[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

NAVO defensie ministeriële n.a.v. Trouw-artikel "Ook bij cyberaanval kan NAVO terugslaan"

Bijlage

Nummer: 2014D06777, datum: 2014-02-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2014Z03485:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte griffier

Beste Gerald

N.a.v. de informatie in bijgevoegd artikel dd. 20 februari, verzoek ik u mede namens collega’s Knops en Vuijk, een reactie van de Minister van Defensie hierover naar de Kamer te sturen vóór as maandag 12.00 uur.

Met vriendelijke groet

Angelien Eijsink

Artikel Trouw 20 februari 2014 donderdag

Ook bij cyberaanval kan Navo terugslaan

SECTION: Vandaag; Blz. 3 LENGTH: 537 woorden Marno de Boer redactie politiek

Minister van defensie Hennis: Aanval op één lid is aanval op allen

Een cyberaanval op een van de Navo-lidstaten geldt binnenkort als een aanval op allen. Volgens defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert zal hiertoe worden besloten tijdens de ministeriële Navo-top van 26 en 27 februari.

Minister Hennis-Plasschaert maakte dinsdag het nieuws terloops bekend tijdens een overleg met leden van de Tweede Kamer. Later voegde Hennis-Plasschaert er nog aan toe dat er momenteel hard wordt gewerkt aan een gezamenlijke verklaring van de lidstaten, en dat vooral de Amerikanen de drijvende kracht hierachter zijn.

Niet alleen bij een gewone aanval, maar ook bij cyberaanvallen mogen de lidstaten Artikel 5 van het Navo-handvest inroepen. Volgens het artikel wordt iedere aanval op een lidstaat beschouwd als een aanval op allen. In de toekomst mogen bij een cyberaanval op een Navo-land alle lidstaten terugslaan, ook met conventionele militaire middelen, zoals luchtaanvallen of grondtroepen.

De laatste jaren is onder Westerse krijgsmachten de aandacht voor cyberoorlogvoering sterk toegenomen. In Nederland is Defensie bezig met de oprichting van een cyber-commando dat ook zelf aanvallen moet kunnen uitvoeren. De voormalige Amerikaanse minister van defensie Leon Panetta waarschuwde in de nadagen van zijn ambtsperiode in 2012 zelfs voor een 'digitale Pearl Harbor'.

Er wordt al jaren gespeculeerd binnen de Navo dat een cyberaanval expliciet zal worden gedefinieerd als een oorlogsdaad die Artikel 5 in werking stelt.

Dat dit binnenkort ook praktijk is, roept verbazing op bij sommige cyberexperts. Dr. Thomas Rid van King's College London, en een van de voornaamste autoriteiten op het gebied van cyberoorlogvoering, noemt het besluit "een bijzonder vreemde stap".

Rid wijst erop dat het moeilijk is om een cyberaanval te definiëren. "We praten in feite over een probleem, zonder te weten wat het precies inhoudt. Als een aanval tot veel doden leidt, zal het vanzelfsprekend onder Artikel 5 vallen, of het nu met digitale of conventionele wapens plaatsvindt."

Maar de vraag voor Rid is wanneer sabotage die alleen materiële schade veroorzaakt onder dat artikel valt. We praten dan over iets waarvan nog weinig concrete voorbeelden zijn, dus waar trek je de grens in de definitie?"

Bovendien moeten problemen in de digitale wereld volgens Rid niet nodeloos worden gemilitariseerd. "Wat moet de Navo gaan doen? Het IT-systeem van banken beheren?", vraagt hij zich af. "Zo kan er beter iets gedaan worden aan diefstal van creditcardgegevens of aan het verbeteren van door bedrijven als Siemens geproduceerde industriële controlesystemen die ondanks herhaalde waarschuwingen nog steeds niet goed beveiligd zijn tegen hacken."

Rid ziet in het besluit dan ook vooral "een contraproductieve stap van politici die iets over cyberoorlog gehoord hebben, niet precies snappen waar het om gaat, maar toch iets willen doen." Het grote gevaar is volgens hem dat de discussie zich nu op een ondefinieerbaar idee van cyberoorlog richt in plaats van op concrete aanwijsbare problemen.