[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over de voortgangsrapportage Migratie en Ontwikkeling 2013

Migratiebeleid

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2014D45203, datum: 2014-12-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2014Z12226:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 4 december 2014

Binnen de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking bestond bij de fracties van de VVD, PvdA, SP, CDA, D66 en ChristenUnie de behoefte de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking enkele vragen en opmerkingen voor te leggen inzake de Voortgangsrapportage Migratie en Ontwikkeling 2013 (Kamerstuk 30573, nr. 126), het verslag van de Internationale Ministeriële Conferentie over de Syrische vluchtelingenproblematiek (Kamerstuk 32623, nr. 142) en de brief inzake de actualisering van het beleid inzake migratie en ontwikkeling (2014D44350).

De minister heeft op de vragen en opmerkingen geantwoord bij brief van …. 2014. De vragen en opmerkingen van de fracties en de antwoorden van de minister zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie

De Roon

De adjunct-griffier van de commissie

Wiskerke

Inbreng VVD-fractie

De minister beschrijft in de voortgangsrapportage internationale migratie en ontwikkeling de beleidsprioriteiten van het kabinet. Opvallend is dat er in deze voortgangsrapportage vooral wordt gesproken over dialogen, management en organisaties. In totaal is er in 2013 bijna 9 miljoen euro uitgegeven. De leden van de VVD-fractie willen graag van de minister horen wat de daadwerkelijke kwantitatieve resultaten zijn van het beleid en alle genoemde overlegorganen. Welke doelen worden er gesteld en welke concrete acties vloeien er uit voort? Het voeren van een goed gesprek kan nooit een doel op zich zijn en ook geen 9 miljoen euro kosten.

“Slechts enkele landen van de bilaterale OS-partnerlijst zijn uit migratieoogpunt voor Nederland van belang” schrijft de minister in de voortgangsrapportage. De leden van de VVD-fractie horen graag van de minister welke landen in dat opzicht wel van belang zijn. De leden van de VVD-fractie willen ook dat er met deze landen die wel van belang zijn duidelijke afspraken worden gemaakt. Landen waar Nederland een bilaterale OS-relatie mee heeft, maar die niet meewerken aan het terugnemen van uitgeprocedeerde asielzoekers moeten worden gekort op de ontwikkelingsgelden die ze ontvangen. Voor Ghana is 10 miljoen euro van de geplande uitgaven een tijd geleden on hold gezet. De minister geeft zelf aan dat uit de rapportages geconcludeerd kan worden dat de overheid van Ghana zich daar niet heel veel aan gelegen heeft laten liggen. Tijdens het vorige algemeen overleg over Migratie en Ontwikkeling is aangegeven dat de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers naar Ghana gebaat zou zijn bij het niet opleggen van maatregelen. Voor 2015 zijn er geen financiële maatregelen door Nederland getroffen. Inmiddels lijkt die zachte aanpak echter ook niet te werken. Als het aan de leden van de VVD-fractie ligt moet het opnieuw korten van de OS-bijdrage worden overwogen. Tijdens het vorige AO heeft de minister ook aangegeven dat zij in het voorjaar naar Ghana zou reizen. De leden van de VVD-fractie horen graag wat er uit de gesprekken met de Ghanese overheid is gekomen. Is de minister bereid het OS-budget voor Ghana wederom te korten, gezien het niet terugnemen van uitgeprocedeerde Ghanezen? Of ziet de minister/staatssecretaris een andere oplossing om Ghana tot medewerking te bewegen?

De leden van de VVD-fractie zijn blij met de nieuwe focus op een beperkt aantal speerpunten, zoals weergegeven in de brief van 28 november jl.. Deze leden zijn met name positief over het betrekken van de diaspora bij de ontwikkelingen in hun land van herkomst door middel van tijdelijke of permanente terugkeer. Veel herkomstlanden van migranten blijken geïnteresseerd te zijn in kennisoverdracht door migranten en/of diasporadeskundigen. Migranten hebben zich vaak in Nederland georganiseerd, benaderen Kamerleden met concrete expertise en plannen, maar hebben geen idee waar zij kunnen aankloppen voor het inzetten van hun expertise. Het halfjaarlijkse overleg tussen het Rijk en een aantal migrantenorganisaties gaat daar ook geen concrete bijdrage aan leveren. Wij horen graag welke samenwerkingsverbanden er zijn om een daadwerkelijke inzet van migranten(organisaties) te bevorderen. Dergelijke migratie biedt bij uitstek een kans om de banden tussen landen op het gebied van economie en kennisoverdracht te verstevigen. Zo kunnen zowel de emigratie- als de immigratielanden baat hebben bij versterkte banden.

