 2) baseert zich op de deelstudie
ā€˜Arbeidsmarktprognoses van VOV-personeel in 2013-2017 (rapport 1). In
de deelstudie wordt niet gesproken van een werkgelegenheidsverlies van
90 tot 120 duizend banen, maar van een overschot van 90 duizend
werknemers. Dat wil zeggen dat het aanbod de vraag naar werkgelegenheid
met 90 duizend werknemers overschrijdt in een periode van 5 jaar
(2012-2017). De vraag naar werkgelegenheid is gelijk aan de ontwikkeling
in de werkgelegenheid en zal naar verwachting afnemen met 36 duizend
banen (22 duizend fte). Het aanbod is de totale groep van werknemers en
sollicitanten (vanuit de opleidingen, inactiviteit, uitkeringen en
overige sectoren) en is in het basisscenario 90 duizend personen hoger
dan de vraag. 

De deelstudie doet de aanname dat de groep sollicitanten de komende 5
jaar net zo hoog zal zijn als in de afgelopen 5 jaar. Voor net
afgestudeerden van een zorgopleiding lijkt deze aanname plausibel, maar
dat geldt niet voor het aantal 

mensen dat vanuit een uitkering of andere sector solliciteert voor een
baan in de zorg. De afgelopen 5 jaar hebben werkgevers grote
wervingsacties opgezet om deze mensen naar de zorg te trekken. In tijden
van ontslagen en overschotten lijkt het zeer onwaarschijnlijk dat
zorginstellingen dat blijven doen. Er zal dus minder vraag zijn naar
zij-instromers. Als de zij-instroom komende jaren ongeveer 50% lager
ligt dan zal er geen sprake zijn van een overschot. Overigens geeft het
onderzoeksbureau zelf aan dat het aanbod niet goed geschat kan worden. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over 15% besparing in de jeugdzorg door efficiency.

Het grootste deel van het budget voor jeugdhulp wordt besteed aan
personeelskosten. Het streven om d.m.v. ā€œeen gezin, Ć©Ć©n gezin, Ć©Ć©n
plan, Ć©Ć©n regisseur minder verschillende hulpverleners naast elkaar te
laten werken heeft uiteraard gevolgen voor werkgelegenheid.

Een verhoging van efficiency betekent overigens ook dat hetzelfde werk
met minder mensen kan worden gedaan.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over intimiderend personeelsbeleid

Als er sprake zou zijn van intimidatie van zorgpersoneel dan acht ik dat
verwerpelijk. Er zijn meerdere mogelijkheden voor medewerkers om
misstanden aan te kaarten zonder dat zij daarbij zelf voor op de
voorgrond hoeven te treden, onder andere via de ondernemingsraad, de
cliƫntenraad, de vakbond, de inspectie gezondheidszorg.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over het advies van het Capaciteitsorgaan om rekening
te houden met de instroom van buitenlandse artsen. 

Bij het bepalen van het aantal artsen dat in Nederland moet worden
opgeleid om aan de verwachte zorgvraag in Nederland te kunnen voldoen,
wordt in het model van het capaciteitsorgaan standaard rekening gehouden
met de instroom van artsen met een buitenlands diploma. Deze artsen
hoeven immers niet in Nederland opgeleid te worden. Bij het opstellen
van het vorige capaciteitsplan (2010) had het Capaciteitsorgaan sterke
aanwijzingen dat de instroom van buitenlandse medisch specialisten op
termijn zou wegvallen. Om te voorkomen dat daardoor een tekort aan
medisch specialisten in Nederland zou optreden, werd geadviseerd het
aantal opleidingplaatsen te verhogen. 

Bij het opstellen van zijn nieuwe advies heeft het Capaciteitsorgaan
wederom gekeken hoe de instroom van artsen met een buitenlands diploma
zich ontwikkelt. In tegenstelling tot de eerdere verwachting, blijkt
deze instroom geen dalende tendens te vertonen. Daarom houdt het
Capaciteitsorgaan in zijn meest recente advies rekening met continuering
van een zekere instroom van artsen met een buitenlands diploma.
Overigens zullen we ruimer dan het Capaciteitsorgaan adviseert opleiden,
omdat voldoende artsen de basis is van een goede zorg. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over de analyse van de staatssecretaris over wat er
niet goed is gegaan bij Sensire?

Op basis van de reconstructie van de behandeling van de ontslagaanvraag
van Thuishulp Sensire BV door het UWV, die op 17 oktober door de
minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mede namens mij naar de
Tweede Kamer is verzonden, blijkt dat er bij Sensire onder meer sprake
was van meerjarige omvangrijke verliezen, minder inkomsten, een
negatieve exploitatieverwachting en aflopende contracten. 

De situatie rond Sensire heeft geleid tot maatschappelijke onrust en
acties van betrokken medewerkers en burgers. Deze onrust, tezamen met de
bijzondere situatie waarin de grootste aanbieder van de regio haar
bedrijfsactiviteiten beƫindigt en de noodzaak om de aanbesteding snel
af te ronden, heeft er toe geleid dat de minister van SZW en ik het
wenselijk vinden bijzondere aandacht te geven aan de uitvoering van de
verantwoordelijkheden die de betrokken partijen hebben en de afspraken
die zijn gemaakt, nadat ik eind augustus op bezoek ben geweest in de
Achterhoek. Daarom hebben wij een onafhankelijke waarnemer benoemd die
nu actief is in de Achterhoek en die uiterlijk 1 november een eerste
rapportage van bevindingen zal afronden.

Doelstelling is voorts om hieruit landelijk eventueel lessen te trekken.


Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over invoering van de Wmo.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft in de evaluatie van de
Wmo over de jaren 2007 t/m 2009 aangegeven dat ā€œDe Wmo werkt, in de
zin dat de meeste gemeenten de wet uitvoeren zoals de wetgever haar
heeft bedoeld en met de instrumenten die de wet verschaft.ā€. De
tevredenheid van burgers over de geboden ondersteuning is groot en
gemeenten leggen nieuwe verbindingen met samenhangende (leef)domeinen.
De Kamer heeft deze evaluatie ontvangen.

De Wmo was evenwel niet ā€˜uitontwikkeldā€™: gemeenten en aanbieders
zijn, onder de noemer van Welzijn Nieuwe Stijl verder gegaan met  de
vormgeving van lokale verbeteringen en verbindingen. Het project van de
ā€˜Kantelingā€™, van de VNG en de CG-raad, financieel ondersteund door
VWS, strekt tot het ā€˜denken in oplossingen voor problemenā€™ i.p.v.
louter in voorzieningen. De gemeente spreekt met en niet over de burger,
en legt verbindingen met  andere domeinen zoals werken, wonen en
onderwijs. De Wmo 2015 zal voortbouwen op deze uitgangspunten. 

Die lessen die samenhangen met de eerste aanbestedingen in de WMO hebben
een plaats gekregen door de wijzigingen ā€œKant/Leijtenā€, en blijven
ook in de nieuwe WMO van kracht.



Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over  het afzien van zorg om financiƫle redenen.

Het verplicht eigen risico heeft onder meer tot doel het
kostenbewustzijn van de verzekerden te vergroten. Op die wijze draagt
het verplicht eigen risico ertoe bij dat verzekerden, voordat zij naar
een zorgverlener stappen, nog een keer afwegen of dat nodig is. 

Bij het ongewenst afzien van zorg in 2013 blijkt dat minder mensen
zeggen dat kosten een rol spelen dan bij het ongewenst afzien van zorg
in 2012. En dat terwijl het verplicht eigen risico per 2013 is verhoogd.
Dit blijkt uit de op 25 oktober jl. toegezonden tussenrapportage over de
verhoging van het eigen risico en zorgmijding. Ook blijkt dat er bij
verzekerden de nodige misvattingen leven over het verplicht eigen risico
en voor welke zorgvormen dit geldt, alsmede over de compensatie voor het
eigen risico die via de zorgtoeslag plaatsvindt.

De invloed van de verhoging van het verplicht eigen risico lijkt in dit
alles zeer beperkt te zijn.

Ik zie dan ook geen redenen om het eigen risico af te bouwen of af te
schaffen.

Antwoord op de vraag van het Kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over cijfers van het IVM over extra maagbloedingen
doordat maagzuurremmers niet meer worden vergoed.

Uit het rapport van IVM, dat in opdracht van de farmaceutische industrie
tot stand is gekomen, blijkt dat er in 2012 een afname was in het
gebruik van maagzuurremmers bij patiƫnten die NSAIDs (pijnstillers)
gebruiken. Op basis van wetenschappelijke literatuur is vervolgens een
inschatting gemaakt met welk percentage het risico op complicaties
verhoogd is. Op basis daarvan is het aantal verwachtte maagbloedingen
geschat.

In Nederland is er geen systematische registratie van maagbloedingen.
Het genoemde aantal is daarmee geen vaststaand feit maar een inschatting
van het aantal (extra) maagbloedingen dat kan ontstaan door afname van
het gebruik van maagbeschermende middelen. Hieraan liggen dus geen
daadwerkelijke cijfers over gemelde/geregistreerde gevallen ten
grondslag. Bij de Landelijke Registratie Evaluatie Bijwerkingen (Lareb)
zijn over 2011 vijf meldingen van bloedingen als gevolg van het gebruik
van NSAIDs bekend. Over 2012 zijn dat er zes. Over 2013 zijn de
definitieve cijfers nog niet bekend. Hierbij moet wel aangetekend worden
dat dit een vrijwillig meldsysteem is, en het aantal meldingen beperkt
is. 

Zoals al eerder met de Tweede Kamer gewisseld is, start er volgend jaar
een onderzoek over medicatiegerelateerde ziekenhuisopnames. Daarin zal
ook expliciet op het punt van het gebruik van maagzuurremmers worden
ingegaan.

Zoals toegezegd in mijn brief van 24 oktober 2013 (stand van zaken
toezeggingen; kenmerk 111689-BPZ) zal ik in november nog met een
uitgebreidere reactie komen op het rapport van het IVM.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over het toenemende aantal wanbetalers.

Het ontstaan van schulden, en dus ook het ontstaan van achterstanden in
de betaling van de maandelijkse zorgpremie, is mede het gevolg van de
economische crisis in combinatie met persoonlijke omstandigheden en het
individuele financiƫle gedrag; de oplossing van schuldenproblematiek is
complex en weerbarstig. 

De in het wetsvoorstel Verbetering wanbetalersmaatregelen (TK 33 683)
opgenomen mogelijkheden (zoals bijvoorbeeld uitstroom bij een onderlinge
betalingsregeling of gedifferentieerde premie), alsmede de activiteiten
die gericht zijn op de samenwerking tussen zorgverzekeraars en gemeenten
(zoals meer inzetten op actieve preventiemaatregelen), bieden
perspectief om in 2014 verder voort te gaan om te kunnen bijdragen aan
de doelstellingen van de wanbetalersregeling, o.a. ook het terugdringen
van het aantal wanbetalers. Met het wetsvoorstel wordt de werking van de
wanbetalersregeling verbeterd door de instroom van nieuwe wanbetalers in
het bestuursrechtelijk premieregime zoveel mogelijk te beperken en de
uitstroom daaruit te bevorderen.

Ik heb het voornemen de Nota naar aanleiding van het verslag bij dit
wetsvoorstel uiterlijk eind november aan uw Kamer te sturen.Ā Overigens
is het aantal onverzekerden teruggelopen van 275.000 naar 30.000. Hier
is mogelijk deels sprake van een communicerend vat met de groeiende
omvang van het aantal wanbetalers. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over berichten van zorgaanbieders dat verzekerden
afzien van zorg.

Voor de tussenrapportage verhoging eigen risico en zorgmijding die op 25
oktober naar uw Kamer is verzonden is een enquĆŖte onder een
representatieve steekproef van verzekerden van 18 jaar en ouder
uitgevoerd. Uitkomst hiervan is dat verzekerden diverse redenen aangeven
waarom zij afzien van zorg. Het valt daarbij op dat bij het ongewenst
afzien van zorg in 2012 meer mensen zeggen dat kosten een rol spelen dan
bij het ongewenst afzien van zorg in 2013. En dat terwijl het verplicht
eigen risico met ingang van 2013 is verhoogd. Overigens merk ik op dat
de verhoging van het eigen risico die in het begrotingsakkoord 2013 is
afgesproken voor de laagste inkomens volledig is gecompenseerd via de
zorgtoeslag. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over het zwartboek klokkenluiders verstandelijk
gehandicapten.

Mevrouw Leijten verzoekt om een reactie op het zwartboek.  Ik ga ervan
uit dat zij doelt op de ā€˜eerste inventarisatie van misstanden in de
zorg voor verstandelijk gehandicaptenā€™ ( HYPERLINK
"http://www.klokkenluidersvg.nl" www.klokkenluidersvg.nl ). Ik ben nog
niet in de gelegenheid geweest dit document in detail te bestuderen. In
zijn algemeenheid vind ik het zeer kwalijk als er sprake is van
misstanden in de zorg. Ik vind het daarom belangrijk dat mensen met
klachten over zorg ergens terecht kunnen, waar zij zich geholpen voelen
en waar zij het vertrouwen hebben dat hun klachten over zorg adequaat en
effectief worden behandeld, zodat misstanden kunnen worden voorkomen en
aangepakt. Ik zal deze eerste inventarisatie zo spoedig mogelijk
bestuderen en bezien in hoeverre we de aanbevelingen in beleid meenemen.
Overigens begrijp ik uit deze rapportage dat de stichting klokkenluiders
verstandelijk gehandicaptenzorg van plan is om de definitieve versie in
het voorjaar uit te brengen.

Primair moet iedere zorginstelling op dit moment een klachtencommissie
hebben. Om het indienen van een klacht zo laagdrempelig mogelijk te
maken, is in het voorstel voor de Wet kwaliteit klachten en geschillen
zorg (Wkkgz) geregeld dat mensen terecht moeten kunnen bij een
klachtenfunctionaris of cliƫntenvertrouwenspersoon. Om diezelfde reden
wordt daarnaast in het voorstel Wet Zorg en dwang, dat ziet op mensen
met een verstandelijke handicap en mensen met een psychogeriatrische
aandoening, een wettelijke basis gegeven aan de
cliƫntenvertrouwenspersoon. Op deze wijze wordt de positie van deze
kwetsbare en zorgafhankelijke groep mensen verder versterkt. Beide
wetten wachten op behandeling door de Eerste Kamer.

Voorts zal een Zorgloket worden ingericht, waar mensen advies kunnen
vragen en waar zij ondersteund worden bij het vinden van hun weg in de
zorg. Het Zorgloket moet de burger beter begeleiden bij de behandeling
van klachten in de zorg door op een respectvolle en empathische manier
de juiste weg te vinden voor een klacht. Wanneer nodig wordt de burger
ook in de verdere klachten- of geschillenprocedure door het Zorgloket
geholpen. Het Zorgloket zal jaarlijks een extern te publiceren
klachtbeeld samenstellen, zodat voor iedereen is na te gaan welk type
klachten er over de zorg worden gemeld en hoe de afhandeling van deze
klachten verloopt. Dit draagt bij aan het vergroten van de transparantie
in de zorg. 

Ten slotte kunnen mensen hun klachten over de zorg bij de IGZ melden,
zodat de IGZ deze signalen mee kan nemen in haar toezicht en waar nodig
handhavend kan optreden. Ik betreur het dat de initiatiefnemers de
noodzaak voelden een meldpunt op te richten om een zwartboek te maken.
Ik zal de initiatiefnemers uitnodigen voor een gesprek.

Overigens is het Huis voor Klokkenluiders, dat deze week behandeld zou
worden in uw Kamer, bedoeld is een veilig huis te bieden voor cliƫnten.
Het ā€œhuis voor Klokkenluidersā€ heeft tot taak bescherming en
eventueel financiƫle steun te bieden aan werknemers die misstanden
melden.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over een maximum aan eigen vermogen.

Een landelijke uniforme norm voor het eigen vermogen is problematisch,
omdat de hoogte van het benodigde eigen vermogen afhangt van de
risicoā€™s die de betreffende instelling loopt. De leeftijd van het
vastgoed, de wil dan niet noodzaak voor het treffen van voorzieningen
voor sociale plannen of toekomstige onderhandse investeringen spelen
hierbij bijvoorbeeld een rol. De vraag is ook wat er gebeurd als zoā€™n
instelling toch failliet gaat ondanks dat de instelling voldeed aan de
landelijke norm. Moet de overheid dan geld ter beschikking stellen? Ons
systeem is zo niet opgebouwd. De verantwoordelijkheid en de risicoā€™s
liggen bij de instelling. Overigens zouden die risicoā€™s niet anders
zijn als de overheid garant zou staan voor kapitaallasten. In dat geval 
zou de overheid voor die risicoā€™s voorzieningen moeten treffen. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over de aanhoudende fusiegolf van zorgverzekeraars.

Om te beginnen merk ik op dat er geen sprake is van een aanhoudende
fusiegolf. Uit de NZa marktscan die ik eind augustus aan u heb
toegestuurd blijkt dat er in 2013 geen wijzigingen in de concerns en
zorgverzekeraars zijn ten opzichte van het voorgaande jaar. Evenals in
2012 zijn er 26 zorgverzekeraars binnen 9 concerns actief op de
zorgverzekeringsmarkt. Ten aanzien van de ziekenhuizen: er zijn
momenteel 91 ziekenhuizen en 265 zbcā€™s. Samen vormen zij een divers
aanbod waarin volop keuze is voor de patient.  

In het Bestuurlijk Akkoord medisch specialistische zorg 2014 t/m 2017
zijn afspraken gemaakt over een gelijk speelveld zodanig dat
gelijkwaardige aanbieders (bestaande en nieuwe) een gelijkwaardige
toegang moeten hebben.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over fusies in de zorg. 

Ik ga er van uit dat de vraagsteller doelt op de procedure die de NPCF 
heeft aangespannen tegen het besluit van de Autoriteit Consument en
Markt (ACM) inzake de fusie tussen het Roosendaalse Franciscus
Ziekenhuis en het Lievensberg ziekenhuis in Bergen op Zoom. Het is niet
aan mij maar aan de rechter om zich uit te spreken over deze procedure.
Ik ben overigens in zijn algemeenheid geen voor- en geen tegenstander
van fusies. Mijn beleid is er op gericht dat fusies zorgvuldig doordacht
worden op basis van kwaliteitsaspecten. Groter is niet per definitie
beter, in tegendeel, fusies kunnen slecht uitpakken zowel financieel als
ten aanzien van kwaliteit. Maar het omgekeerde kan ook het geval zijn, 

Het wetsvoorstel waarmee ik de regels voor zorgspecifieke fusietoetsing
wil aanscherpen, ligt op dit moment ter behandeling voor in de Eerste
Kamer. Als dit wetsvoorstel kracht van wet heeft, is het aan de
Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)  om een fusie, al dan niet onder
voorwaarden, goed te keuren. Nu is dit nog voorbehouden aan de ACM.

