[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Aanpassing van de reikwijdte en enige technische wijzigingen van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Aanpassingswet WNT)

Eindtekst

Nummer: 2015D05682, datum: 2015-02-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2013Z16399:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

4 februari 2014

Aanpassing van de reikwijdte en enige technische wijzigingen van de Wet
normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
(Aanpassingswet WNT)

GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

Wij, Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje, enz. enz. enz. 

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
reikwijdte van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke
en semipublieke sector te wijzigen op het terrein van algemeen nut
beogende instellingen en van gesubsidieerde instellingen en in deze wet
enige technische wijzigingen aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: 

ARTIKEL I

De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke
sector wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b wordt als volgt gewijzigd:

a. Het woord ā€˜onderschikte’ wordt telkens vervangen door
ā€˜ondergeschikte’ en ā€˜onderschikten’ telkens door
ā€˜ondergeschikten’;

b. Onder 30  wordt ā€˜de dagelijkse leiding’ vervangen door: de
dagelijkse leiding van het gehele openbaar lichaam;

c. Onder 40  wordt ā€˜de dagelijkse leiding’ vervangen door: de
dagelijkse leiding van de gehele rechtspersoon;

d. Onder 50  wordt ā€˜de dagelijkse leiding’ vervangen door: de
dagelijkse leiding van de gehele rechtspersoon of de gehele instelling.

2. In de onderdelen c en k wordt ā€˜de door de verantwoordelijke
vertegenwoordigde rechtspersoon’ vervangen door: de rechtspersoon
waartoe de verantwoordelijke behoort. 

	3. Onderdeel e komt te luiden:

	e. bezoldiging: de som van de beloning, de belastbare vaste en
variabele onkostenvergoedingen en de beloningen betaalbaar op termijn,
met uitzondering van de omzetbelasting, dan wel, indien een functie
wordt vervuld anders dan op grond van een dienstbetrekking, de som van
de vergoedingen voor het vervullen van de functie, met uitzondering van
de vergoedingen die bij een functievervulling op grond van een
dienstbetrekking onbelast zouden zijn, en met uitzondering van de
omzetbelasting; 

4. Onderdeel f komt te luiden: 

f. beloning: de som van de periodiek betaalde beloningen en de
winstdelingen en bonusbetalingen, met uitzondering van belastbare vaste
en variabele onkostenvergoedingen en met uitzondering van door
werkgevers wettelijk of krachtens een algemeen verbindend verklaarde
collectieve arbeidsovereenkomst verschuldigde niet op de beloning
ingehouden sociale verzekeringspremies;

	5. Onderdeel g komt te luiden:

	g. dienstbetrekking: dienstbetrekking of fictieve dienstbetrekking in
de zin van de Wet op de loonbelasting 1964;

6. (vervallen)

 

7. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m (nieuw) in
een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: 

n. Onze minister wie het aangaat: 

10. ten aanzien van de rechtspersonen, bedoeld in artikel 1.2, eerste
lid: Onze minister, dan wel, ten aanzien van deĀ zelfstandige
bestuursorganen zonder rechtspersoonlijkheid, de openbare lichamen,
bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onderdelenĀ e en f,
onderscheidenlijk deĀ rechtspersonen, bedoeld in artikel 1.2, eerste
lid, onderdeel h, Onze minister op wiens beleidsterreinĀ het zelfstandig
bestuursorgaan, het openbaar lichaam, het andere lichaam of de
rechtspersoon werkzaam is, of, ten aanzien van een openbaar lichaam
ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen: Onze
minister;

20. ten aanzien van de rechtspersonen, bedoeld in artikel 1.3, eerste
lid, onderdeel a: Onze minister op wiens beleidsterrein het betreffende
orgaan werkzaam is;

30. ten aanzien van de rechtspersonen, bedoeld in artikel 1.3, eerste
lid, onderdeel b: Onze minister die het orgaan, bedoeld in artikel 1.3,
eerste lid, onderdeel b, is dat een of meer leden van het bestuur van de
rechtspersoon benoemt of op andere wijze invloed heeft op het beheer of
beleid van de rechtspersoon, dan wel, indien het orgaan geen minister
is, Onze minister;

