[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nederlandse inbreng consultatie verbeterde bescherming tegen subsidiëring en oneerlijke tariefpraktijken van niet - EU luchtvaartmaatschappijen

Bijlage

Nummer: 2014D02391, datum: 2014-01-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Consultatie verbeterde bescherming tegen subsidiëring en oneerlijke tariefpraktijken van niet - EU luchtvaartmaatschappijen (2014D02390)

Preview document (🔗 origineel)


Consultatie verbeterde bescherming tegen subsidiering en oneerlijke
tariefpraktijken vanuit niet-EU-landen die EU-luchtvaartmaatschappijen
benadelen

Reactie Nederland

Introductie

De luchtvaartsector is van groot belang voor zowel de Nederlandse als de
Europese economie. De luchtvaartsector zorgt voor internationale
bereikbaarheid voor mensen en goederen. Zeker luchthavens en
luchtvaartmaatschappijen die volgens het hubmodel werken, zoals
Schiphol, dragen hieraan bij. Die creëren een groot
verbindingennetwerk, dat leidt tot wereldwijde connectiviteit. Een goed
verbindingennetwerk zorgt ervoor dat Europa een aantrekkelijke
vestigingslocatie is en blijft voor internationale bedrijven en zorgt
ervoor dat Europese bedrijven in staat worden gesteld internationaal
actief te zijn met handel, investeringen en uitwisselen van kennis.
Daarmee is de luchtvaartsector van groot economisch en strategisch
belang voor Europa.

Een van de uitdagingen waar de Europese luchtvaartmarkt mee
geconfronteerd wordt, is de indrukwekkende opmars van
luchtvaartmaatschappijen buiten de EU, met name in het Midden Oosten. De
regio heeft het hubmodel gekopieerd en succesvol geëxploiteerd.  

In de afgelopen periode is binnen de Europese Unie de luchtvaart
volledig geliberaliseerd, wat heeft geleid tot een zeer open interne
luchtvaartmarkt. In deze markt is eerlijke mededinging een belangrijk
goed, dat bewaakt wordt door hiertoe in het leven geroepen
onafhankelijke autoriteiten. 

Van een vergelijkbare open markt met eerlijke concurrentie en
bijbehorend toezicht en waarborgen is buiten de EU lang niet altijd
sprake. Een wereldwijd level playing field bestaat nog niet. Een gedeeld
beeld over eerlijke concurrentie en gemeenschappelijke regels die
daarbij horen, is er immers niet. 

Positie Nederland

Nederland vindt het belangrijk dat op mondiale schaal de juiste
voorwaarden worden geschapen om eerlijke concurrentie mogelijk te maken.
Het steunt initiatieven van de Commissie om samen met de lidstaten
instrumenten te ontwikkelen waarmee dit bereikt kan worden. 

Om na te gaan welke instrumenten het meest geschikt zijn om dit te
bereiken, is het noodzakelijk te bezien welke problemen er precies mee
opgelost zouden moeten worden. U vraagt niet voor niets in het begin van
uw vragenlijst om de problemen te benoemen.

Een door de luchtvaartsector veel genoemd mogelijk probleem is dat van
oneerlijke concurrentie van m.n. de Golfregio. Mede daarom is destijds
Verordening EC 868/2004 over de bescherming  tegen subsidiëring en
oneerlijke tariefpraktijken uit landen die geen lid zijn van de EU in
het leven geroepen. 

Het is echter lastig om subsidiering en oneerlijke tariefpraktijken aan
te tonen. De Verordening is sinds de inwerkingtreding in 2004 nog niet
aangesproken. Wel zijn meerdere pogingen ondernomen om oneerlijke
tariefpraktijken boven water te krijgen, tot op heden zonder succes. De
vraag is waar dit aan ligt. Deze vraag is zonder een gedegen analyse,
mede op basis van  input van de sector,  lastig te beantwoorden. De
reacties op de vragenlijst van de Commissie zijn daarvoor van groot
belang. 

In ieder geval lijkt het erop dat de Golfregio een aantal financiële of
economische voordelen biedt voor luchtvaartmaatschappijen uit deze regio
in vergelijking met Europa. Ik noem lage arbeidskosten, lage
luchthavengelden, weinig regulering en regelgeving en een aantrekkelijk
fiscaal regime. De situatie in deze regio verschilt hierdoor wezenlijk
van de Europese, waar vaak het tegenovergestelde geldt. Een vraag
daarbij is of bijvoorbeeld de lage luchthavengelden en grote
investeringen in luchthaveninfrastructuur mogelijk worden gemaakt door
staatssteun. 

De EU verordening kan een goed instrument zijn om dergelijke steun aan
de luchtvaart aan te pakken wanneer sprake is van subsidiëring of
oneerlijke tariefpraktijken. Dat de verordening tot nu toe niet is
ingezet, betekent niet dat zich in de toekomst geen gevallen kunnen
voordoen waarbij ze te gebruiken is. Om de effectiviteit van de
Verordening te verbeteren, zou eventueel bezien kunnen worden of het
bewijsmateriaal dat verzameld moet zijn voor de start van een onderzoek
door de Europese Commissie, niet een te hoge drempel opwerpt voor
diegene die een klacht wil indienen en of de maatregelen die de
Commissie kan nemen niet kunnen worden uitgebreid.  

Voor andere elementen die de Golfregio een voorsprong lijken te geven,
zoals goedkope arbeid en minder goede arbeidsvoorwaarden, geldt echter
dat een EU verordening een minder geschikt instrument is. Dit verschil
in arbeidsomstandigheden speelt niet specifiek voor de luchtvaartsector.
Om dit soort zaken aan te pakken, zijn handelsverdragen het meest
geschikt. Nederland geeft dus in overweging dit instrument in te zetten.


Verder kunnen via het politieke en diplomatieke spoor gesprekken gevoerd
worden over waarden die we binnen de Unie belangrijk vinden, zoals
transparantie, eerlijke concurrentie en dergelijke. Nederland is om deze
reden ook voorstander van het voeren van deze gesprekken binnen ICAO.
Wij zien ICAO ook als de geschikte organisatie waar gedeelde regels over
transparantie en concurrentie gemaakt moeten worden, omdat we het meest
baat hebben bij een wereldwijd level playing field. 

De door de Commissie reeds ingeslagen weg van een open dialoog met de
Golfregio zien wij ook als een goede manier om vooruitgang te boeken.
Graag wordt Nederland en andere lidstaten betrokken bij het verdere
vervolg hiervan.