[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33757, bijgewerkt t/m nr. 8 (2e NvW d.d. 24 november 2014)

Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet griffierechten burgerlijke zaken en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van griffierechten

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2014D02292, datum: 2014-11-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2013Z17586:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 8 (Tweede Nota van Wijziging d.d. 24 november 2014)

TWEEDE  KAMER  DER STATEN-GENERAAL	2

Vergaderjaar 2013-2014







	33 757	Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet
griffierechten burgerlijke zaken en de Wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek in verband  met aanpassing van griffierechten







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
griffierechten voor het instellen van of deelnemen aan rechterlijke
procedures aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 8:41, tweede lid, wordt “€ 45” vervangen door “€
46”, “€ 167” door “€ 170” en “€ 331” door: € 338.

B

	In artikel 8:109, eerste lid, wordt “€ 123” vervangen door “€
160”, “€ 248” door “€ 285” en “€ 497” door: € 507.

Ba

	Artikel 11:2 wordt als volgt gewijzigd:

	a. In het eerste lid wordt “aangepast aan de ontwikkeling van de
consumentenprijsindex” vervangen door: gewijzigd voor zover de
consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft.

	b. In het tweede lid wordt “aangepast” vervangen door: gewijzigd.

C

	Artikel 2 van bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

	Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen

	2. De zinsnede met betrekking tot de Wet op de huurtoeslag vervalt.

ARTIKEL II

De Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 17, eerste lid, wordt “€ 604” vervangen door: € 695.

B

	In artikel 19, eerste lid, wordt “€ 360” vervangen door: € 414.

C

	Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

	

	1. In het derde lid wordt “€ 20” vervangen door: € 23.

	

	2. Het vierde lid vervalt.

D

	In artikel 22, eerste lid, wordt “€ 122” vervangen door: € 140.

E

	Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

	

	1. In het eerste lid wordt “€ 183” vervangen door: € 210.

	

	2. In het tweede en derde lid wordt “€ 20” telkens vervangen
door: € 23.

F

De bijlage behorend bij de Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt
vervangen door de bijlage behorend bij deze wet.

ARTIKEL III

	In artikel 7.67 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek wordt “€ 45” vervangen door: € 46.

ARTIKEL IV

	1. Artikel 8:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht zoals
dat lid luidde voor de datum van inwerkingtreding van artikel I,
onderdeel A, blijft van toepassing indien het beroepschrift voor die
datum is ontvangen. Indien de eerste volzin van toepassing is en na
inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A, een ander beroepschrift
wordt ontvangen dat gericht is tegen hetzelfde besluit, wordt de eerste
volzin ook toegepast op dat andere beroepschrift.

	2. Artikel 8:109, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht zoals
dat lid luidde voor de datum van inwerkingtreding van artikel I,
onderdeel B, blijft van toepassing indien het hogerberoepschrift voor
die datum is ontvangen. Indien de eerste volzin van toepassing is en na
inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, een ander
hogerberoepschrift wordt ontvangen dat gericht is tegen dezelfde
uitspraak, wordt de eerste volzin ook toegepast op dat andere
hogerberoepschrift.

	3. Ten aanzien van griffierechten als bedoeld in de Wet griffierechten
burgerlijke zaken die door een eiser of verzoeker verschuldigd zijn
geworden voor de datum van inwerkingtreding van artikel II of voor die
datum rechtsgeldig een gedaagde of belanghebbende zijn aangezegd op
grond van artikel 111, tweede lid, onder k, of 276, tweede lid, van het
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, blijft het griffierecht zoals
het voor die datum gold, van toepassing.

	4. Artikel 7.67 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek zoals dat artikel luidde voor de datum van inwerkingtreding
van artikel III blijft van toepassing indien het beroepschrift voor die
datum is ontvangen. Indien de eerste volzin van toepassing is en na
inwerkingtreding van artikel III een ander beroepschrift wordt ontvangen
dat gericht is tegen hetzelfde besluit, wordt de eerste volzin ook
toegepast op dat andere beroepschrift.

ARTIKEL V

	Indien het bij koninklijke boodschap van 11 oktober 2013 ingediende
voorstel van wet tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten
alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in
diverse wetsbepalingen op het terrein van het ministerie van Veiligheid
en Justitie (Verzamelwet Veiligheid en Justitie 2013) (33 771) tot wet
is of wordt verheven en artikel XXXIII van die wet later in werking
treedt dan artikel II van deze wet, vervalt artikel XXXIII van die wet.

ARTIKEL VI

	De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

 

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,



Bijlage bij artikel II, onderdeel F, van de Wet 

BIJLAGE BIJ DE ARTIKELEN 3, VIJFDE LID, EN 16 VAN DE WET 

Aard c.q. hoogte van de vordering of het verzoek 	Griffierecht voor
niet-natuurlijke personen 	Griffierecht voor natuurlijke personen 
Griffierecht voor onvermogenden 

Griffierechten bij de rechtbank voor kantonzaken 

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:

 – van onbepaalde waarde of

 – met een beloop van niet meer dan € 500 	€ 118 	€ 80 	€ 80 

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een
beloop van meer dan € 500 en niet meer dan € 1 500	€ 327

	€ 155

	€ 80

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een
beloop van meer dan € 1 500 en niet meer dan € 12 500 	€ 699

	€ 332

 	€ 80 

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een
beloop van meer dan € 12 500 	€ 951 	€ 475 	€ 80 

Griffierechten bij de rechtbank voor andere zaken dan kantonzaken 

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek van
onbepaalde waarde 	€ 625 	€ 291 	€ 80 

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een
beloop van niet meer dan € 100 000 	€ 1 947 	€ 894 	€ 80 

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een
beloop van meer dan € 100 000 en niet meer dan € 1 miljoen	€ 3
941	€ 1 564	€ 80

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een
beloop van meer dan € 1 miljoen en niet meer dan € 5 miljoen	€ 7
728	€ 1 564	€ 80

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een
beloop van meer dan € 5 miljoen en niet meer dan € 50 miljoen	€
9 660	€ 1 564	€ 80

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een
beloop van meer dan € 50 miljoen	€ 11 592	€ 1 564	€ 80

Griffierechten bij de gerechtshoven en de Hoge Raad  

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:

 – van onbepaalde waarde of

 – met een beloop van niet meer dan € 12 500	€ 1 422 	€ 622 
€ 317 

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een
beloop van meer dan € 12 500 en niet meer dan € 100 000 	 € 3
874 	 € 1 422 	 € 317 

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een
beloop van meer dan € 100 000 en niet meer dan € 1 miljoen	€ 7
740	€ 2 826	€ 317

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een
beloop van meer dan € 1 miljoen en niet meer dan € 5 miljoen	€
15 480

	€ 2 826	€ 317

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een
beloop van meer dan € 5 miljoen en niet meer dan € 50 miljoen	€
19 352

	€ 2 826	€ 317

Zaak met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een
beloop van meer dan € 50 miljoen	€ 23 220

	€ 2 826	€ 317



 

 

 PAGE    

 PAGE   1