Er vinden veel geldovermakingen plaats door migranten (remittances). Er zijn tal van nieuwe betalingsdiensten in opkomst die het overmaken van geld tegen aanzienlijk lagere kosten mogelijk maken dan nu gebeurt. De leden van de VVD-fractie volgen deze ontwikkelingen op de voet en staan hier positief tegenover.

Inbreng PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de beleidsdocumenten inzake migratie en ontwikkeling. De leden hebben hierover een aantal vragen en opmerkingen.

Actualisering van beleid

De leden van de PvdA-fractie waarderen het voornemen van de minister en de staatssecretaris tot actualisering van het beleid voor migratie en ontwikkeling. Het huidige beleidskader stamt uit 2008 en deze leden vinden het hoog tijd voor een nieuwe visie van dit kabinet. Momenteel ligt de focus teveel op terugkeer, terwijl circulaire migratie, het betrekken van diaspora en het kansen bieden aan migranten om vanuit Nederland bij te dragen aan de ontwikkeling van ontwikkelingslanden, onderbelicht blijven.

De ervaring, kennis en ideeën van NGO’s en diasporaorganisaties kunnen waardevol zijn voor de actualisering van het beleid. De leden van de PvdA-fractie zouden graag willen weten of zij geconsulteerd zijn over de nieuwe beleidsprioriteiten? Zo ja, op welke manier? Zo nee, zal dit alsnog gebeuren?

De leden van de PvdA-fractie constateren dat de actualisering van het migratie –en ontwikkelingsbeleid inzet op een nieuwe focus naar samenwerking met overheden van herkomstlanden. Hoe ziet het kabinet deze samenwerking in de praktijk met bijvoorbeeld (overheden van) fragiele staten?

De leden van de PvdA-fractie achten het ook van groot belang dat maatschappelijke organisaties in landen van herkomst betrokken zijn bij bewustwording van gemeenschappen ten aanzien van migratievraagstukken en het voeren van lobby voor hun achterban bij overheden voor aandacht voor emigratie en terugkeer. Hoe zal het kabinet zich inzetten om maatschappelijke organisaties in het land van herkomst te betrekken bij het migratiebeleid?

Opvang in de regio

De leden van de PvdA-fractie ondersteunen de inzet van het kabinet voor de opvang van vluchtelingen in de regio. Gezien de toename van migratiestromen en vluchtelingen is het van belang dat opvang in de regio ondersteund en versterkt wordt. Opvang in de regio is volgens de leden van de PvdA-fractie eerste prioriteit, en biedt vluchtelingen een betere mogelijkheid om bij een verbetering van de veiligheidssituatie terug te keren naar huis. Het bevorderen van lokale integratie en zelfredzaamheid van vluchtelingen is daarbij van groot belang voor de gast- en vluchtelingengemeenschappen. Het kabinet geeft aan dat de meest doelmatige projecten de komende periode zullen worden uitgebreid. Kan het kabinet toelichten welke projecten dit zijn en hoeveel geld hiervoor wordt vrijgemaakt? Kan het kabinet tevens aangeven in welke mate de totale internationale inzet op dit punt voldoende is, gezien de grote vluchtelingenstromen en de enorme opgave die daarmee gepaard? Kan het kabinet een overzicht geven van de belangrijkste omringende opvanglanden die het betreft?

Migratiemanagement

De leden van de PvdA-fractie merken op dat er onder de nieuwe beleidsprioriteiten meer aandacht uit zal gaan naar de bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel, het bevorderen van rechten van migranten en het tegengaan van uitbuiting van migranten. Deze leden ondersteunen deze aandachtsgebieden van harte.

De minister streeft naar een betere balans tussen aandacht voor de belangen en uitdagingen van herkomstlanden en voor die van bestemmingslanden. Hoe ziet de minister dit in de praktijk voor zich? Hoe komt dit streven naar voren in deze beleidsactualisering? Wanneer is er sprake van een betere balans? Kan het kabinet tevens aangeven welke concrete nieuwe maatregelen en initiatieven worden gesteund om de bestrijding van mensenhandel en mensensmokkel te ondersteunen? Kan het kabinet ook een terugkoppeling geven van de resultaten hiervan tot nu toe?