40. ten aanzien van de rechtspersonen, bedoeld in artikel 1.3, eerste
lid, onderdeel c: Onze minister, dan wel, indien de rechtspersoon ten
laste van de begroting van een van Onze andere ministers een of meer
subsidies ontvangt van ten minste € 500.000, Onze andere minister die
de hoogste subsidie verstrekt;

50. ten aanzien van de rechtspersonen en instellingen, bedoeld in de
artikelen 1.3, eerste lid, onderdeel d, 1.4, eerste lid en artikel 1.5,
eerste lid: Onze minister die belast is met de leiding van het in de
bijlage aangegeven ministerie;

60. ten aanzien van de rechtspersonen, bedoeld in artikel 1.3, eerste
lid, onderdeel e: Onze minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

B

Artikel 1.3 wordt gewijzigd als volgt:

1.Onderdeel c komt te luiden:

c. in Nederland gevestigde rechtspersonen waaraan voor een periode van
ten minste drie achtereenvolgende kalenderjaren een of meer subsidies
zijn verleend, die samen per kalenderjaar ten minste € 500.000
bedragen en ten minste 50% uitmaken van de inkomsten van de
rechtspersoon in dat kalenderjaar, met uitzondering van die
rechtspersonen die zijn opgenomen in de bijlagen bij de artikelen 1.4,
eerste lid, en 1.5, eerste lid, en met uitzondering van naamloze en
besloten vennootschappen die een op winst gerichte onderneming drijven;

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Op de voordracht van Onze minister in overeenstemming met Onze
minister(s) wie het mede aangaat, kan bij algemene maatregel van bestuur
de bijlage bij het eerste lid, onderdeel d, in de volgende gevallen
worden gewijzigd:

a. rechtspersonen of instellingen kunnen aan de bijlage worden
toegevoegd indien de bekostiging van deze rechtspersonen of instellingen
middellijk of rechtstreeks geheel of in aanzienlijke mate uit publieke
middelen plaatsvindt of heeft plaatsgevonden of indien deze
rechtspersonen of instellingen een wettelijke taak vervullen;

b. rechtspersonen of instellingen kunnen aan de bijlage worden
toegevoegd indien sprake is van gelieerde rechtspersonen;

c. rechtspersonen of instellingen kunnen van de bijlage worden
verwijderd indien de grond voor opname op de bijlage niet langer
bestaat;

d. wegens wijziging van in de bijlage gebruikte aanduidingen of in geval
van redactionele verbeteringen. 

3. Het derde lid komt te luiden:

3. Op de voordracht van Onze minister in overeenstemming met Onze
minister(s) wie het aangaat, kan bij algemene maatregel van bestuur de
bijlage bij het eerste lid, onderdeel e, in de volgende gevallen worden
gewijzigd:

a. verenigingen kunnen aan de bijlage worden toegevoegd indien het
verenigingen van onderwijsinstellingen betreft die voor hun leden
optreden als werkgeversvertegenwoordiger bij collectieve
arbeidsovereenkomsten of als vertegenwoordiger in overleg met de
centrale overheid;

b. verenigingen kunnen van de bijlage worden verwijderd indien de grond
voor opname niet langer bestaat;

c. wegens wijziging van in de bijlage gebruikte aanduidingen of in geval
van redactionele verbeteringen. 

C

Artikel 1.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden: 

2. Op de voordracht van Onze minister in overeenstemming met Onze
minister(s) wie het mede aangaat, kan bij algemene maatregel van bestuur
de bijlage bij het eerste lid in de volgende gevallen worden gewijzigd:

a. rechtspersonen of instellingen kunnen aan de bijlage worden
toegevoegd indien de bekostiging van deze rechtspersonen of instellingen
middellijk of rechtstreeks geheel of in aanzienlijke mate uit publieke
middelen plaatsvindt of heeft plaatsgevonden of indien deze
rechtspersonen of instellingen een wettelijke taak vervullen of
anderszins een publiek belang dienen, maar waar een bezoldiging van de
topfunctionarissen met de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3,
gelet op de factoren genoemd in artikel 3.6, tweede lid, ontoereikend
is;

b. rechtspersonen of instellingen kunnen aan de bijlage worden
toegevoegd indien sprake is van gelieerde rechtspersonen;

c. rechtspersonen of instellingen kunnen van de bijlage worden
verwijderd indien de grond voor opname op de bijlage niet langer
bestaat;

d. wegens wijziging van in de bijlage gebruikte aanduidingen of in geval
van redactionele verbeteringen. 

