Voorlichtingsvragen aan de Raad van State stellen inzake initiatiefwetsvoorstel houdende regulering van de vestiging van Nederlanders van Aruba, Curaçao en Sint Maarten in Nederland (Wet regulering vestiging van Nederlanders van Aruba, Curaçao en Sint Maarten in Nederland) (Kamerstuk 33325)
Brief lid / fractie
Nummer: 2014D20638, datum: 2014-06-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G.A. van der Steur, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2014Z10314:
- Indiener: G.A. van der Steur, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2014-06-05 13:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2014-06-05 13:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
Preview document (🔗 origineel)
28 mei 2014
Aan: De leden van de Vaste Kamercommissie van Veiligheid en Justitie
Van: Ard van der Steur (VVD-fractie)
Betreft: Voorlichtingsvragen aan de Raad van State.
Geachte collegae,
Bij de Tweede Kamer is aanhangig mijn initiatiefwetsvoorstel houdende regulering van de vestiging van Nederlanders van Aruba, Curaçao en Sint Maarten in Nederland (Wet regulering vestiging van Nederlanders van Aruba, Curaçao en Sint Maarten in Nederland) (Kamerstuk 33 325). Op 12 maart jl. heeft de eerste termijn van de plenaire behandeling (zijde Kamer) plaatsgevonden. Naar aanleiding van de inbrengen van de diverse fracties zou ik graag enkele voorlichtingsvragen aan de Raad van State willen stellen.
Het gaat om de volgende vragen:
In hoeverre is er binnen de grenzen van de internationale verdragen, de Europese rechtsorde, het Statuut en de Grondwet ruimte voor een vestigingsregeling, waarbij het recht op vestiging op Nederlands grondgebied in Europa kan worden beperkt op grond van:
het eerdere woonland van betrokkene binnen het Koninkrijk;
het hoofdverblijf van betrokkene binnen het Koninkrijk;
de afstamming van betrokkene binnen het Koninkrijk, zoals bedoeld in artikel 2 van het wetsvoorstel, zoals gewijzigd naar aanleiding van het advies van de Raad van State (33 325, nr. 5)?
In hoeverre is er ruimte om, in aanvulling op de eerste vraag, de vestigingsregeling slechts van toepassing te verklaren op Nederlanders, woonachtig in Aruba, Curaçao of Sint Maarten met een strafblad of zonder startkwalificatie?
Ik verzoek de leden van de vaste commissie van Veiligheid en Justitie hiermee in te stemmen, zodat aan de Kamer het voorstel kan worden gedaan om deze voorlichtingsvragen aan de Raad van State te stellen.
Met vriendelijke groeten,
Ard van der Steur