Mobiliteitspartnerschappen

Het kabinet geeft aan dat in EU-verband de Mobiliteitspartnerschappen prioritair zijn voor Nederland. De leden van de PvdA-fractie zouden graag van het kabinet weten hoe Nederland invulling geeft aan de Mobiliteitspartnerschappen waar het deel van uit maakt? Hoe ziet de toekomstige participatie van Nederland binnen deze partnerschappen er uit? En hoe worden de Mobiliteitspartnerschappen ingezet om de coherentie tussen migratie en ontwikkeling te bevorderen?

Circulaire migratie

De leden van de PvdA-fractie constateren dat binnen de actualisering van het beleidskader circulaire migratie geen aparte beleidsprioriteit is. Op welke wijze biedt het beleid ook invulling aan het oplossen door migratie van (tijdelijke) knelpunten op de internationale arbeidsmarkt, en/of biedt het soelaas voor landen of regio’s waar sprake is van een sterke vergrijzing? De leden van de PvdA-fractie vinden dit een interessante invalshoek en vernemen graag de concrete invulling hiervan.

Diaspora

De leden van de PvdA fractie zijn blij om te constateren dat het betrekken van de diaspora bij de ontwikkeling van hun herkomstland een beleidsprioriteit zal zijn van dit kabinet. Deze leden zien dat diaspora vaak tegen grenzen aanlopen als zij willen bijdragen aan de ontwikkeling van hun land van herkomst, ze willen bijvoorbeeld sociaal ondernemen en zij hebben behoefte aan flexibele financiering. Ziet het kabinet mogelijkheden om de lopende programma’s, waarbij de migranten zelf voor een startkapitaal moeten zorgen, uit te breiden naar een meer flexibele aanpak die beter tegemoet komt aan de vraag van de diaspora? Ziet het kabinet mogelijkheden om het Dutch Good Growth Fund toegankelijker te maken voor diaspora?

Het kabinet geeft aan dat migrantenorganisaties en geïnteresseerde diasporaleden tweemaal per jaar worden uitgenodigd voor consultatiebijeenkomsten. De leden van de PvdA-fractie zouden graag zien dat het kabinet de diaspora nog actiever betrekt bij het beleid, bijvoorbeeld door het opzetten van een adviesraad bestaande uit vertegenwoordigers van de verschillende diaspora, naar Brits voorbeeld. Hoe staat het kabinet tegenover dit voorstel?

Het Temporary Return of Qualified Nationals (TRQN) programma is al eerder positief geëvalueerd. Uit het veld is gebleken dat het programma ruimte biedt voor verbetering, zoals het toelaten van studenten tot het programma en het verlengen van de programmaduur. Zou de minister openstaan voor opnemen van deze suggesties voor verbetering?

De leden van de PvdA-fractie zouden het kabinet willen vragen of het nog mogelijkheden ziet om diaspora in staat te stellen bij te dragen aan de ontwikkeling van ontwikkelingslanden?

Remittances

De leden van de PvdA-fractie ondersteunen de inzet van het kabinet om de mogelijkheden te bezien om de kosten van geldovermakingen door migranten te verlagen, aangezien de gemiddelde kosten in Nederland 8,51% zijn. Welke mogelijkheden bekijkt het kabinet om dit percentage omlaag te brengen naar de internationaal gedragen norm van maximaal 3%?

Het kabinet geeft aan dat er een gerede kans is dat het streven naar een maximum van 3% kosten van remittances zal worden opgenomen in de post-2015 ontwikkelingsagenda. Welke inzet heeft Nederland op dit punt binnen de post-2015 onderhandelingen en in haar bilaterale contacten met partnerlanden en organisaties zoals de Wereldbank?

Vrijwillige terugkeer en herintegratie

De leden van de PvdA-fractie verwelkomen een geharmoniseerd, verplicht monitoringskader bij terugkeerprojecten. Deze leden hebben het kabinet hier eerder om gevraagd. Per wanneer treedt dit monitoringskader in werking?