2. Het derde lid vervalt.

D

Artikel 1.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden: 

2. Op de voordracht van Onze minister in overeenstemming met Onze
minister(s) wie het mede aangaat, kan bij algemene maatregel van bestuur
de bijlage bij het eerste lid in de volgende gevallen worden gewijzigd:

a. rechtspersonen of instellingen kunnen aan de bijlage worden
toegevoegd indien de bekostiging van deze rechtspersonen of instellingen
middellijk of rechtstreeks geheel of in aanzienlijke mate uit publieke
middelen plaatsvindt of heeft plaatsgevonden of indien deze
rechtspersonen een publiek belang dienen;

b. rechtspersonen of instellingen kunnen van de bijlage worden
verwijderd indien de grond voor opname op de bijlage niet langer
bestaat;

c. wegens wijziging van in de bijlage gebruikte aanduidingen of in geval
van redactionele verbeteringen. 

2. Het derde lid vervalt.

E

	Artikel 2.1, vierde lid, komt te luiden:

	4. In geval de functie van topfunctionaris in een periode van achttien
maanden voor meer dan zes maanden wordt vervuld anders dan op grond van
een dienstbetrekking, komen partijen geen bezoldiging overeen die per
kalenderjaar meer bedraagt dan de maximale bezoldiging, bedoeld in
artikel 2.3. Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige
toepassing. 

F

Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ā€˜1’ geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt ā€˜artikel 2.1’ vervangen door
ā€˜artikel 2.1, eerste lid,’ en wordt na ā€˜artikel 2.3,’ ingevoegd:
artikel 2.5,. 

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Artikel 2.1, derde en vierde lid, eerste volzin, is van
overeenkomstige toepassing op de bezoldiging van de in het eerste lid
bedoelde leden, onderscheidenlijk voorzitters, met dien verstande dat in
deze artikelleden voor ā€˜artikel 2.3’ wordt gelezen ā€˜artikel 2.2 of
2.8’. 

G

Artikel 2.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel a, vervalt.

2. In het eerste lid worden de onderdelen b en c geletterd a en b.

3. In het derde lid, onderdeel b, wordt ā€˜het eerste lid, onderdeel
b,’ vervangen door: het eerste lid, onderdeel a,.

4. In het derde lid, onderdeel c, wordt ā€˜het eerste lid, onderdeel
c,’ vervangen door: het eerste lid, onderdeel b,.

Ga

	Artikel 2.7 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het derde lid vervalt de laatste volzin.

	2. Er worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:

	4. Onze Minister wie het aangaat kan besluiten dat partijen een bij dat
besluit vast te stellen hoger bedrag mogen overeenkomen dan het
toepasselijke bedrag, bedoeld in het tweede of derde lid. Het bedrag is
niet hoger dan het bezoldigingsmaximum, bedoeld in artikel 2.3. Bij
ministeriƫle regeling kunnen regels worden gesteld over de procedure. 

	5. Van een besluit als bedoeld in het derde en vierde lid wordt
mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

H

Aan artikel 2.8 wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het getal is niet
hoger dan de in artikel 2.2 genoemde percentages, tenzij de
rechtspersoon of instelling krachtens artikel 2.2 is uitgezonderd. 

I

	Artikel 3.1, vijfde lid, komt te luiden:

	5. In geval de functie van topfunctionaris in een periode van achttien
maanden voor meer dan zes maanden wordt vervuld anders dan op grond van
een dienstbetrekking, komen partijen geen bezoldiging overeen die per
kalenderjaar meer bedraagt dan het door Onze Minister wie het aangaat
voor dat jaar vastgestelde bedrag. Het derde en vierde lid zijn van
overeenkomstige toepassing. 

