Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 15 december 2014
Bijlage
Nummer: 2014D45157, datum: 2014-12-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 15 december 2014 (2014D45156)
Preview document (🔗 origineel)
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 15 DECEMBER 2014
Irak/Syrië/ISIS
Het strategische thema van deze Raad Buitenlandse Zaken is de situatie in Irak en Syrië. De Hoge Vertegenwoordiger heeft aangegeven een discussie te willen voeren over de nieuwe realiteit op de grond in Syrië. De Raad zal zich richten op een actualisering van de EU-positie ten aanzien van Syrië, mede in het kader van het werk van Speciaal Gezant van de SGVN voor Syrië, Staffan de Mistura, die de ministers daags voor de RBZ, mede op Nederlands verzoek, zal informeren over de laatste stand van zaken. Daarnaast zullen de ministers spreken over de situatie in Irak en over de vraag hoe de EU Irak kan steunen met politieke hervormingen in de richting van een meer inclusief beleid en de strijd tegen ISIS. De EDEO werkt samen met de Europese Commissie en de lidstaten aan het opstellen van een brede regionale EU-strategie voor Irak/Syrië en ISIS. Het kabinet steunt dit en dringt hierbij aan op een geïntegreerde inzet van het beschikbare EU-instrumentarium en het formuleren van concrete actiepunten. De brede regionale EU-strategie zal naast een overkoepelende analyse van de crisis specifieke acties moeten bevatten ter ondersteuning van gemeenschappelijke problematiek in Irak, Syrië en de omliggende landen, waaronder de strijd tegen ISIS. De op 20 oktober jl. door de RBZ aangenomen EU-strategie op het gebied van terrorisme en “Foreign Terrorist Fighters” zal een plaats moeten krijgen in de brede regionale EU-strategie. Tevens zal er tijdens de RBZ waarschijnlijk worden teruggekoppeld over de bijeenkomst van de coalitie tegen ISIS van 3 december jl.
De Raad zal eveneens spreken over de humanitaire situatie in Syrië en Irak en in bredere zin over steun aan buurlanden Libanon, Jordanië en Turkije, alsmede over intensivering van diplomatieke contacten met landen in de regio, waaronder Turkije, Saoedi-Arabië, Qatar en Iran. Nederland zal in de discussie het belang van voldoende humanitaire hulpverlening bepleiten en de Nederlandse bijdragen op dit terrein (EUR 113,5 miljoen in Syrië en EUR 17,2 miljoen in Irak) toelichten. Eveneens zal aandacht gevraagd worden voor het tegengaan van straffeloosheid en de verbetering van de positie van vrouwen.
Irak
In Irak zijn in de strijd tegen ISIS kleine successen geboekt door Iraakse veiligheidstroepen. Zo slaagden zij er in om de Baiji raffinaderij en de plaatsen Saadiya en Jaluta op ISIS te heroveren. Desondanks blijft de situatie in Irak zorgelijk. Het kabinet blijft van mening dat militaire interventie in Irak alleen effectief kan zijn als, in de eerste plaats door de Iraakse regering, tegelijkertijd geïnvesteerd wordt in politieke en bestuurlijke inclusiviteit en stabiliteit. De inzet van de EU zou zich volgens het kabinet moeten richten op de ondersteuning van een duurzaam en inclusief politiek proces, de aanpak van financieringsstromen (incl. oliesmokkel) en, op de middellange en lange termijn, capaciteitsopbouw van Iraakse instituties (veiligheidssector en rechtstaatontwikkeling) en wederopbouw in teruggewonnen gebieden met het oog op inclusiviteit.
Syrië
Met het oog op de situatie in Syrië zal de Raad in het bijzonder spreken over de onlangs door de VN Speciaal Gezant voor Syrië, Staffan de Mistura, gepresenteerde plannen om het geweld in Syrië een halt toe te roepen en de impasse te doorbreken richting een politieke dialoog. De Mistura voorziet hierbij een zogenoemde 'freeze', beginnend in de stad Aleppo, die na succesvolle implementatie als voorbeeld voor andere delen van Syrië kan gaan dienen. De Mistura kiest hierbij voor een 'bottom up'-benadering, waar hij met de verschillende spelers persoonlijk spreekt om steun voor het plan te vergaren. Het regime Assad reageerde in eerste instantie afwachtend, maar niet afwijzend op de plannen, wat onder de huidige omstandigheden als positief signaal kan worden gezien. Het kabinet steunt het initiatief van De Mistura om de impasse in Syrië te doorbreken en zal zich inzetten om brede steun hiervoor in Raadskader te realiseren.
