Resultaten van het Nederland-Ruslandjaar per pijler (economisch, cultureel, politiek/maatschappelijk)
Bijlage
Nummer: 2014D26719, datum: 2014-07-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Terugblik Nederland-Ruslandjaar 2013 (2014D26718)
Preview document (š origineel)
Bijlage 1 Resultaten van het Nederland-Ruslandjaar per pijler (economisch, cultureel, politiek/maatschappelijk) Resultaten en mogelijkheden voor follow-up van het economische programma Op economisch gebied concentreerden de activiteiten van de Nederlandse overheid zich op de piekmomenten rond de opening en afsluiting van het bilaterale jaar en de economische missies en beursbezoeken aan Rusland o.l.v. Nederlandse bewindspersonen. (Een volledig overzicht van de (economische) piekmomenten in Rusland met betrokkenheid van deze bewindspersonen treft u aan in bijlage 2) Bij een aantal van deze piekmomenten werd gebruikgemaakt van de Russische uitnodiging om in het kader van NLRF eregast te zijn: bij het St Petersburg International Economic Forum (SPIEF), de maritieme NEVA-beurs in St Petersburg (bijgewoond door de SG van het ministerie van I&M en de Commandant Zeestrijdkrachten) en de agro-beurs Golden Autumn in Moskou. Rondom de opening van het bilaterale jaar werd in Amsterdam voor ongeveer 700 deelnemers een āNetherlands-Russia Business Meetā gehouden. De volgende (top-)sectoren werden vanuit Nederland in Rusland extra over het voetlicht gebracht: energie, (luchthaven) infrastructuur en logistiek, maritiem transport, sportinfrastructuur, agro-food en life sciences & health, waarbij zowel aandacht was voor het grootbedrijf als voor het MKB. Deze keuze werd sterk bepaald door de Russische vraag binnen deze sectoren naar betrouwbare en innovatieve partners en producten, die goed aansluit bij het Nederlandse aanbod. De grotere Nederlandse bedrijven met belangen in Rusland werden bij het economische programma van NLRF betrokken via VNO-NCW. In dit verband werd driemaal een Nederlands-Russische CEO-ronde tafel georganiseerd: rond de opening in Amsterdam, de afsluiting in Moskou en bij het SPIEF in St Petersburg. Hierbij waren van Nederlandse kant betrokken: Z.M. de Koning en H.M. de Koningin (bij de afsluiting), de minister-president (opening en SPIEF) en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (opening en afsluiting). Van Russische kant nam vicepremier Dvorkovitsj aan al deze activiteiten deel en werd de ronde tafel bij de opening ook bijgewoond door president Poetin. Rond de afsluiting van het jaar vond ook een brede economische missie plaats met de ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van VWS, waarbij naast Moskou ook Kazan werd aangedaan voor gezondheidszorg en life sciences en (onder leiding van DG BEB) Rostov aan de Don voor mogelijkheden op het gebied van sportinfrastructuur. Bovendien vond in Moskou een zitting van de bilaterale Gemengde Economische Commissie plaats o.l.v. minister Ploumen en vicepremier Dvorkovitsj. Al met al is het hiermee zeker gelukt om Nederland economisch goed over het voetlicht te brengen bij de politiek-economische besluitvormers in Rusland. Dit valt ook af te leiden uit de ondertekening van in totaal 30 samenwerkingsovereenkomsten waarvan 4 op overheidsniveau en 26 tussen semi-overheden en private zakelijke partijen rond de verschillende piekmomenten in Nederland en Rusland. De waardering voor de vanuit de overheid ondersteunde economische activiteiten in het kader van NLRF2013 is volgens de evaluatie positief (zeker ook bij de Russische deelnemers). Er zijn nieuwe contacten aangeknoopt en het beeld van Nederland als betrouwbare en innovatieve partner is duidelijk versterkt. Een meerderheid van de ondervraagden verwacht ook een concrete follow-up of is daarmee al bezig. Naast de door de Rijksoverheid ondersteunde economische activiteiten hebben diverse Nederlandse provincies en steden eigen handelsmissies en economische activiteiten in Nederland en in Rusland georganiseerd. Het meest in het oog springend is de economisch succesvolle samenwerking (m.n. op de gebieden agro-food en water) tussen de drie noordelijke provincies, verenigd in Samenwerkingsverband Noordelijke Nederlanden SNN, en de Leningrad Oblast. Deze samenwerking kreeg in het bilaterale jaar een extra impuls door wederzijdse bezoeken op hoog niveau en door ondertekening van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst voor de komende drie jaar. Ook vanuit Rotterdam en Twenterand bezochten handelsmissies (gekoppeld aan culturele activiteiten) St Petersburg, waarbij zustersteden Rotterdam en St Petersburg hebben afgesproken een business council in het leven te roepen. In totaal werden 93 economische evenementen aangemeld voor de agenda van het Nederland-Ruslandjaar, waarvan 45 in Nederland en 53 in Rusland. Dit geeft een ruwe indicatie van wat er op dit gebied ook door private partijen werd ondernomen. Hoewel het moeilijk is in dit stadium aan te geven hoeveel NLRF2013 economisch heeft opgeleverd, geven niet alleen de tijdens het jaar getekende contracten en samenwerkingsovereenkomsten, maar vooral ook de hoeveelheid nieuwe contacten een indicatie dat economische samenwerking een goede impuls heeft gekregen. Resultaten en mogelijkheden voor follow-up van het culturele programma Bij de organisatie van het culturele programma vanuit Nederland in Rusland in het kader van NLRF lag het voortouw bij de SICA/Dutch Culture, dat hiertoe ook een artistiek leider benoemde: de slavist Sjeng Scheijen. Hij was verantwoordelijk voor een brede programmering van Nederlands cultureel aanbod in Rusland: niet alleen āstaatscultuurā, maar ook āstraatcultuurā. Doel was de onderlinge contacten en samenwerking op cultureel gebied te intensiveren en te verbreden, vooral tussen culturele instellingen en organisaties. Marktvergroting voor de Nederlandse culturele sector, uitwisseling van ideeĆ«n en inspiratie en bevordering van verdere professionalisering in de Russische culturele wereld zouden het resultaat moeten zijn, ook gericht op de periode na 2013. Financiering vanuit de Rijksoverheid (BZ en OCW) vond plaats in de vorm van matchingsbijdragen aan een breed multidisciplinair programma dat vastgesteld werd in een speciale programmaraad bestaande uit de Nederlandse cultuurfondsen en -instituten die ook zelf financieel bijdroegen aan deze programmering in het kader van NLRF. De brede programmering kwam vooral tot uiting in twee multidisciplinaire culturele festivals: Orange Days in St Petersburg en de Dutch Days of Culture in Moskou, dat door de minister van OCW werd geopend. Naast enkele grote tentoonstellingen in musea in Moskou en St Petersburg werd ook aandacht gevestigd op hedendaagse, meer alternatieve kunstuitingen, waarbij de Nederlandse deelname aan het programma voor alternatieve muziek van āThe Night of the Unexpected ā en de deelname van theatermakers aan het Gavrosj kindertheaterfestival in Moskou als bijzonder succesvol gold. Op alle terreinen werd een goede basis gelegd voor meer culturele samenwerking, waarbij dans, theater, architectuur en design er uitspringen. Vooral voor vernieuwende uitingen vanuit Nederland blijkt belangstelling te bestaan bij Russische kunstenaars en het publiek. Dit werd rond de Nederlandse culturele festivals nog eens extra bevorderd door inzet van een klein en actief PR-team, dat erin slaagde ruime aandacht in de Russische media, inclusief via de sociale media, te creĆ«ren. Het vanuit de overheid ondersteunde culturele programma werd in de evaluatie door de deelnemers zeer positief beoordeeld. In vergelijking met andere evenementen hebben deelnemers aan het culturele programma nog meer resultaten geboekt en zijn zij ook meer dan gemiddeld positief over het Nederland-Ruslandjaar als podium voor uitbreiding van contacten en samenwerking. Parallel aan het door de overheid medegefinancierde culturele programma in Rusland werden talloze culturele projecten gerealiseerd in Nederland door Nederlandse culturele instellingen, bedrijven, gemeenten en onderwijsinstellingen die al dan niet met een Russische partner NLRF aangrepen voor