J

Artikel 3.2. wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ā€˜1’ geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt ā€˜artikel 3.1’ vervangen door
ā€˜artikel 3.1, eerste lid’ en wordt ā€˜of artikel 3.4’ vervangen
door: , artikel 3.4 of artikel 3.5. 

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Artikel 3.1, vierde en vijfde lid, eerste volzin, is van
overeenkomstige toepassing op de bezoldiging van de in het eerste lid
bedoelde leden, onderscheidenlijk voorzitters. 

Ja

	Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het derde lid vervalt de laatste volzin. 

	2. Er worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:

	4. Onze Minister wie het aangaat kan besluiten dat partijen een bij dat
besluit vast te stellen hoger bedrag mogen overeenkomen dan het
toepasselijke bedrag, bedoeld in het tweede of derde lid. Het bedrag is
niet hoger dan het bezoldigingsmaximum, bedoeld in artikel 3.1. Bij
ministeriƫle regeling kunnen regels worden gesteld over de procedure. 

	5. Van een besluit als bedoeld in het derde en vierde lid wordt
mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

K

Aan artikel 3.5 wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het getal is niet
hoger dan de in artikel 3.2 genoemde percentages, tenzij de
rechtspersoon of instelling krachtens artikel 3.2 is uitgezonderd.

L

Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel c, vervalt.

2. Het eerste lid, onderdelen d tot en met g, worden geletterd c tot en
met f.

3. Het tweede en het derde lid worden vernummerd tot derde en vijfde
lid.

4. Er worden twee nieuwe leden ingevoegd, die komen te luiden:

2. In geval de functie wordt vervuld anders dan op grond van een
dienstbetrekking, vermeldt de verantwoordelijke in afwijking van het
eerste lid van iedere topfunctionaris en iedere gewezen topfunctionaris:

a. de naam;

b. de bezoldiging;

c. de functie of functies;

d. de duur en omvang van de functievervulling in het boekjaar. 

4. Indien de bezoldiging van een topfunctionaris of een gewezen
topfunctionaris meer bedraagt dan de voor de instelling bij of krachtens
deze wet bepaalde maximale bezoldiging of het totaal van de uitkeringen
wegens beƫindiging van het dienstverband van een topfunctionaris of een
gewezen topfunctionaris meer bedraagt of zal bedragen dan het bedrag,
bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, of artikel 3.7, eerste lid,
motiveert de verantwoordelijke deze overschrijding in het financieel
verslaggevingsdocument. 

5. In het vijfde lid (nieuw) wordt ā€œhet eerste lidā€ vervangen door:
het eerste tot en met vierde lid.

M

Artikel 4.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel b, vervalt.

2. In het eerste lid worden de onderdelen c tot en met f geletterd b tot
en met e.

	3. Het tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:

	c. in geval de functie in een periode van achttien maanden voor meer
dan zes maanden wordt vervuld anders dan op grond van een
dienstbetrekking en de bezoldiging per kalenderjaar meer bedraagt dan de
maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, zonodig aangepast
overeenkomstig de onderdelen a en b, waarbij in het financieel
verslaggevingsdocument in afwijking van het eerste lid, onderdelen a, b
en c, de bezoldiging wordt vermeld.

	4. In het derde lid, onderdeel b, wordt ā€œhet eerste lid, onderdeel a
of bā€ vervangen door: het tweede lid, onderdeel a. 

5. In het vijfde lid wordt ā€˜tweede lid, onderdeel b,’ vervangen
door: het derde lid, onderdeel b,.

6. In het zesde lid wordt ā€œtweede lidā€ vervangen door: derde lid. 

7. In het zevende lid wordt ā€œhet eerste lidā€ vervangen door: het
eerste, derde, vijfde en zesde lid. 

N

In artikel 5.5, eerste lid, vervalt ā€˜De sociale verzekeringspremies
worden niet opgeĆ«ist.’