Tot het nemen van de regie en het aansturen op een netwerk van
samenwerkende ziekenhuizen ben ik niet bereid. Als veldpartijen zelf tot
een netwerk van ziekenhuizen willen komen, dan staat ze dat binnen de
wet- en regelgeving vrij om te doen. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over financiering ziekenhuizen.

Ik heb de Algemene Rekenkamer laten weten dat ik blij ben met de
aandacht voor de complexiteit van de financiering van de ziekenhuiszorg 

In mijn reactie op het rapport heb ik aangegeven dat in het jaar 2012
belangrijke stappen zijn gezet in de transitie van een systeem met
44.000 PBCā€™s naar een systeem met 4.400 DOTā€™s. Dit is een reductie
van 90%, met navenant minder bureaucratie en minder fraudegevoelig. Deze
stappen zijn ingegeven om de complexiteit te reduceren. De
systeemwijzigingen in 2012 zijn noodzakelijkerwijs samengegaan met een
ingewikkeld transitiemodel. Dat is in samenspraak met het veld tot stand
gekomen en in de Tweede Kamer uitgebreid besproken.

De complexiteit van dit transitiemodel is helaas onvermijdelijk en
omvangrijk. Dit is echter tijdelijk, alleen in de jaren 2012 en 2013. 

Daarnaast zet ik volop in op de verbetering van de informatievoorziening
over de zorguitgaven. In mijn brief van 4 juli zijn voor de
medisch-specialistische zorg maatregelen aangekondigd, onder andere voor
verkorting van de maximale DBC-duur, stroomlijning van de
administratieve processen, harmonisatie van de verschillende
uitgavenbegrippen, het monitoren van de informatie uit de contracten,
het inzichtelijk maken van het onderhanden werk, het ontsluiten van de
declaratie-informatie met behulp van Zorgprisma (het informatiesysteem
van Vectis) en het koppelen van de diagnose volgens de internationale
ICD-10-standaard aan de declaratie. De voorstellen leveren een bijdrage
aan de versnelling van de informatie over de ziekenhuisuitgaven, aan de
monitoring en aan de verklaring van de ontwikkelingen in de uitgaven.
Dat zijn juist ook knelpunten die de Rekenkamer benoemt in het rapport.

Wat betreft het idee van prof. Blank. De gedachte van zijn voorstel is
dat aan de hand van een klein aantal karakteristieken de prijs van de
zorg bepaald kan worden, bijvoorbeeld door een onderscheid te maken
tussen een lange of een korte opname, polikliniekbezoek of opname. Zoals
ik in mijn brief van 15 februari 2012 heb aangegeven is eenvoud een
groot goed, maar gaat deze gedachte te kort de bocht. Deze wijze van
financiering is vergelijkbaar met de oude budgetsystematiek, waarin de
prikkels om beter en doelmatiger te presteren, en betere kwaliteit voor
de patiƫnt te leveren, ontbraken.

Met de invoering van DOT is een grote slag gemaakt naar vereenvoudiging
en betere medische herkenbaarheid. Dat betekent overigens niet dat het
systeem klaar is. Ik blijf samen met het veld werken aan een
doorontwikkeling van het systeem, waar eenvoud en het tegengaan van
fraude en vergissingen onderdeel van zijn. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Leijten  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  SP ) over het openbaar maken van bezoekjes, reisjes en
lobbycontacten van ambtenaren en bewindspersonen in de afgelopen 10
jaar. 

Bij de totstandkoming van consistent beleid is het uitwisselen van
standpunten, expertise en praktijkkennis en het op uitvoerbaarheid
toetsen van beleid van essentieel belang. Dit is noodzakelijk vanwege de
complexiteit van de zorg en de samenleving waarin deze wordt geleverd. 

Ministeries hebben niet alle kennis in huis maar zoeken bij hun
beleidsthemaā€™s de dialoog met partijen die betrokken zijn bij het
beleid en die een belangrijke rol hebben bij de uitvoering ervan. Zij
beschikken immers over de praktijkkennis met betrekking tot de
uitvoering en kunnen vanuit praktijksituaties de realiteit en
effectiviteit van beleidsvoornemens inschatten en toetsen. Dit soort
activiteiten behoren tot de reguliere werkzaamheden van de ambtenaren.

Ik betrek bij mijn overwegingen bij beleid voortdurend partijen uit de
zorg (patiƫnten, zorgaanbieders, zorgprofessionals, zorgverzekeraars,
fabrikanten, deskundigen, onderzoekers etc.). Dit gebeurt aan officiƫle
overlegtafels, op meer informele basis en op basis van individuele
expertise van gesprekspartners. 

Als ik dat niet zou doen, zou mij terecht het verwijt treffen dat ik mij
zou afsluiten van de buitenwereld en van de realiteit en dat ik vanuit
een ivoren toren beleid maak.  

Zoals in de schriftelijke beantwoording is aangegeven is er geen
separate administratie, waarin wordt bijgehouden op welke wijze beleid
wordt gemaakt; bijvoorbeeld welke overleggen worden gevoerd, welke
werkbezoeken worden afgelegd, welke reizen worden gemaakt, welke
symposia en welke congressen worden bezocht. Dit betekent dat ik alle
medewerkers (en ex-medewerkers die VWS inmiddels hebben verlaten) zou
moeten laten bevragen. Momenteel werken er ongeveer 4500 mensen bij VWS.
Het verloop in de afgelopen 10 jaar is circa 10% per jaar. Dit vraagt
een enorme ambtelijke inzet. 

Extra complicerend is dat er, zoals gesteld, veel verschillende vormen
van overleg met het veld zijn die ondersteunend zijn aan de
beleidsvorming. Een symposium in een ziekenhuis gefinancieerd door het
ziekenhuis, een congres gefinancieerd door bijvoorbeeld de hartstichting
of de KWF kankerbestrijding, vallen die het onder het verzoek? Is een
congres in Coevorden anders dan een congres net over de Duitse grens in
OsnabrĆ¼ck? Of is een werkbezoek aan een Nederlands ziekenhuis anders
dan een werkbezoek aan een Belgisch ziekenhuis?; grenzen tussen al deze
vormen zijn arbitrair. In 2011 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2010-2011, nr. 1616) is, in antwoord op Kamervragen met soortgelijke
strekking van mevrouw Leijten (SP), een overzicht aan de Tweede Kamer
gestuurd over de buitenlandse dienstreizen voor de periode 2009-2010.
Deze exercitie was zeer arbeidsintensief, omdat deze reizen niet als
zodanig geoormerkt zijn in de administratie. Het lijkt mij onvoldoende
toegevoegde waarde opleveren om een dergelijke exercitie te herhalen
voor de gevraagde periode. We hebben op dit punt niets te verbergen,
maar we zetten onze ambtenaren liever in voor meer nuttige exercities.

Overigens worden alle declaraties van de politieke en ambtelijke leiding
van alle departementen maandelijks gepubliceerd vanaf 1 januari van dit
jaar.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Arno Rutte  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  VVD ) over de stap van prestatiebekostiging naar
uitkomstbekostiging.

Bij het realiseren van uitkomstbekostiging kunnen we voortbouwen op het
huidige stelsel van de curatieve zorg dat inmiddels een stevig fundament
bevat voor het bekostigen van en sturen op uitkomsten. De sector is op
de juiste weg, zoals ik ook heb geschetst in mijn brief van 19 juli 2013
over uitkomstbekostiging (TK 2012-2013 29248 nr. 255). In die brief heb
ik aangegeven dat beschikbaarheid van informatie over de kwaliteit van
zorg een essentiƫle randvoorwaarde is voor uitkomstbekostiging. De
sector staat voor de grote uitdaging om werk te maken van het vergroten
van de transparantie, het inzicht in en de vergelijkbaarheid van de
geleverde zorg. In alle sectoren werkt men daar nu hard aan.

Zo heb ik in het akkoord medisch specialistische zorg met partijen
afspraken gemaakt over het beheersen van de uitgavenontwikkeling door
onder meer bij de contractering kwaliteit, doelmatigheid en gepast
gebruik veel sterker mee te laten wegen. Het opstellen van een
gezamenlijke kwaliteits- en doelmatigheidsagenda vĆ³Ć³r het eind van dit
jaar vormt het inhoudelijke hart van het akkoord. Deze agenda zal
maximaal bijdragen aan de totstandkoming van een gedeeld beeld van wat
goede zorg is en grotere transparantie over die goede zorg. Zodra de
agenda gereed is zal ik die de Tweede Kamer doen toekomen.

In het eerstelijnsakkoord zijn de hoofdlijnen van het nieuwe
bekostigingsmodel overeengekomen dat per 1 januari 2015 wordt ingevoerd.
Binnen dit nieuwe bekostigingsmodel krijgen zorgverzekeraars en
zorgaanbieders de mogelijkheid om afspraken te maken over het belonen
van (gezondheids)uitkomsten. Onder regie van de NZa zullen partijen voor
1 maart 2014 een beperkt aantal nieuwe prestaties ontwikkelen op het
vlak van doorverwijzen, doelmatig voorschrijven, diagnostiek, service en
bereikbaarheid. Daarnaast staat het zorgaanbieders en zorgverzekeraars
vrij om ook over andere themaā€™s afspraken te maken om uitkomsten te
belonen. In de bekostiging van de nieuwe huisartsenzorg wordt een in een
zogenaamd 2e compartiment samenwerking van ketenzorg financieel beloond.

Een ander relevant traject voor uitkomstbekostiging zijn de proeftuinen
betere zorg met minder kosten. De proeftuinen bevinden zich nu in de
voorbereidende fase. Eind dit jaar levert RIVM een eerste beschrijvende
rapportage op van de verschillende initiatieven. Hierover zal ik de
Tweede Kamer dan ook informeren. Een nulmeting vindt plaats in 2014 en
de effectmeting in 2017.

In het ggz-akkoord ten slotte hebben alle partijen opnieuw hun
commitment uitgesproken voor het streven naar Ć©Ć©n taal voor kwaliteit.
Het routinematig meten van uitkomsten (ROM) van zorg is bij veel
aanbieders al standaard gebruik, maar er zijn ook nog flink veel
aanbieders die deze stap nog moeten maken.

Partijen werken momenteel een implementatieplan, ook voor de
generalistische basis ggz, voor het invoeren van ROM en het delen van
deze informatie. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Arno Rutte  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  VVD ) over het onderzoeken wat de voor- en nadelen zijn van
de introductie van meerjarige contracten tussen verzekeraar en
verzekerde (polis) in de zorgverzekeringswet.

De Zorgverzekeringswet bevat, teneinde de verzekeraar scherp te houden,
expliciet de mogelijkheid voor de verzekerde om de zorgverzekering
jaarlijks per 1 januari op te zeggen (art 7 lid 1 Zvw). Deze wettelijke
bepaling maakt het niet mogelijk de verzekerde af te houden van zijn
recht om jaarlijks van verzekeraar of polis te wisselen. Ik acht het in
het belang van de verzekerde om deze wettelijke opzegbepaling te
handhaven. Dit laat onverlet dat de verzekeraar een polis kan
ontwikkelen met een zodanige prijs-kwaliteitsverhouding dat het voor de
verzekerde aantrekkelijk is gedurende meerdere jaren zijn polis te laten
voortduren. 

Meerjarige contracten tussen verzekeraars en zorgaanbieders zijn al
mogelijk. In de praktijk blijkt dat dergelijke contracten reeds tot
stand komen. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid Arno Rutte (VVD) over welke manier
het mogelijk is goedgekeurde vaccins die niet tot het RVP worden
toegelaten tegen eigen betaling beschikbaar komen voor iedereen die zelf
in zijn gezondheid willen investeren. 

Het Rijksvaccinatieprogramma is een programma waarin vaccins zijn
opgenomen waarvan wij vinden dat iedereen die zonder kostendrempels moet
kunnen krijgen. Daarnaast zijn er vaccinaties beschikbaar die wel op de
markt zijn maar geen onderdeel uitmaken van het RVP. Tegen eigen
betaling zijn deze vaccinaties beschikbaar. Ik denk daarbij bijvoorbeeld
aan reizigersvaccins, die ook tegen eigen betaling verkrijgbaar zijn. Ik
signaleer echter wel een paar aandachtspunten, die opgepakt moeten
worden: 

vaccins die niet tot het RVP worden toegelaten zijn niet bekend bij een
breed publiek;

daardoor ontstaat geen vraag en geen goede markt;

bij artsen is ook weinig bekendheid over deze vaccins waardoor het ook
niet aangeboden wordt.

Ik werk aan een vaccinatiezorgmodel waarin alle nieuwe vaccins, dus ook
buiten het RVP, de weg naar de burger kunnen vinden. Ik neem hier de
verschillende manieren van bekostigen in mee. Tevens zal ik daarbij
aangeven op welke wijze ik wil bevorderen dat mensen objectieve
informatie kunnen krijgen over vaccins. 

In januari zal ik u hierover nader informeren.  

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Arno Rutte  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  VVD ) en kamerlid Bouwmeester (PvdA) over n  DOCPROPERTY 
ExtraMetaString05  \* MERGEFORMAT  oodzakelijke procesinnovaties om
vaste voet aan de Nederlandse zorggrond kunnen krijgen? 

Ik herken de noodzaak van procesinnovatie om de zorg anders en slimmer
te organiseren op een manier die bij deze tijd past. Dus onder andere
met de inzet van e-health. Ik wil hier de komende periode echt
prioriteit aan geven. Het belangrijkste doel daarbij is het beter
ondersteunen van patiƫnten en cliƫnten, zodat zij zelf meer regie
kunnen voeren over hun zorg en gezondheid en meer welbevinden ervaren.
Dit draagt bij aan een betere kwaliteit en doelmatigheid van zorg.

In de recent gesloten onderhandelaarsakkoorden hebben alle
ondertekenaars het belang van e-health benadrukt. Samen met deze
partijen ben ik in gesprek om afspraken te maken over de wijze waarop we
gezamenlijk de weg vrijmaken voor grootschalige inzet van e-health
toepassingen. Over de uitkomsten hiervan zal ik u informeren in de brief
over e-health en innovatie die de staatssecretaris en ik voor het einde
van het jaar zullen sturen. Daarbij richt mijn eigen inzet zich onder
andere op het bevorderen van standaardisatie om zo interoperabiliteit
van toepassingen te realiseren, het creƫren van de juiste
randvoorwaarden via bekostiging en andere wet- en regelgeving,
kennisverspreiding en het verbinden van partijen.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Van ā€˜t Wout  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag 
\* MERGEFORMAT  VVD ) over het kostenbewustzijn in de AWBZ, zodat
cliƫnten meer inzicht krijgen in de kosten van de (geleverde)
langdurige zorg.

Het is een zinvolle gedachte om het kostenbewustzijn van AWBZ-cliƫnten
te vergroten. Hierbij dient wel te worden bedacht dat in de voornemens
van het kabinet de verantwoordelijkheid van de langdurige zorg wordt
verdeeld over gemeenten, de zorgverzekeraars en de kern-AWBZ.

Bij de kern-AWBZ gaat het om sterk zorgafhankelijke cliƫnten die zeer
kwetsbaar zijn. Bij deze doelgroep gaat het dan veeleer om het
kostenbewustzijn van de omgeving van de cliƫnten (ouders,  kinderen).
Daarbij is sprake van een hoge eigen bijdrage waardoor de cliƫnt (en
zijn omgeving) periodiek wordt geconfronteerd met een bijdrage in de
kosten van de zorg.

Doel van kostenbewustzijn is ook om te voorkomen dat onnodig zorgkosten
worden gemaakt. Bij de doelgroep van de kern-AWBZ is dit minder aan de
orde.

De gedachte van de heer Van ā€˜t Wout kan vooral worden meegenomen bij
de vormgeving van de extramurale zorgleverantie, die vanaf 2015 bij
gemeente en zorgverzekeraars (Zvw) wordt belegd. Per brief van 25
oktober 2013 is aan uw Kamer gemeld hoe binnen de Zvw de zorgrekening
vanaf 2014 verbeterd wordt zodat er voor de verzekerde meer inzicht
ontstaat in zijn zorgkosten. Voor wat betreft de kern-AWBZ ga ik ā€“ met
inachtneming van het voorgaande ā€“ bezien hoe een en ander adequaat
vormgeven kan worden; bijvoorbeeld bij de afrekening van de eigen
bijdrage.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Van 't Wout  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  VVD ) over project consortiumidee, waarbij kleine
innovatieve aanbieders aan elkaar worden verbonden ?

Dit voorstel is gedaan door BTN om kleine en innovatieve aanbieders op

verschillende vlakken van zorg aan elkaar te verbinden en hen zo een
stevigere

positie te geven in het veld van aanbieders. Ik vind dat kleine
zorgondernemers een reƫle kans moeten hebben op een contract. Dit ook
omdat ik hecht aan een innovatief zorgaanbod. Zij kunnen zich desgewenst
verenigen in coƶperaties. Indien er geen sprake is van
mededingingstechnische problemen bij het voorstel van BTN ā€“ men heeft
hier nog overleg over met de ACM - lijkt het mij uitstekend om de
zorgaanbieders die samen willen werken aan lagere kosten, viaĀ  'In Voor
Zorg!' te ondersteunen bij de implementatie daarvan. 

  DOCPROPERTY  ExtraMetaString05  \* MERGEFORMAT  Antwoord op de vraag
van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \* MERGEFORMAT  Van ā€˜t Wout 
(  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \* MERGEFORMAT  VVD ) over
aandacht in opleidingen voor de noodzakelijke cultuurverandering in de
langdurige zorg (zelfredzaamheid cliƫnt).

  In de arbeidsmarktbrief van afgelopen vrijdag zetten de minister en ik
onder andere in op het investeren in de aansluiting tussen onderwijs en
arbeidsmarkt. Daarbij onderstreep ik het belang dat zorgprofessionals in
het sociale domein breder worden opgeleid en rekening houden met de
omgeving van de cliƫnt. Ook wel het zogenaamde zorg met de handen op de
rug genoemd. Ik heb samen met de minister van OCW relevante zorg- en
onderwijspartijen zoals V&VN bevraagd op welke zaken rond de aansluiting
tussen onderwijs en arbeidsmarkt extra inzet gepleegd moet worden. Met
deze partijen wordt de komende periode nader ingegaan op een uitwerking
hiervan. Voor de zomer van 2014 zal ik de Tweede Kamer hierover
informeren.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Agema  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PVV ) over het sluiten van een werkvloerakkoord in plaats
van een herfstakkoord of zorgakkoord.

Bij de totstandkoming van mijn brief over de hervorming van de
Langdurige Zorg (25 april 2013) is het zorgveld over de volle breedte
ā€“ van cliĆ«nten tot zorgverzekeraars van aanbieders tot gemeenten  -
zeer intensief betrokken via de regiegroep. Ik acht verbinding met, en
draagvlak van het veld van groot belang. Ook het zorgakkoord is tot
stand gekomen in zeer nauw overleg met betrokken partijen, dus de
werkvloervertegenwoordigers.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Klever  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PVV ) over fraudebestrijding.

