[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beantwoording vragen gesteld tijdens begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken

Brief regering

Nummer: 2014D42676, datum: 2014-11-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2014Z21101:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Geachte voorzitter,

Hierbij treft u aan de schriftelijke antwoorden op vragen gesteld tijdens de eerste termijn van de begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken op 18 november jl.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Bert Koenders

Vragen van het lid van Bommel (SP)

Vraag

Kan de minister ingaan op het bericht dat Amerikaanse drones in de strijd tegen ISIS met minder beperkingen optreden dan in bijvoorbeeld Jemen?

Antwoord

Het kabinet doet geen uitspraken over de operationele inzet van drones door de coalitie. In het algemeen kan gezegd worden dat aan alle militaire operaties een nauwkeurige selectie van doelwitten vooraf gaat. Er wordt binnen de coalitie hoge prioriteit gegeven aan het voorkomen van burgerslachtoffers bij alle militaire operaties.

Vraag

VS-generaal Dempsey heeft als voorwaarde voor training gesteld dat soennitische stammen moeten worden bewapend. Kan de minister van Buitenlandse Zaken dit bevestigen? En geldt dit ook voor Nederland?

Antwoord

Het kabinet kan dat niet bevestigen, maar het is wel duidelijk dat de VS het belang onderkent dat soennitische stammen een rol te vervullen hebben in de toekomstige veiligheidssector van Irak. De focus van de VS en de coalitie ligt op het trainen van de Iraakse en Koerdische strijdkrachten.

Voor een duurzame oplossing is het van belang dat de Iraakse regering een inclusief beleid voert. Dat betekent dat de soennieten zich vertegenwoordigd en gekend moeten voelen, ook in de veiligheidssector.

De Iraakse regering heeft hervorming van de strijdkrachten tot prioriteit verheven. Recent is daarmee een begin gemaakt, waarbij ook een sektarische verdeling wordt voorzien. Zo is er in Bagdad een soennitische minister van Defensie benoemd. Ā De Iraakse regering kijkt ook naar de vorming van een nationale garde. Als voorloper daarvan worden eerst regionale soennitische stammen versterkt ten behoeve van de strijd tegen ISIS en tegelijkertijd geĆÆntegreerd in de centrale overheid zodat op termijn een nationale garde gevormd kan worden. Ā Ā 

Vraag

Wat is de status van minderheden in Irak? Klopt het dat de behandeling van een wetsvoorstel hierover steeds wordt uitgesteld?

Antwoord

De positie van religieuze minderheden in Irak en SyriĆ« is sinds de opkomst van ISIS sterk verslechterd.Ā De wandaden van ISIS zijn gericht op een ieder die zich niet onderwerpt aan de strenge regels van de extremistische organisatie, vooral ook leden van religieuze en etnische minderheden, onder wie christenen. De huidige regering Al-Abadi is bezig (wets)hervormingen door te voeren, waaronder voor minderheden relevante themaā€™s zoals versterking van de nationale eenheid, verzoening en de naleving van mensenrechten. Zichtbare voortgang op alle terreinen zal de nodige tijd vergen, ook omdat prioriteiten zoals de strijd tegen ISIS, hervorming van de strijdkrachten, de relatie van de Iraakse regering met de Koerdische Regionale Autoriteiten (KRA) en onderhandelingen over opstelling van de begroting momenteel voorrang krijgen.

Vraag

Kan de minister van Buitenlandse Zaken aangeven welke positie Nederland inneemt t.a.v. killer robots (volledig autonome wapens)? Is Nederland voor een verbod op de ontwikkeling of in ieder geval voor een verbod op de operationele inzet ervan?

Antwoord

Met betrekking tot een eventueel verbod op ontwikkeling of operationele inzet van autonome wapensystemen is het standpunt van het kabinet niet gewijzigd sinds de brief van 26 november 2013 (Kamerstuk 33750 X, nr. 37) over de oproep van de speciale rapporteur van de Verenigde Naties, Christof Heyns, tot het instellen van een moratorium op de ontwikkeling en het gebruik van autonome wapensystemen. Daarin stelde het kabinet niet te werken aan autonome wapensystemen en daartoe ook geen plannen te hebben. Het kabinet hanteert als leidend beginsel dat alle wapensystemen en de inzet in een gewapend conflict moeten voldoen aan alle eisen die het internationaal recht stelt. Dit standpunt heeft Nederland uitgedragen tijdens de eerste internationale expertbijeenkomst over ā€™dodelijke autonome wapensystemenā€™ die door de Convention on Certain Conventional Weapons (CCW) in mei jl. is georganiseerd.

Zoals in de Beleidsbrief Internationale Veiligheid (BZ-kenmerk DVB/VD-119/14 d.d. 14 november 2014) wordt aangegeven, brengt de veranderende wereld nieuwe uitdagingen mee door andere vormen van oorlogsvoering, inclusief het gebruik van ā€˜volledig autonome dodelijke wapensystemenā€™. Deze bredere trend van toenemende autonomisering van functies van wapensystemen roept ethische, juridische en technische vragen op die nationaal en internationaal aandacht verdienen. De ministeries van Buitenlandse Zaken en van Defensie willen het internationale debat hierover voeden, en zoeken daarom de samenwerking op met universiteiten en onderzoeksinstituten om aspecten van autonome functies van wapensystemen verder uit te diepen, zoals het concept ā€˜betekenisvolle menselijke interventieā€™. Het kabinet is voornemens een AIV-advies te vragen over wapensystemen die in toenemende mate over autonome functies beschikken. Er wordt naar gestreefd over dit advies te beschikken vĆ³Ć³r de volgende internationale discussie in de Convention on Certain Conventional Weapons (CCW) in mei 2015.

