[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Handreiking Beleidsdoorlichtingen

Bijlage

Nummer: 2014D08634, datum: 2014-03-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Brief aan commissievoorzitters - Beleidsdoorlichtingen (2014D08584)

Preview document (šŸ”— origineel)


14-BOR-N-013

Beleidsdoorlichtingen

Werkt het beleid wel? 

Is het geld goed besteed? 

Zijn er betere alternatieven?

Belang

De Kamer krijgt nieuw beleid in principe altijd voorgelegd: via
akkoorden, voorstellen, notaā€™s en begrotingen, etc. Over de resultaten
van het beleid wordt de Kamer veel minder automatisch en systematisch op
de hoogte gehouden. 

Er zijn verschillende manieren waarop verantwoording wordt afgelegd: via
evaluaties van wetgeving, evaluaties van beleid of van
beleidsinstrumenten. Jaarverslagen bieden jaarlijks een verantwoording
van de financiƫle kant van de zaak: per ministerie/beleidsterrein wordt
in beeld gebracht wat het beleid kost of gekost heeft.

Alle bovengenoemde methoden hebben een belangrijk ā€˜mancoā€™. Ze
stellen niet de vraag of het beleid het gewenste maatschappelijk effect
heeft gehad. Doorgaans zijn ze gericht op een (klein) deel van het
beleid of een beperkte tijdsperiode. Daarentegen is de Kamer vaak juist
geĆÆnteresseerd in de effecten van het beleid. Wordt het maatschappelijk
doel bereikt dat met het beleid werd beoogd? En zijn de uitgaven in dat
licht te rechtvaardigen? 

Beleidsdoorlichtingen dienen de vraag centraal te stellen of het beleid
het gewenste effect heeft. Elke minister is verplicht om elke vier tot
zeven jaar op elk beleidsterrein de vraag te beantwoorden of het beleid
het gewenste effect heeft gehad (doeltreffendheid) en of het beleid
doelmatig is geweest (kosteneffectiviteit). 

Nu sinds kort in de begrotingen en jaarverslagen niet meer wordt
aangegeven welke prestaties worden geleverd en welke effecten het beleid
sorteert, zijn beleidsdoorlichtingen het enige instrument van de Kamer
waarbij de effecten en doelmatigheid van het totale beleid op een rij
worden gezet. De lessen die worden getrokken (in bij voorkeur heldere
beleidsconclusies) vormen de basis voor eventueel nieuw beleid, nieuwe
begrotingen, akkoorden, voorstellen en notaā€™s. 

Departementen worden verplicht om in elke beleidsdoorlichting aan te
geven op welke wijze bezuinigd zou kunnen worden indien er een
taakstelling van 20 procent zou moeten worden doorgevoerd
(mini-brede-heroverweging). Dit dwingt ministers de vraag te stellen op
welke wijze (en met welke concessies) het beleid zou kunnen worden
aangepast.

Behandelwijze

De Kamer kan beter gebruik maken van de inzichten uit
beleidsdoorlichtingen (terugkijken en lessen leren) en de mogelijkheid
om de minister langs deze weg te controleren en indien gewenst bij te
sturen. De commissie voor de Rijksuitgaven raadt vakcommissies daarom
aan de volgende werkwijze te hanteren bij beleidsdoorlichtingen:

Bij ontvangst van een beleidsdoorlichting

De vakcommissie houdt een feitelijke vragenronde over de
beleidsdoorlichting. Het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR)
ondersteunt daarbij en geeft onder meer advies over de kwaliteit van de
beleidsdoorlichting, bekijkt of het volledige beleidsartikel is
geanalyseerd en of de beleidsdoorlichting inderdaad volgens de planning
naar de Kamer is gestuurd;

De vakcommissie besluit na ontvangst van de antwoorden op de feitelijke
vragen over de verdere behandelwijze.

Als een debat over de betreffende beleidsdoorlichting gewenst is,
bestaat dit bij voorkeur uit een apart overleg waarin verantwoording
(terugkijken) en het maken van afspraken voor verbetering van het beleid
centraal staan. Het trekken van lessen en beleidsconclusies staat
daarbij voorop, niet zozeer het afrekenen. Het accent ligt op
terugkijken, niet zo zeer vooruitkijken.