De leden van de PvdA-fractie zouden graag een toelichting krijgen op de visie van het kabinet op de relatie tussen terugkeer en ontwikkeling. Terugkeerders moeten flexibele mogelijkheden hebben ter ondersteuning van terugkeer en herintegratie, naast de uniforme individuele ondersteuning. Voor sommige landen als Somalië en Guinee kan het groepsgewijs economische projecten opzetten een additionele mogelijkheid zijn. Kan het kabinet toelichten wat Nederland op dit gebied kan doen?

Strategische landenbenadering

Voor de leden van de PvdA-fractie is het onduidelijk voor hoeveel landen de strategische landenbenadering er momenteel is en hoeveel dit oplevert. Kan het kabinet hier meer duidelijkheid over geven?

Inbreng SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de beleidsstukken voor het bovengenoemde overleg. Naar aanleiding van deze stukken hebben de leden van de SP-fractie de volgende vragen en opmerkingen.

Voortgangsrapportage migratie en ontwikkeling 2013

De leden van de SP-fractie merken op dat uit de brief blijkt dat overheids- en particuliere diensten die zich bezig houden met terugkeerprojecten niet op dezelfde manier monitoren hoe het iemand na terugkeer vergaat. ‘Een vorm van monitoring’ is weliswaar vereist, maar dit wordt door allerlei organisaties op verschillende manieren ingevuld. De effectiviteit van de terugkeerprojecten is daarom moeilijk meetbaar. De Kamer zal in 2015 geïnformeerd worden over de keuzes die zullen worden gemaakt om dit in de toekomst beter te regelen. Deze leden vragen of er nu al iets te zeggen valt over de criteria en manieren van monitoring waaraan in dit verband wordt gedacht.

De leden van de SP-fractie vragen het kabinet naar aanleiding van de aankondiging in de brief van een onderzoek door de Adviescommissie Vreemdelingenzaken (ACVZ) naar het strategisch landenbeleid of nu reeds kan worden aangegeven wat de onderzoeksvragen zullen zijn en wat de aangekondigde evaluatie precies inhoudt.

De leden van de SP-fractie zijn van mening dat remittances heel belangrijk zijn voor mensen die een ander herkomstland hebben dan Nederland. Gehele families worden onderhouden door geldovermakingen vanuit Nederland. Nigeria, Somalië, Ghana en Ethiopië zijn onderzocht. Daarom is het volgens deze leden goed dat hierover een rapport is geschreven met nuttige aanbevelingen. Van belang is echter ook vooral de kwestie van de kosten, waar de brief mee begint. Nederland maakt qua kosten voor deze geldovermakingen deel uit van de middenmoot. In de aanbevelingen wordt geen manier aangedragen om lagere kosten voor transacties te bewerkstelligen. Western Union, wellicht de bekendste keten, verdient aan elke transactie circa 10 procent. De leden van de SP-fractie vragen of het kabinet bereid is om met dit soort bedrijven in overleg te treden over de mogelijkheid van lagere kosten voor geldovermakingen. Waarom moet er zoveel geld aan worden verdiend?

De leden van de SP-fractie zijn verheugd dat de aanvraagprocedure voor een verblijfsvergunning voor buitenlandse studenten is verkort. Deze leden vragen het kabinet echter waarom er juist op de studiebeurzen van buitenlandse studenten is bezuinigd. Het lijkt deze leden immers juist goed als buitenlandse studenten door kennisoverdracht vanuit Nederland meer kunnen bijdragen aan het land van herkomst: juist dat is ontwikkelingshulp. Is de minister van plan om te kijken hoe zij de kennisoverdracht kan bevorderen voor buitenlandse studenten uit landen die onderaan de lijstjes bungelen?

Internationale Conferentie Syrische vluchtelingenproblematiek

De leden van de SP-fractie merken op dat in deze brief wordt gerefereerd aan de oproepen van de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Steinmeier en de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN Guterres tot meer solidariteit met Syrische vluchtelingen. Deze leden zijn van mening dat Nederland hierin haar steentje dient bij te dragen. De houding van de staatssecretaris op dit vlak en zijn oncoöperatieve houding tegenover minister Steinmeier, de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, maar feitelijk ook tegenover het Syrische, Jordaanse en Libanese volk, achten deze leden onacceptabel. Nederland zou voorop moeten lopen in het beschermen van kwetsbare vluchtelingen. Den Haag, politieke hoofdstad van ons land en zetel van zowel de staatssecretaris als het parlement, noemt zichzelf de ‘internationale stad van vrede en recht’. Een dergelijke houding past dan niet. Nederland weigert nog altijd gehoor te geven aan de oproep van de internationale gemeenschap om meer Syriërs te hervestigen dan het schamele aantal dat nu is toegezegd. Wij kunnen simpelweg niet volstaan met een verwijzing naar opvang in de regio. Jordanië en Libanon barsten bijna uit hun voegen van de vluchtelingenkampen en ook Turkije kan de toestroom nauwelijks nog aan. Laten wij als Nederland hierin ook onze internationale verantwoordelijkheid nemen en dus ook méér doen dan alleen Syriërs die hier op eigen houtje komen opnemen in de asielprocedure.