Vraag

Kan het MATRA-programma worden gebruikt om lokale overheden te steunen in OekraĆÆne?

Antwoord

Ja. Het afgelopen jaar heeft Nederland met MATRA-middelen een vijftal projecten gefinancierd die gericht waren op ondersteuning van lokale overheden in OekraĆÆne. Voorbeelden zijn de ā€˜School of Local Governmentā€™ van het Institute of Political Education (waarbij gemeenteambtenaren worden getraind); een project om gendergelijkheid in lokaal bestuur te bevorderen; en een project met Lviv om transparantie van lokaal bestuur en klantgericht werken te bevorderen. In totaal is via MATRA voor ongeveer 250.000 euro gecommitteerd aan projecten die lokaal bestuur in OekraĆÆne ondersteunen.

Vragen van het lid Ten Broeke (VVD)

Vraag

Hoe staat het met de uitvoering van de motie om ISIS waar mogelijk financieel af te knijpen (motie Servaes c.s.) en wat wordt er gedaan om particulieren uit landen als Qatar, Saoedi-Arabiƫ en Koeweit aan te pakken?

Antwoord

Het indammen van financieringsstromen is een essentieel onderdeel van de strijd tegen terrorisme. ISIS en belangrijke ISIS-leden staan reeds op de VN-sanctielijst waardoor de financiƫle tegoeden bevroren zijn en er sprake is van een wapenembargo. Het is eveneens verboden om ISIS direct en indirect economische middelen ter beschikking te stellen, ook middels oliehandel. Het kabinet maakt zich hard voor het aanscherpen, uitbreiden en effectiever maken van VN-sancties, onder meer vanwege de multilaterale werking.

Daarnaast wordt er intensiever gebruik gemaakt van de nationale sanctiemaatregel. Financiƫle tegoeden van onderkende uitreizigers die zich bij ISIS of andere terroristische organisaties hebben aangesloten worden bevroren. Sinds december 2013 zijn 11 personen aan de nationale terrorismelijst toegevoegd.

Vraag

Wat wordt er gedaan om te voorkomen dat ISIS olie kan verhandelen en geld naar en uit ISIS-gebied kan smokkelen?

Antwoord

Voor ISIS is olie Ć©Ć©n van de inkomstenbronnen naast lokale belastingheffing, beschermingsgeld en afpersing. Nederland neemt actief deel aan internationaal overleg om de handel in olie door ISIS in kaart te brengen en waar mogelijk tegen te gaan door bijvoorbeeld te streven naar afstemming van de bestaande sanctieregimes op deze vorm van terrorismefinanciering. Goede samenwerking met landen in onder meer de Golfregio is daarbij van groot belang. Onlangs nam Nederland deel aan een ā€œCombatting the Financing of Terrorismā€ conferentie in Bahrein met meerdere Golfstaten, waarbij door de landen uit deze regio duidelijk werd uitgesproken financieringsstromen richting ISIS gezamenlijk aan te pakken. De komende periode zullen betrokken landen zich inspannen om de mogelijkheden te verkennen sanctiemaatregelen effectiever in te vullen.

Vraag

Kan de minister het bericht van de Financial Tracking Service van de VN bevestigen dat alleen al uit Qatar de afgelopen drie jaar ongeveer 200 miljoen dollar naar anonieme Syrische bankrekeningen ā€“ hoogstwaarschijnlijk van organisaties als ISIS ā€“ is overgemaakt en dat ISIS nu ongeveer 6 miljoen dollar per dag verdient?

Antwoord

Het kabinet kan het bericht over de Financial Tracking Service niet bevestigen.

Vraag

Hoe kunnen we vredesmissies duurzaam blijven financieren zonder uit de reserves van de toekomst te moeten putten? Ziet de minister van Buitenlandse Zaken mogelijkheden voor een ander HGIS/BIV instrumentarium?

Antwoord

Het zoeken naar flexibelere financieringsopties is een onderdeel van de uitvoering van de motie Van der Staaij, en vormt daarmee een basis voor de discussie van komend voorjaar. Aan de Kamer is hierover het volgende gemeld in de brief over de uitvoering van de motie Van der Staaij d.d. 7 november 2014 (Kamerstuk 33763, nr.59): ā€œTijdens het plenaire debat op 2 oktober jl. over de Nederlandse militaire bijdrage aan de internationale strijd tegen ISIS is aandacht besteed aan de financiering van militaire missies in structurele zin. Overeenkomstig de wens van de Tweede Kamer, zal het kabinet de structurele financiering van militaire missies bij de uitvoering van de motie betrekken.ā€

Vraag

Hoe staat het met het ratificatieproces van het associatieverdrag met OekraĆÆne? Zou het zin hebben om dit proces als Kamer te versnellen?

Antwoord

Het ratificatieproces is gaande, zowel voor het associatieakkoord met OekraĆÆne als dat met GeorgiĆ« en MoldaviĆ«. Het streven binnen de EU is de nationale ratificatieprocessen af te ronden voor de Top van het Oostelijk Partnerschap in Riga in mei 2015, afhankelijk van het verloop van de nationale ratificatieprocedures. De Memories van Toelichting worden nu voor spoedadvies voorgelegd aan de Raad van State, waarna zij aan het parlement ter goedkeuring zullen worden voorgelegd. De snelheid van de behandeling van deze verdragen is voorbehouden aan uw Kamer. Afronding van het Nederlandse ratificatieproces voorafgaand aan de Riga Top zal zowel binnen de EU als in de betreffende landen van het Oostelijk Partnerschap worden gewaardeerd.