Er worden geen targets benoemd in het plan van aanpak omdat de omvang
van fraude in de zorg onbekend is. Daarom heb ik de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa) gevraagd om een onderzoek te doen naar de omvang
van fraude in de Zorgverzekeringswet en de AWBZ en een analyse van de
mogelijke fraudegevoelige aspecten in het financieringssysteem, en de
mogelijke reparaties daarvan. Op 12 september heeft de Tweede Kamer
hierover een brief (28828 nr. 49) ontvangen. 

De opbrengsten uit fraudebestrijding bestaan uit twee onderdelen.
Enerzijds komen deze tot uiting in lagere zorguitgaven. De fraudeaanpak
maakt het daardoor mede mogelijk de in de hoofdlijnenakkoorden
afgesproken lagere groei van de zorgkosten te behalen. Het lagere
groeipad is verwerkt in de begroting van VWS en zal ook doorwerken in de
vaststelling van de nominale premie en derhalve via deze weg worden
teruggegeven aan de premiebetaler. 

Anderzijds bestaan deze uit de opbrengst van opgelegde boetes door de
NZa. Overigens is in de bijlage bij bovengenoemde briefĀ vermeld dat er
een business case gemaakt wordt van de voorgenomen uitbreiding van de
opsporingsdienst voor de zorg. Wanneer deze gereed is, wordt uw Kamer
nader geinformeerd. In afwachting van de uitkomst van de verkenning naar
nut en noodzaak van een opsporingsdienst voor de zorg wordt reeds extra
geĆÆnvesteerd in capaciteit bij de Inspectie-SZW. Voor de eventuele op
te richten opsporingsdienst voor de zorg geldt dat besluitvorming
plaatsvindt op basis van een businesscase. Hierbij wordt ook gekeken
naar de ervaringen die de intensivering van de activiteiten bij de
Inspectie-SZW opleveren.

 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Klever  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PVV ) over basisset uitkomstindicatoren. 

De orthopeden in Nederland nemen deel aan het Landelijk Register
Orthopedische Implantaten (LROI). Dit is een register waarin alle heup-
en knie-implantaten zijn vastgelegd.Ā De deelname aan deze
dataregistratie is een voorwaarde voor zorginkoop van heup- en
knievervangende ingrepen door zorgverzekeraars. Ik vind het belangrijk
dat dit de inzichten omtrent de kwaliteit van orthopedische implantaten
bevordert. Ā Of deze registratie zich ook leent voor het zinvol
benchmarken van instellingen, moet nog door de beroepsgroep nader
bepaald worden. Als de registratie zich daarvoor leent en dat tot
interpreteerbare gegevens leidt ben ik van mening dat die gegevens in
beginsel openbaar moeten zijn. 

Ik ga er van uit dat naast de implantatenregistratie ook andere gegevens
omtrent orthopedische en andere ingrepen een bijdrage kunnen leveren aan
het vergelijken van de kwaliteit van instellingen. Het is de rol van
professionals, verzekeraars en patiƫntenorganisaties om in overleg met
het kwaliteitsinstituut te bepalen welke indicatoren dat zouden kunnen
zijn. Uiteindelijk zullen deze indicatoren opgenomen worden in het
register van het kwaliteitsinstituut en zijn instellingen verplicht om
gegevens daaromtrent aan te leveren. 

Het kwaliteitsinstituut heeft de expliciete opdracht om
niet-onderscheidende kwaliteitsindicatoren weg te halen of op te ruimen.
Juist om een overzichtelijk set van onderscheidende indicatoren die
inzicht geven in de kwaliteit (-sverschillen) zal transparantie geven. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Klever  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PVV ) over garantiesysteem in de zorg.

Het is thans al mogelijk voor zorgverzekeraars om tijdens de zorginkoop
afspraken te maken met instellingen over de vraag wie er
verantwoordelijk is voor de kosten als de ingreep niet het beoogde
resultaat heeft. De ruimte hiervoor bestaat al binnen het kader van
deĀ Zorgverzekeringswet en is daarmee verankerd in wet- en regelgeving.
Ik vind het van belang dat zorgverzekeraars de mogelijkheden die zij
hebben om door inkoop op kwaliteit te letten, ten volle benutten. Het
invoeren van een garantiesysteem als gevolg van verdergaande afspraken
van zorgverzekeraars en zorgaanbieders is dus al mogelijk. Het is een
verantwoordelijkheid van veldpartijen zelf om van deze mogelijkheid
gebruik te maken. En zich zo positief te onderscheiden voor hun
verzekerden

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Klever  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PVV ) over  financiƫle arrangementen met farmaceutische
bedrijven.

Zoals ik u in eerdere brieven heb geĆÆnformeerd, wil ik bij het besluit
over opname in het pakket van dure geneesmiddelen een prijsarrangement
kunnen afsluiten met de leverancier van het geneesmiddel. Zo kan ik
innovatieve maar dure geneesmiddelen tegen lagere kosten toegankelijk
maken voor de patiƫnt. Deze arrangementen worden selectief en
terughoudend toegepast, alleen bij geneesmiddelen die hoge kosten met
zich meebrengen en waarbij artsen, zorgverzekeraars en ziekenhuizen nog
weinig prijsdruk kunnen uitoefenen, bij gebrek aan alternatieven.

Om deze arrangementen mogelijk te maken wordt een daarop toegesneden
eenheid ingericht. Op dit moment bezie ik nog hoe deze organisatie wordt
ingericht en hoe de initiatie, onderhandeling en uitvoering van deze
arrangementen op zorgvuldige en transparante wijze ingebed kan worden in
het besluitvormingsproces voor de vergoeding van nieuwe geneesmiddelen.
Zoals ik u eerder heb toegezegd ontvangt u van mij naar verwachting voor
het einde van het jaar hierover een brief.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bouwmeester  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over  gelijkblijvende sociaal-economische
gezondheidsverschillen in 2030. 

We hebben in het NPP realistische doelen geformuleerd. Gezien de
hardnekkige problematiek, de ervaringen in binnen- en buitenland en de
vele factoren die erop van invloed zijn, hebben we de doelstelling in
het NPP om de sociaal-economische gezondheidsverschillen niet te laten
stijgen  in 2030 voorzichtig geformuleerd. We hebben echter wel de
ambitie om de komende jaren stevig te blijven inzetten op de verbetering
van de gezondheid van mensen met een lage opleiding en laag inkomen. Dit
vergt een integrale, lokale aanpak gericht op de directe leefomgeving
van mensen. In veel gemeenten worden wijkgerichte aanpakken ontwikkeld,
steeds vaker in samenwerking met verzekeraars. Het gaat vooral om
buurten met hoge zorgkosten en een slechtere gezondheid. Landelijke
ondersteuning vindt plaats via diverse programmaā€™s zoals Healthy
Pregnancy 4 all, Sport en bewegen in de buurt, buurt-sportcoaches,
Gezond in de stad (GIDS)-gelden, de Gezonde wijk aanpak en Jongeren op
Gezond Gewicht (JOGG). Ook binnen de zorg, gezonde school programmaā€™s
en in het actieplan gezond bedrijf is er aandacht voor specifieke
risicogroepen waar extra gezondheidswinst te halen is. Daarnaast zijn
algemene maatregelen, vooral in de sfeer van gezondheidsbescherming
(zoals minder zout en verzadigde vetten in voeding en verhoging van
leeftijdsgrenzen voor alcohol en tabak), ook vooral bedoel om extra
gezondheidswinst te realiseren bij risicogroepen. De resultaten van deze
aanpak zullen op langere termijn duidelijk worden.

 Als tussendoelen hebben wij afspraken opgenomen over wat we per
activiteit willen bereiken in het driejarig programma. Bij de evaluatie
van die afspraken na afloop van het programma en bij het uitkomen van
nieuwe VTV gegevens zal bekeken worden of er aanleiding is om de
langjarige doelen bij te stellen. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bouwmeester  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over proeftuinen

In alle negen proeftuinen staat het verbeteren van de gezondheid van de
populatie, naast het verhogen van de zorgkwaliteit en de vermindering
van de kosten, centraal. Om deze doelen te realiseren zullen partijen
afspraken maken waarbij veelal gebruik gemaakt wordt van bestaande
bekostigingsystemen, al dan niet in combinatie met shared savings
afspraken. De proeftuinen bevinden zich nu in de voorbereidende
(contracterings-)fase (zie kamerbrief 17 oktober 2013). Een nulmeting
vindt plaats in 2014 bij de feitelijke start van de proeftuinen. Op dit
moment is er daarom nog geen sprake van (gezondheids-)uitkomsten die
worden bekostigd, maar er wordt naar toe gewerkt. Eind dit jaar wordt er
een eerste beschrijvende rapportage opgeleverd van de verschillende
initiatieven. De effectmeting zal in 2017 worden uitgevoerd.

 

Wellicht de belangrijkste succesfactor voor de proeftuinen is een door
alle betrokken partijen (zorgaanbieders, zorgverzekeraars,
zorggebruikers) gedeelde ambitie en doelstelling, en een innovatieve en
proactieve instelling van alle deelnemers. Verder is het zo dat er bij
alle proeftuinen sprake is van initiatieven die in de verschillende
regioā€™s uit eigen beweging zijn ontstaan. Er is hierbij derhalve geen
sprake van regie voeren vanuit de overheid, wel ondersteun en volg ik de
proeftuinen actief. 

Dit neemt niet weg dat er in de diverse regioā€™s belemmeringen en/of
perverse prikkels kunnen worden ervaren. In een eerste bijeenkomst met
de initiatiefnemers noemden zij bijvoorbeeld de gevolgen van substitutie
van tweede naar eerste lijn voor het Budgettair Kader Zorg (hierover
zijn inmiddels afspraken gemaakt in het akkoord met de eerste lijn 2014
tot en met 2017), de mogelijke knelpunten ten aanzien van mededinging in
het geval van voorkeursleveranciers, de mogelijkheden voor de inzet van
shared savings, het volgbeleid van verzekeraars en de mogelijkheden om
zorg over de grenzen van de verschillende domeinen vorm te geven. Om de
processen rond de proeftuinen bij eventuele belemmeringen te versnellen
zorg ik voor korte lijnen met relevante overheidsinstanties zoals het
CVZ, de NZa en de ACM

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bouwmeester  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over het afspreken van een tijdpad met het veld over
het meetbaar maken van kwaliteit zodat de Kamer de voortgang kan volgen.

Ik heb met de Orde van Medisch Specialisten en de NPCF afgesproken dat
zij de leiding nemen om samen met de ziekenhuizen en verzekeraars te
komen tot een gezamenlijke en integrale doelmatigheids- en
kwaliteitsagenda die in het akkoord medisch specialistische zorg is
afgesproken. Daarbij vind ik het van groot belang dat deze agenda
betekenisvol verder gaat dan een beschrijving van lopende initiatieven
en dat er een doorlichting plaatsvindt van alle bestaande richtlijnen om
te bepalen waar mogelijkheden zijn tot aanscherping. Daarnaast zou wat
mij betreft inzicht moeten worden geboden in het besparingspotentieel
Ć©n zouden, zoals gevraagd door het lid Bouwmeester, in de agenda
concrete acties moeten worden verbonden aan een (lange)termijnplanning
die mijlpalen en doelstellingen bevat. Monitoring van gepast gebruik en
daaraan gekoppeld prikkels die gepast gebruikt stimuleren en
consequenties verbinden aan geen gepast gebruik maken daar onderdeel
vanuit. Zodra de agenda gereed is zal ik die de Tweede Kamer doen
toekomen, zodat de Tweede Kamer de voortgang kan volgen.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bouwmeester  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over de publieke verantwoording van zorgverzekeraars
over hoe zij inkopen, hun premiegelden besteden en hoe zij
gezondheidswinst beogen en behalen.

Transparantie over inkoopcriteria en de besteding van premiegelden horen
bij een transparant stelsel. Een verzekerde moet hier inzicht in kunnen
hebben, om op die manier een goed onderbouwde keuze voor een
zorgverzekeraar te kunnen maken. Het onderbouwen en inzichtelijker maken
van de kwaliteit van de ingekochte zorg is work in progress, waarin
inmiddels verbetering zichtbaar is. Zo zijn er inmiddels verzekeraars
die op hun websites open zijn over hun inkoopcriteria in Ć©Ć©n of
meerdere segmenten van de zorg. Met de door mij voorgestelde wijziging
van artikel 13 Zvw zullen zorgverzekeraars een wettelijk worden
gedwongen om uiterlijk zes weken voor het begin van het nieuwe
verzekeringsjaar bekend te maken welke zorgaanbieders gecontracteerd
zijn. Voor wat betreft de transparantie van de besteding van
premiegelden en winst, hebben zorgverzekeraars toegezegd dat zij hun
websites en andere communicatiemiddelen zullen inzetten om hierin
inzicht te geven. Overigens zijn zorgverzekeraars onder bestaande wet-
en regelgeving reeds verplicht om transparant te zijn over financiƫle
informatie, welke aangeleverd moet worden aan de Kamer van Koophandel en
De Nederlandsche Bank. Deze informatie is reeds grotendeels openbaar.
Ook geeft de Nza marktscaninformatie over de ontwikkelingen in de
zorgsector en de rol van de verzekeraars daarin.  

Ik ga ervan uit dat verzekeraars de komende jaren nog meer werk maken
van transparantie van hun inkoopproces, besteding van premiegeld, maar
ook voor wat betreft de service richting klanten en beoogde danwel
behaalde gezondheidswinst. Omdat dit het vertrouwen in de rol van
zorgverzekeraars kan vergroten, hebben zorgverzekeraars hier zelf belang
bij. Het zijn tevens belangrijke aspecten in de concurrentieslag om de
verzekerde. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bouwmeester  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over over goed gedrag van een zorgverzekeraar. 

In de eerst plaats is van belang dat verzekeraars maximaal gestimuleerd
worden om te bewerken dat zorg rechtmatig en doelmatig is. Daarom heb ik
er voor gezorgd dat ā€“ door afschaffing ex post compensaties ā€“
verzekeraars deze kabinetsperiode volledig risicodragend worden, zodat
zij volledig de gevolgen van hun inspanningen op het gebied van het
tegengaan van fraude en verspilling ondervinden. 

In het bestuurlijk akkoord medisch specialistische zorg heb ik met
partijen onder meer afspraken gemaakt over het belang van keuzevrijheid
voor patiƫnten en een gelijk speelveld als het gaat om de zorginkoop
door de zorgverzekeraars. Dat betekent geen gelijke uitkomst, maar wel
een gelijke startpositie. Hierbij is als randvoorwaarde genoemd dat
gelijkwaardige aanbieders (bestaande en nieuwe) een gelijkwaardige
toegang moeten hebben tot de verdeling van middelen en dat informatie
over de ingekochte zorg vĆ³Ć³r 19 november van jaar t-1 beschikbaar is
voor patiƫnten. Deze randvoorwaarde maken ook deel uit van het
wetsvoorstel verticale integratie. Ook onderschrijven alle partijen dat
het inkoopproces open en transparant moet zijn.

Verder is er wat betreft ā€˜goed verzekeraarschapā€™ een ā€˜Gedragscode
goed verzekeraarschapā€™ waarin  zorgverzekeraars duidelijkheid geven
over hoe zij zich richting verzekerde en zorgaanbieder maatschappelijk
verantwoord behoren te gedragen. De code geeft aan wat de branche van
zorgverzekeraars als juist gedrag ziet en waar partijen met eventuele
klachten over zorgverzekeraars terecht kunnen (SKGZ, burgerlijke
rechter, medische tuchtcolleges). Verzekeraars verantwoorden zich
hierover richting de NZa. 

Wat betreft het opstellen als fatsoenlijk onderhandelingspartner heeft
de NZa een handreiking geformuleerd (Good Contracting Practices) waarin
zij de voornaamste knelpunten bij het contracteren met vrije
beroepsbeoefenaren in kaart hebben gebracht en aanbieders en
zorgverzekeraars aangeven hoe die opgelost kunnen worden. De NZa
verwacht dat partijen zich aan de geschetste kaders houden. Indien dat
niet gebeurt kan de NZa optreden door nadere regels te stellen.

Signalen van fraude worden door zorgverzekeraars en zorgkantoren gemeld
bij het Kenniscentrum Fraude van ZN. Het Kenniscentrum geeft deze
signalen door aan het Landelijk Verzamelpunt van de NZa. Of het wordt
bestuursrechtelijk door de NZa afgedaan of strafrechtelijk door het OM. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bouwmeester  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over  beparingen in de zorg.

Ik hecht zeer aan een goede informatievoorziening over de zorg. Ik heb
daarom ook de stuurgroep Verbetering Informatievoorziening Zorguitgaven
ingesteld. Die heb ik de opdracht meegegeven om de informatievoorziening
over de zorguitgaven te versnellen, om de monitoring te verbeteren en om
beter zicht te krijgen in de verklaring van de ontwikkelingen. Over de
werkzaamheden en de bereikte resultaten van de stuurgroep heb ik u in
mijn brief van 4 juli 2013 een eerste tussenrapportage gestuurd. Ten
aanzien van de versnelling van het beeld over de uitgaven heb ik de NZa
opdracht gegeven de maximale duur van een DBC te verkorten van 365 dagen
naar 120 dagen. Daarmee wordt een versnelling van 8 maanden
gerealiseerd. Op dit moment wordt de haalbaarheid van andere voorstellen
onderzocht, bijvoorbeeld de mogelijkheid om een uniform begrip voor de
uitgaven te hanteren voor VWS, verzekeraars en instellingen voor de
toepassing van het BKZ, de toepassing van het Macro Beheersinstrument en
de risicoverevening.

Voor de monitoring van de uitgaven wordt nu binnen de GGZ het totaal aan
contracten tussen instellingen en verzekeraars door de NZa aan VWS
verstrekt, waardoor al aan het begin van het jaar een indicatie bestaat
over de te verwachten uitgaven. Onderzocht wordt of een dergelijk
systeem ook voor de medisch-specialistische sector kan worden ingevoerd.
Ten aanzien van het verkrijgen van verklarende informatie over de
zorguitgaven loopt nu een test om die informatie via Zorgprisma (het
informatiesysteem van Vektis) te benaderen. De test geldt voor de
sectoren GGZ, medisch- specialistische zorg en de huisartsen. Als de
test positieve resultaten oplevert, zullen meer sectoren worden
ontsloten.Ā  Op deze manier wil ik bereiken dat er eerder een beeld is
van de ontwikkeling van de zorguitgaven en dat we ook weten welke
ontwikkelingen daarachter zitten. Daarnaast krijgt dit thema in het
traject van de intensivering van de fraudebestrijding aandacht.

