[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Brief aan Nederlandse Europarlementariërs over hoorzittingen kandidaat-commissarissen

Brief commissie

Nummer: 2014D28777, datum: 2014-08-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 5

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2014Z14273:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


aan De in Nederland gekozen leden

van het Europees Parlement

Wiertzstraat 60

1047 - Brussel België

Vaste commissie voor Europese Zaken

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

T +31 70 318 2024

E cie.eu@tweedekamer.nl

datum 11 september 2014

betreft hoorzittingen van de kandidaat-Eurocommissarissen

Geachte collega’s,

Graag feliciteer ik u nogmaals met uw (her)verkiezing als in Nederland gekozen lid van het Europees Parlement. Ik wens u een vruchtbare termijn toe en ik hoop op een voortzetting van de samenwerking en uitwisseling tussen de Tweede Kamer en u als Nederlandse Europarlementariërs bij de behandeling van Europese wetgeving en beleid. Er is immers een groot aantal onderwerpen en praktijken waarbij wij als Nederlandse parlementariërs in brede zin (nationaal én EU) elkaar kunnen helpen en van elkaar kunnen leren. Inmiddels bent u per brief uitgenodigd voor een kennismaking met de Voorzitters en Leden van beide Kamers der Staten-Generaal op maandag 6 oktober in het gebouw van de Tweede Kamer, bij gelegenheid waarvan over deze samenwerking van gedachten kan worden gewisseld.

In deze brief deel ik graag met u een in de ogen van de commissie voor Europese Zaken relevant aandachtspunt ten aanzien van de hoorzittingen van de kandidaat-Eurocommissarissen in het Europees Parlement, die na de vorming van de Commissie-Juncker aanstaande zijn.

Leden van het Europees Parlement en van nationale parlementen hebben de gemeenschappelijke taak om controle uit te oefenen op de Europese beleidsvorming en om de verbinding te leggen tussen de Europese Unie als bestuurssysteem en de bevolking van de lidstaten. Hierin zijn wij elkaars natuurlijke bondgenoten. Uiteraard hebt u als Europarlementariërs – net als nationale parlementariërs – een eigenstandige rol in het Europese besluitvormingsproces. Het is aan ons als parlementariërs om vanuit die eigen rol en verantwoordelijkheid zorg te dragen voor een optimale samenwerking ten behoeve van een goede uitvoering van de taken, die de Nederlandse burger ons heeft toevertrouwd.

Uw verkiezing is tevens het begin geweest van een proces van personele en politieke vernieuwing in de Europese Unie. Na de verkiezingen van de leden van het Europees Parlement, heeft Commissievoorzitter Juncker zijn nieuwe team gepresenteerd. In dit kader vinden binnenkort de openbare hoorzittingen plaats van de kandidaat-Eurocommissarissen in het Europees Parlement. Hierbij toetst u in de specifieke parlementaire commissies van het Europees Parlement de kandidaat-commissarissen op hun algemene bekwaamheid en Europese inzet, voordat het Europees Parlement gebruik maakt van haar bijzondere bevoegdheid om bij meerderheid al dan niet in te stemmen met deze kandidaten. Deze hoorzittingen en stemmingen worden in Nederland dan ook met grote belangstelling gevolgd.

In dit kader zouden wij u in overweging willen geven om bij uw toetsing van de kandidaat-commissarissen de erkenning van de versterkte rol die nationale parlementen hebben verworven met het Verdrag van Lissabon mee te nemen. In dit verband leggen we u hierbij de onderstaande suggesties voor vragen voor. Deze vragen zou u desgewenst kunnen betrekken bij de hoorzittingen met de kandidaat-commissarissen:

  • “Wat is uw mening over de versterkte rol van nationale parlementen in het Verdrag van Lissabon? En hoe bent u, in uw voorziene rol als Eurocommissaris, van plan om bij te dragen aan een verdere versterking van de rol van nationale parlementen in het Europese besluitvormingsproces?”

  • “Voorziet u een actieve benadering van nationale parlementen, en hoe zal deze benadering eruit zien?”

  • “Hoe bent u bij de ontwikkelng van nieuwe wetgevingsvoorstellen voornemens om te gaan met een zogeheten “gele kaart”, indien deze door nationale parlementen wordt getrokken? Hoe bent u voornemens om de dialoog met nationale parlementen over wetgevingsvoorstellen vorm te geven en te ontwikkelen? Hoe wilt u voorkomen dat er bij (een substantieel deel van) nationale parlementen een indruk kan ontstaan dat er sprake is van een gebrek aan ontvankelijkheid voor de subsidiariteitsargumenten van nationale parlementen, zoals in het geval van het Europees Openbaar Ministerie1?”

Door het stellen van vragen van deze aard, zou u een zeer gewaardeerde bijdrage kunnen leveren aan de versterking van de rol van nationale parlementen bij het Europese besluitvormingsproces. U zult begrijpen dat een positieve houding van de toekomstige Europese Commissie ten aanzien van de samenwerking met nationale parlementen door leden van de Tweede Kamer beschouwd kan worden als een goede en constructieve basis waarop gebouwd kan worden.

In het verlengde hiervan is het uiteraard eveneens mogelijk dat kandidaat-Eurocommissarissen minder bevredigende antwoorden zullen geven op vragen van bovenstaande aard. Dit zou vanzelfsprekend als teleurstellend kunnen worden ervaren, ook in termen van het toekomstig functioneren van de Europese Unie en de rol van de toekomstige Europese Commissie daarbinnen. Ik geef u deze kennis dan ook graag mee in uw afwegingen bij de stemming over een desbetreffende kandidaat.

Met vriendelijke groet,

Raymond Knops

Voorzitter van de vaste commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer


  1. Op 14 mei 2014 is aan de destijds zittende Nederlandse Europarlementariërs het position paper van de Tweede Kamer aangeboden over het Europees Openbaar Ministerie. In de bijlage treft u deze (nogmaals) ter informatie aan voor uw achtergrond met betrekking tot deze casus.↩︎