Toelichtende nota
Bijlage
Nummer: 2014D32114, datum: 2014-09-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Preview document (š origineel)
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Letland inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving; ās-Gravenhage, 8 oktober 1997 (Trb. 1997, 295 en Trb.Ā 2014, 103 en 139)
Toelichtende nota
Algemeen
Op 8 oktober 1997 is te Den Haag tot stand gekomen het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Letland inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving (Trb. 1997, 295; hierna het āVerdragā). Het Verdrag is op 1 mei 1999 in de relatie tussen Europees Nederland en Letland in werking getreden (zie Trb. 1999, 59) en op 10 oktober 2010 van toepassing geworden op Caribisch Nederland (Trb. 2011, 234).
Het Verdrag werd indertijd alleen voor Nederland goedgekeurd (zie Kamerstukken I/II 1998/99, 26372 nrs.172 en 1). Aruba, CuraƧao en Sint Maarten wensen medegelding; derhalve wordt thans de goedkeuring gevraagd voor Aruba, CuraƧao en Sint Maarten van zowel het Verdrag als van de op 15 april 2014 te Riga tot stand gekomen notawisseling houdende een uitbreidingsverdrag (Trb. 2014, 103).
Het Verdrag strekt tot het wederzijds verlenen van administratieve (bestuurlijke) bijstand:
- ter verzekering van de juiste naleving van de wettelijke bepalingen en voorschriften inzake de in-, uit-, en doorvoer van goederen; en
- in verband met de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de hiervoor bedoelde bepalingen en voorschriften.
Het Verdrag van 1997 regelt nauwkeurig hoever de samenwerking strekt en beperkt zich daarbij tot maatregelen die voor een doeltreffende samenwerking noodzakelijk zijn. Het ziet alleen op de administratieve samenwerking en bestrijkt niet het terrein van de tussen de gerechtelijke autoriteiten te verlenen internationale rechtshulp in strafzaken.
Uitbreiding van het Verdrag met Letland is wat betreft Aruba, CuraƧao en Sint Maarten een voortzetting van de beleidslijn om meer met andere douaneadministraties te gaan samenwerken. Partijen hebben er belang bij dat het toezicht op de naleving van de douanewetgeving zo effectief mogelijk geschiedt. Dit geldt evenzeer voor de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op hun douanewetgeving.
Deze uitbreiding is conform artikel 20, tweede en derde lid, van het Verdrag tot stand gekomen door de bovengenoemde notawisseling terzake tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Letland, die een verdrag in de zin van de Grondwet vormt.
In de notawisseling zijn de wijzigingen van het Verdrag vervat, die in de verdragsrelatie tussen Letland en Aruba, CuraƧao en Sint Maarten zullen gelden. Deze wijzigingen zijn overigens van ondergeschikte aard.
Puntsgewijze toelichting op het uitbreidingsverdrag van 2014
De term ādouaneadministratieā heeft in het Verdrag een gekwalificeerde betekenis. Voor wat betreft Aruba, CuraƧao en Sint Maarten wordt verwezen naar bevoegde centrale autoriteiten. Dit is aldus geformuleerd, omdat de bevoegdheden met betrekking tot de implementatie van de douanewetgeving, met inbegrip van de heffing en inning van douanerechten (waaronder ook de omzetbelasting valt) aan verschillende organisatieonderdelen toekomen.
Niet alle bilaterale en multilaterale verdragen die voor Nederland gelden zijn eveneens van toepassing op Aruba, CuraƧao en Sint Maarten; daarom wordt hier de uitbreiding van het Verdrag van 1997 beperkt tot de verdragen die van toepassing zijn verklaard op Aruba, CuraƧao en Sint Maarten.
In artikel 15 en 16 en in de Bijlage van het Verdrag worden regels gegeven voor de bescherming van persoonsgegevens, waardoor de in het Verdrag bedoelde beginselen met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens worden gewaarborgd. Hoofdstuk 3 van de Rijkswet administratieve bijstand douane waarborgde die bescherming op Aruba, CuraƧao en Sint Maarten, zolang er geen geldende Landsverordeningen waren die dit onderwerp regelen. Voor Aruba geldt nu de Landsverordening persoonsregistratie (A.B. 2011, 37); voor CuraƧao (A.B. 2010, 84) en Sint Maarten (A.B. 2010, GT no. 2) is er de Landsverordening bescherming persoonsgegevens.
Koninkrijkspositie
Uit het bovenstaande volgt, dat de gelding van het Verdrag zal worden uitgebreid tot Aruba, CuraƧao en Sint Maarten met inachtneming van de wijzigingen, vervat in de notawisseling met Letland, die een verdrag ten behoeve van Aruba, CuraƧao en Sint Maarten vormt.
De Minister van Buitenlandse Zaken,