De leden van de SP-fractie vragen voorts aandacht voor een zorgelijk rapport dat Amnesty International heeft uitgebracht over de vluchtelingenproblematiek in Turks Koerdistan. Er zouden vluchtelingen zijn teruggestuurd naar Syrië en de situatie lijkt in rap tempo onhoudbaar te worden. Deze leden hebben daarover schriftelijke vragen gesteld. Zij hopen op een spoedige beantwoording hiervan.

De leden van de SP-fractie wijzen erop dat zij tijdens de behandeling van de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een amendement hebben ingediend om in het noodhulpfonds het budget voor de UNHRC te oormerken. Helaas heeft dat amendement het niet gehaald, maar het was een duidelijk signaal. De vluchtelingenproblematiek is een feit, wij kunnen onze ogen niet sluiten voor al die mensen die de meest vreselijke brandhaarden in de wereld ontvluchten. Omdat het noodhulpfonds flexibel moet worden ingezet en in het jaar 2014 zelfs twee derde van het budget naar conflicthaarden gaat, is het volgens deze leden verstandig om juist de UNHCR hieruit een geoormerkt bedrag voor de vluchtelingenproblematiek in de wereld te geven. Nu worden heel veel bijdrages aan allerlei instanties verhoogd, maar UNHCR krijgt geen duidelijkheid. Gezien de huidige situatie in de wereld is dit echter wel van groot belang. De leden van de SP-fractie vragen de minister hierop te reageren.

Inbreng CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie danken de bewindspersonen voor het toezenden van de voortgangsrapportage en actualisering van het beleid inzake migratie en ontwikkeling en het verslag van de ministeriele conferentie en hebben kennis genomen van de stukken. Zij hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over. De zomer van 2014 zorgde voor ongekende migratiestromen vanuit onder meer en vooral Syrië. Daarom kunnen de leden van CDA-fractie zich vinden in de nieuwe prioriteiten van het beleid op het gebied van migratie en ontwikkeling.

Actualisering beleid Migratie en Ontwikkeling

Opvang in de regio is belangrijk. Het doel moet zijn dat vluchtelingen, indien mogelijk, terugkeren naar hun eigen omgeving. Daarom hebben de leden van de CDA-fractie vragen over de doelmatigheid en efficiëntie van projecten voor integratie met de lokale bevolking. Welk effect wil de het kabinet bereiken met deze inzet van middelen voor de integratie van vluchtelingen in het opvangland? Ook vragen de leden van de CDA-fractie wat de rol in deze projecten is voor Nederlandse organisaties?

Syrië

De leden van de CDA-fractie steunen de extra 12 miljoen euro voor het World Food Programme (WFP). Hoe is het kabinet tot dit bedrag gekomen? Verwacht het kabinet dat ook andere landen extra geld beschikbaar zullen stellen?

Remittances

Remittances zorgen voor een belangrijk deel voor de ontwikkeling in het herkomstland. Uit onderzoek blijkt dat Nederland in de middenmoot staat wat betreft de kosten voor remittances. Wat is de ambitie van dit kabinet? In de brief worden verschillende aanbevelingen gedaan. De leden van de CDA-fractie zijn blij dat er een voornemen is om een doelstelling van maximaal 3% kosten in Nederland voor remittances op te nemen in het beleid. Wel vragen de leden van het CDA-fractie het kabinet meer te doen dan ‘mogelijkheden bezien om kosten te verlagen’. Wat de leden van de CDA-fractie betreft mag daar wel een tandje bij, om in ieder geval te zorgen dat de zaken in Nederland goed geregeld zijn. De leden van de CDA-fractie vragen of er niet meer mogelijkheden zijn, behalve de Wereldbank, om Nederlandse organisaties een rol te laten spelen in het betrekken van kleinschalige maatschappelijke initiatieven?