Vraag

Kan van MATRA-landen verwacht worden dat ze helpen bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, het terugnemen van migranten en regionale opvang?

Antwoord

Ja. Ook van MATRA-landen mag verwacht worden dat ze helpen bij zaken als het bestrijden van grensoverschrijdende criminaliteit, het terugnemen van migranten en opvang van vluchtelingen in de regio. In veel gevallen is er niet direct sprake van onwil bij het betrokken land om deze uitdagingen aan te pakken, maar eerder van onvermogen. MATRA-steun kan in deze gevallen een goede bijdrage leveren, bijvoorbeeld door bij te dragen aan versterking van de rechtsstaat als het gaat om het bestrijden van criminaliteit. De omvang van de Nederlandse bijdrage is relatief beperkt en vooral gericht op technische assistentie en samenwerking, vaak via NGOā€™s. MATRA is daarmee minder geschikt voor het stellen van conditionaliteiten aan overheden op bovengenoemde onderwerpen.

Vraag

Kunnen we voorwaarden verbinden aan het beschikbaar stellen van meer geld voor het VN-noodfonds CERF, namelijk dat andere landen dit voorbeeld volgen?

Antwoord

Beantwoording van deze vraag is aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, van wiens begroting de Nederlandse bijdrage afkomstig is. Bijdragen aan het CERF zijn per definitie vrijwillig, voor alle donoren. Indien een dergelijke voorwaarde niet het gewenste effect sorteert, ondervindt het CERF, en daarmee snelle en effectieve humanitaire hulpverlening, daarvan als eerste de nadelen.

Vraag

Is de minister het eens dat de prestaties van VN-organisaties mede bepalend moeten worden voor de hoogte van onze bijdrage?

Antwoord

Ja, de algemene vrijwillige bijdragen van Nederland gaan hand in hand met een constructieve, maar kritische dialoog over de effectiviteit van de VN-organisaties en er zijn financiƫle consequenties voor organisaties die onder de maat presteren of die juist goed presteren. Dit vergt uiteraard een zorgvuldige aanpak. De tweejaarlijkse scorecards vormen de basis voor deze afweging. In 2015 zullen nieuwe scorecards worden opgesteld. Deze gaan de Kamer voor het zomerreces van 2015 toe.

Op basis van ongeoormerkte bijdragen kunnen organisaties, binnen hun mandaat en werkprogramma, zelf bepalen waar het geld het hardst nodig is. Het stelt bijvoorbeeld noodhulporganisaties als UNICEF en WFP niet alleen in staat snel te reageren op onverwachte crises, maar ook om hulp te blijven bieden in crisissituaties die van de voorpaginaā€™s verdwenen zijn. Ook VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR kan bijvoorbeeld sneller en effectiever optreden in crisissituaties als het over voldoende responsecapaciteit beschikt (dit is ook een van de lessen die de internationale gemeenschap bij de ebolacrisis heeft geleerd).

Vragen van het lid Knops (CDA)

Vraag

Wat vindt de minister van Buitenlandse Zaken van de invloed van Turkije op de Turkse gemeenschap in Nederland (via moskeeƫn e.d.)?

Antwoord

In een brief aan uw Kamer (Kamerstuk 32824, nr 75) constateert de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op basis van recent onderzoek naar vier Turkse stromingen en organisaties (SĆ¼leymanci, Milli GƶrĆ¼s, Diyanet en de Fettulah GĆ¼lenbeweging) dat er een gebrek aan transparantie is over hoe deze organisaties werken en wat precies hun banden zijn met Turkije. De minister van SZW stelt ook vast dat hij meer informatie over en zicht op die stromingen en organisaties wil. Het ministerie van SZW zal die informatie gaan verzamelen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken zal daaraan meewerken. Het thema integratie is een kabinetsbrede verantwoordelijkheid, die een gezamenlijke inspanning vergt. Verder staat het onderwerp integratie op de agenda in gesprekken met Turkije, zowel in bilateraal verband als in EU-kader.

Vraag

Hoe beoordeelt de minister van Buitenlandse Zaken financiering van moskeeĆ«n uit Turkse hoek? Welke mogelijkheden ziet de minister om deze financiering te beĆÆnvloeden of tegen te gaan?

Antwoord

Het kabinet verwijst naar de reactie die op 25 september jl. is verstuurd naar aanleiding van het briefadvies van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling ā€˜De kaders van de rechtsstaat. Over buitenlandse financiering van moskeeĆ«n en gebedshuizenā€™ (Kamerstuk 29614, nr 35). Het kabinet heeft onder meer aangegeven voornemens te zijn om het diplomatieke gesprek waar nodig te intensiveren met landen om de transparantie over deze financiĆ«le stromen naar Nederland te vergroten.

Vraag

Gezien de verwachte langdurige periode van instabiliteit zijn er meer inspanningen nodig voor ontwikkelingssamenwerking, buitenlandse zaken en defensie. Hoe gaat het kabinet dat invullen?

Antwoord

De complexiteit van de conflicten in onze internationale omgeving vraagt inderdaad, zoals aangegeven in de Beleidsbrief Internationale Veiligheid, om een geĆÆntegreerde inzet van instrumenten van diplomatie, ontwikkelingssamenwerking en defensie. Het kabinet zal het parlement zoals gemeld in de brief van de minister van Defensie van 7 november jl. over de uitvoering van motie-Van der Staaij in het voorjaar van 2015 met een reactie komen. De buitenlandpolitieke kaders hiervoor zijn geschetst in de Beleidsbrief Internationale Veiligheid.

Vraag

Is de minister van Buitenlandse Zaken het eens dat er meer geld voor defensie nodig is?

Antwoord

Tijdens de NAVO-top in Wales hebben de bondgenoten afgesproken om de trend van dalende defensie-uitgaven te keren. Afgesproken is de beschikbare middelen nog effectiever in te gaan zetten met een focus op de belangrijkste capaciteitstekorten binnen de NAVO.

Bondgenoten die momenteel minder dan twee procent van hun BBP aan defensie besteden, hebben uitgesproken de daling van die uitgaven te stoppen en te trachten de uitgaven in reĆ«le bedragen te laten stijgen naarmate hun BBP weer groeit. Deze bondgenoten hebben ook verklaard zich te zullen inspannen om de komende tien jaar hun defensie-uitgaven in de richting van de twee procent-BBP richtlijn te bewegen. Nederland heeft daarbij benadrukt dat niet alleen gekeken moet worden naar de uitgaven, maar ook naar effectievere inzet. Het kabinet heeft in de Miljoenennota reeds structureel 100 miljoen euro extra vrijgemaakt voor Defensie. Zoals reeds aangegeven, wordt uw Kamer komend voorjaar nader geĆÆnformeerd over de uitvoering van de motie-Van der Staaij.

Vragen van het lid Servaes (PvdA)

Vraag

Wat betekent de uitwerking van het waterscheidingsmoment in de relaties met Rusland voor ons energiebeleid en de Nederlandse ambities voor een gasrotonde? Motie Servaes-Van Tongeren (in maart van dit jaar aangenomen).

Antwoord

Nederland is een groot voorstander van de Energievoorzieningszekerheids-strategie, die de Europese Commissie in mei heeft gepresenteerd. Daarover heeft de Kamer zowel met de minister van Buitenlandse Zaken als met de minister van Economische Zaken overlegd. Belangrijk onderdeel van dit beleid is de voltooiing van de interne markt, versterking van de infrastructuur en het diversificeren van aanvoerroutes en bronnen. Het gaat daarbij om een groter aandeel hernieuwbare energiebronnen en meer inkoop van gas van andere leveranciers dan Rusland. De positie van Nederland als gasrotonde wordt, in een situatie waarin we willen diversificeren, alleen maar belangrijker omdat gas dan uit verschillende richtingen komt.

Vraag

Kan bij de evaluatie van het MATRA-programma, voorzien begin 2015, onderzocht worden of een verdere versterking mogelijk is? Welke andere programmaā€™s ā€“ bijvoorbeeld uit het bedrijfsleveninstrumentarium van minister Ploumen ā€“ kunnen opengesteld worden voor deze landen? Is het geen goed idee om te bezien op welke wijze we instrumenten en fondsen politieker in kunnen zetten?

Antwoord

Het kabinet zal naar aanleiding van de evaluatie in 2015 bezien hoe MATRA vanaf 2016 verder vormgegeven kan worden. Het kabinet zal de vraag naar een mogelijke intensivering van het programma in de overwegingen meenemen. Naast MATRA staan verschillende andere programmaā€™s open voor betreffende landen, zoals het mensenrechtenfonds. Over de huidige openstelling en de mogelijkheden voor uitbreiding van het bedrijfsleveninstrumentarium voor MATRA-landen wordt uw Kamer nader geĆÆnformeerd bij de beantwoording van de vragen over de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, waar dit instrumentarium deel van uitmaakt.

Vraag

Kan het kabinet in kaart brengen of er andere, flexibelere begrotingsmethoden zijn (dan BIV/ad hoc beslaglegging op HGIS-middelen) die beter rekening houden met de onvoorspelbaarheid van internationale crises (bv. meerjarig fonds)?

Antwoord

Het zoeken naar flexibelere financieringsopties is een onderdeel van de uitvoering van de motie Van der Staaij, en vormt daarmee een basis voor de discussie van komend voorjaar. Aan de Kamer is hierover het volgende gemeld in de brief over de uitvoering van de motie Van der Staaij d.d. 7 november 2014:

ā€˜Tijdens het plenaire debat op 2 oktober jl. over de Nederlandse militaire bijdrage aan de internationale strijd tegen ISIS is aandacht besteed aan de financiering van militaire missies in structurele zin. Overeenkomstig de wens van de Tweede Kamer, zal het kabinet de structurele financiering van militaire missies bij de uitvoering van de motie betrekken.ā€™

Vragen van het lid De Roon (PVV)

Vraag

Ten aanzien van de trainingsmissie in Irak, welke criteria worden verbonden aan het uitzenden van onze trainers in Irak en Koerdische gebieden?

Antwoord

Het kabinet kijkt naar training in zowel Erbil als Bagdad, zowel voor reguliere training als training van special forces. Doel van de training is op korte termijn (voorjaar 2015) de strijdkrachten in staat stellen om het counter-offensief tegen ISIS te beginnen. Het trainingsprogramma wordt momenteel uitgewerkt. Daarin is ook aandacht voor criteria zoals mensenrechten en humanitair recht voor training. Dat doet Nederland samen met Duitsland, BelgiĆ« en Noorwegen.Ā Duitsland en BelgiĆ« moeten hiervoor nog parlementaire toestemming verkrijgen, dus hun positie is nog onder voorbehoud.

De Nederlandse aandacht voor mensenrechten betreft zowel de ontwikkeling van het curriculum als het verleden van de militairen die worden getraind. Iraakse en Koerdische militairen die zich schuldig hebben gemaakt aan mensenrechtenschendingen moeten daarvoor worden vervolgd.

Van belang is wel te onderkennen dat de praktijk ingewikkelder is. Het zal niet altijd gemakkelijk zijn over alle relevante informatie te beschikken over de achtergrond van Iraakse en Koerdische strijders.

Vraag

Wat is het waard als Nederland voorwaarden gaat stellen aan het uitzenden van trainers wanneer anderen landen het niet doen? Wat doet Nederland aan internationale coƶrdinatie van het stellen van voorwaarden?Ā 

Antwoord

Het kabinet hecht aan criteria op grond van mensenrechten en humanitair recht ten aanzien van de trainingen.Ā  Nederland staat daarin niet alleen: ook Duitsland en Noorwegen vinden dit belangrijk. Nederland is op militair niveau nauw betrokken bij alle overleggen binnen de coalitie. In deze overleggen benadrukt het kabinet het belang van deze criteria. Zo is het belang van inclusiviteit van Iraakse veiligheidstroepen dankzij Nederland in het campagneplan terechtgekomen.

Vraag

Krijgt de Kamer eerst een artikel 100 brief bij het beschikbaar stellen van trainers in Irak ten behoeve van de Trainingsmissie 2015?

Antwoord

De invulling van de trainingscomponent vloeit voort uit de artikel 100 brief die de Kamer in september reeds toeging (Kamerstuk 27925, nr 506). Zodra meer duidelijk is over deze invulling, zal de Kamer schriftelijk worden geĆÆnformeerd. Dit zal waarschijnlijk medio december zijn.

Vraag

Wat is de reactie van het kabinet op de door mij genoemde voorwaarden voor het bieden van steun aan de Palestijnse Autoriteit, namelijk ontwapening van de Gazastrook, dat de bijdrage van Hamas aan gewelddadigheden stopt en dat Hamas geen internationale gelden ontvangt?

Antwoord

Het kabinet deelt het standpunt dat Nederlands geld niet in verkeerde handen mag vallen. De Nederlandse bijdrage aan wederopbouw en humanitaire hulp verloopt via VN-organisaties en Wereldbank en Rode Kruis. Er is geen rol voor Hamas bij de uitvoering van deze bijdragen. Het kabinet, evenals de EU en internationale gemeenschap, houdt de technocratische regering niet verantwoordelijk voor het handelen van Hamas in Gaza. Het kabinet ziet op grond van het bovenstaande geen aanleiding om de financiƫle en politieke steun stop te zetten. Bovendien zou stopzetting bijdragen aan verdere escalatie en instabiliteit in Gaza.

Vraag

Bij steun voor ontwikkelingssamenwerking aan de Palestijnse Autoriteit (PA) pleit de PVV voor de voorwaarde dat de PA geweld tegen joden ontmoedigt. Wat is hierop de reactie van de minister van Buitenlandse Zaken?

Antwoord

Het kabinet veroordeelt alle vormen van terroristische aanvallen en verwerpt verheerlijking van dergelijke aanvallen. Het keurt de inhoud en strekking af van de brief die president Abbas stuurde aan de vermoedelijke dader van de moordaanslag op Yehuda Glick. Deze brief staat haaks op het officiƫle beleid van de PA en van het Palestijnse leiderschap dat het gebruik van terreur en geweld afwijst. In lijn met de motie Van der Staaij/Voordewind draagt het kabinet in bilaterale contacten met vertegenwoordigers van de Palestijnse Autoriteit uit dergelijke praktijken te verwerpen. Daarnaast dringt het kabinet aan op het weer bijeenkomen van de trilaterale commissie tussen de PA, Israƫl en VS waar het tegengaan van haatzaaien wordt besproken. Het is van belang dat deze commissie weer bijeenkomt. De Palestijnse minister van Buitenlandse Zaken Al Malki gaf aan dit te verwelkomen. Het kabinet ziet geen aanleiding om ontwikkelingssamenwerking met de PA afhankelijk te maken van deze uitspraken.

Vraag

Hamas bejubelt de aanslag in Jerusalem op 18 november jl. en roept op tot meer aanslagen. Wat wil Nederland met deze eenheidsregering?

Antwoord

Het kabinet veroordeelt in krachtige termen de verheerlijking van geweld door Hamas. De Palestijnse regering bestaat uit technocraten die niet aan Hamas zijn geaffilieerd en de regering heeft de Kwartetbeginselen onderschreven bij monde van president Abbas. Het kabinet blijft deze technocratische regering op basis van zijn daden beoordelen, waarbij de Kwartetbeginselen leidend zijn.

De spanningen tussen Hamas en Fatah nemen toe. Het is op dit moment de vraag hoe het verzoeningsproces voortgezet zal worden. Dit is een proces van lange adem.

Vraag

Ik heb met de voorganger van de vorige minister van Buitenlandse Zaken gesproken over gelekte EU-documenten over mogelijke sancties tegen Israƫl. Hij gaf aan dat Nederland zich mogelijk zou terugtrekken uit de voorbereiding van dat soort stukken. De vorige minister van Buitenlandse Zaken wilde daar niets van weten. Hoe staat de huidige minister van Buitenlandse Zaken hier tegenover?

Antwoord

Het kabinet betreurt, evenals de EU Hoge Vertegenwoordiger Mogherini, dat er weer een non-paper gelekt is, voordat lidstaten zich hierover hebben kunnen uitspreken.Ā Het non-paper is onlangs door de EDEO opgesteld met input van een groep lidstaten. Daarbij was Nederland op geen enkele wijze betrokken.

Ook de EU Hoge Vertegenwoordiger heeft hierover haar ontstemming geuit. Het non-paper bevat slechts een inventarisatie van maatregelen, zowel carrots als sticks, en is bedoeld als eerste aanzet voor discussie over maatregelen indien bepaalde stappen tot uitbreiding van nederzettingen in Oost-Jeruzalem worden genomen. Het kabinet vindt de gekozen insteek onevenwichtig. De uiteindelijke besluitvorming loopt via ministers, nadat uitgebreide onderhandelingen op ambtelijk niveau zijn afgerond. Automatische sancties tegen Israƫl zijn niet aan de orde. Het kabinet is geen voorstander van terugtrekken uit voorbereidend overleg. Daarmee zou Nederland zich buitenspel zetten.

Vragen van het lid Sjoerdsma (D66)

Vraag

Kijkend naar de trend van bezuinigingen op defensie, Buitenlandse Zaken, en Ontwikkelingssamenwerking, trekt de minister van Buitenlandse Zaken vandaag een streep in het zand? Komt er een trendbreuk?

Antwoord

Het is aan het kabinet als geheel om te beoordelen wat er mogelijk en nodig is in het licht van de internationale veiligheidssituatie. Het kabinet zal daartoe een integrale afweging maken, mede op basis van de uitvoering van de motie van der Staaij en de Beleidsbrief Internationale Veiligheid. Op de uitkomsten daarvan kan nu niet vooruit worden gelopen.

Vraag

Ten aanzien van de vluchtelingen als gevolg van de crisis in Syriƫ en Irak, gaan wij hen Ʃcht Europees opvangen? Of moeten landen daar individueel naar kijken?

Antwoord

De Europese Commissie en de EU-lidstaten spelen een zeer vooraanstaande rol bij de financiering van opvang van vluchtelingen en ontheemden in de regio. Voor zover de vraag betrekking heeft op ā€˜Europese opvangā€™ in de zin van opvang binnen de EU wordt dit besproken in het JBZ-raadskader. Dit gedeelte van de vraag zal worden doorgeleid aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.

Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie)

Vraag

Onlangs is Asia Bibi in hoger beroep veroordeeld tot de doodstraf. Wil de minister zich inzetten voor haar?

Antwoord

Het kabinet volgt de zaak Asia Bibi op de voet. Direct na de uitspraak bezocht de Nederlandse ambassadeur in Islamabad de organisatie CLAAS (Centre for Legal Aid, Assistance and Settlement) in Lahore, die zich met financiƫle steun van de EU inzet voor vervolgde christenen in Pakistan. Ook bracht de ambassadeur de zaak op in een bilateraal gesprek op het hoogste ambtelijke niveau van het Pakistaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en had hij de gelegenheid er aandacht voor te vragen tijdens een bijeenkomst van de Buitenlandcommissie van het Pakistaanse Parlement op 22 oktober jl.

Over volgende stappen wordt continu overleg gevoerd binnen de EU en met andere gelijkgezinde landen. De EU Speciaal Vertegenwoordiger voor Mensenrechten Lambrinidis heeft tijdens zijn recente bezoek aan Pakistan zowel de blasfemiewet als de zaak Asia Bibi onder de aandacht gebracht bij de Pakistaanse autoriteiten.Ā 

Het kabinet zal aandacht blijven vragen voor mevrouw Asia Bibi, de blasfemiewetgeving en de doodstraf, zowel in bilateraal, in EU- als in multilateraal verband.

Vraag

Vorige week was er ten aanzien van Qatar veel aandacht voor mogelijke corruptieschandalen binnen de FIFA en het groot aantal slachtoffers bij de bouw van het WK- stadion. Voelt kabinet zich hierbij ongemakkelijk? Is het kabinet bereid om met de KNVB Qatar aan te spreken over de bouw van het stadion?

Antwoord

Het kabinet maakt zich zorgen over de positie van arbeidsmigranten in Qatar die daar te maken hebben met allerlei misstanden. Nederland bespreekt deze problematiek, bilateraal en in EU-verband, met de Qatarese autoriteiten.
Ā 
Nederland heeft regelmatig contact met de KNVB, onder andere over de situatie in Qatar. De KNVB is als sportbond niet verantwoordelijk voor de bouw van stadions, maar hecht aan een actief mensenrechtenbeleid en staat in contact met de FIFA en UEFA over de mensenrechtensituatie in Qatar.

Vraag

Er zit een perverse prikkel in het verlenen van uitkeringen aan Palestijnse gevangenen. Wat is stand van zaken? Is er binnen EU steun gezocht om deze prikkels te stoppen?

Antwoord

Met de overheveling van het ministerie van Gevangenen van de Palestijnse Autoriteit (PA) naar de Palestine Liberation Organization (PLO) is een goede stap gemaakt in de transparantie van de geldstromen. Voortaan is de PLO verantwoordelijk voor het systeem en niet meer de PA, en komen betalingen aan gevangenen of hun families niet meer ten laste van de begroting van de PA. Deze stap is verwelkomd door de VS en andere donoren van de PA.

Het is een positieve stap, maar nog niet voldoende. De systematiek waarbij de hoogte van de toelage afhankelijk is van de duur van de detentie, is niet veranderd. Het kabinet blijft zich dan ook inspannen om hierin verandering te bewerkstelligen, meest recent bij het bezoek van de Palestijnse Minister van Buitenlandse Zaken, Al Malki en daarvoor tijdens het Ad Hoc Liaison Committee van afgelopen september. Het kabinet zoekt steun bij andere Europese partners voor deze inzet, maar vooralsnog zijn de meeste lidstaten tevreden met de veranderingen, die ervoor zorgen dat de Europese steun aan de Palestijnse Autoriteit niet direct of indirect bijdraagt aan de betalingen. Ā 

Vragen van het lid Van der Staaij (SGP)

Vraag

Worden signalen dat er een structurele verwevenheid is tussen Hamas en UNRWA betrokken bij het VN-onderzoek naar Israƫlische aanvallen op terroristische doelen binnen UNRWA installaties? Is de minister bereid te bevorderen dat er een onafhankelijk onderzoek komt naar die verwevenheid?

Antwoord

De VN Board of Inquiry is een intern VN-onderzoek. Het mandaat van de VN Board of Inquiry beslaat de periode 8 juli 2014 ā€“ 26 augustus 2014 en het onderzoek is drieledig:

  1. Schade aangericht aan VN-eigendommen

  2. Dood en letsel van VN staf en anderen aanwezig op VN eigendommen (UNRWA scholen)

  3. Wapens gevonden in UNRWA scholen

Daarnaast zijn er geen concrete aanwijzingen van verwevenheid met Hamas. UNRWA heeft neutraliteit hoog in het vaandel. In de toekomst wil UNRWA zich hier onder meer verder voor inzetten door UNRWA gebouwen en installaties beter te beveiligen en protocollen op te stellen voor situaties waarin de integriteit van de UNRWA-eigendommen toch in gevaar komt. Deze transparantie is lovenswaardig en is het beste bewijs dat UNRWA alle schijn van betrokkenheid bij gewapend verzet wil vermijden. Daarnaast checkt UNRWA Ā iedere zes maanden het personeelsbestand met de VN terrorismelijst en deelt jaarlijks het personeelsbestand met landen, inclusief IsraĆ«l. Er bestaat derhalve geen aanleiding voor een nader onafhankelijk onderzoek.

Vraag

Is de minister van Buitenlandse Zaken bereid werk te maken van transparantie en verantwoording bij het gebruik van middelen door UNRWA?

Antwoord

Het kabinet zet zich als donor van UNRWA actief in voor transparantie en verantwoording van de middelen. De Nederlandse (algemene vrijwillige) financiƫle bijdragen gaan gepaard met een kritische dialoog met de ontvangende VN-organisaties. Dit vergt een zorgvuldige aanpak. Daarom monitort Nederland de effectiviteit van VN-organisaties op basis van tweejaarlijkse scorecards. In 2015 zullen nieuwe scorecards worden opgesteld. Deze gaan de Kamer voor het zomerreces van 2015 toe. Nederland zet jaarlijks in de bestuursvergaderingen van VN-organisaties in op verbetering van de interne auditfunctie en op transparante allocatie en verantwoording van financiƫle middelen. Bij UNRWA wordt op het terrein van verbetering van de financiƫle verantwoording daarnaast ook bilateraal de dialoog met de organisatie gezocht.

Vraag

De SGP vraagt de minister van Buitenlandse Zaken nimmer mee te werken aan een automatische sanctiemechanisme jegens Israƫl op EU-niveau. Wat is de reactie van de minister hierop?

Antwoord

Zie beantwoording van de vraag van de PVV over hetzelfde onderwerp (p. 9/10).

Vraag

In Nigeria vinden ook jihadistische ontwikkelingen plaats rond Boko Haram. Zij kopiƫren de werkwijze van IS. Waarom krijgt dit veel minder de aandacht van de internationale gemeenschap? Wordt de Nigeriaanse overheid zoveel mogelijk onder druk gezet Ʃn geholpen om aan die terreur een einde te maken?

Antwoord

Boko Haram is eerder dit jaar op de VN Sanctielijst geplaatst op grond van VNVR-resolutie 1267. Daarnaast is de EU via de EU Coƶrdinator Terrorismebestrijding zeer actief in relatie tot Nigeria en draagt, via het Instrument for Stability, bij aan de verbetering van de rule of law, goed bestuur en een counter narrative in de regio. Nederland vraagt in zowel bilateraal, als in EU- en VN-verband aandacht voor de situatie in Nigeria.Ā  Nederland zal, samen met de internationale gemeenschap, in de politieke dialoog met Nigeria blijven zoeken naar een gebalanceerde reactie en inzetten op een effectieve aanpak van i) de geweldstoename door de Nigeriaanse autoriteiten, ii) armoede en goed bestuur ter bevordering van de stabiliteit en iii) vrede en veiligheid in Nigeria. Nederland en Nigeria maken deel uit van het Global CounterTerrorism Forum (GCTF) waar intensief wordt samengewerkt op zowel de ontwikkeling van contraterrorismebeleid als op het delen van good practices op het gebied van opbouw van rechtshandhaving en de juridische sector.

Vraag

Begin dit jaar is in een VN-rapport opgeroepen om Noord-Korea voor het Internationaal Strafhof te dagen vanwege grootschalige gruwelijke praktijken. Zal hierin geslaagd worden? Wordt er voldoende geĆÆnvesteerd om China ervan te weerhouden om dit te blokkeren met een veto? Wil de minister er alles aan doen om ervoor te zorgen dat er een einde komt aan de ā€˜holocaustā€™ in Noord-Korea?

Antwoord

Het kabinet heeft zich in EU-verband ingezet voor een ambitieuze resolutie in Derde Commissie van de AVVN, waarin aanbevelingen, gedaan in het Commission of Inquiry rapport, zijn overgenomen. De resolutie veroordeelt de wijdverbreide mensenrechtenschendingen, doet een oproep aan de overheid van Noord-Korea om schendingen te stoppen en moedigt de VN-Veiligheidsraad aan te overwegen om de situatie in Noord-Korea door te verwijzen naar het Internationaal Strafhof.

Deze resolutie is op 18 november jl. aangenomen en gaat nu naar de gehele Algemene Vergadering van de VN voor goedkeuring. De kans is momenteel evenwel klein dat de VN-Veiligheidsraad de zaak inderdaad door zal verwijzen naar het Internationaal Strafhof. Nederland zal, met name in EU-verband, bij de Veiligheidsraadsleden bepleiten dat zij doorverwijzing steunen, of zich er tenminste niet tegen verzetten. Voorafgaand aan het aannemen van de resolutie in de Derde Commissie hebben de EU en haar lidstaten aan outreach gedaan om zoveel mogelijk co-sponsoren te verkrijgen. Hiermee is een stevig signaal afgegeven aan landen die tegen de resolutie waren. Dit is ook aan de orde geweest en marge van het staatsbezoek aan Zuid-Korea in een gesprek met organisaties die zich bezighouden met mensenrechten in Noord-Korea. Zowel bilateraal als in EU-verband zal de regering zich blijven inzetten voor verbetering van de schrijnende humanitaire situatie in Noord-Korea.

Vraag

De SGP spreekt zijn zorgen uit over christelijke Pakistaanse vluchtelingen in asielzoekerscentra in Sri Lanka. Terugkeer naar Pakistan zou voor hen dramatisch zijn. Hun VN-status beschermt hen daar echter niet tegen. Is de minister van Buitenlandse Zaken bereid dit aan te kaarten?

Antwoord

Het kabinet is bekend met de situatie van de Pakistaanse (en Afghaanse) asielzoekers en vluchtelingen die in Sri Lanka zijn gearresteerd. De Nederlandse ambassade in Colombo voert, in EU-verband, regelmatig overleg met de Sri Lankaanse autoriteiten en UNHCR over de situatie en heeft herhaaldelijk aangedrongen op directe en onvoorwaardelijke vrijlating van de asielzoekers en vluchtelingen. Sri Lanka heeft een aantal asielzoekers inmiddels vrijgelaten. Een aantal Pakistaanse asielzoekers is inmiddels gedeporteerd. De internationale gemeenschap heeft Sri Lanka met klem verzocht de deportaties te stoppen omdat dit tegen de internationale afspraken is (principe van non-refoulement). Voor zover bekend zijn de gedeporteerde personen overigens ongehinderd teruggekeerd in Pakistan en worden zij niet vervolgd.

Inmiddels is ook de capaciteit van UNHCR in Sri Lanka versterkt waardoor UNHCR de grote hoeveelheid aanvragen voor vluchtelingenstatus sneller kan afhandelen.

Vraag

Ten aanzien van het door de minister van Buitenlandse Zaken geschetste gedetineerde beleid, is er een gebrek aan flexibiliteit en ruimte voor betreffende

organisaties (Epafras) om een eigen afweging te maken. Wat is de reactie van de minister hierop?

Antwoord

Flexibiliteit en maatwerk zijn kernbegrippen in het nieuwe gedetineerdenbeleid. Maatwerk gaat uit van de behoefte van de gedetineerden. Dat betekent dat in het vervolg niet alleen de bestaande geestelijke zorg zal worden aangeboden. Het aanbieden van extra consulaire zorg wordt maatwerk, namelijk gedetineerden kunnen zelf kiezen voor geestelijke zorg, maar in de toekomst ook voor zorg met een maatschappelijk of sociaal karakter. Die zorg moet zoveel mogelijk in de Nederlandse taal worden geboden, maar ook dat is afhankelijk van de gedetineerde. Verder zal meer dan nu gebruik worden gemaakt van lokale netwerken. Die kunnen flexibeler, sneller en beter inspelen op de lokale situatie. Dat is ook goedkoper dan het twee keer per jaar invliegen van de zorg uit Nederland. Zo kan meer zorg met dezelfde middelen worden geboden.

Samenwerking met andere partijen in het gedetineerdenbeleid is zinvol. Daarom zal de subsidie blijven bestaan voor organisaties die resocialisatie, juridisch advies en extra zorg voor gedetineerden kunnen bieden. Het nieuwe subsidiekader voor de nieuwe aanpak van de zorg zal begin volgend jaar worden gepubliceerd. Daarop kunnen alle organisaties die de gevraagde zorg kunnen bieden op inschrijven. Ook Epafras.

De beschikbare mensen en middelen zullen zich vooral richten op die landen waar dat echt nodig is. Zo kan voor de gedetineerden in die landen meer met het bestaande budget worden gedaan. De landenkeuze is weloverwogen gedaan en gebaseerd op de bevindingen van de Raad van Europa en de VN. De detentie omstandigheden in landen als Canada, Australiƫ en Nieuw-Zeeland zijn dusdanig dat het basispakket voldoende wordt geacht. De afstand tussen Nederland en de plaats van detentie is op zichzelf geen grond voor aanvullende consulaire zorg. De gedetineerden in deze landen die na hun detentie terug naar Nederland willen, krijgen vanzelfsprekend wel regelmatig bezoek van vrijwilligers van Reclassering Nederland. Bij eventuele misstanden in de landen op de lijst zullen de autoriteiten daarop worden aangesproken.

Vragen van het lid Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren)

Vraag

Ik wil dat Nederland geen seconde nadenkt over sancties tegen Israƫl. Hoe kijkt de minister van Buitenlandse Zaken hier tegenaan?

Antwoord

Zie beantwoording van de vraag van de PVV over hetzelfde onderwerp (p. 9/10).