Naar verwachting zal de recente vluchtelingenconferentie in Berlijn van 28 oktober jl., waaraan staatssecretaris Teeven namens het kabinet deelnam, eveneens aan de orde komen. Deze conferentie was in het bijzonder gericht op de vluchtelingenproblematiek in de buurlanden van Syrië. Met name in Libanon en Jordanië is de grens naar eigen zeggen bereikt. Het kabinet zet zich op dit onderwerp in op een geïntegreerde en coherente benadering gericht op de (midden)lange termijn, zowel op humanitair als op ontwikkelingsgebied. Hier is de balans tussen steun aan gastgemeenschappen en vluchtelingen van groot belang. Volgens het kabinet dient de focus te liggen op zelfredzaamheid en weerbaarheid, met een bijzondere aandacht voor de rol en kwetsbare positie van vrouwen en kinderen.
Westelijke Balkan
In het licht van de bespreking van het jaarlijkse uitbreidingspakket van de Europese Commissie op de komende RAZ en ER zal de RBZ spreken over ontwikkelingen ten aanzien van de Westelijke Balkan.
Uw Kamer is geïnformeerd over de visie van het kabinet ten aanzien van het uitbreidingspakket van de Commissie middels de kabinetsappreciatie hierover (Kamerstuk 23 987 Nr. 146).
De discussie zal zich naar verwachting toespitsen op de politieke situatie in Bosnië-Herzegovina, in navolging van de discussie over Bosnië-Herzegovina in de Raad van november jl. HV Mogherini zal de ministers terugkoppeling geven van haar bezoek aan Sarajevo samen met Commissaris Hahn (EU-toetredingsonderhandelingen en Nabuurschapsbeleid) op 5 december. Bosnië-Herzegovina is de afgelopen jaren achterop geraakt ten opzichte van de buurlanden en de onwil van Bosnische politici om het algemeen belang te dienen belemmert noodzakelijke sociaaleconomische, rechtsstatelijke en institutionele hervormingen. Het kabinet verwacht van een nieuwe regering – die nog steeds niet is gevormd – dat de aanpak van de economie, corruptie en rechtsstaat bovenaan de agenda staat.
Tijdens de RBZ van 17 november jl. werd overeengekomen dat de voortdurende impasse in het land vraagt om een herziening van het EU-beleid, teneinde te proberen het hervormingsproces weer in beweging te krijgen. Deze discussie zal worden voortgezet. Op voorstel van het VK en Duitsland zal gesproken worden over een verschuiving van de EU-inzet naar de bredere hervormingsagenda en maatschappelijke en sociaaleconomische ontwikkelingen, en een beperkte herschikking van de volgtijdelijkheid van voorwaarden die zijn gesteld in het kader van het EU-toenaderingstraject. Op basis van een helder politiek commitment van Bosnische politieke leiders aan een brede hervormingsagenda zou de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst in werking kunnen treden, als hefboom om de hervormingsagenda aan te jagen. Het kabinet steunt het voorstel voor verbreding van het EU-beleid en de voorgestelde beperkte herschikking, zolang het principe van conditionaliteit, in het bijzonder implementatie van het Sejdic-Finci arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, als uitgangspunt voor verdere stappen in het EU-integratietraject behouden blijft.
Ebola
De bespreking tijdens de Raad Buitenlandse Zaken zal voortbouwen op de bespreking van Ebola tijdens de RBZ-OS op 12 december a.s. De Geannoteerde agenda van de RBZ-OS gaat uw Kamer separaat toe. Naar verwachting komt de ondersteuning van de EU op lange termijn aan de door Ebola getroffen landen aan bod. Dit zal mede ter voorbereiding op de Europese Raad van 18 en 19 december a.s. zijn.