een Russische programmering. De grote tentoonstellingen in de Hermitage Amsterdam, Drents Museum, Groninger Museum, Bonnefantenmuseum, Van Abbemuseum, Beelden aan Zee/Den Haag Sculptuur en het Stedelijk Museum in Amsterdam zijn daarvan slechts enkele voorbeelden. Daarnaast werden vele kleinere culturele activiteiten georganiseerd: culturele uitwisselingen, āartists in residenceā-programmaās, festivals en debatten. Verschillende bedrijven gaven sponsoring. Ook werd in enkele gevallen Russische (bedrijfs-)sponsoring aangetrokken, omdat ook van die kant het belang van cultuur in het kader van het bilaterale jaar werd onderkend. Speciale vermelding verdient nog de impuls die de aandacht voor gemeenschappelijk cultureel erfgoed en de gemeenschappelijke geschiedenis heeft gekregen in de vorm van conferenties, tentoonstellingen en kennisoverdracht over bv. collectiebeheer, restauratie, popularisering en hergebruik van cultureel erfgoed in een moderne context. De verwachting is dat op korte termijn een nieuwe bilaterale samenwerkingsovereenkomst op dit gebied kan worden ondertekend. In totaal werden voor de agenda van NLRF 537 grotere en kleinere projecten en evenementen met een cultureel karakter aangemeld, waarvan 252 in Nederland en 284 in Rusland. Het geeft een ruwe indicatie van het aantal, grotendeels particuliere, initiatieven dat op dit terrein werd ondernomen. Al met al kan het culturele programma als succesvol worden beschouwd. Dat geldt zowel voor de omvang ervan, als voor de mogelijkheden die het bood om contacten uit te breiden en het Nederlands cultureel aanbod als creatief en innovatief over het voetlicht te brengen. Daarmee heeft dit programma een goede basis gelegd voor intensievere samenwerking. Deze samenwerking sluit ook goed aan bij het zoeken van een opkomende jonge middenklasse in Rusland naar inspiratie, innovatie en professionalisering. Hoewel de crisis rond OekraĆÆne ook op dit terrein zorg oproept, zijn het juist kunstenaars die dikwijls kritisch staan tegenover het officiĆ«le, steeds sterker nationalistisch georiĆ«nteerde cultuurbeleid van de Russische overheid en bestaat bij hen grote belangstelling voor voortzetting en uitbreiding van contacten en samenwerking met Nederlandse collegaās. Resultaten en mogelijkheden voor follow-up van politieke en maatschappelijke samenwerking In de Gemeenschappelijke Verklaring over het bilaterale jaar die in oktober 2011 werd ondertekend door minister-president Rutte en de toenmalige president Medvedev werd nadrukkelijk de onderlinge samenwerking bij modernisering van economie en maatschappij genoemd: maatschappelijke samenwerking zou op evenwichtige wijze een plaats moeten krijgen in de programmering van het bilaterale jaar, waaronder door het betrekken van niet-gouvernementele organisaties van beide kanten. Na de herverkiezing van president Poetin werd echter in Rusland een ontwikkeling doorgezet die het voor niet-gouvernementele organisaties steeds moeilijker maakte hun onderlinge samenwerking voort te zetten, zeker wanneer er sprake is van buitenlandse financiering en/of het adresseren van politiek gevoelige onderwerpen. Voor wat betreft LGTB-rechten kwam hierbij ook nog eens de restrictieve wetgeving die āpropaganda van niet-traditionele seksuele relatiesā onder minderjarigen verbood. Desondanks is bij de invulling van NLRF ook de onderlinge NGO-samenwerking actief bevorderd en aandacht gevraagd voor ook politiek gevoelige onderwerpen als mensenrechten, incl. rechten van LGTB. Dit geschiedde in het kader van een aantal conferenties en debatten (waaronder ook in Rusland) en ondersteuning van filmfestivals in Nederland en in Rusland waarbij mensenrechten (incl. LGTB-rechten) centraal stonden. Ook werd een fototentoonstelling van het kritische āSochi projectā ondersteund, evenals de organisatie van een studenten-conferentie over Rusland in Nederland en een seminar van Nederlandse en Russische docenten geschiedenis. De onderlinge samenwerking tussen NGOās kreeg een impuls met de organisatie van het EU-Russia Civil