In het akkoord medisch-specialistische zorg van deze zomer is bovendien
afgesproken dat partijen een kwaliteits- en doelmatigheidsagenda
medisch-specialistische zorg zullen opstellen. Ook het thema gepast
gebruik krijgt een plek binnen deze agenda. Een voorbeeld van een
initiatief voor meer doelmatigheid dat een plaats zal krijgen in deze
agenda is het ZN-programma 'Zinnige zorg, zuivere rekening', dat eind
augustus is gepubliceerd en waarin ZN ten aanzien van ongepast gebruik
aangeeft dat voor de gehele keten in kaart wordt gebracht waar mogelijke
oorzaken zitten van ongepaste zorg, oneigenlijk gebruik en/of misbruik
en hoe die kunnen worden aangepakt. Zodra de agenda gereed is zal ik
deze aan Uw Kamer aanbieden.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bouwmeester  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over het sturen op de omslag van investeren in
gezondheid in plaats van het vullen van bedden.

Dit raakt rechtstreeks aan de kern van de afspraken die in de
verschillende sectorakkoorden gesloten zijn. Om de verlaagde
uitgavengroei te realiseren, zetten alle betrokken partijen immers in op
maatregelen die de doelmatigheid en de kwaliteit van de zorg verbeteren.
Dat vertaalt zich onder meer in het verschuiven van zorg van de medisch
specialisten naar de huisarts, en van de huisarts naar zelfzorg.
Daarnaast zullen medische richtlijnen en zorgstandaarden strakker worden
toegepast, waardoor de behandelingen worden gegeven naar de maatstaven
van de medische sector zelf. Ook komt er meer transparantie over
kwaliteit en kosten van de zorg. Kortom, alle gesloten akkoorden en de
daarin vervatte maatregelen zijn er uiteindelijk op gericht om de omslag
te maken van productie (ā€˜bedden vullenā€™) naar kwaliteit en
doelmatigheid. 

Ten aanzien van het door het lid Bouwmeester gesignaleerde risico dat
vĆ³Ć³r het eind van het jaar het geld bij zorgaanbieders op zou kunnen
zijn merk ik ten eerste op dat partijen zich in alle akkoorden
gecommitteerd hebben om de zorg binnen de geldende Treeknormen te
blijven leveren, waarmee wordt voorkomen dat wachtlijsten ontstaan of
zullen oplopen. Daarnaast staat het verzekeraars en aanbieders vrij om
afspraken te maken over een doorleverplicht in geval er sprake is van
het bereiken van vooraf vastgestelde lumpsum- of plafondafspraken
waarmee dit risico ondervangen kan worden. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bouwmeester  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over Centraal informatiepunt, waar alles over zorg
te vinden is.

Het verbeteren van de informatievoorziening voor zorgvragers is voor mij
een speerpunt. Ik vind ook dat er een centraal informatiepunt moet zijn
en  dat betrouwbaar en goed te vinden is. Daarom is kiesBeter een van de
integratiepartners van het voorgenomen Kwaliteitsinstituut. Door het CVZ
wordt op dit moment gewerkt aan een nieuwe website die vanaf 1 januari
2014 kiesBeter gaat vervangen. Waar mogelijk wordt op de nieuwe site
doorgelinkt naar sites die zich richten op specifieke zorgvragen en waar
aanvullende informatie te vinden is over kwaliteit van zorg, zoals
bijvoorbeeld www.zorgkaartnederland.nl,  HYPERLINK "http://www.igz.nl"
www.igz.nl ,  HYPERLINK "http://www.rivm.nl" www.rivm.nl ,  HYPERLINK
"http://www.gezondheidsraad.nl" www.gezondheidsraad.nl  etc.

Antwoord op de vraag van het Kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bouwmeester  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) en het kamerlid Dik-Faber (CU) over  Zorgatlas.

In het akkoord medisch specialistische zorg is afgesproken dat er een
kwaliteits- en doelmatigheidsagenda door de ondertekenende partijen
wordt opgesteld. Het verbeteren van kwaliteitstransparantie is een
belangrijk onderdeel van die agenda. Dat is belangrijk want patiƫnten
hebben een steeds belangrijker rol als gesprekspartner voor de arts
(keuze behandeling, gezamenlijke besluitvorming), voor de instelling
(kwaliteit van zorg en dienstverlening) en voor de zorgverzekeraar
(keuzes selectieve inkoop).

Ik bezie de Zorgatlas binnen de totstandkoming van de gezamenlijke
kwaliteits- en doelmatigheidsagenda als een belangrijke ontwikkeling en
ben blij dat er rond de Zorgatlas een samenwerking is ontstaan tussen de
NPCF en het Kwaliteitsinstituut zodat er niet allemaal verschillende
lijstjes op internet verschijnen waardoor patiƫnten de weg kwijtraken.

Ik steun de Zorgatlas met een subsidie. Ik heb begrepen dat de NPCF 2
weken geleden een informatieverzoek heeft ingediend bij Vektis en in
afwachting is van het besluit van de commissie Kwaliteit van ZN. Ik zie
met belangstelling uit naar het besluit. Vorige week heb ik uw Kamer
geĆÆnformeerd over de uitwerking van de motie van de leden Dijkstra en
Voortman over open data. Ik betrek bij de uitwerking daarvan ook ZN en
Vektis om na te gaan onder welke voorwaarden ā€“ bijvoorbeeld die van
strikte privacy ā€“ gegevens openbaar gemaakt kunnen worden, zodat die
gebruikt kunnen worden voor onder meer de Zorgatlas.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bouwmeester  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over shared decision making. 

Ik deel het streven van de PvdA om toe te gaan naar ā€˜shared decision
makingā€™. Voor gezamenlijke besluitvorming en zelfzorg is vooral een
mentaliteitsverandering nodig bij alle betrokken, zowel bij de patiƫnt
als de zorgverlener. In dit kader stuur ik u binnenkort mijn reactie op
het advies van de RVZ over de participerende patiƫnt, waarin ik een en
ander nader zal toelichten. 

Ik zie dat partijen in het veld hun verantwoordelijkheid hier oppakken.
Zie bijvoorbeeld de campagne ā€˜verstandig kiezenā€™ van de Orde van
medisch specialisten samen met ZonMW en met betrokkenheid van de NPCF en
het manifest van patiĆ«ntenorganisaties: ā€˜een meedenkende patiĆ«nt is
een goedkope(re) patiĆ«ntā€™. 

Ik heb de NZa gevraagd onderzoek te doen naar de ruimte voor een ā€˜goed
gesprekā€™ in de bekostiging. De NZa concludeert dat de huidige
bekostiging reeds ruimte biedt, maar gebleken is dat deze ruimte
onvoldoende wordt benut, omdat er niet een herkenbare zorgactiviteit
voor kan worden geregistreerd. De NZa gaat dit vanaf 1 januari 2014
mogelijk maken. Dat maakt het voor aanbieders en verzekeraars
makkelijker om afspraken te maken hierover.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bouwmeester  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over de mogelijkheid een regeling voor tolken te
maken op basis van de kwaliteitsnorm van het veld.

Mensen die in Nederland wonen hebben een eigen verantwoordelijkheid om
de Nederlandse  taal te kunnen spreken. Als zij de Nederlandse taal niet
machtig zijn, zullen zij in eerste instantie zelf moeten zoeken naar
oplossingen door bijvoorbeeld een mantelzorger of familielid mee te
nemen of zelf een professionele tolk te betalen. Bij specifieke
doelgroepen kunnen zich evenwel situaties voordoen waarbij niet verwacht
mag worden dat zij de Nederlandse taal spreken of kunnen voorzien in een
(professionele) tolk. Om die reden is van overheidswege nog steeds
financiering mogelijk van tolken voor asielzoekers in een
asielzoekerscentrum, cliƫnten van de vrouwenopvang en slachtoffers van
mensenhandel. 

De KNMG is van opvatting dat er zich ook andere situaties kunnen
voordoen waarbij de overheid een rol zou moeten nemen in de financiering
van tolken. De KNMG gaat nader onderzoeken welke specifiek af te bakenen
groepen dit zijn. 

Ik ga ervan uit dat de KNMG alle relevante kwaliteitsnormen bij haar
onderzoek betrekt, inclusief de in ontwikkeling zijnde kwaliteitsnorm
ā€˜tolkgebruik bij anderstaligen in de zorgā€™ Ik wacht de resultaten
van het onderzoek af en zal u daarna nader informeren. Ik wil hiermee
overigens niet de indruk wekken dat ik de eerder afgeschafte regeling
wil herroepen. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Van Dijk  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over wijkzorg. 

Het klopt dat steeds meer thuiszorgorganisaties gaan werken met
kleinschalige zelfsturende teams in de wijk. De zorg wordt hierdoor
beter afgestemd op de wensen en de eigen mogelijkheden van de cliƫnt of
zijn omgeving. Uit de ervaring van het project regelarme zorg en andere
organisaties die op deze manier zijn gaan werken, blijkt dat deze manier
van werken over het algemeen doelmatiger is en leidt tot hogere
tevredenheid bij cliƫnt en medewerker.

Bij de vormgeving van de aanspraak ā€˜Thuisverplegingā€™ in de Zvw wordt
aangesloten bij de genoemde ontwikkeling. De huidige productgerichte
benadering wordt omgezet naar een cliƫntgerichte benadering. Er komt
Ć©Ć©n integrale aanspraak waarbinnen de professionals zelf bepalen welke
zorg een cliƫnt nodig heeft. De indicatiestelling in functies en
klassen vervalt. De Nza werkt momenteel aan een advies over de
bekostiging en zal dit half november opleveren. De huidige
productieprikkel in de bekostiging vervalt en de bekostiging wordt
zodanig ingericht dat ontzorgen wordt gestimuleerd en de aanbieder de
zorg zo doelmatig mogelijk kan inzetten. Ook wordt belonen op
(gezondheids)uitkomsten mogelijk. Zorgverzekeraars krijgen daarmee meer
instrumenten dan de zorgkantoren om ruimte te bieden aan zorgaanbieders
om te komen tot een wijkgerichte aanpak. Naast de veranderingen in de
aanspraak en de bekostiging ben ik met zowel verzekeraars als aanbieders
in gesprek over de voorbereiding van de sector op deze veranderingen
(bijvoorbeeld via ā€˜In voor zorgā€™).

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Van Dijk  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over het verspreiden van goede voorbeelden.  

In het Transitiebureau werk ik samen met de VNG en gemeenten, om
gemeenten, aanbieders en cliƫntorganisaties te ondersteunen bij de
decentralisatie naar gemeenten. Onlangs hebben de gemeenten Eindhoven,
Leeuwarden en Enschede in samenwerking met het Transitiebureau een
waardevolle handreiking over de ontwikkeling van sociale wijkteams
uitgebracht. Het uitbrengen van handreikingen met mogelijke modellen en
varianten is Ć©Ć©n van de instrumenten die het Transitiebureau inzet om
goede voorbeelden uit het land te verspreiden en de werkbare elementen
daaruit verder te brengen. Hierin trekken de Transitiebureaus Wmo en
Jeugd ook gezamenlijk op. Ook starten er zeer binnenkort proeftuinen
voor de hervorming van de langdurige zorg, waarin partijen met elkaar op
zoek gaan naar een andere en betere aanpak om te komen tot ondersteuning
voor burgers. Ook de lessen daaruit zal ik naar alle gemeenten
verspreiden. 



Antwoord op de vraag van het Kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Van Dijk  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over de

voortgang samenwerking gemeenten en zorgverzekeraars. 

Ik vind het cruciaal dat samenwerking gemeenten en zorgverzekeraars
wordt geborgd.Ā Ik zal in een brief, die ik binnenkort naar de Kamer zal
verzenden en waarin ik een nadere uitwerking geef van de hervorming van
de langdurige zorg, aangeven op welke wijze ik deze motie zal uitwerken.
Deze samenwerking gaat verder dan alleen het aanvullen of wijzigen van
wet- en regelgeving zoals de WMO. Onlangs hebben ongeveer 200
gemeenteambtenaren en medewerkers van acht zorgverzekeraars deelgenomen
aan een masterclass over de samenwerking. Dergelijke vruchtbare
contacten en afspraken tussen gemeenten en zorgverzekeraars wil ik samen
met de VNG en ZN verder ondersteunen en blijven stimuleren. We hebben de
afgelopen periode hiervoor met elkaar de belangrijkste themaā€™s voor de
samenwerking op een rij gezet. Deze worden op dit moment in het kader
van de transitie door ZN en de VNG verder uitgewerkt. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Van Dijk  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over een onafhankelijke kwaliteitsmonitor,
uitgevoerd door cliƫnten- en patiƫntenbeweging.

Allereerst wil ik benadrukken dat cliƫnten- en patiƫntenorganisaties
zeer goed betrokken zijn bij de ontwikkeling en doorontwikkeling van de
huidige kwaliteitskaders. Die betrokkenheid is nu ook wettelijk geborgd
in het Kwaliteitsinstituut. Professionele standaarden, richtlijnen,
indicatoren zullen niet de goedkeuring van het Kwaliteitsinstituut
krijgen als het patiƫnten- en cliƫntenperspectief niet of niet
voldoende is meegenomen. 

Ik steun de heer Van Dijk in de wens om bij het monitoren van de
kwaliteit tijdens de transitie, cliƫnten hierbij een belangrijke rol te
bieden. Ik ben met de cliƫntenorganisaties (o.a. CG-Raad, NPCF,
platform VG, platform GGZ, MEZZO, PerSaldo, PCOB) in gesprek om te
verkennen hoe  de HLZ-brede transitie voor cliƫnten ondersteund kan
worden door een apart onderdeel aan 'In Voor Zorg!' toe te voegen. Het
gaat dan ten eerste om voorlichting aan en dialoog met mensen, en ten
tweede om het signaleren van wat er gebeurt. Op dit moment werken de
cliƫntenorganisaties op mijn verzoek gezamenlijk een voorstel daartoe
uit. 

Bij deze activiteiten zullen signalen over de gang van zaken bij de
transitie naar voren komen. Het kan signalen betreffen over de voortgang
bij gemeenten, zorgkantoren, zorgverzekeraars, zorgaanbieders en waarin
mensen / cliƫnten zelf in staat blijken om samen met hun omgeving en
eventueel professionals tot oplossingen te komen. Deze signalen zijn
weer voeding voor het programma zelf, maar leveren ook waardevolle
beleidsinformatie voor VWS op.

Overigens loopt al sinds 2012 in verband met de transitie van taken van
de AWBZ naar de Wmo het programma Aandacht voor Iedereen. Bij dit
programma zijn de volgende landelijke organisaties betrokken: CG-Raad,
CSO, Koepel Wmo-raden, LPGGz, Mezzo, NPCF, Oogvereniging, Per Saldo,
Platform VG, VCP en Zorgbelang Nederland. Een belangrijk onderdeel van
het programma is de Raadpleging Zorg naar gemeenten die verandering voor
cliƫnten en mantelzorgers in beeld brengt. De resultaten van de eerste
raadpleging komen binnenkort beschikbaar.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Van Dijk  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over contractering door zorgkantoren van innovatieve
zorgverleners.

Uit de voorbeelden die de heer Van Dijk noemt blijkt dat de zorgkantoren
ook oog hebben voor innovatieve zorgverleners en daarom contracten zijn
aangegaan met Arduin en Meander.

Ook andere aanbieders die kunnen aantonen dat zij de zorg innovatiever
of doelmatiger uitvoeren,  kunnen door het zorgkantoor worden
gecontracteerd.

Daarbij letten zorgkantoren ook op waarborgen met betrekking tot
zorgcontinuĆÆteit. Jaarlijks spreek ik de zorgkantoren aan op hun beleid
in deze.

Daarnaast heb ik een afzonderlijk budget gecreƫerd voor de
contractering van ZZP-ers (zelfstandigen zonder personeel). Via dit
budget wordt ook een toenemend aantal zelfstandigen gecontracteerd.

Antwoord op de vraag van het Kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Van Dijk  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdA ) over maximale overheadpercentages en maximale
reserves.

Ik ben het met de heer van Dijk eens dat teveel of onnodige overhead
noet wenselijk is. Geld moet zoveel mogelijk aan zorg worden besteed.
Gemiddeld gesproken scoort de overhead bij zorginstellingen ten opzichte
van andere sectoren niet slecht, maar er zijn grote verschillen. 

Ik ben bereid om met de gemeenten, verzekeraars, zorgkantoren en de
sector te overleggen of via benchmarking en/of een sectorcode, dan wel
via de ontwikkeling van verkoopvoorwaarden, een verdere impuls tot
beperking van overhead kan worden bewerkstelligd.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bruins Slot  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CDA ) over de benodigde stappen om zelfmanagement te
bevorderen.

Veranderingen in maatschappij en gezondheidszorg zorgen ervoor dat
burgers beter zijn geĆÆnformeerd, meer invloed willen op hun leven en
daarmee ook op hun zorg en gezondheid. Het in de praktijk aansluiten bij
deze zelfmanagement ontwikkelingen vraagt een andere manier van werken
van zorgaanbieders, een grotere betrokkenheid van burgers en ander
inkoop gedrag van gemeenten en zorgverzekeraars. Ook de overheid zal
bijdragen door te zorgen dat het systeem ruimte biedt voor deze nieuwe
vormen van zorg.

Het realiseren van meer zelfmanagement is ook de voornaamste reden dat
ik zo sterk wil inzetten op e-health, dat is daarvoor namelijk een
belangrijk instrument. Ik voer op dit moment gesprekken met de partijen
waarnaar het CDA refereert. Met verzekeraars en eerstelijns organisaties
spreek ik om gezamenlijk de benodigde stappen te definiƫren en in gang
te zetten. Ook zijn er met de partijen in de GGZ-sector in het kader van
het bestuurlijk akkoord afspraken gemaakt over zelfmanagement van
patiƫnten met psychische problematiek. Ik ben zeker bereid om de
gezamenlijke agenda, afgesproken met de professionals/ beroepsgroepen,
instellingen, patiƫnten en verzekeraars vol energie en met grotere
verantwoordelijkheid op te pakken. We hebben hierover intensief contact.
Begin volgend jaar komen wij met een brief over e-health, waarin
zelfmanagement een rol speelt. 

 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bruins Slot  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CDA ) over enorme gezondheidswinst met leefstijlverandering
te behalen valt. 

Het nationaal programma preventie kiest bij gezondheidsbevordering onder
de noemer ā€˜Gezondheid dichtbij, vitale mensen in een gezonde
omgevingā€™ duidelijk voor drie domeinen naast het bestendigen van de al
langer bestaande speerpunten. Een levensloopbenadering is hierbij
weliswaar niet het eerste vertrekpunt, maar wel is juist binnen deze
domeinen veel ruimte en aandacht voor verdere gezondheidswinst bij
ouderen. Dat geldt met name bij het wonen en leven in een gezonde wijk
en bij preventie in de zorg. Daarnaast kunnen alle partijen met hun
activiteiten aansluiten bij het NPP en ANBO en Unie KBO worden hiertoe
van harte uitgenodigd.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bruins Slot  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CDA ) over  uitkomstbekostiging.

In veel sectoren binnen de eerste lijn is er in de bekostigingssystemen
ruimte om te belonen op uitkomsten. Dit geldt in ieder geval voor de
sectoren waarvoor vrije tarieven gelden zoals de farmaceutische zorg en
de fysiotherapie. Ook sectoren die een ā€˜max-maxā€™-tarief kennen
(zoals de mondzorg), hebben ruimte hiervoor. 

