[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Instellingsbesluit Commissie “Kleine evaluatie Caribisch Nederland”

Bijlage

Nummer: 2013D51064, datum: 2013-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Afschrift van het antwoord op aanvullende vragen van de Eerste Kamer over de evaluaties Caribisch Nederland en Rijkscoördinatie en de staatkundige positie van de eilanden en landen in het Koninkrijk (2013D51061)

Preview document (🔗 origineel)


INSTELLINGSBESLUIT

Commissie “Kleine evaluatie Caribisch Nederland”

Voorgeschiedenis

In het afgelopen jaar zijn door vele actoren (het Parlement, de Algemene Rekenkamer, de Openbare Lichamen etc) vraagtekens geplaatst bij het functioneren van de coördinatie van het Rijksbestuur in Caribische Nederland. Dat heeft er toe geleid dat – eerder dan voorzien – de evaluatie van deze coördinatie moet plaats vinden. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de Tweede Kamer geïnformeerd en de toezegging gedaan om uiterlijk 1 mei met een standpunt te komen.

Ter voorbereiding is een eerste stap gezet door het uitvoeren van een doorlichting door het ministerie van Buitenlandse Zaken (de Inspectie, Signalering en Begeleiding). De inspectie heeft deze doorlichting uitgevoerd van 22 oktober t/m 6 november en verslag gedaan aan de Secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verslag wordt ter beschikking gesteld aan de commissie.

Leden Commissie

De commissie bestaat uit:

  • Een voorzitter, namelijk: de heer Marcel van Gastel;

  • Een lid namens de eilanden, namelijk: de heer Jonathan Johnson, gezaghebber van Saba;

  • Een lid namens de CN-tafel, namelijk: mevrouw Jenny Thunnissen, Inspecteur-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Het secretariaat van de commissie wordt verzorgd door de directie Koninkrijksrelaties. De commissie handelt zonder last of ruggespraak en zal haar verslag uiterlijk 1 februari uitbrengen aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Opdracht Commissie

In het rapport van het ministerie van Buitenlandse zaken worden een groot aantal aanbevelingen gedaan, gericht aan meerdere actoren. Een deel van de aanbevelingen verdient een nadere analyse en precisering, een andere deel kan al direct worden opgepakt. De inspectie heeft in haar analyse en werkzaamheden de nadruk gelegd op “wat mensen vinden en ervaren”. Deze commissie zou de rijkscoördinatie in een meer staatkundig en bestuurlijk perspectief moeten bezien. Daarbij gaat het ook om eventuele wijzigingen in verantwoordelijkheden van de rijksvertegenwoordiger, het ministerie van BZK en de vakdepartementen. Hier ontstaat dan ook een relatie met de “grote evaluatie” (evt wetswijzigingen).

De commissie wordt verzocht om wat betreft de meer bestuurlijke aanbevelingen te komen met gerichte voorstellen. Zonder daarin uitputtend en uitsluitend te zijn, gaat het dan om:

  • De robuustere inzet en regierol van de CN-tafel, zowel vanuit BZK als vanuit de vakdepartementen;

  • De aansluiting van de CN-tafel op de rol en verantwoordelijkheid van de Rijksvertegenwoordiger. Hierbij zou ook aandacht besteed moeten worden aan het profiel van de Rijksvertegenwoordiger en zijn/haar inhoudelijk mandaat vanuit de CN-tafel;

  • De aansluiting tussen de rijkscoördinatie / rijksvertegenwoordiger en de openbare lichamen (zowel bestuurlijk als ambtelijk).

Vergoeding

Vergoeding vindt plaats op basis van gemaakte kosten door de leden.