[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2014D37031, datum: 2014-10-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden de Republiek Estland inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving, met bijlage; 's-Gravenhage, 11 oktober 1995 (2014D37030)

Preview document (šŸ”— origineel)


Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Estland
inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste
toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en
bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving, met Bijlage;
ā€˜s-Gravenhage, 11 oktober 1995 (Trb. 1995, 262 en Trb. 2014, 170)

Toelichtende nota

Algemeen

Op 11 oktober 1995 is te Den Haag tot stand gekomen het Verdrag tussen
het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Estland inzake
wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste
toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en
bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving (Trb. 1995, 262; hierna
het ā€œVerdragā€). Het Verdrag is op 1 juni 1996 in de relatie tussen
Europees Nederland en Estland in werking getreden (zie Trb. 1996, 123)
en op 10 oktober 2010 van toepassing geworden op Caribisch Nederland
(Trb. 2012, 41). 

Het Verdrag werd indertijd alleen voor Europees Nederland goedgekeurd
(zie Kamerstukken II 1995-1996, 24620 nr.1) en in de aanloop naar de
ontmanteling van de Nederlandse Antillen ook voor Caribisch Nederland
(Stb. 2010, 348). Thans wordt de goedkeuring gevraagd voor Aruba,
CuraƧao en Sint Maarten van zowel het Verdrag van 1995 als van de op 4
juni 2014 te Tallinn tot stand gekomen notawisseling houdende een
uitbreidingsverdrag (Trb. 2014, 170). 

Het Verdrag strekt tot het wederzijds verlenen van administratieve
(bestuurlijke) bijstand:

-	ter verzekering van de juiste naleving van de wettelijke bepalingen en
voorschriften inzake de in-, uit-, en doorvoer van goederen; en

-	in verband met de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken
op de hiervoor bedoelde bepalingen en voorschriften.

Het Verdrag regelt nauwkeurig hoever de samenwerking strekt en beperkt
zich daarbij tot maatregelen die voor een doeltreffende samenwerking
noodzakelijk zijn. Het ziet alleen op de administratieve samenwerking en
bestrijkt niet het terrein van de tussen de gerechtelijke autoriteiten
te verlenen internationale rechtshulp in strafzaken.

Uitbreiding van het Verdrag met Estland is wat betreft Aruba, CuraƧao
en Sint Maarten een voortzetting van de beleidslijn om meer met andere
douaneadministraties te gaan samenwerken. Partijen hebben er belang bij
dat het toezicht op de naleving van de douanewetgeving zo effectief
mogelijk geschiedt. Dit geldt evenzeer voor de voorkoming, opsporing en
bestrijding van inbreuken op hun douanewetgeving.

Deze uitbreiding is conform artikel 19, tweede en derde lid, van het
Verdrag geƫffectueerd door de bovengenoemde notawisseling terzake
tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Estland, die een
verdrag in de zin van de Grondwet vormt. 

In de notawisseling zijn de wijzigingen van het Verdrag vervat die in de
verdragsrelatie tussen Estland en Aruba, CuraƧao en Sint Maarten zullen
gelden. Deze wijzigingen zijn overigens van ondergeschikte aard.

Puntsgewijze toelichting op het uitbreidingsverdrag van 2014

De term ā€œdouaneadministratieā€ heeft in het Verdrag een
gekwalificeerde betekenis. Voor wat betreft Aruba, CuraƧao en Sint
Maarten wordt verwezen naar bevoegde centrale autoriteiten. Dit is aldus
geformuleerd, omdat de bevoegdheden met betrekking tot de implementatie
van de douanewetgeving, met inbegrip van de heffing en inning van
douanerechten (waaronder ook de omzetbelasting valt), aan verschillende
organisatieonderdelen toekomen.

Niet alle op Nederland toepasselijke bilaterale en multilaterale
verdragen zijn eveneens van toepassing op Aruba, CuraƧao en Sint
Maarten; daarom wordt hier de uitbreiding van het Verdrag beperkt tot de
verdragen die van toepassing zijn verklaard op Aruba, CuraƧao en Sint
Maarten.

In artikel 13 van het Verdrag worden regels gegeven voor de bescherming
van persoonsgegevens, waardoor de in het Verdrag bedoelde beginselen met
betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens worden gewaarborgd.
Hoofdstuk 3 van de Rijkswet administratieve bijstand douane waarborgde
die bescherming op Aruba, CuraƧao en Sint Maarten, zolang er geen
geldende Landsverordeningen waren die dit onderwerp regelden. Voor Aruba
geldt nu de Landsverordening persoonsregistratie (A.B. 2011, 37); voor
CuraƧao (A.B. 2010, 84) en Sint Maarten (A.B. 2010, GT no. 2) is er de
Landsverordening bescherming persoonsgegevens.

            Koninkrijkspositie 

Uit het bovenstaande volgt, dat de gelding van het Verdrag zal worden
uitgebreid tot Aruba, CuraƧao en Sint Maarten met inachtneming van de
wijzigingen, vervat in de notawisseling met Estland, die een verdrag ten
behoeve van Aruba, CuraƧao en Sint Maarten vormt.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

 PAGE   1 

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het
Koninkrijk wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend
luidt (artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van
State).