Daarnaast zal ik per 1 januari 2015 een nieuw bekostigingsmodel voor de
huisartsenzorg en de multidisciplinaire zorg invoeren waarbij
zorgverzekeraars en zorgaanbieders de mogelijkheid krijgen om afspraken
te maken over het belonen op uitkomsten. Deze uitkomsten kunnen divers
zijn en zowel gericht zijn op het proces (bijv. deelname aan benchmark,
spiegelinformatie), op de gezondheid, maar ook substitutie en
patiƫnttevredenheid betreffen.

Het belonen van uitkomsten zal ook deel uit maken van het
bekostigingsmodel voor de verpleging onder de Zorgverzekeringswet,
waarover de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) mij in november zal
adviseren. 

Zo heb ik bijvoorbeeld in het akkoord met de eerste lijn afgesproken dat
partijen, onder regie van de NZa, voor 1 maart 2014 een beperkt aantal
nieuwe prestaties ontwikkelen op het vlak van doorverwijzen, doelmatig
voorschrijven, diagnostiek, service en bereikbaarheid. Het Nederlands
Huisartsen Genootschap (NHG) werkt, samen met zorgverzekeraars en de
NZa, aan de ontwikkeling van indicatoren bij deze prestaties. Dit zal de
uitkomstbekostiging bespoedigen.

 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bruins Slot  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CDA ) over onderzoek naar administratieve lasten in de
zorgsector .

Net als de CDA fractie vinden de staatssecretaris en ik het van groot
belang om in te zetten op zorgverlening en om overbodige bureaucratie
zoveel mogelijk te beperken. Ik ga hieronder in op de curatieve sector.
De staatssecretaris zal in de beantwoording van de specifieke vragen van
het lid Keijzer ingaan op het verlagen van regeldruk in de langdurige
zorg. 

Ik zet me in om te komen tot een stelsel, waarbij gestandaardiseerde 
informatie ontsloten wordt uit het primaire proces, en waarbij deze
informatie bovendien beschikbaar is voor relevante partijen als
patiƫnten, zorgverzekeraars en toezichthouders. Ik heb uw Kamer daar,
met de toezending van de brief ā€˜Een duurzaam informatiestelsel voor de
zorgā€™ van 23 oktober 2013, recentelijk nog over geĆÆnformeerd.

Ik acht het daarbij relevant dat een dergelijk stelsel gedragen wordt
door alle (uitvoerende) partijen. Zij vervullen daarom ook een zeer
belangrijke rol bij de activiteiten bij de totstandkoming hiervan. Die
betrokkenheid is terug te zien bij de ā€˜Meerjarenagenda
Zorginformatieā€™, die tot stand is gekomen op basis van een intensieve
en zorgbrede veldconsultatie.

Ook maakt vermindering van regeldruk onderdeel uit van de met sectoren
af te sluiten conventanten en akkoorden. Omdat het hier dan vooral gaat
om de regeldruk die over de volle breedte wordt ervaren, en waarvoor
vaak meerdere partijen verantwoordelijk zijn, is een sectorgerichte
aanpak wenselijk. Ook hier denkt het veld actief mee. Zo heb ik recent
brieven ontvangen van de Verenigde Eerstelijns Organisaties (VELO) en de
partijen verenigd in de ā€œAgenda voor de Zorgā€ onder leiding van de
heer Rinnooy Kan over de mogelijkheden die de sector ziet om
administratieve lasten te verminderen. Ik heb hen uitgenodigd voor een
overleg op korte termijn om te bezien hoe we dit gezamenlijk kunnen
aanpakken, als onderdeel van de inhoudelijke agenda van het recent
afgesloten akkoord eerste lijn 2014 tot en met 2017. 

Met de GGZ sector wordt met het afgesloten bestuurlijk akkoord een
zelfde pad bewandeld. De dubbele administratie waar de sector jaren last
van heeft gehad is gelukkig verleden tijd. Het uitgangspunt in de GGZ is
dat informatie en transparantie nodig zijn voor het optimaal
functioneren van het stelsel, maar dat het slim inrichten van dit
stelsel wel zorgt voor een afname van (ervaren) regeldruk en daarbij
zorgt voor een verschuiving van administratie naar het verlenen van
zorg. Ook hier heeft de sector het initiatief genomen om mij te voeden
met de door hen ervaren administratieve lasten. Op basis van een
inventarisatie die op dit moment door een extern bureau wordt uitgevoerd
verwacht ik dat de sector in 2014 met verbetervoorstellen zal komen.

Gelet op vorenstaande acht ik het op dit moment niet opportuun Actal te
vragen onderzoek te doen naar de mogelijkheden regeldruk te verminderen.
Ik zal hen in voorkomende gevallen ā€“ net zoals ik hen gevraagd heb
kritisch mee te kijken naar de ontwikkelingen rondom het
Kwaliteitsinstituut ā€“ betrekken.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bruins Slot  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CDA ) over inkopen zorg op kwaliteit en prijs.

De Zorgatlas is een belangrijke ontwikkeling en het is goed dat er rond
de Zorgatlas een samenwerking is ontstaan tussen de NPCF en het
Kwaliteitsinstituut.

De Zorgatlas wordt gesteund met een subsidie. De NPCF heeft 2 weken
geleden een informatieverzoek ingediend bij Vektis en is in afwachting
van het besluit van de commissie Kwaliteit van ZN. Ik zie met
belangstelling uit naar het besluit. Vorige week heb ik uw kamer
geĆÆnformeerd over de uitwerking van de motie van de leden Dijkstra en
Voortman over open data. Ik zal bij de uitwerking daarvan ook ZN en
Vektis betrekken om na te gaan onder welke voorwaarden ā€“ bijvoorbeeld
die van strikte privacy ā€“ gegevens openbaar gemaakt kunnen worden,
zodat die gebruikt kunnen worden voor de zorgatlas. 

Ik ben geen voorstander van een verplichting voor zorgverzekeraars om
langjarig in te kopen. Ik wil  zorgverzekeraars de ruimte geven om zelf
in overleg met aanbieders te komen tot verschillende vormen van
contractering. Het is nu ook al mogelijk voor verzekeraars en
zorgaanbieders om meerjarige contracten te sluiten. Achmea doet dit
bijvoorbeeld reeds met een aantal ziekenhuizen. In het akkoord eerste
lijn is opgenomen: ā€œPartijen delen de mening dat de transitie naar het
belonen van (gezondheids)uitkomsten gefaciliteerd kan worden door het
aangaan van meerjarige contracten.ā€ Hiermee hebben partijen in de
eerstelijn aangegeven positief te staan tegenover meerjarige contracten.


Hetzelfde geldt voor het clusteren van eerstelijns zorgaanbieders. Ook
hier wil ik geen verplichting opleggen. Van belang is dat aanbieders
zelf hierin keuzes maken. Als het gaatĀ  om het clusteren aan de kant
van de eerstelijnszorgaanbieders zien we in de praktijk de laatste jaren
een duidelijke trend in de ontwikkeling van de (multidisciplinaire)
zorggroepen en lokale en regionale organisatieverbanden. Om partijen die
overwegen met elkaar te gaan samenwerken te ondersteunen maakt de ACM
een analyse voor o.a. de eerstelijnszorg om meer duidelijkheid te geven
omtrent het thema samenwerking. Een proactieve rol van de ACM in de
aanloop naar beoogde samenwerking draagt naar onze opvatting bij aan
afgewogen keuzen voor samenwerkingsconstructies.  Momenteel doet de
ACM/NZa en VWS in een aantal bijeenkomsten voor beroepsbeoefenaren een
ronde door Nederland om te kunnen waarnemen waar men denkt belemmeringen
tegen te komen en te informeren hoe die kunnen worden opgelost. Ik zal
de resultaten van deze tour in de loop van volgend jaar de Tweede Kamer
doen toekomen.

De suggestie om de code goed verzekeraarschap opnieuw te bezien, lijkt
mij een goede suggestie. Ik zal dit onder de aandacht brengen van ZN.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Keijzer  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CDA ) over de niet-reanimerenverklaring. 

Ik ben het met mevrouw Keijzer eens dat artsen moeten weten dat wanneer
iemand een niet-reanimerenverklaring heeft, deze in principe niet
terzijde kan  worden geschoven door familie. Dit staat ook als zodanig
beschreven in de richtlijn ā€˜Anticiperende besluitvorming over
reanimatie bij kwetsbare ouderenā€™. Deze richtlijn is in april
jongstleden uitgebracht door Verenso, het Nederlandse Huisartsen
Genootschap en V&VN, gesubsidieerd door VWS.

Ik zal de implementatie hiervan goed volgen.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Keijzer  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CDA ) over de laatste levensfase.

Het is bekend dat de meeste mensen aangeven thuis te willen overlijden.
Soms is sprake van een acute situatie die noopt tot opname in het
ziekenhuis, wanneer iemand ernstig ziek is. Daarnaast komt het ook voor
dat mensen zelf aangeven naar het ziekenhuis te willen. Er kunnen dus
verschillende oorzaken zijn voor opname in het ziekenhuis in de laatste
levensfase. 

Ik ben het daarom met mevrouw Keijzer eens dat het belangrijk is dat
mensen in de laatste fase van hun leven nadenken over de vraag hoe zij
deze fase willen invullen en of een ziekenhuisopname daar onderdeel van
uitmaakt. Het voorkomen van onnodig belastende behandelingen is daarbij
belangrijk. Behandelingen dienen in goed overleg tussen patiƫnt en arts
tot stand te komen. Het is daarom van belang dat artsen ruimte hebben in
het zorgproces voor een ā€˜goed gesprekā€™. Dat betekent ook dat de
financiƫle kant hiervan goed geregeld moet zijn. De huidige bekostiging
biedt daar reeds ruimte voor, maar gebleken is dat deze ruimte
onvoldoende wordt benut, omdat er niet een herkenbare zorgactiviteit
voor kan worden geregistreerd. De NZa gaat dit vanaf 1 januari 2014
mogelijk maken. Dat maakt het voor aanbieders en verzekeraars
makkelijker om afspraken te maken hierover.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Keijzer  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CDA ) over  sterftecijfer als kwaliteitscriteria
ziekenhuizen

Sterftecijfers kunnen niet gebruikt worden om een allesomvattend oordeel
over de kwaliteit van een ziekenhuis te geven of als enig criterium voor
de vergelijking van ziekenhuizen op het punt van kwaliteit. Een
betrouwbare registratie van sterftecijfers kan wel degelijk nuttig en
bruikbaar zijn als signaleringsinstrument voor ziekenhuizen zelf en
anderen.Ā ZonderĀ feedback over het eigen functioneren en zonder
spiegelinformatie is kwaliteitsverbetering eenvoudigweg niet mogelijk.
Dat geldt ook voor andere indicatoren zoals complicaties en onverwacht
lange opnameduur. 

Hoe deze sterftecijfers het best berekend kunnen worden om optimaal
bruikbaar te zijn is een vraag die beantwoord moet door de professionals
inĀ de zorg. Er lijkt in het veld wel consensus te zijn dat als bij het
vaststellen van de sterftecijfers de zogeheten ā€˜dertig dagen
mortaliteitā€™ wordt meegenomen, de sterftecijfers aan betrouwbaarheid
winnen. Openbaarheid van deze cijfers draagt bij aan de
kwaliteitsinformatie die patiƫnten kunnen helpen te kiezen tussen
zorgaanbieders en draagt bij aan de transparantie.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Keijzer  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CDA ) over palliatieve teams in ziekenhuizen. 

Het inzetten van een multidisciplinair palliatief team in ziekenhuizen
is een manier waarop goede zorg verleend kan worden wanneer iemand niet
meer beter kan worden. Een groot voordeel hierbij is de directe
beschikbaarheid van kennis over de integrale aanpak van palliatieve
zorg. Het team kijkt voor iedere individuele patiƫnt niet alleen hoe er
verlichting van klachten kan plaatsvinden, maar biedt ook begeleiding en
ondersteuning aan de patiƫnt. Ook kan er ondersteuning gegeven worden
bij beslissingen rond het al dan niet aangaan van behandelingen. 

Hoewel palliatieve teams goede resultaten boeken, is het inzetten van
een palliatief team niet de enige manier om goede palliatieve zorg te
waarborgen. Het verlenen van palliatieve zorg en het nemen van
beslissingen over (door)behandelen in de laatste levensfase behoren
namelijk tot de reguliere taak van een arts. Ik wil het daarom aan de
verantwoordelijkheid van het ziekenhuis overlaten op welke wijze de
kwaliteit van de palliatieve zorg wordt geborgd.

Van belang is dat ook voor de patiĆ«nt inzichtelijk is of er zoā€™n team
is. Dat draagt bij aan de transparantie en keuze informatie.

Antwoord op de vraag van het Kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Keijzer  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CDA ) of we er als mens, familie, samenleving klaar voor
zijn als in 2030 1 op de 5 ouderen dementie heeft. 

Het leren samenleven met mensen met dementie is een opgave waarvoor
steeds meer burgers zich gesteld zullen zien. Al vanaf 2004, met het
Landelijk Dementie Programma, gevolgd door het Programma Ketenzorg
Dementie, zet VWS zich met het veld in om de dementiezorg te verbeteren
en om voorbereid te zijn om de toekomstige stijging van het aantal
mensen met dementie. Met het onlangs gestarte Deltaplan Dementie wordt
verder stevig ingezet op het vergroten van aandacht voor dementie. Ook
Alzheimer Nederland speelt hierin een belangrijke rol, bijvoorbeeld met
hun inzet voor de dementievriendelijke samenleving. Zeker op de door
mevrouw Keijzer genoemde termijn is het verder van belang dat VWS
streeft naar vermindering van de ziektelast van dementie, door bij te
dragen aan het ZonMw programma Memorabel. Daarmee wordt onderzoek naar
oorzaken, preventie, behandeling en doelmatige zorg mogelijk gemaakt. Op
22 mei 2013 heb ik toegezegd  u te informeren over het bredere beleid
ten aanzien van dementie. Ik ben van plan u daarover in december een
brief te sturen. 

Mevrouw Keijzer vraagt verder of er in 2030 voldoende intramurale
plekken zijn. Voor de meest kwetsbare mensen blijft er in de ook in de
toekomst recht bestaan op passende zorg in een beschermende, intramurale
omgeving in een nieuwe kern-AWBZ. Overigens woont op dit moment ongeveer
70% van de mensen met dementie buiten een instelling. Als gevolg van het
langer thuis wonen zal de behoefte aan intramurale capaciteit voor de
lichtere doelgroepen in de komende jaren afnemen. Daar staat tegenover
dat de vergrijzing zorgt voor een toename van de behoefte aan
intramurale capaciteit voor de zwaardere doelgroepen. Landelijk zal de
behoefte aan intramurale capaciteit in 2030 naar verwachting lager zijn
dan de intramurale capaciteit op dit moment is (bron: monitor investeren
voor de toekomst 2012; meegestuurd als bijlage bij TK 2012 ā€“ 2013, 29
389, nr. 54) . 

Ik verwacht overigens dat in de toekomst de grenzen tussen ā€œthuis
wonenā€ en ā€œzorg in een instellingā€ ook voor de zwaardere
doelgroepen verder gaan vervagen en dat er vele tussenvormen zullen gaan
ontstaan, waarbij mensen zo veel mogelijk hun zelfstandigheid kunnen
behouden, maar waarbij zorg en ondersteuning op maat geboden kunnen
worden.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Keijzer  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CDA ) over eenzaamheidsbestrijding. 

Ik deel de mening van het CDA dat de bestrijding van eenzaamheid van
groot 

belang is. Een van de redenen om de hervorming van de langdurige zorg in
te zetten is dat we te weinig oog hebben voor eenzaamheidsproblemen
waardoor deze maar al te vaak leiden tot medicalisering en
institutionalisering. Door meer te kijken naar persoonlijke
omstandigheden, naasten meer te betrekken bij ondersteuning en een meer
betrokken samenleving te bevorderen kan het welbevinden van anderen
worden bevorderd.

Ik werk momenteel samen met de Coalitie Erbij en de VNG aan een
landelijk actieplan eenzaamheid. Ik verwacht dat het plan rond de
jaarwisseling gereed is.  

Antwoord op de vraag van het Kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Keijzer  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CDA ) over medicijngebruik.

Met het oog op de verbetering van de kwaliteit van zorg en
medicatieveiligheid, is het van belang dat er beter wordt samengewerkt
tussen de zorgverleners. In de eerste lijn ligt daarbij het accent op
een versteviging van de samenwerking tussen met name apothekers,
huisartsen en wijkverpleegkundigen. Een van de mogelijkheden voor het
veld om dit te realiseren is door dit in te bedden in een breder
samengesteld farmacotherapeutisch overleg (FTO).

Dit komt ook aan bod in het kader van het bestuurlijk overleg farmacie
dat voortvloeit uit het rapport van de verkenners extramurale farmacie
(de heren Rinnooy Kan en Reibestein). In de kwaliteitsagenda van het
bestuurlijk overleg farmacie is de uitwerking van de toekomstvisie met
betrekking tot de farmaceutische zorg in een geĆÆntegreerde eerste lijn
als agendapunt opgenomen. Dit staat voor samenwerking in de wijk tussen
in ieder geval de apotheker, de huisarts en de wijkverpleegkundige. Een
manier om de samenwerking te verankeren door het veld, is een dergelijke
uitbreiding van het FTO met de wijkverpleegkundige. 

Samenwerking en versterking van de organisatiegraad van de
geĆÆntegreerde eerstelijnszorg is ook een van de kernelementen van de
nieuwe bekostiging voor huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg.
Daarover heb ik u op 28 oktober 2013 een brief gestuurd.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Keijzer  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CDA ) over schrappen van HACCP en CQ bij zorginkoop.  

Ik begrijp heel goed wat mevrouw Keijzer met deze vraag beoogt. Met mij
wil zij regelgeving opruimen die de kwaliteit van leven van cliƫnten
binnen zorginstellingen nodeloos hindert en medewerkers in de weg staat
bij het uitoefenen van hun professie. Via het project Regelarme
instellingen zijn hiermee al goede stappen gezet. Ik ga op deze
ingeslagen weg voort. 

Voordat ik daar dieper op inga, merk ik graag op dat de HACCP is bedoeld
om burgers te beschermen tegen onhygiƫnische omstandigheden rond
voedsel. Het bewaken van voedselveiligheid is een kerntaak van de
overheid, waarbij we een evenwicht moeten vinden tussen het stellen van
de juiste regels en het voorkomen van onnodige regels. Overigens merk ik
daarbij op dat we niet alleen aanlopen tegen onnodige regelgeving, maar
op het terrein van kwaliteit vooral ook tegen veel beleving van
hinderende regels. Ofwel: tegen regels die in de praktijk rondzingen,
maar feitelijk niet bestaan. Ik ga daarom samen met cliƫnten, met IGZ
en met de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit binnenkort verkennen
waar op het terrein van kwaliteit, veiligheid en HACCP de feiten liggen
en waar de fictie. Hier valt nog een flinke slag te maken. Wat betreft
de CQ-index wijs ik erop dat dit instrument een manier is om
cliƫnt-ervaringen in de zorg te meten. De beleving van cliƫnten is,
naast de veiligheid van de zorg, van grote waarde. Juist wanneer het
gaat om de zorginkoop. 

