Verslag van de Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur- en Sportraad van 25 en 26 november 2013, onderdeel jeugd en sport
Bijlage
Nummer: 2014D05003, datum: 2014-02-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verslag van de Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur- en Sportraad van 25 en 26 november 2013 (2014D05002)
Preview document (đ origineel)
Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sportraad d.d. 25-26 november 2013
Onderdeel Jeugd
Raadsconclusies over de versterking van sociale inclusie van jongeren die geen onderwijs, opleiding of werk hebben (NEETâs= Not in Education, Employment or Training)
Het Litouwse voorzitterschap licht het belang toe van actie voor deze doelgroep jongeren: als we niks doen raken we 7,5 miljoen jongeren in de leeftijdscategorie 15-25 jaar kwijt: een âverloren generatieâ. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de jongeren zelf, maar voor de samenleving en economie als geheel. Lidstaten moeten zich inzetten om actieve deelname aan de samenleving te bevorderen vindt het voorzitterschap.
Commissaris Vassiliou onderschrijft deze uitspraken en waarschuwt ervoor dat als jongeren langdurig zonder werk, opleiding of onderwijs zitten, de kans groot is dat zij hun zelfvertrouwen verliezen en politiek onbetrokken raken waardoor ze zelfs verleid worden door extremistische politieke partijen. Jongeren met een handicap of migrantenachtergrond zijn volgens de Commissaris extra kwetsbaar. Jeugdwerk en allianties met onderwijs zijn volgens de Commissaris geschikte instrumenten om dit probleem aan te pakken. Jongeren moeten vooral vaardigheden op doen, ook door informeel en niet-formeel leren, om betere kansen te maken op de arbeidsmarkt.
BelgiĂ« en Ierland spreken over een âverlies voor de hele samenlevingâ. BelgiĂ« is bang dat als we niks doen we jongeren verliezen aan populisme en daarmee âverliezen we de ziel van Europaâ. De EU is volgens hen het geschikte platform om actie te nemen. RoemeniĂ« meldt dat zij in maart 2014 een conferentie zullen organiseren over NEETâs.
De Raad kon instemmen met de Raadsconclusies.
Beleidsdebat over het toekomstig Werkplan voor jeugdbeleid
Het Voorzitterschap licht toe dat dit tussentijdse Werkplan voortvloeit uit de Raadsconclusies over jeugdbeleid die in mei 2013 onder Iers voorzitterschap zijn aangenomen. De minister krijgen nu de eerste mogelijkheid om hun prioriteiten te benoemen voor in dit werkplan. Onder het Griekse voorzitterschap zal het Werkplan moeten worden aangenomen.
Volgens Commissaris Vassiliou zou het Werkplan zich vooral moeten richten op het vergroten van mogelijkheden voor jongeren op de arbeidsmarkt, door de coördinatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren. Jeugdwerk vergroot sociale insluiting en het aanleren van vaardigheden die nuttig kunnen zijn op de arbeidsmarkt. Andere prioriteiten zijn het vergroten van participatie en sociale insluiting, het bevorderen van creativiteit en ondernemerschap en het bevorderen van democratisch leven. Geschikte instrumenten zijn âpeer-learningâ, het EU dashboard voor jeugdindicatoren, evidence based jeugdbeleid en de gestructureerde dialoog tussen jongeren en beleidsmedewerkers.
Overige prioriteiten die worden genoemd: verder onderzoek doen naar kwalitatief jeugdwerk (IER), bevorderen van gezondheid en welzijn van jongeren (IER), richt je op jongeren met minder mogelijkheden (SPANJE) en benut vooral hun talenten (SLOWAKIJE), verder benutten van traineeships en vrijwilligerswerk om vaardigheden aan te leren (TJECHIE, BELGIE), gebruiken van peer-learing als instrument om van elkaar (sector-overstijgend) te leren (TSJ, DUI, FRA), inzetten op âyouth empowermentâ en actief burgerschap (LET, ITA), vergroten van vooral organisatie- en sociale vaardigheden (POL), gebruik een âmatrix of measuresâ om te zien op welke beleidsterreinen instrumenten beschikbaar zijn om effectiever sector-overstijgend te kunnen opereren (SLOV), jongeren traineeships en leerplekken bieden om vaardigheden aan te leren, zoals ook gedaan wordt in het project âLife Long Workingâ en âSkills for Lifeâ (VK), taalvaardigheden vergroten (SPA, BEL), erkenning van informeel en niet-formeel leren vergroten (OOS, DUI), benut diverse Europese financieringsprogrammaâs effectiever (DK), vergroot de mobiliteit van jongeren (POR, KRO) en het opnieuw benutten van de âopen coördinatiemethodeâ (SPA, FIN). Alle lidstaten onderschrijven het belang van een horizontale, sector-overstijgende benadering van deze problematiek.
Tot slot licht GRIE nog zijn prioriteiten voor hun voorzitterschap toe. âSociale insluitingâ is het thema waarop de Grieken zullen verder werken en meer specifiek het bevorderen van ondernemerschap en creativiteit. Daarover zullen Raadsconclusies worden opgesteld. Op 20 mei 2013 zal de Jeugdraad plaatsvinden.
Onderdeel Sport
Raadsaanbeveling ter bevordering van Health Enhancing Physical Activity (HEPA)
Het Voorzitterschap spreekt van een historisch moment, omdat de Raad op het punt staat voor het eerst een âsoft lawâ instrument op het gebied van sport aan te nemen.