O

Artikel 7.1 komt te luiden:

Artikel 7.1

Jaarlijks voor 31 december wordt aan de Staten-Generaal een overzicht
gezonden over de uitvoering van de wet. Onze Minister coƶrdineert de
verzending. Het overzicht bevat ten minste:

a. per rechtspersoon of instelling de gegevens die op grond van artikel
4.1, eerste tot en met vierde lid, zijn of hadden moeten worden
opgenomen in het financieel verslaggevingsdocument over het voorafgaande
jaar, met uitzondering van de naam van de topfunctionaris of gewezen
topfunctionaris, voor zover de bezoldiging van de topfunctionaris of de
gewezen topfunctionaris de maximale bezoldiging bedoeld in artikel 2.3,
eerste lid, te boven is gegaan, dan wel, indien deze lager is, de voor
hem bij of krachtens deze wet bepaalde maximale bezoldiging
overschrijdt, of het totaal van de uitkeringen wegens beƫindiging van
het dienstverband het bedrag, bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, of
artikel 3.7, eerste lid, overschrijdt;

b. per rechtspersoon of instelling de gegevens die op grond van artikel
4.2, eerste tot en met zesde lid, zijn of hadden moeten worden opgenomen
in het financieel verslaggevingsdocument over het voorafgaande jaar;

c. de gegevens betreffende de uitzonderingen;

d. de gegevens betreffende overtredingen en handhavingsmaatregelen. 

P

Artikel 7.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid worden de eerste twee volzinnen vervangen door:

Een bezoldiging voor de leden van de hoogste toezichthoudende organen
van een rechtspersoon of instelling die afwijkt van artikel 2.2,
onderscheidenlijk artikel 3.2, is, indien de bezoldiging is
overeengekomen voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, dan wel
voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wijziging van de bijlagen bij
artikel 1.3, eerste lid, onderdeel d of e, of artikel 1.4, eerste lid,
waardoor deze wet van toepassing is geworden op de betreffende
rechtspersoon of instelling, toegestaan voor ten hoogste vier jaar na de
inwerkingtreding van deze wet of de inwerkingtreding van de wijziging
van de bijlage. De bezoldiging, bedoeld in de vorige volzin, wordt
slechts verhoogd, indien deze verhoging en de wijze waarop deze wordt
berekend voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet,
onderscheidenlijk de wijziging van de bijlage, tussen partijen zijn
overeengekomen.

	2. In het vierde lid wordt ā€˜inwerkingtreding van deze wet’ telkens
vervangen door: inwerkingtreding van de ministeriƫle regeling. 

3. In het vijfde lid wordt de zinsnede ā€˜heeft die indeling
onmiddellijke werking’ vervangen door: gaat die indeling in met ingang
van 1 januari van het daarop volgende kalenderjaar.

4. Het zesde lid komt te luiden:

6. Een beding in afwijking van artikel 2.10, eerste of derde lid,
onderscheidenlijk artikel 3.7, eerste of derde lid, is, indien het
beding is overeengekomen voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze
wet, dan wel voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wijziging van de
bijlage bij artikel 1.3, eerste lid, onderdeel d of e, of artikel 1.4,
eerste lid, waardoor deze wet van toepassing is geworden op de
betreffende rechtspersoon of instelling, dan wel voorafgaand aan de
aanvraag van de subsidiebeschikking waardoor deze wet van toepassing is
geworden op de betreffende rechtspersoon of instelling, toegestaan voor
ten hoogste vier jaar na inwerkingtreding van deze wet dan wel de
wijziging van de bijlage dan wel de bekendmaking van de
subsidiebeschikking.

5. Het achtste tot en met tiende lid worden vernummerd tot negende tot
en met elfde lid.

6. Na het zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

8. Indien door de verlening van een subsidie, bedoeld in artikel 1.3,
eerste lid, onderdeel c, deze wet van toepassing wordt op een
rechtspersoon, is in afwijking van artikel 2.1 onderscheidenlijk artikel
3.1, een voorafgaand aan de aanvraag van die beschikking tussen partijen
overeengekomen bezoldiging die meer bedraagt dan de maximale
bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, toegestaan voor ten hoogste vier
jaar na de bekendmaking van de subsidiebeschikking. De bezoldiging,
bedoeld in de vorige volzin, wordt slechts verhoogd, indien deze
verhoging en de wijze waarop deze wordt berekend voorafgaand aan de
aanvraag van die beschikking tussen partijen zijn overeengekomen. De
artikelen 5.4 tot en met 5.6 zijn van toepassing.