Monitoring vrijwillige terugkeer

De leden van de CDA-fractie vinden het goed dat er gemonitord gaat worden. In 2014 is er een pilot geweest door IOM Marokko. Het kabinet heeft aangegeven naar aanleiding hiervan extra financiering beschikbaar te stellen voor de volgende fase van dit project. Hoeveel bedraagt deze extra financiering? Is het kabinet bereid de Kamer op de hoogte te houden van de voortgang van dit project? Het kader van de monitoring, dat in 2015 vorm krijgt, zal een cliëntvolgsysteem bevatten. Monitoring is goed, maar dit kader klinkt als een toename in de administratieve lasten. De leden van de CDA-fractie vragen wat de extra lasten en regels voor zowel de overheid als voor particuliere organisaties zijn.

Buitenlandse studenten

Ten aanzien van de buitenlandse studenten. Het is positief voor een groot deel van de studenten dat de procedure vereenvoudigd en versneld wordt. De leden van de CDA-fractie zien aan de andere kant dat de beslistermijn voor andere categorieën studenten is toegenomen. Wat is hiervan de reden en wat gaat het kabinet doen om deze termijn terug te brengen?

Conditionaliteit

In eerdere overleggen hebben de leden van de CDA-fractie aandacht gevraagd voor het feit dat een OS-relatie gebouwd wordt op samenwerking, ook op het punt van de terugkeer. Kan de staatssecretaris een overzicht van landen geven waarbij OS-gelden zijn opgeschort? Zijn er OS-partnerlanden die niet of onvoldoende meewerken aan de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers / illegalen? Zo ja, welke consequenties heeft het kabinet hieraan verbonden?

Inbreng D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de voortgangsrapportage en de actualiseringsbrief inzake migratie en ontwikkeling.

Het valt de leden van de D66-fractie op dat de actualiseringsbrief de groeiende behoefte aan samenwerking en ondersteuning op migratieterrein als vertrekpunt hanteert. Dat is gezien de situatie in de wereld te begrijpen, maar in de context van migratie én ontwikkeling wekt deze inzet de indruk dat de samenhang tussen ontwikkeling en migratie ondergeschikt wordt gemaakt aan het bevorderen van terugkeer van ongewenste migranten. De aangekondigde wijzigingen leggen eenzijdig de nadruk op de negatieve aspecten van migratie, preventie en terugkeer. Maar met de vele brandhaarden en fragiele gebieden in de wereld zien deze leden niet alleen een groeiende hulpvraag bij vluchtelingen en migratiestromen. Deze leden zien ook nadrukkelijk een groeiende vraag naar humanitaire hulp en ontwikkelingshulp. Een geïntegreerde inzet op migratie en ontwikkeling is dan ook noodzaak. Te meer als Nederland de opvang binnen de regio als eerste prioriteit beschouwt en nastreeft en wil voorkomen dat mensen op gevaarlijke wijze, vaak in handen van mensenmokkelaars, een oversteek wagen op zoek naar een (economisch) beter en veiliger leven. Maar de ontwikkelingskant en vooral hoe migratie van belang is voor en kan bijdragen aan ontwikkeling, die vinden de leden van de D66-fractie in de brief onderbelicht. Wat is de visie van het kabinet op de geïntegreerde aanpak van migratie en ontwikkeling? Wat vindt het kabinet van het acht punten plan van Ban Ki-Moon, het vijf jarig actieplan van de Civil Society en de verklaring van de High Level Dialogue? En op welke wijze worden die voorstellen verwerkt in de Nederlandse beleidswijzigingen op het terrein van migratie en ontwikkeling?

Migratie kan en moet bijdragen aan ontwikkeling in herkomstlanden.

Maar de resultaten zijn niet zichtbaar. Welke impact heeft de Nederlandse inzet op ontwikkeling in ontwikkelingslanden?

Het kabinet heeft 9 miljoen euro per jaar beschikbaar om migratie en ontwikkeling te laten samenkomen. Dat moet gebeuren in maar liefst 41 landen. Dat gebeurt met een mozaïek van kleine projecten. Welke samenhang bestaat er tussen al die kleine projecten? En hoe dragen die concreet bij aan ontwikkeling?

Het percentage vluchtelingen dat in de regio verblijft, is in twee jaar tijd met 11 procent toegenomen. En de duur van onvrijwillig verblijf buiten eigen land is in tien jaar tijd verdubbeld. Hoe zorgt het kabinet voor lokale integratie van vluchtelingen? Welke uitdagingen doen zich voor om spanningen met gastgemeenschappen te reduceren en zelfredzaamheid van vluchtelingen te vergroten, vooral in de regio’s die onder zware druk staan van de grote stromen vluchtelingen zoals rond Syrië? Welke marge hebben de regio’s met grote brandhaarden zoals rondom Syrië op dit moment nog om vluchtelingen langdurig en jarenlang op te vangen? Op welke schaal meent het kabinet dat bij deze groepen vluchtelingen behoefte is aan cursussen en bewustwordingscampagnes als vooral een schrijnend te kort bestaat aan de basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg en onderwijs, water en sanitatie en onderdak? Het kabinet verwijst naar andere programma’s buiten het budget voor migratie en ontwikkeling voor opschaling van basisvoorzieningen. Kan het kabinet toelichten op welke wijze en op welke schaal Nederland dan precies buiten dit budget bijdraagt aan lokale voorzieningen zoals gezondheidszorg en onderwijs, water en sanitatie en onderdak? En hoe die programma’s zich verhouden tot bezuinigingen binnen de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op gezondheidszorg, onderwijs, water en sanitatie? Welke inspanningen en resultaten verwacht het kabinet hier te kunnen behalen?

De leden van de D66-fractie lezen in de brief dat de benadering van het migratiemanagement waarbij wordt geïnvesteerd in het opzetten van overheidssystemen in landen die vaak kampen met zwak bestuur, tot op heden weinig resultaat heeft opgeleverd. De toestroom van illegale migranten neemt juist toe. De toelichting bij deze nieuwe beleidsprioriteit richt zich vooral op negatieve aspecten van migratie. Op welke wijze is het kabinet bijvoorbeeld voornemens om ook de ‘brain drain’ tegen te gaan en jonge talenten uit ontwikkelingslanden te helpen opleiden zodat zij terug in eigen land een rol in ontwikkeling kunnen hebben? Heeft het kabinet inmiddels gesproken over het begrotingsvoorstel van het lid Sjoerdsma om talent uit ontwikkelingslanden een studiebeurs aan te bieden voor studie en stage in Nederland?

De leden van de D66-fractie waarderen de aandacht voor actieve inbreng van de uit ontwikkelingslanden afkomstige diaspora in Nederland. De inzet van de expertise van diasporaprofessionals en ontwikkelingsorganisaties kan van groot belang zijn voor ontwikkeling en migratie met name in fragiele staten waar de wederopbouw van de instituties in volle gang is. Maar de huidige overlegstructuren die in de brief worden genoemd lezen als vrijblijvend en beperken zich slechts tot algemene consultatiebijeenkomsten. Bovendien maken de diaspora geen aanspraak op het budget voor migratie en ontwikkeling? Kan het kabinet toelichten waar de twee consultatiebijeenkomsten per jaar dan toe zouden moeten leiden? Op welke wijze zouden de diaspora meer structureel en minder vrijblijvend ingezet kunnen worden?

Welke stappen heeft het kabinet inmiddels gezet om de problematiek van de zogeheten diaspora-tax tegen te gaan waarbij Eritrese vluchtelingen in Nederland gedwongen worden om geld over te maken naar het regime in Eritrea? In juli 2014 liet de minister van Buitenlandse Zaken aan de Kamer weten dat andere Europese landen tegen hetzelfde probleem aanlopen. Hij schreef aan de kamer “Nederland heeft deze kwestie in hoog-ambtelijk EU-overleg geagendeerd om de problematiek in EU-verband nader te onderzoeken en waar nodig gezamenlijk gepaste maatregelen te nemen.” En “Nederland zal erop toezien dat migratiezaken in de EU-dialoog met Eritrea worden meegenomen.” Kan het kabinet toelichten wat de uitkomst is van die agendering zowel binnen het hoog-ambtelijk EU-overleg als in de EU-dialoog met Eritrea en welke stappen samen met de diaspora worden gezet om dit probleem aan te pakken?