Commissaris Vassiliou benadrukt dat lidstaten zelf bevoegd blijven om invulling te geven aan beleid op het terrein van HEPA. Het monitoringsinstrument is vooral van aanvullende meerwaarde op het beleid van de lidstaten.
Nederland is van mening dat er onvoldoende sprake is van grensoverschrijdende problematiek waarvoor ingrijpen door de EU met dit voorstel noodzakelijk is. Om die reden geeft Nederland in de raad dan ook geen steun aan de aanbeveling.
ZWE steunt deze principiële gedachte van NL maar blijft de Aanbeveling wel formeel steunen. TSJ geeft aan niet aan alle monitoringsvereisten te kunnen voldoen maar steunt de Aanbeveling wel. NL is daarmee de enige lidstaat die de Raadsaanbeveling niet kan steunen.
Het Voorzitterschap stelt vast dat er voldoende steun is voor de Raadsaanbeveling.
Raadsconclusies over de bijdrage van sport aan de economie, in het bijzonder bij de aanpak van jeugdwerkloosheid en het bevorderen van sociale insluiting
Het Voorzitterschap licht toe dat sport een belangrijke motor is voor de economie en ook de participatie en sociale insluiting van jongeren kan bevorderen. Op deze manier kan sport een bijdrage leveren aan de strijd tegen jeugdwerkloosheid.
Commissaris Vassiliou ziet ook een duidelijk verband tussen sport, economie en de aanpak van jeugdwerkloosheid en spreekt waardering uit voor het feit dat sport nu voor het eerst betrokken wordt bij de aanpak van jeugdwerkloosheid. Vooral het aanleren van vaardigheden in de sport kan betere perspectieven bieden voor jongeren op de arbeidsmarkt. De Commissaris is benieuwd naar verdere initiatieven van de Raad op dit terrein.
Alle lidstaten - uitgezonderd NL - staan positief tegenover de Raadsconclusies.
NL geeft aan ook hier het grensoverschrijdende aspect en daarmee de noodzaak van een gezamenlijke aanpak binnen de EU te missen. Deze afweging past in de subsidiariteitsdiscussie die momenteel in NL gevoerd wordt op basis van het uitgangspunt âEuropees wat moet, nationaal wat kanâ. NL zal echter de Raadsconclusie niet blokkeren als enige lidstaat, maar wil wel het kritische signaal afgeven dat â in het licht van de subsidiariteitstoets â volgens NL dit niet tot de prioriteiten van de EU zou moeten behoren.
Deze kritische kanttekening van NL in rekenschap nemend, kon de Raad instemmen met de Raadsconclusies.
Beleidsdebat Goed Bestuur in de Sport
Commissaris Vassiliou vindt dit een belangrijk debat. Weliswaar is de sportsector autonoom en vrij van overheidsinmenging maar de sportsector heeft net als iedere andere sector te maken met wet- en regelgeving. Het is tevens van belang dat de sector sportieve waarden naleeft (maatschappelijke verantwoordelijkheid van de sport). In de voorbereidende acties van de Commissie is dit een prioritair thema. Maar liefst acht projecten zijn voor dit jaar goedgekeurd.
Sylvia Schenk van Transparancy International is als gastspreker uitgenodigd om het debat in te leiden. Zij spreekt van een aantal obstakels in de sport om goed bestuur beter van de grond te laten komen, namelijk een gebrek aan bewustzijn, middelen en vaardigheden om dit te doen. Ook is er in veel gevallen sprake van te nauwe banden tussen politiek, bedrijfsleven, media en sport. Ook is te weinig aandacht voor sponsoren die âaan de juiste kant staanâ. Sport biedt volgens Schenk wel veel kansen: sport is onderdeel van het maatschappelijk leven en bereikt daarmee een groot publiek, vooral jongeren. Grote sportevenementen kunnen goed bestuur in de sport ook promoten. Schenk doet de aanbeveling om op EU niveau nog meer het bewustzijn van goed bestuur in de sport te vergroten.
Een aantal lidstaten (SPA, ITA, OOST) pleit voor een raamwerk waarbinnen zou moeten samengewerkt met alle relevante stakeholders. Daarbij werd ook de stimulerende rol van de overheid genoemd. ZWE en DK noemen hierbij het belang van het stellen van subsidievoorwaarden. SLOV spreekt van een ombudsman die moet beoordelen of principes van goed bestuur goed worden geĂŻmplementeerd in de sportsector. Ook zou de sportsector geprofessionaliseerd moeten worden om principes van goed bestuur beter te kunnen implementeren (SPA, SLOV). Eenaantal landen legt het verband met respect voor mensenrechten bij de organisatie van grote sportevenementen, waarover onlangs ook een brief aan Commissaris Vassiliou is gestuurd (BEL, ZWE, NL). IER wijst erop dat de sport voor het overgrote deel uit vrijwilligers bestaat en dat we dus moeten waken voor overregulering van de sport. Op EU niveau zou volgens IER daarom vooral samengewerkt moeten worden om grote zaken zoals matchfixing en doping aan te pakken. ZWE vindt dat ook gender aspecten een rol moeten spelen in goed bestuur.
Tot slot geeft het aankomende Grieks voorzitterschap een enorme opsomming aan prioriteiten: bevorderen van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging, gendergelijkheid, bijdrage sport aan de economie, antidopingmaatregelen, duale carriĂšres in de sport, matchfixing, infrastructuur voor de sport verbeteren, het verband tussen voedsel, sport en welzijn en tot slot seksueel misbruik in de sport. Het voornemen van het Grieks voorzitterschap is om de Sportraad op 21 mei te laten plaatsvinden.