[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over een reactie m.b.t. doel medisch tuchtrecht

Brief regering

Nummer: 2014D39836, datum: 2014-11-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2014Z19706:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 november 2014

Allereerst wil ik mijn medeleven tonen aan de heer F en zijn gezin. Ik
realiseer me dat de gebeurtenissen grote impact op het gezin F hebben.

De vraag van de heer F is of het oordeel van de tuchtrechter in zijn
zaak heeft bijgedragen aan het doel van het tuchtrecht. Het doel van het
tuchtrecht is het bewaken en bevorderen van kwaliteit van zorgverlening.
De aanleiding voor zijn vraag is dat de conclusies van het rapport van
de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: IGZ) d.d. 28 oktober 2011,
haaks staan op het oordeel van zowel het Regionaal Tuchtcollege voor de
Gezondheidszorg te Eindhoven (hierna: RTG) als het Centraal Tuchtcollege
voor de Gezondheidszorg (hierna: CTG) te Den Haag. Voorts geeft de heer
F aan dat het RTG in zijn uitspraak vrijwel niet ingaat op het rapport
van de IGZ dan wel dat het CTG in zijn uitspraak oordeelt dat het RTG
“…niet gehouden is in zijn uitspraak expliciet tot uitdrukking te
brengen of, en zo ja in welke zin, het de bevindingen van partijen van
die uitspraak heeft gewogen”. 

Tevens heeft de heer F een klacht ingediend bij het ministerie van VWS
betreffende de gevolgde procedure en de uitspraak van het CTG. In deze
heeft de heer F zich ook gewend tot de Nationale ombudsman. Hierop is
door het  ministerie van VWS bij bijgevoegde brief van 11 september jl.
gereageerd.

Het primaire doel van het tuchtrecht is inderdaad het bewaken en
bevorderen van de kwaliteit van de gezondheidszorg. Daarnaast beoogt het
burgers te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig medisch
handelen. Indien een patiënt of een belanghebbende een klacht heeft
over een zorgverlener, kan er een klacht worden ingediend bij het
tuchtcollege. 

Het tuchtcollege is een onafhankelijke rechterlijke instantie. De
tuchtrechter heeft een motiveringsplicht. Dat wil zeggen dat de
beslissing voldoende moet worden gemotiveerd. Dit is niet alleen van
belang voor de partijen, die kunnen zien hoe de regionale tuchtrechter
tot zijn oordeel is gekomen, maar ook voor de centrale tuchtrechter in
geval van hoger beroep. 

Hierdoor worden willekeur en partijdigheid tegen gegaan. Hogere rechters
kunnen namelijk controleren wat de redenatie van de lagere rechter is
geweest. Uit de motivering dient dan ook te blijken hoe de rechter tot
zijn beslissing is gekomen en welke stellingen en handelingen van de
partijen daarbij de doorslag hebben gegeven. Door te motiveren legt de
rechter ook verantwoording af.

Echter, gelet op het feit dat het tuchtcollege een onafhankelijke
rechterlijke instantie is, ligt het niet in de rede dat de minister in
de uitspraken van het tuchtcollege treedt.

Ik begrijp dat dit een antwoord is wat voor de heer F waarschijnlijk
zeer onbevredigend zal zijn. Mijn antwoord is echter in lijn met het
beginsel van de scheiding der machten dat de basis vormt voor de
democratische rechtsstaat in Nederland.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers