Preview document (🔗 origineel)

---

Geannoteerde agenda Jeugdraad 12 december 2014 te Brussel

Hierbij vindt u de inzet van het kabinet op onderstaande agendapunten, die zijn opgesteld aan de hand van concepten die in de voorbereidende raadswerkgroepen zijn besproken:

Raadsconclusies over jongeren en toegang tot hun rechten ten behoeve van hun zelfstandigheid en participatie in de samenleving

In deze raadsconclusies wordt voorgesteld aan de lidstaten om maatregelen aan te nemen die erop gericht zijn om de zelfstandigheid van jongeren en hun deelname aan de maatschappij te versterken, door het verbeteren van de toegang van jongeren tot hun rechten. Geconcludeerd wordt dat, ondermeer als gevolg van de economische situatie, jongeren steeds later zelfstandig worden.

De maatregelen hebben betrekking op de overgang van onderwijs naar werk, maar ook op politieke en maatschappelijke participatie van jongeren en het verbeteren van hun toegang tot voorzieningen zoals huisvesting en gezondheidszorg. De lidstaten kunnen ondermeer gebruik maken van het Europese Programma Erasmus+, de inzet van de Youth Guarantee en de uitvoering van het EU Werkplan voor Jeugd.

Nederland kan instemmen met de Raadsconclusies. Voor Nederland is het belangrijk dat de passage met betrekking tot de Jeugdgarantie is aangepast naar aanleiding van het Nederlands tekstvoorstel, waarin de Jeugdgarantie wordt voorgesteld als één van de instrumenten in het beleid om jongeren te ondersteunen in hun transitie van onderwijs naar arbeidsmarkt.

Gedachtewisseling over transsectoraal jeugdbeleid als antwoord op sociaal-economische uitdagingen

Tijdens de Raad zal er een gedachtewisseling plaatshebben over de noodzaak voor een transsectorale benadering van jeugdbeleid, om de sociaal-economische uitdagingen beter aan te kunnen pakken en gericht beleid voor jongeren te kunnen ontwikkelen.

Het voorzitterschap heeft de lidstaten vragen voorgelegd, te weten:

1. Wordt er voldoende rekening gehouden met de situatie van jongeren bij het ontwikkelen van beleid op lokaal, nationaal en Europees niveau in verschillende sectoren zoals onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting en sociale zaken? Zo nee,

hoe kunnen de belangen en problemen van jongeren meer prioriteit krijgen?

2. Van welke mogelijke maatregelen en instrumenten kunnen de EU en de lidstaten gebruik maken om een meer transsectorale benadering concreet te maken?

De rol van de Europese Unie en van de lidstaten kan zijn om de transsectorale benadering op lokaal niveau te faciliteren door het uitwisselen van informatie en best practices, het laten doen van bovenlokaal onderzoek en de samenwerking op lokaal niveau te stimuleren.

De Nederlandse inzet bij deze discussie zal zijn dat de aanpak van belangen en problemen van jongeren inderdaad gebaat zijn bij een transsectorale aanpak, met name op het nationale en lokale niveau. Jongeren zitten in een moeilijke positie, als starter op de arbeidsmarkt bij de overgang van onderwijs naar werk en als starter op de huisvestingsmarkt. Door het bevorderen van een transsectorale aanpak, met name op het lokale niveau, kan rekening gehouden worden met hun kwetsbare positie als starter in verschillende sectoren. In Nederland wordt in 2015 een vergaande decentralisatie-operatie uitgevoerd, waardoor nagenoeg alle aspecten van het jeugdbeleid onder de verantwoordelijkheid van de lokale overheid worden gebracht. Dit maakt het mogelijk dat op lokaal niveau een verdergaande transsectorale aanpak van de problematiek waar jongeren mee te maken hebben kan worden vormgegeven.