Nader rapport
Bijlage
Nummer: 2013D46260, datum: 2013-11-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Preview document (🔗 origineel)
Afdeling Verdragen
MINBUZA-2013.291682
AAN DE KONING
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili houdende herziening van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili, ondertekend te Santiago op 10 januari 1996; ‘s-Gravenhage, 15 juni 2005 (Trb. 2005, 194)
’s-Gravenhage, 21 oktober 2013
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 8 november 2005, nr. 05.004168, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 2 december 2005, nr. W12.05.0490/IV, bied ik U hierbij aan.
Het verdrag geeft de Raad van State aanleiding tot enkele kanttekeningen.
Gevolg gevend aan het advies van de Raad is in de toelichting bij artikel III ingegaan op de jurisprudentie, alsmede op de overgangsregeling bij het afschaffen van de export van toeslagen op grond van de Toeslagenwet.
Gevolg gevend aan het advies van de Raad over het exportverbod van uitkeringen op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten is de toelichting bij artikel III op dit punt aangevuld.
a en b. Gevolg gevend aan het advies van de Raad over de terugwerkende kracht is de toelichting bij artikel IV aangepast.
Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt de toelichting op enkele onderdelen te actualiseren. Met de indiening van het Verdrag is geruime tijd gewacht, omdat daarin een overgangsregeling ontbrak voor de afschaffing van de export van toeslagen op grond van de Toeslagenwet. Na ondertekening is aan Chili een verzoek gedaan om in te stemmen met een aanvullend protocol met daarin een overgangsregeling voor de Toeslagenwet. Reactie bleef uit totdat Chili berichtte het Verdrag te hebben geratificeerd. Voorts oordeelde de Centrale Raad van Beroep dat bij het ontbreken van een overgangsregeling kan worden aangesloten bij het overgangsrecht bij opzegging in het Verdrag. Een aanvullend protocol is niet langer noodzakelijk. Naar aanleiding hiervan is nu besloten het Verdrag in te dienen.
Het Verdrag biedt ruimte om in de toekomst de export van kinderbijslag te beperken, conform het Wetsvoorstel herziening export kinderbijslag (Kamerstukken II 2011-12, 33162) (hierna: Whek). Hiervoor hoeft het Verdrag niet opnieuw te worden aangepast. Artikel 21A van het wijzigingsverdrag bepaalt namelijk dat de kinderbijslagen rechtstreeks en uitsluitend worden vastgesteld krachtens de Algemene Kinderbijslagwet. Thans bevat die wet in artikel 7b nog de bepaling dat de verzekerde die kinderen heeft wonen in een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op kinderbijslag kan bestaan, recht heeft op kinderbijslag. Indien het wetsvoorstel Whek, nadat het tot wet is verheven, in werking treedt regelt artikel 7b van de Algemene Kinderbijslagwet die uitzondering op het territorialiteitsbeginsel slechts nog voor kinderen die wonen in de Europese Unie, Europese Economische Ruimte of Zwitserland.
Ik moge U, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,