Voordat het onderzoek van start gaat

In de praktijk komt het nog wel eens voor dat in beleidsdoorlichtingen
niet de vragen worden beantwoord die de Kamer graag beantwoord had
willen hebben. Soms beperkt de doorlichting zich maar tot een gedeelte
van het beleid; soms zijn de meetinstrumenten anders dan de Kamer had
verwacht. Om de bruikbaarheid van beleidsdoorlichtingen te vergroten
,kan een vakcommissie - voordat een beleidsdoorlichting wordt uitgevoerd
- afspraken  met de minister maken over de opzet en vraagstelling in een
doorlichting. Dit kan op basis van de planning van de vakminister (die
wordt vastgesteld met het goedkeuren van de begroting), maar ook door
een plan van aanpak van de beleidsdoorlichting op te vragen en deze met
de minister te bespreken voordat de beleidsdoorlichting van start gaat. 

Meer aandacht van de Kamer gewenst

Toezien dat kwaliteit, tijdigheid en volledigheid verbeteren

De kwaliteit, tijdigheid en volledigheid van beleidsdoorlichtingen laten
nogal eens te wensen over, zo blijkt onder andere uit diverse rapporten
van de Algemene Rekenkamer. Hierdoor bieden de beleidsdoorlichtingen
niet altijd voldoende basis om uitvoerig in een debat te worden
behandeld. De Kamer is hierdoor soms onvoldoende in staat om haar
controlerende taak goed vorm te geven. De commissie voor de
Rijksuitgaven beveelt daarom aan de volgende criteria goed te toetsen.
De commissie kan hierbij worden ondersteund door Bureau Onderzoek en
Rijksuitgaven.

Kwaliteit. Het is nooit eenvoudig om de effecten en doelmatigheid van
beleid vast te stellen. Het is van belang dat in een doorlichting wordt
aangegeven in hoeverre men daarin is geslaagd en waarom dat (niet) het
geval is. Zonder inzichten in de effecten en doelmatigheid kan beleid
echter niet verbeteren. Het is daarom van belang dat de kwaliteit van de
beleidsdoorlichtingen verbetert. Deze is vaak niet op orde, zo
constateert ook de Algemene Rekenkamer. Waaraan voldoet een goede
beleidsdoorlichting?

Alle vragen die in de   HYPERLINK
"https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-18352.html" 
Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek 2012  zijn opgenomen, moeten
worden beantwoord.

Bij voorkeur keurt de slager niet zijn eigen vlees en laat een
departement de doorlichting extern uitvoeren. Gebeurt dat niet, dan moet
worden voorzien in twee onafhankelijke toetsers van de kwaliteit. Dit
moeten ter zake kundige wetenschappers zijn. Het kabinet reageert
idealiter op het oordeel van deze wetenschappers.

Een beleidsdoorlichting bevat heldere beleidsconclusies, op basis
waarvan het beleid wordt verbeterd. De Kamer moet de beoogde
verbeteringen kunnen volgen.

Tijdigheid. Ieder beleidsartikel dient minimaal eens per vier tot zeven
jaar door middel van een beleidsdoorlichting te worden geƫvalueerd. In
begroting, jaarverslag en miljoenennota is de planning opgenomen. Het
gebeurt nogal eens dat van deze planning wordt afgeweken. Het is van
belang dat de vakcommissie goede afspraken maakt over de planning van de
beleidsdoorlichting en toeziet op naleving.

Volledigheid. Beleidsdoorlichtingen dienen in principe het gehele
beleidsterrein / beleidsartikel te omvatten. Geregeld blijkt dat slechts
een gedeelte van het beleidsterrein is doorgelicht. Indien de commissie
geen actie onderneemt, zullen de effecten van een deel van het beleid
onbekend blijven. 

Meer aandacht voor de beleidsconclusies in debatten

Op basis van de conclusies uit beleidsdoorlichtingen kan het kabinet het
beleid bijsturen. De Kamer kan controleren of dit gebeurt.
Beleidsconclusies dienen in begrotingen en jaarverslagen opgenomen te
worden, voorzien van een motivering van hoe hierop wordt geanticipeerd.