Waarom is in Nederland nog niet besloten tot het verlagen van de kosten voor remittances? Waar is die verlaging van afhankelijk? Kan het kabinet toelichten wat zij precies bedoeld met ‘de gerede kans’ dat in de post-2015 ontwikkelingsagenda het streven van maximaal 3 procent kosten voor remittances zal worden opgenomen? Waar is die kans van afhankelijk?

Ban Ki-Moon en de Europese Commissie benadrukken het belang en de noodzaak om migratie mee te nemen in de post-2015 ontwikkelingsagenda. Waarom lezen we in de brief van het kabinet niks over de migratie-inzet in de post-2015 ontwikkelingsagenda? Op welke wijze kijkt het kabinet naar het samenkomen van die onderwerpen in de post-2015 agenda?

Tot slot zijn de leden van de D66-fractie benieuwd hoe het kabinet concreet invulling gaat geven aan de beloftes die tijdens de Syrië Conferentie in Berlijn gedaan zijn.

Inbreng ChristenUnie-fractie

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van de brief inzake het beleid op migratie en ontwikkeling. Genoemde leden hebben nog vragen over de gemaakte afwegingen bij de herziening van het beleid voor migratie en ontwikkeling. Genoemde leden zijn nog steeds teleurgesteld dat Nederland haar verantwoordelijkheid niet neemt in het toelaten van Syrische vluchtelingen.

Opvang in de regio

De leden van de fractie van de ChristenUnie zien dat de nood onder Syrische vluchtelingen erg hoog blijft. Door het grote aantal vluchtelingen in de omringende landen wordt er grote druk gezet op de aanwezige basisvoorzieningen, infrastructuur, gezondheidszorg, economie, werkgelegenheid en onderwijs in deze landen. De landen in de regio onderstrepen dat zij hun verantwoordelijkheid willen nemen bij de opvang van vluchtelingen, maar dat zij dit niet kunnen zonder steun van de internationale gemeenschap. De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn blij met de toezegging van de minister om ook in 2015 opnieuw bij te dragen. De minister zet nu al enkele stappen om vluchtelingen en de regionale bevolking tegemoet te komen, maar de leden van de fractie van de ChristenUnie zijn van mening dat de grootste nood op humanitair gebied ligt. De minister geeft in haar brief aan dat er programma’s zijn voor humanitaire hulp in de steden. Is de minister bereid dit meer toe te lichten? Over welke programma’s gaat het en welk budget is daaraan verbonden?

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben ook gehoord dat steeds meer vluchtelingen de vluchtelingenkampen ontwijken en zich in de steden vestigen. Ongeveer 20% van de vluchtelingen bevindt zich momenteel in de kampen tegenover 80 % in de steden. Het budget voor de kampen is relatief hoger dan dat voor vluchtelingen in de steden. Is de minister bereid om in het budget meer balans aan te brengen, zodat de vluchtelingen in de steden meer mogelijkheden voor hulp ontvangen?

Migratie naar Europa en hervestiging in Nederland

De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat het percentage vluchtelingen dat in de regio rondom Syrië verblijft is gegroeid van 75% naar 86%. De minister lijkt in te zetten op verdere uitbreiding van de opvang in de regio. Is de minister van oordeel dat Europa en Nederland een rechtvaardig aandeel in de opvang zouden moeten bieden? Hoe beziet de minister in dat kader een rechtvaardige verdeling binnen de Europese Unie?

De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat de staatssecretaris heeft aangegeven in zijn statement dat Nederland zowel vluchtelingen als gastlanden blijft steunen. Kan de staatssecretaris aangeven waarom hij de druk op de landen in de regio niet enigszins verlicht door meer Syrische vluchtelingen in Nederland toe te staan conform de aangenomen motie-Voordewind (Kamerstuk 19637-1715). Hoe ziet de staatssecretaris zijn concrete aandeel in blijvende steun aan zowel vluchtelingen als regiolanden?

De leden van de fractie van de ChristenUnie zien dat de minister meer aandacht wil geven aan het bestrijden van mensensmokkel en – handel. Kan de minister aangeven wat de resultaten tot nu toe zijn geweest op dit terrein, en welke lessen daaruit te trekken zijn? Is de minister het eens met hoogleraar Hein de Haas (Oxford University – Professor of Migration and Development, Maastricht University) dat mensensmokkel eerder het gevolg is van striktere grenscontroles dan een oorzaak van meer migratie?1


  1. http://heindehaas.blogspot.nl/2013/10/smuggling-is-reaction-to-border.html↩︎