Society Forum in Den Haag met 150 deelnemers vanuit ongeveer 50 NGOās uit Rusland en EU-lidstaten. Het Nederlands Helsinki ComitĆ© was hiervoor verantwoordelijk met financiĆ«le ondersteuning van de EU en van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Bij deze conferentie werd ruim aandacht besteed aan mensenrechten in het algemeen, de NGO-wetgeving in Rusland en milieuvraagstukken. Ook de voorzitter van de Russische presidentiĆ«le Mensenrechtenraad nam deel aan deze conferentie. Het ministerie van V&J nam het voortouw om met behulp van het bilaterale jaar de dialoog en samenwerking met de Russische overheid te intensiveren op bredere juridische onderwerpen zoals rechtsstatelijkheid en het belang daarvan ook voor economische ontwikkeling en samenwerking. Speciale aandacht kregen deze activiteiten door deelname van Nederland als eregast bij het St Petersburg International Legal Forum (SPILF), waarbij ook de minister van V&J een actieve inbreng verzorgde. Ter voorbereiding op dit SPILF werd een seminar in Den Haag georganiseerd met deelname uit overheid, kennisinstellingen en zakenleven. Uit de evaluatie onder deelnemers aan het SPILF blijkt dat nuttige contacten werden gelegd of bestendigd en dat meer dan driekwart verwacht dat deze ontmoeting follow-up zal krijgen. Vanwege de OekraĆÆne-crisis zal dit jaar echter (van officiĆ«le zijde) de deelname aan het SPILF beperkt blijven. Ook werden presidenten van in Den Haag gevestigde internationale hoven en tribunalen in de gelegenheid gesteld om bij het SPILF hun eigen werkzaamheden onder de aandacht van het bredere Russische publiek van juridische experts te brengen en daarmee extra de aandacht te vestigen op Den Haag als internationale stad van vrede en recht en knooppunt van juridische expertise. Tenslotte heeft de Nederlandse Ombudsman op uitnodiging van zijn Russische collega in Moskou deelgenomen aan een seminar over het belang van een goed functionerende rechtsstaat in een moderne samenleving. Het ministerie van OCW en het Russische ministerie van Onderwijs en Wetenschap ondertekenden een samenwerkingsovereenkomst op het gebied van hoger onderwijs en wetenschap. Datzelfde gold voor enkele individuele universiteiten: Universiteit van Amsterdam en Rijksuniversiteit Groningen. NUFFIC en de VSNU benutten 2013 intensief om de samenwerking tussen Nederlandse en Russische universiteiten en hogescholen te bevorderen d.m.v. seminars en conferenties in beide landen, brede Nederlandse deelname aan Russische onderwijsbeurzen en de organisatie van een speciaal programma āDutch Days of Educationā in Moskou en St Petersburg. Uit de evaluatie bleek dat zowel het NUFFIC-seminar als de Rectorenconferentie in Amsterdam een nuttige impuls hebben gegeven aan uitbreiding van de contacten, het onderzoeken van nieuwe samenwerkingsmogelijkheden en een goede basis vormden voor verdere follow-up. Naast deze reeks van vanuit de Rijksoverheid ondersteunde activiteiten om de samenwerking met Rusland te bevorderen hebben ook Nederlandse provincies en steden het bilaterale jaar benut om eigen programmaās met aandacht voor de samenwerking met Russische partners te stimuleren. Het meest omvattende programma werd in het kader van ā Noord-Nederland Rusland 2013ā georganiseerd vanuit de drie noordelijke provincies (Groningen, Friesland en Drenthe, verenigd in Samenwerkingsverband SNN), kennisinstellingen als de Rijksuniversiteit Groningen, het Groninger Museum en Groninger Forum en ondersteund door bedrijven als Gasunie en Gasterra. Dit programma had alle elementen van NLRF2013 in zich: economie, cultuur en politiek debat en maatschappelijk engagement. Zoals eerder aangegeven, ondertekende SNN een voortzetting van de (economische) samenwerking met Leningrad Oblast voor de komende drie jaar. De energie-conferentie in Groningen in mei gaf een impuls aan energie-samenwerking tussen lokale overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen. De stad Groningen gaf invulling, zowel economisch als sociaal-maatschappelijk, aan de stedenband met