7. In het negende lid (nieuw) wordt ā€œin het eerste tot en met het
zesde lid bedoelde periodeā€ vervangen door: in het eerste tot en met
het vijfde lid bedoelde periode.

8. Het elfde lid (nieuw) komt te luiden:

11. Voor de toepassing van dit artikel blijft buiten beschouwing iedere
wijziging in de bezoldiging, de uitkeringen wegens beƫindiging van het
dienstverband of de duur van het dienstverband die wordt overeengekomen
tussen 6 december 2011 en 1 januari 2013. 

Q

Artikel 7.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ā€˜1’ geplaatst.

2. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

2. De verantwoordelijke is bevoegd in het financieel
verslaggevingsdocument over 2012 de gegevens, bedoeld in artikel 6 van
de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens,
zoals dat artikel luidde op 31 december 2012, te vermelden.

R

De bijlage, bedoeld in artikel 1.3, eerste lid, onderdeel d, wordt als
volgt gewijzigd:

1. Onder het opschrift Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a. Onderdeel 3 vervalt.

b. De onderdelen 4 tot en met 13 worden vernummerd tot 3 tot en met 12. 

2. Onder het opschrift Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
wordt toegevoegd:

29. De Stichting Kennisnet te Zoetermeer. 

3. Onder het opschrift Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a. Onderdeel 10 vervalt.

b. Onderdeel 11 wordt vernummerd tot onderdeel 10.

c. Na onderdeel 10 (nieuw) worden zes onderdelen toegevoegd, luidende:

11. De Nederlandse Patiƫnten Consumenten Federatie te Utrecht.

12. Het Landelijk Platform GGz te Utrecht.

13. De Stichting LOC, Zeggenschap in zorg te Utrecht.

14. De Stichting PGOsupport te Utrecht.

15. De Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland te Utrecht.

16. De Stichting Platform VG te Utrecht.

4. Onder het opschrift Ministerie van Financiƫn vervalt onderdeel 3.

5. Na de opsomming onder het opschrift Ministerie van Financiƫn wordt
een passage ingevoegd, luidende:

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

1. De Stichting Forum, Instituut voor Multiculturele Vraagstukken te
Utrecht. 

Ra

De bijlage, bedoeld in artikel 1.3, eerste lid, onderdeel d, wordt als
volgt gewijzigd:

1. Onder het opschrift Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a. De onderdelen 10, 11 en 12 vervallen.

b. De onderdelen 13 tot en met 29 worden vernummerd tot 10 tot en met
26. 

2. Onder het opschrift Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a. Onderdeel 15 komt te luiden:

15. De vereniging Ieder-In te Utrecht.

b. Onderdeel 16 vervalt.

S

De bijlage, bedoeld in artikel 1.3, eerste lid, onderdeel e, wordt als
volgt gewijzigd:

1. Onderdeel 4 komt te luiden:

4. De Vereniging Hogescholen te Den Haag.

2. Onderdeel 6 komt te luiden:

6. De Werkgeversvereniging Kenniscentra te Zoetermeer. 

ARTIKEL II

In artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en
commissies wordt ā€œde artikelen 1.2 tot en met 1.5 van de Wet normering
uit publieke middelen bekostigde bezoldiging topfunctionarissenā€
vervangen door: de artikelen 1.2 tot en met 1.5 van de Wet normering
bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector. 

ARTIKEL III

In artikel 25a, eerste lid, onderdeel c, van de Wet toezicht collectieve
beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten wordt ā€˜artikel 7.3,
tiende lid,’ vervangen door: artikel 7.3, elfde lid. 

ARTIKEL IV

Voor het kalenderjaar 2013 wordt voor de toepassing van de artikelen 2.2
en 3.2 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en
semipublieke sector voor het begrip ā€˜bezoldiging’ uitgegaan van de
tekst van die wet zoals deze luidde op de dag voor de inwerkingtreding
van deze wet. 

ARTIKEL V

1. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug
tot en met 1 januari 2013. 

2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdeel Ra, in
werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1
januari 2014. 

ARTIKEL VI

Deze wet wordt aangehaald als: Aanpassingswet WNT. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 

 

 PAGE    

 PAGE   12