Dit neemt niet weg dat ook voor het meten van cliƫnt-ervaringen de
administratieve lasten zo laag mogelijk zouden moeten zijn. Daarom ben
ik met zorgkantoren in gesprek over zo regelarm mogelijke spelregels
voor de inkoop van kwaliteit van zorg. De ervaringen uit het de
meldingen en de experimenten regelarme zorg worden hier bij betrokken. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Keijzer  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CDA ) over het doorrekenen van de verschillende situaties
die het CDA heeft voorgelegd naar aanleiding van het wetsvoorstel om de
Wtcg en Cer af te schaffen. Voorts vraagt het CDA of de staatssecretaris
het met het CDA eens is dat de Wtcg en de Cer heel andere regelingen
zijn dan de belastingteruggave.  

Ja, de regering rekent deze momenteel door. 

In het herfstakkoord is overeengekomen om de fiscale regeling
grotendeels te handhaven, zoals onder meer gewenst door de CG-raad.
Daarnaast ontvangen gemeenten extra middelen om gericht maatwerk te
kunnen leveren. Dat kan via voorzieningen op grond van de Wmo of door
middel van financiƫle ondersteuning.  Gemeenten hebben beter zicht op
de persoonlijke situatie van hun burgers en zijn door om goed in staat
om te bepalen wie daadwerkelijke ondersteuning nodig heeft.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bergkamp  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) over de vergoedingen voor e-health en zorgappā€™s. 

Onlangs ben ik, samen met het CVZ, de NZa en ZonMw, de ā€˜Wegwijzer
Financiering e-healthā€™ gestart. Op www.ehealthfinanciering.nl is
relevante informatie gebundeld om zorgpartijen te helpen hun weg te
vinden in de mogelijkheden van financiering van e-health. Ik zal dit
initiatief nogmaals bij partijen onder de aandacht brengen. Tevens zal
ik de komende periode belemmeringen opsporen die een succesvolle aanpak
van e-health in de weg staan en deze belemmeringen wegnemen.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dijkstra  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) over e-health en kwaliteitsstandaarden.

De belangrijkste reden om fors in te zetten op e-health is dat het
bijdraagt aan het ondersteunen van patiƫnten en cliƫnten, zodat zij
zelf meer regie kunnen voeren over hun zorg en gezondheid, langer
zelfredzaam zijn en meer welbevinden ervaren. Dit draagt weer bij aan
een betere kwaliteit en doelmatigheid van zorg. Ik vind het belangrijker
om dit doel (het versterken van zelfmanagement) op te nemen in de
kwaliteitsstandaarden, dan het middel (de e-health toepassingen) waarmee
dit bereikt wordt. Ik zal met het Kwaliteitsinstituut verkennen welke
mogelijkheden er zijn om dit in de kwaliteitsstandaarden te borgen.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dijkstra  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) over het grote aanbod van gezondheidsappā€™s. 

Ik merk ook dat het aanbod van medische appā€™s en (niet-medische)
gezondheidsappā€™s  in een hoog tempo toeneemt. Het groeiende aanbod en
gebruik van deze appā€™s is een goede ontwikkeling, mits ze betrouwbaar,
kwalitatief en veilig zijn. Er zijn initiatieven vanuit zorggebruikers
(de digitale zorggids van de NPCF) en zorgaanbieders (de KNMG) om, ieder
voor hun eigen achterban, binnen dit aanbod het kaf van het koren te
scheiden. Dit vind ik ook de verantwoordelijkheid van de veldpartijen
zelf, zij kunnen dit immers zelf het beste op basis hun eigen
ervaringen.

Gezien het medisch advies dat na gebruik van een medische app kan volgen
vind ik het belangrijk dat de kwaliteit van deze appā€™s is geborgd.
Indien appā€™s vallen onder de definitie medische hulpmiddelen, moeten
ze dus ook voldoen aan de wet op de medische hulpmiddelen. Vanaf 1
januari 2014 heeft de IGZ aangekondigd  software, en dus ook appā€™s,
wanneer die vallen onder de definitie medische hulpmiddelen te gaan
handhaven.

Antwoord op de vraag van het kamerlid Dijkstra (D66) over bindende
afspraken over no-show.  

Het aanpakken van no show acht ik een verantwoordelijkheid van
zorgaanbieders. Ik heb in mijn brief ā€˜kostenbewustzijnā€™
geconstateerd dat ziekenhuizen serieus aan de slag zijn gegaan met de
no-show. Ieder ziekenhuis, en zelfs elke afdeling van een ziekenhuis,
bekijkt zelf welke maatregel het beste werkt. Welke aanpak het beste
resultaat oplevert is afhankelijk van verschillende factoren en kan ook
wijzigen in de tijd. Ook het te bereiken minimale no-show percentage kan
per ziekenhuis en per afdeling verschillen. Daarom vind ik het van
belang om in het actieplan met deze verschillen rekening te houden en er
niet voor te kiezen om op landelijk niveau gedetailleerd voor te
schrijven hoe ziekenhuizen in hun eigen instelling de no show dienen aan
te pakken. Daarmee zou de ruimte voor de instelling om, rekening houdend
met de lokale omstandigheden, te kiezen voor de meest optimale mix van
maatregelen om no show in te dammen, zodanig worden beperkt dat het
actieplan naar mijn stellige overtuiging zijn doel voorbij zou schieten.
Het lijkt mij wel goed dat in het actieplan wordt aangegeven in welke
omstandigheden welke maatregelen het beste werken. Dit helpt
ziekenhuizen bij het vinden van de juiste aanpak. Ik zal dus meten welke
van de 18 maatregelen het meest effectief zijn. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dijkstra  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) over kansen voor export van Nederlandse zorg en meer
handelsmissies.

Er vindt op dit moment een Interdepartementaal beleidsonderzoek naar
Grensoverschrijdende zorg plaats. De ontwikkeling van de buitenlandse
zorgvraag in Nederland maakt onderdeel uit van de taakopdracht voor dit
onderzoek.

Wat betreft de kansen om het buitenland voor Nederlandse zorg te laten
kiezen: er liggen kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven bij de
export van medische technologie. Daarom ga ik ook op economische
handelsmissies naar het buitenland, zoals vorig jaar naar India, onlangs
naar China en binnenkort naar Rusland. Ik hecht zeer aan deze missies
voor zover mijn rol daarin belangrijk is voor de bedrijven om in het
land actief te worden, uit te breiden of niet contracten te krijgen.

De zorgverlening in Nederland aan patiƫnten uit het buitenland zoals we
die zien bij hoogtechnologische zorg, beschouw ik als een teken van
waardering voor de kwaliteit van de Nederlandse zorgverlening.
Transparantie van de kwaliteit zal ook de buitenlandse patiƫnten kunnen
stimuleren hier betaalde zorg te halen. Daar liggen zeker kansen. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dijkstra  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) over het Rekenkamerrapport over de zorguitgaven.

Ik ben het met de Rekenkamer eens dat de controle op gepast gebruik en
rechtmatigheid van de ziekenhuisuitgaven nog niet optimaal is. Een van
de doelen van de transitie naar prestatiebekostiging en DOT is dan ook
om de prikkels voor gepast gebruik en rechtmatigheid te verbeteren.
Daarbij is helder dat het overgangsmodel dat in 2012 en 2013 geldt de
complexiteit vergroot. Dat was te voorzien, maar heeft ons niet
weerhouden toch de stap te maken naar een meer eenvoudig en meer fraude
bestendig model. Deze twee jaar moeten we als het waren door de zure
appel heen bijten. Daarvoor was geen alternatief. Dat is ook uitgebreid
met de Tweede Kamer gewisseld. Zorgverzekeraars hebben wel degelijk een
belang bij goede controles ook in de transitiefase. De grotere
risicodragendheid en de toegenomen concurrentie tussen verzekeraars van
de afgelopen jaren hebben hieraan bijgedragen. 

Zoals de Rekenkamer ook zelf in het nawoord bij het rapport beschrijft,
verwacht ik veel van de afspraken die in het akkoord
medisch-specialistische zorg, dat in de zomer van 2013 is gesloten.
Daarin zijn afspraken gemaakt over het opstellen van een kwaliteits- en
doelmatigheidsagenda, over het vergroten van de inzichtelijkheid van
declaraties en over het versnellen van het contracteer- en
declaratieproces. Daarnaast wil ik u nog wijzen op het plan van aanpak
Intensivering Ketenaanpak Correct Declaratieproces, dat ik ook aan uw
Kamer heb gestuurd. Ik denk dat ik met deze activiteiten dit probleem
gepast aanpak. De Rekenkamer heeft zelf ook laten weten hoopvol te zijn
over de effecten van mijn beleid in de praktijk.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dijkstra  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) of de minister een nieuwe landelijke kennis- en
innovatieagenda voor de zorg wil opstellen en daarbij
financieringsvarianten wil verkennen.

Mevrouw Dijkstra verwees naar het zorgmarktadvies 2013 en de
strategische verkenning Shared Savings (2013), beide in opdracht van
ZonMw. Tegen die achtergrond wijs ik er graag op dat vanuit VWS
doelmatigheidsprogrammaā€™s zoals Doelmatigheidsonderzoek en Goed
Geneesmiddelen Gebruik bij ZonMw worden gefinancierd. De besparingen die
behaald worden door het implementeren van de resultaten uit deze
programmaā€™s vloeien terug in de zorg. Het is Ć©Ć©n van de manieren om
de kosten van de zorg te beteugelen, zonder dat er ingeleverd hoeft te
worden op kwaliteit. Sterker nog: volgens ZonMw zelf is het rendement op
het programma Doelmatigheidsonderzoek, zoals mevrouw Dijkstra al had
gezien, inderdaad 327%. Met andere woorden: het geĆÆnvesteerde geld
verdient zich ruim 3 keer terug in besparingen in de zorg.

Voor het programma Goed Geneesmiddelen Gebruik heb ik sterk ingezet op
publiek-private financiering, mede door zorgverzekeraars. Maar de
private financiering via het programma zelf gebeurt nog maar
mondjesmaat. Ik spreek de zorgverzekeraars en de farmaceutische
industrie hier wel op aan. De strategische verkenning van ZonMw over
shared savings (partijen waar de kostenbesparingen (kunnen) neerslaan
mee laten betalen aan onderzoek) zal hierbij zeker helpen.

Ik zal bezien hoe ik de programmaā€™s kan verstevigen om ze nog meer te
laten bijdragen aan doelmatigheid in de zorg. Ik sta daarbij ook open om
andere financieringsvarianten te verkennen, zoals ik al binnen het
programma Goed Geneesmiddelen Gebruik doe.

In het Innovatiecontract van Life Sciences & Health is
doelmatigheidsonderzoek (Health Technology Assessment) overigens een
belangrijk thema voor publiek-private samenwerking. Dit
Innovatiecontract is een landelijke agenda voor kennis en innovatie met
betrekking tot medische producten. Daarnaast zal in de uitwerking van de
op 16 juli gesloten akkoorden met partijen verkend worden welke
aanvullende kennis nodig is om de noodzakelijke procesinnovaties verder
te brengen.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dijkstra  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) over kansen voor export van Nederlandse zorg en meer
handelsmissies.

Er vindt op dit moment een Interdepartementaal beleidsonderzoek naar
Grensoverschrijdende zorg plaats. De ontwikkeling van de buitenlandse
zorgvraag in Nederland maakt onderdeel uit van de taakopdracht voor dit
onderzoek.

Wat betreft de kansen om het buitenland voor Nederlandse zorg te laten
kiezen: daar liggen zeker kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven
bijvoorbeeld bij de export van medische technologie. Daarom ga ik ook op
economische handelsmissies naar het buitenland, zoals vorig jaar naar
India, onlangs naar China en binnenkort naar Rusland. Ik hecht zeer aan
deze missies voor zover mijn rol daarin belangrijk is voor de bedrijven
om in het land actief te worden, uit te breiden of contracten te
krijgen.

De zorgverlening in Nederland aan patiƫnten uit het buitenland zoals we
die zien bij hoogtechnologische zorg, beschouw ik als een teken van
waardering voor de kwaliteit van de Nederlandse zorgverlening.
Transparantie van de kwaliteit zal ook de buitenlandse patiƫnten kunnen
stimuleren hier betaalde zorg te halen. Daar liggen zeker kansen. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dijkstra  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) over organiseren van top over export van Nederlandse
zorg, met zorgaanbieders, zorgverzekeraars en bedrijfsleven.

Life Sciences & Health is een economische topsector. In dat kader is
door het bedrijfsleven een buitenlandagenda opgesteld met landen waar
export van Nederlandse medische technologie, kennis en kunde op gebieden
van de gezondheidszorg kansrijk is. Ik werk graag mee aan het
Ā organiseren van een bijeenkomst vanuit het bedrijfsleven, de
kennisinstellingen en de overheid Ā over exportmogelijkheden en kansen
op het gebied van Life Sciences & Health.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dijkstra  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) over economische zorgmissies .

In de afgelopen jaren heb ik enkele missies op het gebied van Life
Sciences & Health geleid (de VS, India en China). Dit jaar staat nog een
missie naar Rusland op de agenda. Het welslagen van dergelijke missies
vraagt een gedegen voorbereiding, ook van de sector. Ik stel mij voor om
jaarlijks een beperkt aantal van deze missies te doen in overleg met de
Life Sciences & Health sector en in samenhang met de strategische
reisagenda van dit kabinet.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dijkstra  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) over de ontwikkeling van de website van EU-burgers
over de Nederlandse zorg.

De website (www.cbhc.nl) is nu inderdaad nog in een rudimentair stadium.
Ik heb het CVZ onlangs aangewezen als Nationaal Contactpunt (NCP) voor
grensoverschrijdende zorg. Het NCP zal aan zowel Nederland inkomende als
uitgaande patiƫnten informatie verstrekken. De informatieverstrekking
zal hoofdzakelijk via deze website gebeuren. Het CVZ is na zijn
aanwijzing aan het bouwen van deze website begonnen. De verwachting is
dat de bouw van de website rond de 6 maanden zal duren. In de tussentijd
is het NCP bereikbaar via een contactformulier, waarna contact zal
worden opgenomen met de vraagsteller.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dijkstra  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) over het niet failliet laten gaan van de
levenseindekliniek? 

Zoals op alle terreinen van zorg ben ik aanspreekbaar op de
continuĆÆteit van zorg maar niet op de continuĆÆteit van een individuele
instelling. Een voorziening zoals de levenseindekliniek voorziet
overigens duidelijk in een behoefte en heeft zich ontwikkeld tot een
ā€œlast resortĀ“functie. Ik zal het onderwerp daarom meenemen in mijn
reguliere gesprekken met zorgverzekeraars. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bergkamp  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) over de hervorming in de langdurige zorg.

Aan de hervorming van de langdurige zorg en ondersteuning ligt een
aantal uitgangspunten ten grondslag waardoor het systeem logischer en
eenvoudiger wordt. Zo is een belangrijk uitgangspunt de ondersteuning en
zorg zo dicht mogelijk vanuit de burger te organiseren, in te zetten op
maatwerk en aan te sluiten bij de wens om zo lang mogelijk zelfstandig
thuis te blijven wonen. Indien cliƫnten thuis ondersteuning of zorg
nodig hebben, zijn zij niet langer op drie maar op twee stelsels
aangewezen. Nu komt het veelvuldig voor dat mensen zorg van de huisarts
uit de Zvw nodig hebben, verpleging thuis uit de AWBZ en ondersteuning
vanuit de WMO. Straks is het zo dat zij alle zorg uit de Zvw krijgen, en
de ondersteuning uit de WMO. Dat is voor mensen die thuis wonen een
belangrijke vereenvoudiging en een loket minder. In deze twee stelsels
is hetgeen in samenhang geleverd moet worden, bijeengebracht. In de Zvw
is alle zorg met een medisch karakter opgenomen, van de arts tot de
wijkverpleegkundige. De WMO biedt de gemeenten de gelegenheid om breed
te kijken naar alle ondersteuningsvragen in het sociaal domein. Als
mensen uiteindelijk toch zijn aangewezen op een plek in een instelling,
is deze dan beschikbaar vanuit de vernieuwde AWBZ. Met deze hervorming
geven we invulling aan de omslag van systemen naar mensen.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bergkamp  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) over betrokkenheid bij het beleid van een instelling.

Ik vind het ook belangrijk dat mensen die zorg nodig hebben en hun
directe omgeving (mantelzorgers) betrokken worden bij het beleid van een
instelling. 

In de brief over goed bestuur in de zorg die de minister en ik op 19
september 2013 hebben verstuurd (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014,
32 012, nr. 15) hebben de minister en ik aangegeven hoe wij de
medezeggenschap in de intramurale langdurige zorg willen versterken. Dit
omvat onder meer de financiering van de medezeggenschap en bij welke
besluiten cliƫnten advies- of instemmingsrecht hebben. Daarbij wordt
aangesloten op de regeling van medezeggenschap zoals deze was vastgelegd
in het inmiddels gewijzigde wetsvoorstel cliƫntenrechten zorg. 

Gezien de afhankelijke positie waar cliƫnten in de AWBZ-zorg zich vaak
bevinden, willen de minister en ik specifiek voor deze zorg aanvullende
verplichtingen opleggen. In deze aanvullende verplichtingen zullen we
vastleggen bij welke besluiten cliƫnten in ieder geval medezeggenschap
hebben en welke vorm die medezeggenschap heeft: advies of instemming.

In de extramurale zorg is de noodzaak voor de zorgaanbieders om te
luisteren naar de wensen anders dan in de intramurale zorg doordat het
voor cliĆ«nten ā€“ anders dan in de intramurale zorg ā€“ makkelijker is
om van aanbieder te wisselen. Daarmee is de tegenmacht in de extramurale
zorg groter en zullen zorgaanbieders zich automatisch meer richten naar
de wensen van de cliƫnt en de rol die de directe omgeving van de
cliƫnt speelt bij de zorg en ondersteuning. Dat neemt niet weg dat het
goed is dat ook extramuraal meer naar clienten wordt geluisterd.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bergkamp  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) over het inzicht in de kosten van de langdurige zorg.


In het zorgplan wordt vastgelegd welke zorg cliƫnten ontvangen. Ook
betaalt het merendeel van de AWBZ-cliƫnten een eigen bijdrage, waardoor
zij kostenbewust opereren.

Om het kostenbewustzijn verder te vergroten is het (zoals ik heb
aangegeven in mijn reactie op de vraag van de heer van ā€˜t Wout),
zinvol om te verkennen of bij de herziening van de langdurige zorg
nieuwe initiatieven kunnen worden ontplooid.

Vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \* MERGEFORMAT  Bergkamp
 (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \* MERGEFORMAT  D66 ) over 
het zwartboek over de zorg voor verstandelijk gehandicapten.

Mevrouw Bergkamp vraagt om een reactie op het zogenaamde zwartboek. Voor
de beantwoording hiervan verwijs ik allereerst naar mijn antwoord op de
vraag van mw. Leijten hierover.

Voorts vraagt mevrouw Bergkamp naar vermoedens van fraude en oneigenlijk
gebruik die hierin worden genoemd. Zoals ik in mijn antwoord aan mw.
Leijten heb aangegeven, heb ik de ā€˜eerste inventarisatie van
misstanden in de zorg voor verstandelijk gehandicaptenā€™ nog niet in
detail bestudeerd. Fraude en oneigenlijk gebruik zijn uiteraard
ontoelaatbaar en ik neem de gesignaleerde problemen dan ook zeer
serieus. Ik zal deze eerste inventarisatie bestuderen en bezien in
hoeverre we de aanbevelingen kunnen meenemen in mijn aanpak van fraude
in de zorg. Daartoe ga ik ook graag in gesprek met de opstellers van het
zwartboek.

Over rol van de IGZ als het gaat om fraude merk ik het volgende op. De
IGZ ziet toe op de kwaliteit en veiligheid van de zorg en niet op
fraude. Wanneer de IGZ echter vermoedens heeft van fraude of andere
strafbare feiten dan schakelt zij via haar bureau opsporing het Openbaar
Ministerie (OM) in. Verder informeert zij een fraude expertteam waaraan
naast het OM ook de NZa, de belastingdienst en het betrokken zorgkantoor
deelnemen.

Antwoord op de vragen van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bergkamp  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) over de professionaliseringsslag van gemeentelijke
ombudsmannen, de stand van zaken omtrent het zorgloket, de vraag of de
Nationale ombudsman het niet te druk krijgt met alle ā€˜zorgen over de
zorgā€™ en de vraag of het voor burgers nog wel helder is waar zij
terecht kunnen (bij de jeugdzorg bijvoorbeeld bij de Kinderombudsman,
een gemeentelijke ombudsman of de Nationale ombudsman).

Ik zal overleggen met de VNG over de vraag of een verdere
professionalisering van de gemeentelijke ombudsmannen op het terrein van
de nieuwe Wmo van toegevoegde waarde kan zijn, want de locale
ombudsmannen zijn bij uitstek de partij om zich over de Wmo te buigen. 

Ten aanzien van het zorgloket zijn de voorbereidingen in volle gang. Uw
Kamer zal hierover vĆ³Ć³r het Kerstreces per brief geĆÆnformeerd worden
naar aanleiding van de motie die de heer Kuzu hierover heeft ingediend
tijdens de behandeling van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
(Wkkgz). Het uitgangspunt van dit zorgloket is dat iedereen met klachten
over de zorg er terecht kan. Wat het zorgloket precies kan betekenen in
de begeleiding van burgers met klachten over de Wmo en de jeugdhulp (en
wat de rol van de IJZ hierbij wordt) zal nog nader worden bezien. De
oprichting van het zorgloket laat overigens onverlet dat gemeenten vrij
zijn en blijven om een ombudsman te behouden of op te richten. Burgers
zijn en blijven ook vrij om zich te wenden tot de Nationale ombudsman. 

Mede naar aanleiding van de aandacht die de Nationale ombudsman vorig
jaar heeft besteed aan de klachtafhandeling in de zorg en de rol van de
IGZ hierbij, is ervoor gekozen een zorgloket op te richten. Burgers met
klachten over de zorg kunnen vanaf 1 juli 2014 bij het zorgloket, zoals
gezegd, terecht voor begeleiding. Daarmee is de verwachting dat de
Nationale ombudsman het juist minder druk krijgt met ā€˜zorgen over de
zorgā€™. Ik ben me er overigens van bewust dat het klachtenlandschap in
de zorg niet altijd eenvoudig is voor burgers. Met name op dit vlak kan
het zorgloket begeleiding bieden aan burgers met klachten over de zorg
en hen informeren over waar ze met hun klacht terecht kunnen,
afhankelijk van de precieze behoefte.

Antwoord op de vraag van het Kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Bergkamp  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  D66 ) over een nieuwe visie op drugsbeleid. 

Mijn ambtgenoot, de minister van VenJ, heeft de Kamer toegezegd dat voor
januari 2014 een brief aan de Tweede Kamer zal worden gestuurd, waarin
onder andere is opgenomen een inventarisatie van initiatieven en
experimenten van gemeenten, de resultaten van onderzoek naar
(kleinschalige) wietteelt in Europa en de VS en een reactie op een
artikel van Schilder en Brouwer in het Nederlands Juristenblad van
december 2012, waarin de mogelijkheden rond het reguleren van de teelt
van cannabis nader zijn uitgewerkt. Ik stel me zo voor dat we naar
aanleiding van deze brief met Uw Kamer in debat gaan over deze
onderwerpen en over de visie van het kabinet daarop. Tevens zal ik u
informeren over de ontwikkelingen rond het beleid van medicinale
cannabis.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dik-Faber  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CU ) over ā€˜shared decision makingā€™.

Shared decision making is een onderwerp dat vaak terugkomt tijdens deze
begrotingsbehandeling. Het is ook van belang dat we daar aandacht aan
besteden.   Behandelingen dienen in goed overleg tussen patiƫnt en arts
tot stand te komen. Het is daarom van belang dat artsen ruimte hebben in
het zorgproces voor een ā€˜goed gesprekā€™. Dat betekent ook dat de
financiƫle kant hiervan goed geregeld moet zijn. De huidige bekostiging
biedt daar reeds ruimte voor, maar gebleken is dat deze ruimte
onvoldoende wordt benut, omdat er niet een herkenbare zorgactiviteit
voor kan worden geregistreerd. De NZa gaat dit vanaf 1 januari 2014
mogelijk maken. Dat maakt het voor aanbieders en verzekeraars
makkelijker om afspraken te maken hierover.

Antwoord op de vraag van het Kamerlid Dik-Faber over het
Rekenkamerrapport Transparantie ziekenhuisuitgaven: Uitgavenbeheersing
in de zorg deel II.

Ik heb op 15 oktober 2013 schriftelijk op het rapport van de Algemene
Rekenkamer gereageerd. De belangrijkste punten uit mijn reactie heeft de
Rekenkamer samengevat op pagina 30 van het rapport. Mijn volledige
reactie is te raadplegen op de website van de Algemene Rekenkamer,
www.rekenkamer.nl.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dik-Faber  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CU ) over de arbeidsverhouding van medisch specialisten.

Ik vind het belangrijk, ook op de lange termijn, om de keuze tussen
vrije vestiging en loondienst te laten bestaan, zoals ook met partijen
afgesproken in het akkoord medisch specialistische zorg. Deze keuze
wordt gemaakt door instellingen en betrokken medisch specialisten op
basis van lokale en individuele afwegingen.

In het rapport van de commissie Meurs waarin beleidsopties met
betrekking tot de inkomens van medisch specialisten zijn
geĆÆnventariseerd (TK 2012-2013 29248, nr. 242) wordt overigens
geconstateerd dat de laatste jaren het aandeel specialisten in
loondienst in de totale specialistenpopulatie gestaag toeneemt en dat de
verschuiving van vrije vestiging naar loondienst waarschijnlijk een
bestendig karakter heeft. 

Overigens is het te verwachten dat als de WNT van toepassing zou zijn op
de medisch specialisten, zij op grote schaal uit loondienst zouden
stappen. Dat vind ik zoā€™n ongewenst gevolg van de WNT, die mede daarom
niet van toepassing wordt op medisch specialisten.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dik-Faber  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CU ) over het topinkomensbeleid.

U verwijst naar een cijfer uit 2011. Sommige bestuurders, in casu
inderdaad 18% van het totaal, hebben in 2011 een beloning hoger dan de
WNT normen. Ik wil er op wijzen dat er in 2011 geen wettelijke
beloningsnorm gold. Die is er op 1 januari 2013 gekomen met de
inwerkingtreding van de Wet normering topinkomens (WNT). Op basis van
die wet gelden nu wettelijke normen ten aanzien van de honorering van
ondermeer zorgbestuurders. 

Er geldt een overgangsregime van 4 jaar voor afspraken die zijn gemaakt
voor 6 november 2011. Na deze 4 jaar moet de bezoldiging gedurende 3
jaar afgebouwd worden naar het maximum van de Regeling. De
bezoldigingsnormen van de WNT scherpt het kabinet trouwens op korte
termijn aan zoals in het regeerakkoord is aangekondigd. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dik-Faber  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CU ) over biologisch afbreekbare medicijnen.

Het ontwikkelen van geneesmiddelen is een langdurig proces met grote
onzekerheden. Het daarbij meewegen van milieuaspecten maakt het nog
ingewikkelder. Desondanks wil ik hier aandacht voor vragen, niet bij het
Apollonetwerk, want dat is daar niet voor bedoeld, maar wel bij de
farmaceutische industrie. In de recente brief over geneesmiddelen in
drinkwater en milieu die de staatsecretaris van Infrastructuur en
Milieu, mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken en mij
naar de Kamer zond werd dit al aangekondigd (IENM/BSK-2013/63031).  

Overigens heb ik tijdens mijn recente handelsmissie naar China de
biologische afbreekbare antibiotica van DSM actief onder de aandacht
gebracht van mijn Chinese collegaā€™s, die hierin veel interesse
toonden. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dik-Faber  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CU ) over het betrekken bij organisaties die zich richten
op het mobiliseren van vrijwilligers bij de hervormingen in de
langdurige zorg.

Ik betrek vrijwilligersorganisaties op verschillende manieren bij de
hervormingen van de langdurige zorg. De Nederlandse Organisatie
Vrijwilligerswerk (NOV) is bijvoorbeeld geconsulteerd over de
Wetsvoorstellen Wmo en de Kern-AWBZ. De NOV wordt ook geraadpleegd bij
het opstellen van het transitieplan Wmo en maakt onderdeel uit van het
platform van het Transitiebureau Wmo waarin zij meedenken over de
benodigde ondersteuningsactiviteiten.

Stichting Present en Humanitas zijn betrokken bij de totstandkoming van
de brief Versterken, Verlichten en Verbinden over de informele zorg van
20 juli 2013. Ook zullen stichting Present en Humanitas samen met andere
organisaties uit de zorg- en ondersteuningsketen een bijdrage leveren
aan de uitwerking van de themaā€™s van de Agenda informele zorg en
ondersteuning van de toekomst, zoals het verbeteren van het samenspel
van formele en informele zorg.

Ik zal uw Kamer daarover binnenkort informeren. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dik-Faber  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CU ) over het pgb. 

Ik heb het voornemen om de regeling voor het pgb in de Wmo 2015 op
dezelfde wijze vorm te geven als ik dat in de Jeugdwet heb gedaan,
waarmee de Kamer op 17 oktober jl. heeft ingestemd. 

Dat betekent dat iemand het recht heeft op een pgb indien deze aan een
aantal expliciete voorwaarden voldoet, zoals het in staat zijn de aan
een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren en indien
wordt onderbouwd dat de maatwerkvoorziening niet passend wordt geacht.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dik-Faber  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CU ) over een anti-cumulatiebeding voor zowel de Zvw, AWBZ
en WMO.

Met het regeerakkoord is gekeken of het mogelijk is om een
inkomensafhankelijk eigen risico in te voeren. Dit bleek
uitvoeringstechnisch zeer moeilijk. Dit hing samen met een aantal
aspecten. Ten eerste, voor het vaststellen van het eigen risico zijn
zowel huishoudgegevens als inkomensgegeven noodzakelijk; verzekeraars
zouden dan de beschikking krijgen over inkomensgegevens. Ten tweede,
voor het vaststellen van de definitieve hoogte van het eigen risico,
moet worden uitgegaan van een definitief vastgesteld inkomen. Dit zou
betekenen dat moet worden uitgegaan van een inkomen het jaar t-2. 

Als men uitgaat van een actueel inkomen, zou dat achteraf nog definitief
moet worden vastgesteld. De hoogte van het inkomensafhankelijke risico
zou dan achteraf kunnen wijzigen. Ā 

Het invoeren van een anti-cumulatiebeding inclusief de WMO en de AWBZ,
maakt de uitvoering nog complexer omdat er dan nog meer gegevens moeten
worden verzameld, zoals het eigen risico, eigen bijdrage AWBZ/WMO en
Zvw. Een anti-cumulatiebeding dat zich uitstrekt over de drie domeinen
is dan ook praktisch niet uitvoerbaar.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dik-Faber  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CU ) en het kamerlid van der Staaij (SGP) over een
maatwerkregeling bij voorkeur in de vorm van een categoriale regeling
voor chronisch zieken en gehandicapten, zodat het geld ook echt bij die
groep terecht komt, met een inkomen tot 120 of 130% bijstandsniveau. 

De CU en de SGP hebben mij vragen gesteld over de invulling van de
maatwerkvoorziening voor chronisch zieken en gehandicapten door
gemeenten. De vragen strekken ertoe dat de middelen ook echt bij deze
groep mensen terecht komen en dat dit zich niet moet beperken tot
personen met de laatste inkomens.  Ik ben het ermee eens dat deze
middelen door gemeenten gericht moeten kunnen worden ingezet, in
aanvulling op de  in het kader van het begrotingsakkoord afgesproken
fiscale regeling. Juist gemeenten zijn in staat dit maatwerk te leveren.
Gemeenten kunnen chronisch zieken en gehandicapten bijstaan via de
individuele bijzondere bijstand indien zij als gevolg van meer kosten
inkomensondersteuning nodig hebben of bijvoorbeeld ondersteunen in de
vorm van een tegemoetkoming in de kosten van een premie van een
collectieve aanvullende  zorgverzekering. Op grond van de Wmo kunnen
gemeenten nu al chronisch zieken en gehandicapten waar aangewezen
ondersteunen in hun zelfredzaamheid en/of participatie met gerichte
voorzieningen in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget. 
Ter gelegenheid van de behandeling van het wetsvoorstel m.b.t. de Wtcg
en CER zal ik u nader informeren welke wettelijke basis geschikt is om
gemeenten in staat te stellen de gewenste  ondersteuning te bieden.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dik-Faber  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CU ) over het budget voor gemeentelijk maatwerk. Voorts
vraagt zij welke bedragen in de jaren 2015 en 2016 voor gemeenten
beschikbaar zijn.

Het budget voor gemeentelijk maatwerk wordt vanaf 2014 toegevoegd aan
het sociaal domein van het Gemeentefonds. In 2014 gaat het om een bedrag
van ā‚¬ 45 miljoen, 2015 ā‚¬ 216 miljoen, 2016 ā‚¬ 266 miljoen en vanaf
2017 structureel  om ā‚¬ 268 miljoen.

Antwoord op de vraag van het Kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dik-Faber  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CU ) of er structurele belemmeringen zijn in de
vergoedingensfeer en wat de minister gaat doen om de resultaten van de
onderzoeken van de Voedingsalliantie te ondersteunen en breed uit te
rollen in het land.

Zoals lid Dik-Faber al constateerde maakt dieetvoeding reeds deel uit
van het basispakket Zorgverzekeringswet voor specifieke situaties. 

Ondervoeding is een groot risico en initiatieven om dat tegen te gaan
zijn dan ook zeer waardevol. Goede resultaten moeten breed bekend worden
gemaakt opdat andere zorgaanbieders en verzekeraars hier hun voordeel
mee kunnen doen en zo ook de zorg weer verder verbeteren.  

Antwoord op de vragen van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Dik-Faber  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  CU ) over palliatieve zorg. 

Mevrouw Dik-Faber vraagt naar de invulling van de 10 mln euro voor
palliatieve zorg uit het lente-akkoord. Met ingang van 2013 is 1,41 mln
euro van de extra middelen toegevoegd aan het subsidieplafond in de
Regeling palliatieve terminale zorg, dat hiermee met 10% is opgehoogd.
De coƶrdinatie van de inzet van vrijwilligers in de palliatief
terminale zorg alsmede de huisvestingslasten van de zelfstandige
hospices worden hiermee financieel ondersteund. Het overige deel van de
10 mln extra middelen is in 2013 nog niet tot besteding gekomen, omdat
nog overleg plaatsvond tussen alle betrokken organisaties in de
palliatieve zorg over een (NFU-)voorstel voor een landelijk programma
palliatieve zorg.

Ik ben bezig dit voorstel uit te werken in overleg, gedragen door de
kerngroep palliatieve zorg. Het doel van het programma is om via een
geregisseerde landelijke aanpak een meer uniform niveau van kwaliteit en
toegankelijkheid te verkrijgen, met ruimte voor lokale verschillen en
gedragen door de lokale zorgverleners.

Centrale themaā€™s in het voorstel zijn:

-Ā bewustwording en cultuur

- organisatie: continuĆÆteit van zorg

-Ā praktijkgericht onderzoek

- patiƫnten/naasten.

De themaā€™s (die aansluiten bij het zogenoemde witboek palliatieve zorg
dat ten grondslag lag aan de extra middelen) en de betrokkenheid van het
veld worden momenteel nader geconcretiseerd. Ik informeer u medio
november over mijn voornemens om het extra budget voor dit programma in
te zetten, alsmede over het precieze tijdpad.Ā De verwachting is dat het
voorgestelde programma in 2014 zijn beslag zal krijgen.

Verder vraagt mevrouw Dik-Faber naar de kennis bij artsen over
palliatieve in de verstandelijk gehandicaptensector. Vorig jaar is een
ZonMw-verbeterprogramma gestart, dat tot en met 2016 loopt. Aanbieders
van palliatieve zorg worden ondersteund om de kennis en ervaring die in
de afgelopen jaren is opgedaan, uit te rollen Ć©n te borgen. Bijzondere
doelgroepen zullen hierin worden meegenomen, waaronder de verstandelijk
gehandicaptensector. Ik ben het eens met mevrouw Dik-Faber dat de
Netwerken palliatieve zorg en stichting Agora hierbij een belangrijke
rol kunnen spelen. Binnen het programma wordt dan ook samengewerkt met
Agora, Stichting Fibula (platform voor de Netwerken Palliatieve Zorg),
IKNL en beroepsgroepen zoals het NHG, V&VN en Verenso.

 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Voortman  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  GL ) over Sensoor (hulp op afstand) 

Ik ben voornemens om in de nieuwe Wmo anonieme hulp op afstand wettelijk
stevig te verankeren. Met het oog hierop blijven veel provincies de
regionale Sensoor Organisaties in 2014 financieren. Om zich goed voor te
bereiden op de nieuwe situatie in 2015 is Sensoor Nederland bezig met
een reorganisatie om zo te komen tot een efficiƫntere organisatie. Ik
draag in 2013 en in 2014 financieel bij aan kosten van deze
reorganisatie.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Voortman  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  GL ) over  open data.