Moermansk. Rotterdam was economisch en cultureel zeer actief op Rusland in het bilaterale jaar met onder meer een door burgemeester Aboutaleb geleide handelsmissie naar zusterstad St Petersburg en optredens van het Rotterdams Philharmonisch orkest o.l.v. gastdirigent Gergiev. Twenterand/Vriezenveen bouwde in 2013 voort op de oude banden met St Petersburg via de āRusluieā en realiseerde een eigen breed cultureel en economisch programma in St Petersburg (en in Vriezenveen). Maastricht en de provincie Limburg zetten in op versterking van de banden tussen overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen gericht op Midden- en Oost-Europa en voor Rusland op langere termijn-samenwerking met Nizjni Novgorod. Ook waren er diverse kleinere steden die in dit kader extra aandacht gaven aan de culturele relaties met Rusland: Zaanstad, Nijmegen, Apeldoorn, Deventer, Best en Uden. Op deze manier kreeg het Nederland-Ruslandjaar een breed draagvlak, waarbij er op het gebied van politieke en maatschappelijke samenwerking 93 evenementen voor de agenda in Nederland werden aangemeld en 60 in Rusland. Hoewel niet van alle particuliere activiteiten bekend is wat zij hebben opgeleverd, zijn de contacten met Rusland hiermee wel verbreed. Bij de huidige binnenlands-politieke ontwikkelingen in Rusland waarbij samenwerking met buitenlandse partners nogal eens in een negatief daglicht wordt geplaatst door de Russische overheid is het echter wel de vraag in welke mate dit alles ook een meer structurele follow-up krijgt. Als apart element in de politieke samenwerking in het kader van NLRF dient nog genoemd te worden de samenwerking tussen de beide ministeries van Defensie en met name tussen de beide marines. Dit kreeg onder meer gestalte in vlootbezoeken over en weer en in de onderlinge samenwerking rond transport en opbouw van een replica van het Tsaar Peterhuisje in Moskou. Helaas is in navolging van de NAVO tegen de achtergrond van de crisis rond OekraĆÆne inmiddels de bilaterale militaire samenwerking bevroren, waardoor er op dit gebied geen verdere follow-up meer gegeven kan worden aan wat met NLRF een nadere impuls had gekregen. Bijlage 2 Overzicht van piekmomenten NLRF2013 Betrokkenheid van Nederlandse bewindslieden bij evenementen in Rusland Het Nederlandse programma in Rusland rond de piekmomenten zag er als volgt uit: 15-18 mei International Legal Forum in St. Petersburg: speciale gaststatus voor Nederland als belangrijke juridische partner van Rusland. Regeringsbetrokkenheid: minister Opstelten (V&J) 20-22 juni St. Petersburg International Economic Forum. Russisch āDavosā, m.n. van belang voor grote bedrijven/CEO-delegatie. Nederland uitgenodigd als eregast. Regeringsbetrokkenheid: minister-president Rutte (19-20 juni) 12-14 sept. Dutch Days of Culture in Moskou. Regeringsbetrokkenheid: minister Bussemaker (OCW) 8-12 okt. Landbouwprogramma in Moskou rond grote Russische agro-beurs āGolden Autumnā. Deelname (agro)bedrijvendelegatie en Holland Village. Regeringsbetrokkenheid: staatssecretaris Dijksma EZ (landbouw) (9-10 okt.) 4-9 nov. Afsluiting Nederland-Ruslandjaar in Moskou met bezoek van Z.M. de Koning en H.M. de Koningin; in dit verband CEO ronde tafel o.l.v. minister BHOS en RF vicepremier Dvorkovitsj en concert Koninklijk Concertgebouworkest. Brede economische missie met de ministers voor BHOS en van VWS naar Moskou, Kazan (life sciences and health) en Rostov aan de Don (sportinfrastructuur); Gemengde Economische Commissie in Moskou. Regeringsbetrokkenheid op ministersniveau: minister Timmermans (BZ), minister Ploumen (BHOS) en minister Schippers (VWS). Daarnaast waren diverse Nederlandse bewindslieden betrokken bij het Russische programma in Nederland, met als belangrijkste de officiĆ«le opening van het bilaterale jaar op 8 april 2013 in Amsterdam in aanwezigheid van H.M. de Koningin en de Russische President. Bovendien bezocht de Russische vicepremier Dvorkovitsj diverse malen Nederland, waaronder in verband met de opening van een juridisch seminar ājustice for businessā in Den Haag.