Oekraïne
Tijdens de lunch zullen de ministers spreken over de voorbereiding van de Europese Raad van 18 en 19 december a.s., in het bijzonder over Oekraïne. Het implementatieproces van de Minsk-akkoorden, zoals deze op 5 en 12 september jl. zijn overeengekomen door de bij het conflict in Oost-Oekraïne betrokken partijen, staat momenteel op een ‘kruispunt’. Sinds de vorige RBZ van 17 november jl. is de situatie in Oost-Oekraïne nauwelijks verbeterd. De Minsk-akkoorden staan onder druk. Hoewel grootschalige offensieven zijn opgehouden, is er nog steeds sprake van frequente schending van het staakt-het-vuren en is een aantal belangrijke afspraken niet nagekomen. Dit heeft ook gevolgen voor de humanitaire en mensenrechtensituatie. Rusland en de separatisten komen de gemaakte afspreken niet na. Zo is de blijvende aanwezigheid van Russisch personeel en materieel in Oekraïne en de praktische belemmering van effectieve grensmonitoring door Russische zijde in strijd met de Minsk-akkoorden. Ook de voortdurende provocaties door Russische zijde in de vorm van ‘humanitaire’ konvooien die, zonder toestemming van de Oekraïense autoriteiten, Oekraïne betreden, voeden het klimaat van onzekerheid en wantrouwen. Daarnaast hebben de separatisten tot op heden geen stappen gezet om te komen tot een geloofwaardige nationale dialoog. Het kabinet blijft van mening dat de Minsk-akkoorden nog steeds de beste basis bieden voor de-escalatie en een duurzame oplossing van het conflict. Het hangt nu echter af van de politieke wil van de partijen, met name van Rusland en de separatisten, om vooruitgang te boeken. Juist nu dit proces op een kruispunt staat, is het van groot belang dat de partijen zich hiervoor extra inspannen. Daartoe is zowel een duidelijk commitment vereist aan een aantal basisprincipes, zoals de territoriale integriteit en soevereiniteit van Oekraïne, alsmede kleine praktische stappen die het staakt-het-vuren bestendigen.
In navolging van het besluit van de RBZ van 17 november jl. heeft de EU op 29 november jl. de sanctielijst uitgebreid met 13 separatisten en 5 separatistische entiteiten. Gelet op de situatie in Oekraïne en de gebrekkige implementatie van de Minsk-akkoorden is er op dit moment geen aanleiding voor afschaling van de sancties. De gevolgen voor de Russische economie door onder andere de Europese sancties beginnen steeds meer zichtbaar te worden. Voor het kabinet zijn sancties geen doel op zich, maar een instrument om Rusland te bewegen constructief mee te werken aan een politieke oplossing voor het conflict. Het is van belang dat Rusland inziet dat haar huidige beleid ten aanzien van Oekraïne hoge kosten met zich meebrengt en het vertrouwen van investeerders en de financiële markten vermindert. In aanloop naar de Europese Raad zal de EU de situatie nauwlettend volgen en op basis van concrete ontwikkelingen ten aanzien van het politieke proces nader spreken over eventuele stappen ten aanzien van sancties. Het kabinet hecht hierbij ook aan het behoud van EU-consensus ten aanzien van het sanctiebeleid; een verdeelde EU is immers een zwakke EU.
Nederland verwelkomt het nieuwe Oekraïense regeerakkoord dat op 27 november jl. is ondertekend. Het regeerakkoord gaat onder meer in op het waarborgen van de veiligheidscapaciteit van Oekraïne, het herstellen van de economische situatie en het beschermen van rechten en vrijheden van Oekraïners. Daarnaast legt het regeerakkoord ook de nadruk op het doorvoeren van hervormingen in lijn met Europese standaarden, met een centrale rol voor het Associatieakkoord met de EU. Het is nu zaak dat de Oekraïense regering woorden omzet in daden en op korte termijn tastbare resultaten boekt. Het beste antwoord op het agressieve beleid van Rusland is een succesvolle transitie in Oekraïne. Dit geldt ook voor andere landen in de regio. Nederland en de EU zijn vastberaden om Oekraïne te ondersteunen bij dit hervormingsproces en in aanloop naar de donorconferentie begin 2015 zal het kabinet nadere mogelijkheden voor steun bezien. Nederland zal de Raad net als voorgaande keren informeren over de laatste stand van zaken met betrekking tot de repatriëring van de MH17 en de voortgang met de onderzoeken.