Vorige week heb ik uw Kamer bericht over mijn voornemens voor een
duurzaam informatiestelsel in de zorg. In die brief heb ik ook
aangegeven hoe ik uitwerking geef aan de motie van de leden Dijkstra en
Voortman en licht ik toe dat het regeringsbeleid is om het hergebruik
van openbare overheidsinformatie actief te bevorderen. Op die manier
kunnen andere partijen deze informatie gebruiken, verrijken en (op maat)
aanbieden aan de maatschappij. Ik zet mij in om meer gegevens over en
uit de zorg beschikbaar te maken. De zorgdata die binnen de overheid
voorhanden zijn kunnen echter niet zonder meer beschikbaar worden
gemaakt. Het regeringsbeleid met betrekking tot open data is immers een
toepassing van de wet openbaarheid van bestuur. Dit betekent dat er
zorgvuldig gewerkt moet worden, bijvoorbeeld om te voorkomen dat er
gegevens worden vrijgegeven die tot personen herleidbaar zijn ā€“ open
data wordt ook begrensd door de Wbp - of die concurrentiegevoelig zijn.
In overleg met bestuursorganen worden afspraken gemaakt over het moment
waarop hun gegevens (naast de reeds beschikbare gegevens) als open data
beschikbaar komen. Ik zal u daarover voor de zomer van 2014 informeren.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Voortman  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  GL ) over NPP-voornemens.

De rijksbijdrage aan het Zorgverzekeringsfonds is ter dekking van de
kosten van kinderen die geen premie verschuldigd zijn. Deze
rijksbijdrage kan niet zomaar verlaagd worden voor het Nationaal
Programma Preventie. Dan zou er een financieel gat ontstaan van ā‚¬20
mln. Ten behoeve van het NPP heeft reeds een herschikking van negen
miljoen euro binnen de VWS begroting plaatsgevonden.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Van der Staaij  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag 
\* MERGEFORMAT  SGP ) over 

Keuzevrijheid.

Ja, ook in de nieuwe Wmo wordt dat verankerd.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Van der Staaij  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag 
\* MERGEFORMAT  SGP ) over hoe de Staatssecretaris de keuzevrijheid en
de eigen regie gaat verankeren binnen de Zorgverzekeringswet. 

De keuzevrijheid en de eigen regie van de verzekerde is binnen de
Zorgverzekeringswet voldoende verankerd, door met name de
acceptatieplicht van een zorgverzekeraar voor een wettelijk geregeld
pakket met een verbod op premiedifferentiatie en de jaarlijkse
mogelijkheid voor de verzekerde om de verzekeringspolis op te zeggen. De
wijziging van art 13 Zvw of het ontbreken van een pgb-mogelijkheid doen
daar niets aan af. 

Verzekerden hebben binnen de Zorgverzekeringswet de mogelijkheid om te
kiezen tussen een natura- en een restitutiepolis. Bij een
restitutiepolis heeft de verzekerde recht op een marktconforme
vergoeding van de zorg. De verzekerde bepaalt in dat geval zelf van
welke zorgaanbieder hij gebruik maakt, zoals in principe ook bij een PGB
het geval is.

De wijziging van art 13 Zvw beperkt de keuzevrijheid van de verzekerde
mijns inziens niet. De wijziging van art 13 Zvw maakt het voor de
naturaverzekeraar mogelijk om geen of slechts een beperkte vergoeding te
geven voor niet-gecontracteerde zorg. Zoals gezegd blijft echter de
mogelijkheid om voor een restitutiepolis te kiezen bestaan. Daarnaast
verwacht ik dat naturaverzekeraars, vanuit concurrentieoogpunt, een
breed aanbod aan zorgaanbieders zullen contracteren. Omdat de
verzekeraar een zorgplicht heeft zal hij ook voldoende moeten
contracteren om zorg op een redelijke termijn en afstand te kunnen
garanderen. Daarnaast ga ik ervan uit dat een naturaverzekeraar het
vergoedingspercentage voor niet-gecontracteerde zorg weloverwogen zal
vaststellen. Tevens heeft de verzekerde jaarlijks de mogelijkheid over
te stappen naar een andere verzekeraar als het gecontracteerde
zorgaanbod ā€˜niet bevaltā€™. Tenslotte zal de wijziging van art 13 Zvw
tot meer transparantie over het gecontracteerde aanbod voor verzekerden
leiden. Zorgverzekeraars krijgen met de wijziging van art 13 Zvw een
forse prikkel om uiterlijk zes weken voor het begin van het nieuwe jaar
kenbaar te maken welke zorgaanbieders in dat jaar gecontracteerd zijn.
De zorgverzekeraar zal namelijk de volledige kosten van zorg moeten
vergoeden als een verzekerde zes weken voor het begin van het nieuwe
jaar niet had kunnen weten dat een door hem ingeroepen zorgaanbieder
niet gecontracteerd was. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Van der Staaij  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag 
\* MERGEFORMAT  SGP ) over het wetsvoorstel Wmo 2015.

Ik ben voornemens om in het wetsvoorstel Wmo 2015, te regelen dat de
mantelzorger dient te worden betrokken bij de aanvraag van een burger
die ondersteuning wil. Dit maakt een integrale aanpak mogelijk, waarbij
de gemeente dus goed afstemt wat de burger en de mantelzorger zelf doen
en waarbij ondersteuning nodig is. Bij deze afstemming kan ook worden
gesproken over wat te doen bij dreigende overbelasting van de
mantelzorger. 

Een belangrijke vorm van ondersteuning waarin gemeenten kunnen voorzien
is respijtzorg. Verschillende vormen van respijtbeleid zijn mogelijk.
Daarom heb ik samen met de VNG, met betrokkenheid van het
Expertisecentrum Mantelzorg, zorgaanbieders en cliƫntorganisaties, een
handreiking opgesteld die gemeenten informeert over de meerwaarde van
respijtbeleid en welke mogelijkheden er zijn om dit vorm te geven. Deze
zal volgende maand (november a.s.) beschikbaar komen voor gemeenten.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Van der Staaij  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag 
\* MERGEFORMAT  SGP ) over tienermoeders.

De middelen voor voorlichting en preventie, die via een subsidie aan
Siriz worden verstrekt, blijven de komende jaren onverkort beschikbaar.
Ook de middelen voor de opvang blijven beschikbaar. Wel wil ik de wijze
van financiering van de opvang herzien. Met betrekking tot de opvang van
specifieke groepen is het vanaf 2015 aan gemeenten om het stelsel vorm
te geven. Ik waardeer het werk van Siriz zeer. Tegelijkertijd stel ik
vast dat opvang van tienermoeders op meer plaatsen in Nederland gebeurt,
zonder dat dat landelijk wordt gefinancierd. Bekostiging vindt dan
plaats door gemeenten. 

Ik ben graag bereid om met Siriz naar vormen van borging te zoeken. Ik
zet er op in dat Siriz in 2017 binnen het stelsel functioneert, d.w.z.
geen rijkssubsidie meer  krijgt. Met Siriz zal ik overleggen hoe zij
vanuit een goede uitgangspositie kunnen werken aan de transitie
(overgangsregeling). Daarnaast wil ik er op inzetten dat de expertise
die er bij Siriz is breder verspreid kan worden, zodat ook andere
organisaties goede ondersteuning aan jonge moeders kunnen bieden. In de
volgende voortgangsrapportage Geweld in Afhankelijkheidsrelaties zal ik
uw Kamer informeren over de uitkomst. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Van der Staaij  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag 
\* MERGEFORMAT  SGP ) over foetale chirurgie.

Foetale chirurgie voor kinderen met een open ruggetje is nog in een
experimenteel stadium. De effecten en resultaten op lange termijn zijn
nog niet duidelijk. Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) zal eerst
moeten beoordelen of deze chirurgische techniek inmiddels zover
gevorderd is dat deze tot de stand van wetenschap en praktijk behoort.
Zolang dat niet het geval is behoort deze chirurgische techniek niet tot
het basispakket en wordt dus niet ten laste van de Zvw vergoed.

Juist omdat deze behandeling zo ingewikkeld is en naar verwachting
weinig zal voorkomen, zal deze behandeling zodra deze eventueel tot
verzekerde zorg behoort geconcentreerd georganiseerd moeten worden.

Uiteraard steun ik het lid van der Staaij in zijn opinie om, als de
techniek veilig en effectief is, deze snel ter beschikking te stellen in
Nederland.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Van der Staaij  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag 
\* MERGEFORMAT  SGP ) over de aandacht voor de belevingskant en ervaren
regeldruk bij instellingen in algemene zin.

Wij zijn ons ervan bewust dat een grote groep medewerkers in de zorg
veel regeldruk ervaart. In het antwoord op de vraag van het lid Bruins
Slot over onderzoek naar administratieve lasten in de curatieve zorg en
in het antwoord op de vraag van het lid Keijzer over regeldruk in de
langdurige zorg zijn wij hier specifiek op ingegaan. 

In zijn algemeenheid zetten wij ons ervoor in om ons in nieuwe wetgeving
vooral te richten op resultaatsverplichtingen in plaats van
procesverplichtingen. Hiermee geven wij instellingen de ruimte om de
zorg zo in te richten dat deze met zo min mogelijk administratieve
belasting kan worden geleverd.

Tegelijkertijd zien wij in de trajecten rond verspilling, fraude en
patiƫntveiligheid, dat het wel noodzakelijk is om
verantwoordingsinformatie van zorginstellingen te vragen. Het is zaak
deze informatievraag zo veel mogelijk te beperken en te laten aansluiten
bij het primaire proces. In het afgelopen jaar is om die reden een groot
aantal informatie-uitvragen in het kader van de maatschappelijke
verantwoording geschrapt uit het jaardocument. 

In onze brief over de informatiehuishouding in de zorg (Tweede Kamer,
vergaderjaar 2013-2014, 32620 nr. 93) geven wij aan hoe wij de
informatie-uitvraag verder willen beperken door goede afspraken te maken
over informatiestandaarden en eenduidige registratie aan de bron.

Tot slot willen wij nog benadrukken dat een belangrijk deel van de
ervaren regeldruk in de zorg niet afkomstig is door regelgeving. Zo
blijkt uit onderzoek van Actal dat de ervaren regeldruk bij
verpleegkundigen in ziekenhuizen voor 90 procent veroorzaakt wordt door
andere oorzaken dan regelgeving. Het gaat hierbij dan om het gebrek aan
samenhang in de informatie-uitvraag van verschillende partijen en
bijvoorbeeld door de verschillende vormen van certificering, regels
opgesteld door de beroepsorganisaties, de brancheorganisaties, de
instelling zelf etc. Daarom kiezen we nu de weg om in den brede te
kijken naar de ervaren regel- en administratieve lasten druk van de
professionals en de organisaties en samen een afbouwprogramma in te
zetten. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Van der Staaij  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag 
\* MERGEFORMAT  SGP ) over versterken van pijnbestrijding en palliatieve
zorg. 

Dit kabinet hecht veel waarde aan een kwalitatief hoogstaande
palliatieve zorg. Zo worden met het vorig jaar gestarte
ZonMw-verbeterprogramma aanbieders van palliatieve zorg gestimuleerd de
kennis en ervaringen uit onder andere het ZonMw-onderzoeksprogramma
verder te implementeren. Ook de kennis over goede pijnbestrijding maakt
hiervan onderdeel uit. Daarnaast stimuleer ik dat palliatieve zorg
steviger wordt verankerd in opleidingen. 

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Ouwehand  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdD ) over het effect

Van landbouwgif op omwonenden. 

Ik weet dat de Gezondheidsraad op dit moment werkt aan een rapport over
gezondheidsrisicoā€™s van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in
de landbouw voor omwonenden. Dit rapport zal naar verwachting eind 2013
worden aangeboden aan de minister van IenM. Ik ken de inhoud van dit
rapport niet en kan dus  niet vooruit lopen op de uitkomsten van het GR
advies.

Ik zal de Kamer na ommekomst van dit advies een reactie doen toekomen.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Ouwehand  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdD ) over haar verantwoordelijkheid om bewoners te
schermen tegen landbouwgif. 

Het reguleren van de toelating en het gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw, mede vanuit het oogpunt van de
gezondheidsgevolgen voor omwonenden,  is een beleidsverantwoordelijkheid
van de minister van IenM. Vanzelfsprekend ben ik vanuit
volksgezondheidsoogpunt betrokken bij dit beleid.

De gezondheidsaspecten zijn stevig in dit beleid verankerd en spelen een
doorslaggevende rol in het al dan niet toelaten van deze middelen.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Ouwehand  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdD ) over het toezicht op voedselveiligheid dat weg moet
bij de economische belangen. PvdD daagt de minister uit de NVWA terug te
nemen.

De voedselveiligheid en de volksgezondheid staat voor de NVWA en de
beide ministeries centraal. Om het toezicht op de voedselveiligheid goed
te kunnen uitoefenen heb ik in de vorige begroting in overleg met uw
Kamer besloten de geplande bezuiniging niet door te voeren en dit
structureel te dekken. Samen met de staatssecretaris van EZ kom ik
daarnaast met een plan om de NVWA structureel verder te versterken.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Ouwehand  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdD ) over meetnetten over heel Nederland.

De verantwoordelijkheid over de meetnetten en de daaruit voortkomende
data is belegd bij de staatssecretaris van IenM. U bent hierover reeds
geĆÆnformeerd bij de schriftelijke beantwoording van het SO
Leefomgeving.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Ouwehand  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdD ) over  groene leefomgeving.

Groen in de wijk en groene schoolpleinen zijn een lokale
verantwoordelijkheid. Onze rol is om gezonde schoolpleinen te
stimuleren.

Ik heb daarom een doelstelling geformuleerd, namelijk 70 goede
voorbeelden voor groene en gezonde schoolpleinen voor eind 2016. Deze
goede voorbeelden moeten regionale uitstraling hebben en deze scholen
worden vervolgens ingezet als ambassadeur richting andere scholen in de
regio. 

De coƶrdinatie ligt bij de onderwijsraden en de uitvoering en de
begeleiding ligt bij diverse veldpartijen die de logische partner zijn
voor de school en dit thema. Overigens investeren diverse betrokken
partijen ook zelf middelen in dit traject, zoals Jantje Beton en IVN
(instituut voor natuureducatie en duurzaamheid).

Ā 

Gezien de reeds forse inzet is een nog hogere ambitie nu niet reƫel.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Ouwehand  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdD ) over relatie tussen groen en gezondheid.

Samen met mijn collega van EZ stimuleer ik onderzoek door het RIVM en
Alterra op het terrein van de relatie tussen groen en gezondheid. Eind
2014 komen de eerste resultaten van dit onderzoek beschikbaar.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Ouwehand  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdD )

De verkoop van snippergroen is een bevoegdheid van het lokaal bestuur.
Ik treed niet in die bevoegdheid. Het is aan de gemeenteraad om op dit
terrein beleid vast te stellen.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Ouwehand  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdD ) over het structureel weigeren van een hulphond.

Het weigeren van hulp- en blindengeleidehonden als ondersteuning voor
participatie van mensen met een beperking aan de samenleving is een
onderwerp dat mijn aandacht heeft mede in het licht van het
ratificatieproces van het VN-verdrag Handicap. Eerste prioriteit is
bewustwording. Ik zeg u toe dat in dat kader het belang van hulp- en
blindengeleidehonden voor de participatie aan de samenleving van
gebruikers van deze honden nadrukkelijk onder de aandacht zal worden
gebracht.

Er is een wetsontwerp in voorbereiding waarin de Wet gelijke behandeling
op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz) wordt gewijzigd in
die zin dat het terrein van goederen en diensten onder de werkingssfeer
van die wet wordt gebracht. De toepasselijkheid van die verplichting zal
betekenen dat het in openbare gelegenheden in nagenoeg alle gevallen
verplicht zal zijn hulp- en blindengeleidehonden toe te laten. Dit
betekent dat er sprake moet zijn van een gegronde reden om in een
specifieke situatie de toegang van hulphonden te weigeren, zoals op
bepaalde afdelingen in het ziekenhuis of een klein cafƩ waarvan de
eigenaar allergisch is.

Over de niet naleving van de Wgbh/cz kan een klacht worden ingediend bij
het College voor de Rechten van de Mens. Dit kan straks ook met
betrekking tot de openbare ruimte als het hierboven genoemde wetsontwerp
in werking is getreden. Al zijn de oordelen van het College niet
juridisch bindend, uit de praktijk blijkt dat in de meeste gevallen de
oordelen ook daadwerkelijk worden opgevolgd. Indien oordelen niet worden
opgevolgd bestaat de mogelijkheid om deze alsnog af te dwingen via een
gang naar de rechter.

Antwoord op de vraag van het kamerlid   DOCPROPERTY  Stellers  \*
MERGEFORMAT  Ouwehand  (  DOCPROPERTY  PolitiekePartijKamervraag  \*
MERGEFORMAT  PvdD ) over hoe VWS zorgt dat de NVWA haar werk op het VWS
terrein goed kan uitvoeren.

Als gevolg van de recente incidenten bij voedselveiligheid en diverse
rapporten is duidelijk geworden dat er, als gevolg van de bezuinigingen,
een ondergrens in de handhaving is bereikt. 

Ik heb dan ook geconstateerd dat de capaciteit van de NVWA op voldoende
niveau moet blijven om ook in de toekomst voldoende toezicht op voedsel-
en productveiligheid te kunnen blijven uitvoeren. 

Ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen om de capaciteit van de NVWA op
niveau te houden. Ik heb een verzoek van de Tweede Kamer gesteund om af
te zien van de Ā taakstelling Rutte I van de NVWA van ā‚¬ 4,2 miljoen op
het VWS-opdrachtgeversbudget in 2013, en dit ook structureel niet door
te voeren. Het tekort dat na het amendement resteerde, als gevolg van de
taakstelling Rutte I, heb ik ook binnen mijn begroting 2014 opgelost. 

Aanvullend werken de staatssecretaris van EZ en ik nu aan een verbeterde
en sterkere NVWA. Hiertoe zullen wij binnenkort een plan van aanpak naar
de Tweede Kamer sturen. Daarbij zal ook gezocht worden naar de daarvoor
benodigde financiering. 

 Ā 

  

 TK, vergaderjaar 2009-2010, 30597, nr. 153

Bezoekadres:

Rijnstraat 50

2551 XP  Den Haag

T	070 340 79 11

F	070 340 78 34

www.rijksoverheid.nl

Ons kenmerk

  DOCPROPERTY  KenmerkVWS  \* MERGEFORMAT  166533-112548-BPZ 

 

Bijlagen

1

Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding
van de datum en het kenmerk van deze brief.

Datum  30 oktober 2013	

Betreft	Antwoorden eerste termijn behandeling Begroting VWS 

2014

Ons kenmerk

  DOCPROPERTY  KenmerkVWS  \* MERGEFORMAT  166533-112548-BPZ 

  

Ons kenmerk

  DOCPROPERTY  KenmerkVWS  \* MERGEFORMAT  166533-112548-BPZ